radio PEUGEOT 3008 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2020Pages: 308, PDF Size: 10.12 MB
Page 5 of 308
3
Inhoudsopgave
bit.ly/helpPSA
Drive Assist Plus 150
adaptieve cruise control 150
Lane Positioning Assist 154
Active Safety Brake met Distance Alert en
intelligente noodremassistentie
158
Systeem voor detecteren van
onoplettendheid
160
Lane Departure Warning System 161
Lane Keeping Assist 162
dodehoekbewaking 165
actieve dodehoekbewaking 167
Parkeerhulp 167
Visiopark 1 - Visiopark 2 168
Park Assist 173
7Praktische informatie
Compatibiliteit van brandstoffen 178
Tanken 178
Tankbeveiliging (diesel) 179
Hybridesysteem 180
Laden van de tractiebatterij (hybride) 184
Trekhaak 186
Trekhaak met afneembare kogel 186
Dakdragers 189
Sneeuwkettingen 190
Sneeuwscherm 191
Eco-stand 191
Motorkap 192
Onder de motorkap 193
Niveaus controleren 194
Controles 196
AdBlue® (BlueHDi) 198
Overgaan op vrijloop 200
Onderhoudstips 201
8In geval van pech
Gevarendriehoek 203
Brandstoftank leeg (diesel) 203
Boordgereedschap 204
Bandenreparatieset 207
Reservewiel 210
Een lamp vervangen 215
Een zekering vervangen 219
12V-accu 224
12V-accu's (hybride) 227
Slepen van de auto 229
9Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten 233
Benzinemotoren 234
Dieselmotoren 236
Hybride motoren 239
Afmetingen 240
Identificatie 241
10Bluetooth®-audiosysteem
De eerste stappen 242
Stuurkolomschakelaars 243
Menu's 243
Radio 244
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
245
Media 246
Telefoon 249
Veelgestelde vragen 252
11PEUGEOT Connect Radio
De eerste stappen 254
Stuurkolomschakelaars 255
Menu's 256
Applicaties 257
Radio 258
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting) 259
Media 260
Telefoon 261
Configuratie 265
Veelgestelde vragen 266
12PEUGEOT Connect Nav
De eerste stappen 269
Stuurkolomschakelaars 270
Menu's 271
Gesproken commando's 272
Navigatie 276
Online navigatie 278
Applicaties 281
Radio 284
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
285
Media 286
Telefoon 287
Configuratie 290
Veelgestelde vragen 292
■
Trefwoordenregister
Toegang tot aanvullende video's
Page 6 of 308
4
Overzicht
Cockpit
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen
alleen ter informatie. De aanwezigheid en
de locatie van bepaalde elementen kunnen
variëren afhankelijk van de uitvoering of het
uitrustingsniveau.
1.Bediening schuif-/kanteldak en zonnescherm
Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
Display met waarschuwingslampjes voor
veiligheidsgordels en airbag vóór aan
passagierszijde
Noodoproep / pechhulpoproep
2. Binnenspiegel/Inrijden ELECTRIC lampje
modus
3. Digitaal head-up display
4. Zekeringkast
5. Openen motorkap
6. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
7. Airbag vóór aan passagierszijde
8. Dashboardkastje
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
1.Monochroom display bij
Bluetooth-audiosysteem
of
Touchscreen met PEUGEOT Connect Radio
of PEUGEOT Connect Nav
2. 12V-aansluiting / USB-aansluiting
Draadloze smartphonelader
3. Advanced Grip Control
Keuzeschakelaar rijmodus
Hill Assist Descent Control
4. Contactslot
of
"START/STOP"-knop
5. Versnellingsbakbediening
Toets "SPORT"
6. Elektrische parkeerrem
Stuurkolomschakelaars
Page 7 of 308
5
Overzicht
1.Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers / ruitensproeier /
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie
4. Bedieningselementen instrumentenpaneel en
audiosysteem
A. Selecteren weergavemodus
instrumentenpaneel
B. Gesproken commando's
C. Volume verlagen/verhogen
D. Selecteren van de vorige/volgende media
Een selectie bevestigen
E. Toegang tot het menu Telefoon
Gesprekken beheren
F. Selecteren van een audiobron
G. Weergave van de lijst van radiozenders/
muzieknummers
5. Claxon / airbag vóór aan bestuurderszijde
6. Snelheidsregelaar/-begrenzer/adaptieve
cruise control
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1. Hoogteverstelling halogeenkoplampen
