ad blue PEUGEOT 3008 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2020Pages: 308, PDF Size: 10.12 MB
Page 5 of 308

3
Inhoudsopgave
bit.ly/helpPSA
Drive Assist Plus 150
adaptieve cruise control 150
Lane Positioning Assist 154
Active Safety Brake met Distance Alert en
intelligente noodremassistentie
158
Systeem voor detecteren van
onoplettendheid
160
Lane Departure Warning System 161
Lane Keeping Assist 162
dodehoekbewaking 165
actieve dodehoekbewaking 167
Parkeerhulp 167
Visiopark 1 - Visiopark 2 168
Park Assist 173
7Praktische informatie
Compatibiliteit van brandstoffen 178
Tanken 178
Tankbeveiliging (diesel) 179
Hybridesysteem 180
Laden van de tractiebatterij (hybride) 184
Trekhaak 186
Trekhaak met afneembare kogel 186
Dakdragers 189
Sneeuwkettingen 190
Sneeuwscherm 191
Eco-stand 191
Motorkap 192
Onder de motorkap 193
Niveaus controleren 194
Controles 196
AdBlue® (BlueHDi) 198
Overgaan op vrijloop 200
Onderhoudstips 201
8In geval van pech
Gevarendriehoek 203
Brandstoftank leeg (diesel) 203
Boordgereedschap 204
Bandenreparatieset 207
Reservewiel 210
Een lamp vervangen 215
Een zekering vervangen 219
12V-accu 224
12V-accu's (hybride) 227
Slepen van de auto 229
9Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten 233
Benzinemotoren 234
Dieselmotoren 236
Hybride motoren 239
Afmetingen 240
Identificatie 241
10Bluetooth®-audiosysteem
De eerste stappen 242
Stuurkolomschakelaars 243
Menu's 243
Radio 244
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
245
Media 246
Telefoon 249
Veelgestelde vragen 252
11PEUGEOT Connect Radio
De eerste stappen 254
Stuurkolomschakelaars 255
Menu's 256
Applicaties 257
Radio 258
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting) 259
Media 260
Telefoon 261
Configuratie 265
Veelgestelde vragen 266
12PEUGEOT Connect Nav
De eerste stappen 269
Stuurkolomschakelaars 270
Menu's 271
Gesproken commando's 272
Navigatie 276
Online navigatie 278
Applicaties 281
Radio 284
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
285
Media 286
Telefoon 287
Configuratie 290
Veelgestelde vragen 292
■
Trefwoordenregister
Toegang tot aanvullende video's
Page 6 of 308

4
Overzicht
Cockpit
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen
alleen ter informatie. De aanwezigheid en
de locatie van bepaalde elementen kunnen
variëren afhankelijk van de uitvoering of het
uitrustingsniveau.
1.Bediening schuif-/kanteldak en zonnescherm
Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
Display met waarschuwingslampjes voor
veiligheidsgordels en airbag vóór aan
passagierszijde
Noodoproep / pechhulpoproep
2. Binnenspiegel/Inrijden ELECTRIC lampje
modus
3. Digitaal head-up display
4. Zekeringkast
5. Openen motorkap
6. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
7. Airbag vóór aan passagierszijde
8. Dashboardkastje
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
1.Monochroom display bij
Bluetooth-audiosysteem
of
Touchscreen met PEUGEOT Connect Radio
of PEUGEOT Connect Nav
2. 12V-aansluiting / USB-aansluiting
Draadloze smartphonelader
3. Advanced Grip Control
Keuzeschakelaar rijmodus
Hill Assist Descent Control
4. Contactslot
of
"START/STOP"-knop
5. Versnellingsbakbediening
Toets "SPORT"
6. Elektrische parkeerrem
Stuurkolomschakelaars
Page 7 of 308

5
Overzicht
1.Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers / ruitensproeier /
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie
4. Bedieningselementen instrumentenpaneel en
audiosysteem
A. Selecteren weergavemodus
instrumentenpaneel
B. Gesproken commando's
C. Volume verlagen/verhogen
D. Selecteren van de vorige/volgende media
Een selectie bevestigen
E. Toegang tot het menu Telefoon
Gesprekken beheren
F. Selecteren van een audiobron
G. Weergave van de lijst van radiozenders/
muzieknummers
5. Claxon / airbag vóór aan bestuurderszijde
6. Snelheidsregelaar/-begrenzer/adaptieve
cruise control
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1. Hoogteverstelling halogeenkoplampen
2. Controlelampje voorverwarming
3. Handsfree openen/sluiten achterklep
4. Stop & Start
5. Alarm
6. Voorruitverwarming
7. Elektrische kinderbeveiliging
8. Lane Keeping Assist
9. Lane Positioning Assist
10. Openen van de brandstofvulklep
Centraal schakelaarpaneel
1. Alarmknipperlichten 2.
Bediening Bluetooth-audiosysteem
of
Touchscreenbediening bij PEUGEOT
Connect Radio of PEUGEOT Connect Nav
Toegang tot het menu Hybride
3. Airconditioning
4. Luchtrecirculatie in het interieur
5. Achterruitverwarming
6. Centrale vergrendeling
7. Stoelverwarming
Oplaadbaar
hybridesysteem
1.Benzinemotor
2. Elektromotoren voor en achter (afhankelijk
van de uitvoering)
3. Tractiebatterij
4. 12 V-accu's voor accessoires
Page 10 of 308

