key PEUGEOT 3008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2017Pages: 566, PDF Size: 61.63 MB
Page 202 of 566

200
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Starten / afzetten van de motor met
keyless entry and start
Starten van de motor
F Druk kort op de "START/STOP"-
knop en houd daarbij het pedaal
ingetrapt tot de motor draait. De elektronische sleutel van het keyless
entry and start-systeem moet zich
binnen de detectiezone bevinden.
Als de elektronische sleutel niet in deze
zone wordt gedetecteerd, verschijnt een
melding.
Verplaats de elektronische sleutel naar
deze zone zodat de motor kan worden
gestart.
Als dit niet lukt, raadpleeg dan de
rubriek "Sleutel niet gedetecteerd -
Noodprocedure voor het starten".
Als aan een van de voor waarden voor het starten
niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een
melding op het instrumentenpaneel weergegeven.
In sommige gevallen moet het stuur wiel heen
en weer worden bewogen ter wijl de "
S TA R T/
STOP "-knop wordt ingedrukt om het stuurslot te
ontgrendelen; u wordt hiervan via een melding op
de hoogte gebracht.
F Zet bij een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand.
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich
in de auto bevindt, het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
of
F
S
electeer bij een automatische
transmissie de stand P of N .
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich
in de auto bevindt, het rempedaal stevig
ingetrapt. Het stuurslot wordt ontgrendeld en de motor
start.
F
M
oet u bij een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
ingetrapt houden tot het lampje uitgaat en
niet nogmaals op de " START/STOP"-knop
drukken voordat de motor is aangeslagen.
of
F
M
oet u bij een automatische transmissie
het rempedaal ingetrapt houden tot het
lampje uitgaat en niet nogmaals op de
" START/STOP "-knop drukken voordat de
motor is aangeslagen.
Bij uitvoeringen met een dieselmotor
wordt bij
temperaturen beneden het vriespunt en/of bij
koude motor de motor pas na het doven van het
verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u op
de "START/STOP "-knop hebt gedrukt:
Verlaat om veiligheidsredenen nooit de
auto ter wijl de motor nog draait.
Rijden
Page 203 of 566

201
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Afzetten van de motor
F Zet de auto stil en laat de motor stationair draaien.
F
Z
et bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand.
of
F
S
electeer bij een automatische
transmissie de stand P of N .
Laat nooit de elektronische sleutel in de
auto achter als u de auto verlaat.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief. Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet. F
D
ruk ter wijl de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt op
de " START/STOP "-knop.
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Het contact kan worden aangezet door, ter wijl
de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem zich in de auto bevindt,
zonder pedalen in te trappen op de knop
"S
tA
R
t/
S
t
o
P
" te drukken.
u
kunt dan ook de verschillende accessoires
activeren (radio, verlichting, enz.).
F
Druk op de knop "StA Rt/ St oP ": de verlichting
en lampjes van het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor wordt gestart.
F Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen. Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.
6
Rijden
Page 283 of 566

281
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Brandstoftank
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 53 liter.
Als dit verklikkerlampje gaat branden in
combinatie met de weergave van een melding
en een geluidssignaal, is het minimale niveau
in de brandstoftank bereikt. o
p h
et moment
dat het lampje gaat branden, is er nog
ongeveer 6 liter brandstof over in de tank.
Waarschuwing brandstofniveau
op een label aan de binnenzijde van de
brandstofvulklep staat de voorgeschreven soort
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofniveaumeter is het raadzaam
minimaal 5 liter brandstof te tanken.
Bij het openen van de brandstofvulklep kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
normaal en komt doordat de afdichting van het
brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt. Veilig tanken:
F
z et altijd de motor af,
F
d
ruk als de auto is ontgrendeld op de
achterste gedeelte van de brandstofvulklep
om deze te openen,
F
dr
aai de dop linksom,
F
v
er wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep,
F
u k
unt de auto voltanken, maar laat
het vulpistool nooit meer dan 3 keer
afslaan . Indien dit wel gebeurt, kunnen er
storingen optreden.
Indien uw auto is voorzien van het
Stop & Start-systeem, tank dan nooit
wanneer de motor zich in de S
t
o
P
-
stand bevindt; zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel of met de knop
"S
tA
R
t/
S
t
o
P
" bij een auto met het
Keyless entry and start-systeem.
Zolang er nog niet voldoende brandstof is
getankt, zal dit lampje steeds bij het aanzetten
van het contact gaan branden in combinatie
met de weergave van de melding en het
geluidssignaal.
tij
dens het rijden zullen dit
geluidssignaal en deze waarschuwingsmelding
worden herhaald en, naarmate het niveau
"0"
dichterbij komt, met steeds kortere tussenpozen.
ga z
o snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een lege brandstoftank
(diesel) .
Ta n k e n
Na het tanken:
F
b reng de dop aan,
F
dr
aai deze naar rechts,
F
s
luit de brandstofvulklep.
7
Praktische informatie
Page 307 of 566

305
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Voorschriften voor opslag Procedure voor bijvullenParkeren
F Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale
ondergrond staat.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met keyless entry and
start-systeem op de " START/STOP"-knop
om de motor af te zetten.
Toegang
F Zorg dat de auto is ontgrendeld en open de brandstofvulklep. De blauwe dop van het
AdBlue
®-reservoir bevindt zich links naast
de brandstofvuldop.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
t
r
ek de blauwe dop omlaag om hem te
verwijderen.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto. Controleer bij koud weer vóór het bijvullen of
de omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest de
AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in het
reservoir kunt gieten.
Laat uw auto enkele uren op een warmere
plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
ond
er deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of -
jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw
verkooppunt.
7
Praktische informatie
Page 308 of 566