2. Controlelampje voorverwarming
3. Handsfree openen/sluiten achterklep
4. Stop & Start
5. Alarm
6. Voorruitverwarming
7. Elektrische kinderbeveiliging
8. Lane Keeping Assist
9. Lane Positioning Assist
10. Openen van de brandstofvulklep
Centraal schakelaarpaneel
1. Alarmknipperlichten 2.
Bediening Bluetooth-audiosysteem
of
Touchscreenbediening bij PEUGEOT
Connect Radio of PEUGEOT Connect Nav
Toegang tot het menu Hybride
3. Airconditioning
4. Luchtrecirculatie in het interieur
5. Achterruitverwarming
6. Centrale vergrendeling
7. Stoelverwarming
Oplaadbaar
hybridesysteem
1.Benzinemotor
2. Elektromotoren voor en achter (afhankelijk
van de uitvoering)
3. Tractiebatterij
4. 12 V-accu's voor accessoires
Page 13 of 308
11
Instrumentenpaneel
1• brandstofniveaumeter,
koelvloeistofniveaumeter en toerenteller
(benzine of diesel).
•
brandstofniveaumeter
, acculadingsindicator
en vermogensmeter (hybride).
–
NA
VIAGATIE": specifieke weergave met de
informatie over de huidige routebegeleiding
(kaartgegevens en navigatie-aanwijzingen).
–
“RIJDEN": specifieke weergave met de
informatie over actieve rijhulpsystemen.
–
"MINIMAAL": beperkte weergave met
alleen de digitale snelheidsmeter, de
kilometerteller/dagteller en, uitsluitend bij een
waarschuwingssituatie, de brandstofniveaumeter
en de koelvloeistoftemperatuurmeter.
–
"ÉNERGIE": specifieke visuele weergave van
de energiestromen van de auto (hybride).
–
"PERSOONLIJK": beperkte weergave,
met de mogelijkheid om optionele informatie
te selecteren en weer te geven in de te
personaliseren gedeelten links en rechts.
Een weergavemodus "PERSOONLIJK"
configureren
Met PEUGEOT Connect Radio► Druk op Instellingen in de balk van
het touchscreen.
► Selecteer "Configuratie".
► Selecteer "Persoonlijke instellingen
voor het instrumentenpaneel".
Met PEUGEOT Connect Nav
► Druk op Instellingen in de balk van
het touchscreen.
►
Selecteer "
OPTIES".
► Selecteer "Persoonlijke instellingen
voor het instrumentenpaneel".
►
Selecteer voor elk configureerbaar gedeelte
(bijvoorbeeld links en rechts) het type weer
te geven informatie met de desbetreffende
scrollpijlen op het touchscreen: •
"Rijhulpsystemen".
•
"Informatie over de motor" (Sport-stand).
•
"G-meters " (Sport-stand).
•
"Temperaturen:" (motorolie).
•
“Media".
•
“Navigatie".
•
“Boordcomputer".
•
"Toerenteller".
•
"Energiestroom" (afhankelijk van de
uitvoering).
•
"Vermogensmeter " (afhankelijk van de
uitvoering).
•
"Energieverbruik" (afhankelijk van de
uitvoering).
►
Bevestig om de instelling op te slaan en af te
sluiten.
De weergavemodus " PERSOONLIJK
" wordt
meteen toegepast.
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
De waarschuwings- en verklikkerlampjes
(weergegeven als symbolen) informeren
de bestuurder over een storing
(waarschuwingslampjes) of de werking van
een systeem (verklikkerlampjes ingeschakelde
of uitgeschakelde functie). Bepaalde lampjes
kunnen op twee manieren (permanent of
knipperend) en/of in verschillende kleuren
branden.
Bijbehorende waarschuwingen
Een lampje kan branden in combinatie met een
geluidssignaal en/of een melding op het display.
Door de weergegeven waarschuwingen te
relateren aan de werkingstoestand van de
auto kan worden bepaald of er sprake is van
een normale situatie of van een storing; zie
de beschrijving van ieder lampje voor meer
informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
rode of oranje waarschuwingslampjes enkele
seconden branden. Deze lampjes moeten doven
als de motor draait.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over een systeem of een functie.
Page 25 of 308
23
Instrumentenpaneel
1Met PEUGEOT Connect Radio
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer "Lichtsterkte".
► Stel de lichtsterkte af door op de pijlen
te drukken of de cursor te verplaatsen.
De instellingen worden direct toegepast.
►
Druk buiten het instellingenvenster op het
scherm om af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer "Dark".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
Druk nog een keer op het scherm (op
een willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
Met PEUGEOT Connect Nav
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
►
Selecteer "
OPTIES".
► Selecteer "Schermconfig.".
► Selecteer het tabblad " Lichtsterkte
".
► Stel de lichtsterkte af door op de pijlen
te drukken of de cursor te verplaatsen.
► Druk op deze toets om op te slaan en
af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer "Scherm uit".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
Druk nog een keer op het scherm (op
een willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als de weergavemodus
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK" is
geselecteerd, afhankelijk van de uitvoering.
