alarm Peugeot 208 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2014Pages: 336, PDF Size: 10.17 MB
Page 4 of 336

.
.
Inhoud
Instrumentenpanelen 21Verklikkerlampjes 23Meters 33Boordcomputer 38Boordcomputer met touchscreen 40Datum en tijd instellen 43
Controle tijdens het rijdenIn één oogopslag
Sleutel met afstandsbediening
44Alarm 51Elektrisch bedienbare ruiten 53Achterklep 55Panoramadak 56
Toegang tot de auto
Voorstoelen 57Achterbank 60Achterbank 62Stuurwielverstelling 63Spiegels 64Ventilatie 66Verwarming 68Handbediende airconditioning 68Automatische airconditioning met gescheiden regeling 70Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten 73Achterruitverwarming 73Indeling van het interieur 74Voorzieningen bagageruimte 78
Comfort
Starten-afzetten van de motor 81Handbediende parkeerrem 82Handgeschakelde versnellingsbak 83Schakelindicator 84Elektronisch gestuurde versnellingsbak met 5 versnellingen 85Elektronisch gestuurde versnellingsbak met 6 versnellingen 89Automatische versnellingsbak 93Stop & Start-systeem 96Hill Holder 99Snelheidsbegrenzer 100Snelheidsregelaar 102Park Assist 105Parkeerhulp 109
Rijden
Lichtschakelaar 111LED-verlichting 115Verlichting overdag 115Automatische verlichting 117Koplampen verstellen 118Statische bochtverlichting 119Ruitenwisserschakelaar 120Automatische ruitenwissers 122Plafonnier 124Sfeerverlichting interieur 125
Zicht
Eco-rijden
Page 5 of 336

.
.
Inhoud
Richtingaanwijzers 126Alarmknipperlichten 126Urgence-oproep of Assistance-oproep 127Cla xon 127ESP 128Veiligheidsgordels 131Airbags 134Kinderzitjes 138Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde 140ISOFIX-kinderzitjes 144Kinderbeveiliging 148
Veiligheid
Bandenreparatieset 149Wiel verwisselen 155Sneeuwkettingen 162Een lamp vervangen 163Zekering vervangen 17012 V- a c c u 176Ec o - m o d e 179Wisserbladen vervangen 180Slepen van de auto 181Trekken van een aanhanger 183.Allesdragers monteren 185Onderhoudstips 186Accessoires 187
Praktische informatie
Motorkap 19 0Benzinemotoren 191Dieselmotoren 192Brandstoftank 193Vulpistoolrestrictie (diesel) 195Brandstoftank leeg (diesel) 197Niveaus controleren 198Controles 201
Onderhoud
Benzinemotoren 203Gewichten (benzine) 205Dieselmotoren 208Gewichten (diesel) 210Afmetingen 213Identifi catie 214
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 215Touchscreen 217Autoradio / Bluetooth 279Autoradio 305
Audio en telematica
Visuele index Index
Page 8 of 336

6
193190
44
In één oogopslag
Openen
A. Uitklappen/inklappen van de sleutel. B. Ontgrendelen van de auto. Uitschakelen van het alarm.
Sleutel met afstandsbediening Motorkap
1. Openen van de brandstofvulklep. 2. Openen van de brandstoftankdop.
3. Ophangen van de brandstoftankdop. Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 50 liter.
A. Hendel in het interieur. B. Hendel aan de buitenzijde. C. Motorkapsteun.
Overige beschikbare functies...C. Vergrendelen van de auto. Lokaliseren van de auto.
Inschakelen van het alarm.
Brandstoftank
Het ontgrendelen en vergrendelen van de auto wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Page 10 of 336

8In één oogopslag
10. Verstelbare en afsluitbare zijventilatieroosters. 11. Zijruitontwaseming. 12 . Instrumentenpaneel. 13. Voorruitontwaseming. 14 . Zonnesensor. 15. Dashboardkastje / Uitschakeling airbag vóór passagierszijde. 16. Airbag vóór passagierszijde. 17. Multifunctioneel display / autoradio. 18. Middelste verstelbare en afsluitbare ventilatieroosters.
Cockpit
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2. Stuurkolomschakelaars touchscreen. 3. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 4. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer. 5. Hendel motorkapontgrendeling. 6. Hendel stuurwielverstelling. 7. Airbag vóór bestuurderszijde. Claxon. 8. Koplampverstelling. 9. Rij drukschakelaars.
19. Schakelaar alarmknipperlichten en centrale vergrendeling. 20. Bedieningspaneel verwarming/airconditioning. 21. 12V-aansluiting. USB-/Jack-aansluiting. 22. Open opbergvak. Bekerhouder. 23. Versnellingshendel. 24. Middenarmsteun met opbergvakken. 25. Handrem.
Page 53 of 336

51
2
Toegang tot de auto
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:
Alarm
- Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten. Het alarm gaat af als iemand een portier, de achterklep of de motorkap probeert te openen.
- Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden waargenomen. Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand de auto binnendringt of als iets of iemand in de auto beweegt.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te saboteren. Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de bedieningseenheid of de kabels van de sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats alvorens wijzigingen aan het alarmsysteem aan te brengen.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
Zet het contact af en verlaat de auto.
Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening.
De omtrekbeveiliging wordt 5 seconden nadat de vergrendelknop van de afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd. De interieurbeveiliging wordt 45 seconden nadat de vergrendelknop van de afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd. Indien een portier of de achterklep niet goed is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld, maar worden de omtrek- en interieurbeveiliging na 45 seconden wel ingeschakeld.
Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
Uitschakelen
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het verklikkerlampje van de knop zal één keer per seconde knipperen.
- Wegsleepbeveiliging (uitsluitend bij GTi-uitvoering)
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de wagenhoogte worden waargenomen. Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, verplaatst of aangestoten.
Page 54 of 336