306
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Vullen
F Pak een flacon AdBlue®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
Afsluiten
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
S
luit de brandstoftankklep.
Belangrijk:
als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is (dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten),
moet u het reservoir vullen met minimaal
4 liter en maximaal 10 liter vloeistof. Spoel gemorste vloeistof onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als de vloeistof is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg is
geraakt
, aangegeven door de melding
" Vul AdBlue bij: Star ten onmogelijk ",
dient u ongeveer 5 minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet,
zonder het bestuurderspor tier te
openen, de auto te ontgrendelen,
de sleutel met afstandsbediening
in het contactslot te steken of
de elektronische sleutel van het
"Keyless entr y and star t"-systeem in
het interieur te leggen.
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
Praktische informatie
Page 350 of 566

348
3008-2_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Inhoud brandstoftank .................................... 281
Instapverlichting ............................................ 14
7
Instellen van de uitrustingen
..............45, 48 , 50
Instellingen bestuurder (opslaan)
...................96
Instrumentenpaneel
................ 12,
13, 40 , 42, 43
Intelligente tractiecontrole
............................161
Interieurfilter
.................................................. 301
Interieurfilter (vervangen)
.............................301
Interieurverlichting
................................ 128, 129
IS
oFI
X
.......................................................... 187
IS
o
F
IX bevestigingen
...................................18 6
IS
o
F
IX kinderzitjes
.......................18 6 -188, 19 0
Identificatiegegevens
.................................... 345
Identificatieplaatjes constructeur
................. 345
Identificatie (stickers)
.................................... 3
45
Inductielader
................................................. 12 2 Laden accu
.................................................... 334
Lak
.................................................................345
Lampen vervangen
...................... 32
3, 328 , 330
Lane Departure Warning System
(LDWS)
......................21, 27 , 255 , 262
L
eD
-verlichting
....................143, 323 , 324, 328
Lekke band
....................................................312
Lendensteun, verstelling
..................... 90,
91, 94
Lichtschakelaar
................................ 17,
141, 14 4
Lokaliseren van de auto
..................................56
Luchtfilter
......................................................301
Luchtfilter (vervangen)
..................................301
Luidsprekers
................................................12
2
Kaartenhouder
.............................................. 11 9
Kaartleeslampjes
.......................................... 128
Kentekenplaatverlichting
.............................. 33
0
Keyless entry and start
.......58, 61- 63 , 197, 200
Kilometerteller
................................................. 41
K
inderbeveiliging
.................................. 193, 19 4
Kinderen
................................ 18 4, 18 6 -188 , 19 0
Kinderen (veiligheid)
.............................193, 19 4 Kinderzitjes .............
17 1
, 17 7 , 178 , 182-18 4 , 192
Kinderzitjes i-Size .........................................19 0
Kleurcode lak
................................................345
Klokje (instellen)
...............................
...............45
Koelvloeistoftemperatuur
................................32
Koelvloeistoftemperatuurmeter
......................32
Kofferdeksel sluiten
......................56, 61 , 62 , 75
Koplampverstelling
....................................... 14
5
Krik
................................................................310
H
I
L
K
Halogeenlampen ........................................... 324
Handgeschakelde versnellingsbak
.....10, 210 , 216 , 217, 219 , 302
Handgrepen
.................................................. 11 9
Handrem
....................................................... 302
Handsfree achterklep
.........................76, 78 , 79
Handsfree toegang
......................................... 78
H
ifisysteem
................................................... 12 2
Hill Assist Descent Control
....................20,
166
Hill-Holder
..................................................... 2
16
Hoedenplank
................................................. 13 6
Hoofdsteunen achter
.................................... 13
0
Hoofdsteunen verstellen
.................................93
Hoofdsteunen vóór .......................................... 93
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel
...........99
Hoogteverstelling veiligheidsgordels
............168
Hulpoproep
................................................... 15
8
Index
Page 542 of 566

2
Openen / sluiten
F Houd de middelste knop A van de
elektronische sleutel ingedrukt.
of
F Druk op de knop B aan de buitenzijde
van de achterklep ter wijl u de
elektronische sleutel bij u hebt.
of
F Druk op de knop C aan de binnenzijde
van de achterklep (alleen sluiten).
of
F Druk tweemaal op de knop D op het
dashboard.
of
F Ter wijl u de elektronische sleutel bij u
hebt, gebruikt u de "handsfree"-functie
E door een "schop"-beweging onder
de achterbumper te maken.
De actie wordt bevestigd door een geluidssignaal.
De elektrische werking van de
achterklep kan worden ingeschakeld
en uitgeschakeld via het menu
Rijden van het touchscreen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
Elektrische werking
U kunt de elektrisch bediende achterklep op
verschillende manieren openen of sluiten:
A. met de elektronische sleutel van het
Keyless Entry and Start-systeem;
B. met de knop aan de buitenzijde van de
achterklep;
C. met de knop aan de binnenzijde van de
achterklep;
D. met de toets op het dashboard;
E. door een trapbeweging te maken onder
de achterbumper.
Toegang tot de auto