8
Eco-rijden
Vergeet daarbij het reservewiel en de wielen
van een aanhanger of caravan (indien van
toepassing) niet.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen enz.) en houd u daarbij aan het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de auto
te veel schadelijke stoffen uit. Ga in dat geval zo
snel mogelijk naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om ervoor te zorgen
dat de uitstoot van stikstofoxiden van uw auto
weer aan de norm voldoet.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit
de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich
stabiliseert.
Optimaliseren van de actieradius (hybride
auto's)
Sluit de auto zo snel mogelijk aan.
Probeer in het gebied ECO op de
vermogensmeter te blijven door gelijkmatig te
rijden en de snelheid niet te veel te variëren.
Anticipeer op de situatie op de weg zodat u op
tijd en geleidelijk kunt remmen; rem zo veel
mogelijk op de motor af om energie terug te
winnen (vermogensmeter in de zone CHARGE).Wanneer GPS-navigatie is geactiveerd,
selecteert u de modus
HYBRIDE om
stroomverbruik te optimaliseren.
Page 15 of 308

13
Instrumentenpaneel
1Knippert.
De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Voer (1) uit: parkeer de auto op een vlakke
ondergrond (horizontale ondergrond).
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
Bij auto’s met een automatische transmissie:
selecteer stand P.
Zet het contact af en voer (2) uit.
RemsysteemBrandt permanent.
Het remvloeistofniveau is te laag.
Voer (1) uit en vul het remvloeistofreservoir
bij met de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof. Voer (2) uit als het probleem blijft
bestaan.
Permanent.
Een storing in het systeem van de
elektronische remdrukregelaar (EBD).
Zie (1) en dan (2).
Oranje waarschuwingslampjes
Service
Brandt tijdelijk in combinatie met de
weergave van een melding.
Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd
waarbij geen specifiek lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing
met behulp van de melding op het
instrumentenpaneel. Bepaalde zaken kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of het begin van verzadiging van
het roetfilter.
Voor andere problemen, zoals met het
bandenspanningscontrolesysteem, (3) uitvoeren.
Brandt permanent, in combinatie met de
weergave van een melding.
Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek lampje gaat
branden.
Identificeer de oorzaak van de storing
met behulp van de melding op het
instrumentenpaneel en voer dan (3) uit.
Brandt permanent, in combinatie met de
melding "Storing parkeerrem".
De functie automatisch vrijzetten van de
elektrische parkeerrem is niet beschikbaar.
Voer (2) uit.
Waarschuwingslampje Service
brandt permanent en
onderhoudssleutel knippert en brandt vervolgens
permanent.
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
Alleen bij BlueHDi-dieselmotoren.
Voorgloeien (diesel)Brandt tijdelijk
(tot ongeveer 30 seconden bij lage temperaturen).
Wanneer het contact wordt aangezet, als de
weersomstandigheden en de motortemperatuur
dit noodzakelijk maken.
Wacht met starten totdat het lampje uit gaat.
Wanneer het waarschuwingslampje uit gaat,
wordt de motor onmiddellijk gestart wanneer u:
–
bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt
houdt.
–
bij een auto met een automatische transmissie
het rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de
knop ST
ART/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt
houdt.
Laag brandstofniveauBrandt permanent, waarbij de resterende
hoeveelheid brandstof in het rood wordt
weergegeven, vergezeld van een geluidssignaal
en een melding.
Als het lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 6 liter brandstof in de tank
(reservevoorraad).
Zolang er niet voldoende brandstof is getankt,
wordt deze waarschuwing iedere keer herhaald
wanneer het contact wordt aangezet.Tijdens het
rijden wordt deze waarschuwing steeds vaker
herhaald naarmate de tank verder leeg raakt.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een
lege brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is ,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Page 16 of 308