52
Toegang tot de auto
Vergrendelen van de auto met
alleen de omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt ingeschakeld als bijvoorbeeld: - een huisdier in de auto wordt gelaten, - een ruit op een kier blijft staan, - de auto wordt gewassen.
Uitschakelen van de interieurbeveiliging
Zet het contact af. Druk binnen 10 seconden op de knop tot het verklikkerlampje blijft branden. Verlaat de auto.
Druk onmiddellijk op de vergrendelknop van de afstandsbediening.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop zal één keer per seconde knipperen.
Opnieuw inschakelen van de interieurbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden. Als het alarm voor de 11 e keer afgaat, worden de alarmsystemen uitgeschakeld.
Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening om de omtrekbeveiliging uit te schakelen.
Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening om alle alarmsystemen in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw één keer per seconde knipperen.
Als het verklikkerlampje van de knop snel knippert bij het ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier. Open het portier; het alarm gaat af. Zet het contact aan; het alarm stopt. Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het verklikkerlampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
* Volgens land van bestemming.
Automatisch inschakelen *
Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterklep is gesloten, automatisch ingeschakeld. Om het afgaan van het alarm bij het openen van een portier of de achterklep te voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop van de afstandsbediening worden gedrukt.
De interieurbeveiliging wordt uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke keer na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.
Page 128 of 336

126
Veiligheid
Richtingaanwijzers
Links: duw de hendel helemaal omlaag. Rechts: duw de hendel helemaal omhoog.
Drie keer knipperen
Beweeg de hendel iets omhoog of omlaag, zonder het zware punt te passeren; de desbetreffende richtingaanwijzers knipperen vervolgens drie keer.
Wanneer de richtingaanwijzers na meer dan 20 seconden nog niet zijn uitgeschakeld, wordt bij een snelheid van meer dan 60 km/h automatisch het knippergeluid versterkt.
Alarmknipperlichten
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit. U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de knop in te drukken.
Druk deze knop in: de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Deze functie kunt u bij elke snelheid gebruiken, maar komt vooral van pas bij het wisselen van rijstrook op wegen met meerdere rijstroken per rijbaan.
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige verkeer te waarschuwen in het geval van file, pech, slepen of een ongeval.
Page 174 of 336

172
Praktische informatie
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F25 A Buitenspiegels, koplampen, diagnoseaansluiting.
F95 A Alarm.
F105 A Afzonderlijke telematica-eenheid, servicecentrale trekhaakaansluiting.
F115 A Elektrochromatische binnenspiegel, extra verwarming.
F135 A Hifi-versterker, parkeerhulp.
F1615 A 12V-aansluiting vóór.
F1715 A Autoradio, autoradio (montage achteraf).
F1820 A Touchscreen.
Overzicht zekeringen
Page 184 of 336

182
Praktische informatie
Slepen van uw auto Slepen van een andere auto
Maak het klepje in de voorbumper los door het platte uiteinde van het sleepoog in de gleuf aan de onderkant van het klepje te steken. Draai het sleepoog vast tot de aanslag. Bevestig de sleepstang.
Maak het klepje in de achterbumper los door op de onderkant ervan te drukken. Draai het sleepoog vast tot de aanslag. Bevestig de sleepstang. Schakel de alarmknipperlichten van de twee auto's in. Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid als het af te leggen traject beperkt.
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand N bij de 2Tronic versnellingsbak of automatische transmissie). Het niet opvolgen van dit voorschrift kan er toe leiden dat bepaalde componenten (remsysteem, transmissie...) beschadigd raken en dat de rembekrachtiger na het starten mogelijk niet meer werkt.
Ontgrendel de stuurinrichting door de sleutel in het contact één stand te verdraaien en zet de handrem vrij. Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in. Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid als het af te leggen traject beperkt.
Page 189 of 336

187
7
Praktische informatie
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PEUGEOT-netwerk. Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid. Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie v a n P E U G E O T.
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd "Entreprise" voor het ombouwen van een bedrijfsauto naar een personenauto en omgekeerd.
"Comfort":
windgeleiders, zonneschermen opzij en zonnescherm achter, aansteker, bagagestoppers, kledinghanger voor bevestiging aan de hoofdsteun, middenarmsteun vóór, opbergruimte onder hoedenplank, parkeerhulp voor en achter, ...
"Transportoplossingen":
bak bagageruimte met vakken, bagagenet, allesdragers, fietsendrager voor bevestiging op de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging op de allesdragers, skidrager, dakkoffer, ...
* Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen: - controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd, - leg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
"Styling":
aluminium pookknop, achterspoiler, gestyleerde spatlappen, lichtmetalen velgen, wieldoppen, verchroomde buitenspiegelkappen, carrosserieset, drie stylinglijnen (Ligne S, STreet en Graffic), stickers, binnen- en buitenspiegelkappen, bekleding voor handremhendel, lichtmetalen velgen, doppen voor lichtmetalen velgen...
"Veiligheid":
inbraakalarm, graveren van ruiten, wielbouten met slot, zitverhogingen en kinderzitjes, alcolholtest, verbandtrommel, gevarendriehoek, veiligheidsvest, lokalisatiesysteem gestolen auto, bandenreparatieset, sneeuwkettingen, sneeuwsokken, mistlampen vóór, ...
"Bescherming":
matten * , stoelhoezen geschikt voor stoelen met zij-airbags, spatlappen, zijstootlijsten, stootlijsten voor bumpers, aluminium of PVC dorpellijsten...
De trekhaak moet door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats worden gemonteerd.