14
Instrumentenpaneel
Zelfdiagnosesysteem van de motorKnippert.
Een storing in het
motormanagementsysteem.
De katalysator kan onherstelbaar beschadigd
raken.
U moet (2) uitvoeren.
Brandt permanent.
Een storing in de emissieregeling.
Het lampje moet uit gaan als de motor draait.
Voer direct (3) uit.
AdBlue® (BlueHDi)Brandt ongeveer 30 seconden nadat de
motor is gestart, in combinatie met een
melding over het aantal kilometers dat u nog
kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 800 km.
Vul AdBlue
® bij.Brandt permanent nadat het contact is
aangezet, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding over het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 800 en 100
km.
Vul AdBlue
® meteen bij of voer (3) uit.Knippert, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van het
aantal kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius is minder dan 100
km.
U moetAdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat
het starten wordt geblokkeerd of (3) uitvoeren.
Knippert, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding dat het starten van de motor wordt geblokkeerd.
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: de wettelijk
verplichte startblokkering voorkomt dat de motor
opnieuw kan worden gestart.
Vul AdBlue
® bij of voer (2) uit om de motor
opnieuw te kunnen starten.
U moet het reservoir met minimaal 5 liter
AdBlue
® bijvullen.
SCR-emissieregelsysteem (BlueHDi)Brandt permanent wanneer
het contact wordt aangezet,
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding.
Er is een storing in het
SCR
-emissieregelsysteem gedetecteerd.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Het AdBlue®-
waarschuwingslampje
knippert zodra het contact wordt aangezet, in
combinatie met het permanent branden van het
lampje Service en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een melding met
betrekking tot de actieradius.
Afhankelijk van de weergegeven melding
kan het mogelijk zijn om nog maximaal 1.100
km te rijden voordat de startblokkering wordt
geactiveerd.
Voer (3) direct uit, om te voorkomen dat de
motor niet kan worden gestart .
Het AdBlue®-
waarschuwingslampje
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het lampje
Service en het lampje Zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een melding die aangeeft dat
de motor niet kan worden gestart.
De startonderbreker van de motor voorkomt dat
de motor weer kan worden gestart (toegestane
rijlimiet overschreden na bevestiging van een
storing in het emissieregelsysteem).
Start de motor en zie (2).
Uitschakeling van de automatische
functies (met elektrische parkeerrem)
Brandt permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor) en "automatisch
vrijzetten" (bij het wegrijden) zijn uitgeschakeld.
Als automatisch aantrekken/vrijzetten niet meer
mogelijk is:
►
Start de motor
.
►
Gebruik de hendel om de parkeerrem aan te
trekken.
►
Laat het rempedaal volledig los.
►
Houd de hendel 10 tot 15 seconden in de
richting voor het vrijzetten.
►
Laat de hendel los.
►
T
rap het rempedaal in en houd het ingetrapt.
►
Houd de hendel 2 seconden in de richting
voor het aantrekken.
►
Laat de hendel en het rempedaal los.
Storing (met elektrische parkeerrem)Brandt permanent, in combinatie
met de melding "Storing
Page 20 of 308

18
Instrumentenpaneel
– De kilometerteller geeft de resterende
kilometers tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
aan of de afgelegde afstand sinds de verstreken
onderhoudsdatum, voorafgegaan door het teken
-.
–
Een waarschuwingsmelding geeft de
resterende kilometers en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of hoe lang
deze is verstreken.
De weergegeven waarde wordt berekend
op basis van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk bij het aanzetten van het
contact.
Er kan nog 1.000 tot 3.000 km worden gereden
totdat de eerstvolgende beurt moet worden
uitgevoerd.
Permanent, bij het aanzetten van het
contact.
De volgende onderhoudsbeurt moet binnen
1.000 km worden uitgevoerd.
Laat zeer binnenkort een onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
Onderhoudssleutel knippertKnippert en brandt vervolgens
permanent, bij het inschakelen van het contact.
(Bij uitvoeringen met de BlueHDi-dieselmotor,
in combinatie met het waarschuwingslampje
Service.)
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig mogelijk een onderhoudsbeurt
aan uw auto uitvoeren.
Resetten van de onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator worden gereset.
Als u zelf onderhoud aan uw auto hebt
uitgevoerd:
►
Zet het contact uit.
► Houd de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar ingedrukt.
►
Zet het contact aan; er wordt een
tijdelijk displayvenster weergegeven en de
kilometerteller begint terug te tellen.
►
Laat de knop los als het display =0 aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u de accu na deze handeling wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Anders wordt het
op nul zetten van de onderhoudsindicator niet
opgeslagen.
Herinnering onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
► Druk op de resetknop van de dagteller .
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens.
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering.)
Bij uitvoeringen met een elektrische
motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten
van het contact eerst de onderhoudsindicator
(in de vorm van meldingen) op het
instrumentenpaneel weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke
ondergrond staat en de motor minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Page 21 of 308

19
Instrumentenpaneel
1Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is,
verschijnt de melding "Te laag olieniveau"
op het instrumentenpaneel, gaat het
waarschuwingslampje Service branden en klinkt
er een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau inderdaad te laag is,
moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat
ernstige motorschade ontstaat.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
Meter werkt niet
Dit wordt aangegeven met de melding
"Ongeldige meting olieniveau " op het
instrumentenpaneel.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Als de elektrische motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het motorolieniveau niet
meer gecontroleerd.
Bij een storing in het systeem moet u het
motorolieniveau met de peilstok onder de
motorkap controleren.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
Koelvloeistof-
temperatuurmeter
Bij draaiende motor:
– In zone A is de temperatuur in orde.
–
In zone
B is de temperatuur te hoog; het
bijbehorende waarschuwingslampje en het
centrale waarschuwingslampje STOP gaan
rood branden op het instrumentenpaneel,
in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de
motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over het controleren
van de niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De Diesel BlueHDi motoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter wordt
gecombineerd met het SCR-systeem (Selective
Catalytic Reduction) voor de nabehandeling van
de uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren
zonder de vloeistof AdBlue
®.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2.400 en 0
km), gaat bij het aanzetten van het contact een
verklikkerlampje branden dat aangeeft hoeveel
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan pas weer
worden gestart nadat AdBlue
® is bijgevuld tot
het minimale peil.
De actieradius handmatig weergeven
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
niet automatisch weergegeven.
► Druk op deze toets om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Page 22 of 308

20
Instrumentenpaneel
Benodigde maatregelen vanwege te
weinig AdBlue®
De volgende verklikkerlampjes gaan branden
wanneer de hoeveelheid AdBlue® lager is
dan het reservepeil dat overeenkomt met een
actieradius van 2.400 km.
Samen met de verklikkerlampjes herinneren
meldingen regelmatig aan het bijvullen om
te voorkomen dat de motor niet meer kan
worden gestart. Raadpleeg het hoofdstuk
Verklikkerlampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over AdBlue®
(BlueHDi-motoren), in het bijzonder met
betrekking tot het bijvullen.
Waar-
schuwings- of
verklik-
kerlampje brandt Actie
Actieradius
Vul bij. Tussen
2.400 km en
800 km
Vul zo snel
mogelijk bij.Tussen
800 km en
100
km
Waar-
schuwings- of
verklik-
kerlampje brandt Actie
Actieradius
Bijvullen is
noodzakelijk;
de kans
bestaat dat
de motor
niet meer
kan worden
gestart. Tussen 100
en 0 km
De motor
kan pas weer
starten als er
minimaal 5
liter AdBlue
®
aan het
reservoir is
toegevoegd. 0 km
Storing in het
SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie
Als er een storing wordt
gedetecteerd, gaan deze
waarschuwingslampjes
branden in combinatie
met een geluidssignaal
en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het
inschakelen van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de
waarschuwing tijdens de volgende rit na
de zelfdiagnose van het
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane
rijfase (tussen 1.100 en 0 km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog
steeds wordt weergegeven, wordt de storing in
het SCR-systeem bevestigd.
Het AdBlue-waarschuwingslampje knippert en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
verboden binnen X kilometer (mijl)” wordt
weergegeven, dus de actieradius in kilometer.
Page 24 of 308

22
Instrumentenpaneel
► Druk bij draaiende motor kort op deze knop.
De volgende gegevens worden op het
instrumentenpaneel weergegeven:
–
Motorolieniveau.
–
Onderhoudsinterval.
–
Actieradius van de
AdBlue voor het SCR-
systeem (BlueHDi-dieselmotor).
–
Actieve waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook
automatisch elke keer wanneer u het
contact aanzet.
Kilometerteller/dagteller
Met het contact aan worden de afstanden altijd
aangegeven. Ze worden uitgeschakeld ongeveer
30 seconden nadat het contact is afgezet. Ze
worden weergegeven als het bestuurdersportier
wordt geopend, en als de auto wordt vergrendeld
of ontgrendeld.
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van de afstand (km of mijl)
worden aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële eenheid
van het land (km/h of mph).
U kunt deze eenheid via het configuratiemenu
van het scherm aanpassen terwijl de auto
stilstaat.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto sinds de eerste registratie aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
► Druk bij aangezet contact op de toets totdat
de dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Uitvoering met
monochroom display
Hiermee kan de helderheid van de
instrumenten, de bedieningselementen en het
instrumentenpaneel worden aangepast. Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
► Druk op deze knop om de lichtsterkte
aan te passen.
►
Laat de knop los als de laagste/hoogste
stand van de lichtsterkte is bereikt en druk
nogmaals op de knop om de lichtsterkte te
verhogen/te verlagen.
►
Laat de toets los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Uitvoering met touchscreen
Hiermee kan de verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of
uitgeschakeld.
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
► Druk op deze toets.
De lichtsterkte van de verlichting van het
instrumentenpaneel
kan worden ingesteld via het
touchscreen.