Druk bij alle andere weergavemodi op het
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om deze
informatie tijdelijk op een specifiek scherm weer
te geven.
Weergave van de verschillende tabbladen
► Wanneer u op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar drukt, worden de
volgende tabbladen na elkaar weergegeven:
–
Actuele informatie:
•
T
otale actieradius (benzine of diesel).
•
Huidig verbruik (benzine of diesel).
•
T
ijdteller Stop & Start-systeem (benzine of
diesel).
•
Percentage van de huidige rit volledig
elektrisch gereden (hybride).
–
T
raject "1" en daarna "2":
•
Gemiddelde snelheid.
•
Gemiddeld brandstofverbruik.
•
Afgelegde afstand.
Traject resetten
► Druk lang er dan 2 seconden op de
knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar wanneer het gewenste
traject wordt weergegeven.
Traject "1" en "2" zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Begrippen
Actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt afleggen
(afhankelijk van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
rijstijl of andere rijomstandigheden, zoalshet
Page 27 of 308
25
Instrumentenpaneel
1Menu "Multimedia"
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit menu de functies van de radio
(Zendervolgsysteem (RDS), Volgsysteem
digitale zender /
FM, Zenderinfo (TXT)) in- of
uitschakelen en kunt u kiezen op welke manier
de media moeten worden afgespeeld (Normaal,
Shuffle, Shuffle uitgebreid, Herhaling).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Multimedia" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Telefoon"
Als de autoradio is ingeschakeld en dit menu is geselecteerd, kunt u het
gesprekkenlogboek weergeven en de
adresboeken van de telefoon opvragen.
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Telefoon" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Verbindingen"
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit menu een Bluetooth-apparaat
aankoppelen (telefoon, mediaspeler) en de
aansluitmodus ervan instellen (handsfree,
audiobestanden afspelen).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Verbindingen" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Persoonlijke
instelling - configuratie"
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot de volgende functies: –
"Parameters van de auto instellen",
–
"Taalkeuze",
–
"Configuratie display".
Parameters van de auto definiëren
Via dit menu kunnen verschillende systemen van
de auto in- en uitgeschakeld worden (afhankelijk
van de uitvoering):
–
"T
oegang tot de auto" :
•
"Afstandsbd.".
Zie hoofdstuk "Toegang" voor meer
informatie over de Afstandsbediening en
vooral de selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier.
–
"Comfort"
:
•
“Ruitenw
. aan bij achteruit".
•
“Parkeerhulp".
•
"Detectie verslapping aandacht".
Zie hoofdstuk "V
erlichting en zicht" voor meer
informatie over de lichtschakelaar.
Zie hoofdstuk "Rijden" voor meer
informatie over de
parkeerhulp
of het
vermoeidheidsdetectiesysteem .
–
"Hulp bij het rijden" :
•
"Autom. noodremfunctie" (Active Safety
Brake).
•
"Snelheidsadviezen"
(Verkeersbordherkenning).
•
"Banden oppompen"
(Bandenspanningscontrolesysteem).
Zie hoofdstuk "Rijden" over de
Active Safety
Brake ,
de verkeersbordherkenning of
het
bandenspanningscontrolesysteem.
Taalkeuze
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display en het
instrumentenpaneel worden geselecteerd uit een
lijst van talen.
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende instellingen:
–
“Keuze van eenheden",
–
“Datum en tijd instellen",
–
“Instellingen display",
–
“Lichtsterkte".
Datum en tijd instellen
►
Druk op de knop " 7
" of "8" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en druk
vervolgens op OK.
►
Druk op de knop " 5
" of "6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en druk
vervolgens op OK.
►
Druk op de knop " 7
" of "8" om de te
wijzigen instelling te selecteren. Bevestig
door op OK te drukken, wijzig de instelling en
bevestig opnieuw om de wijziging op te slaan.
►
Pas de instellingen één voor één aan en
bevestig met de knop OK
.
►
Druk op de knop " 5
" of "6” en vervolgens
op de knop OK om het vakje OK te selecteren
en bevestig of druk op de knop Terug om te
annuleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
Page 28 of 308
26
Instrumentenpaneel
aandacht vergen altijd bij stilstaande auto
uitvoeren.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje
bij kans op gladheid).
–
Bediening van de verwarming/airconditioning.
–
T
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en systemen van de auto.
–
Bediening van het audiosysteem en
de telefoonfuncties, en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van
de parkeerhulp, Park Assist
enz.).
–
T
oegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.
–
Bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit
veiligheidsoverwegingen altijd stil
voordat u handelingen uitvoert die uw
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
* Het logo van TomTom Traffic wordt op de kaart weergegeven om te bevestigen dat de Connected Services van het navigatiesysteem beschikbaar zijn.
Zie voor meer informatie het hoofdstuk over de online navigatie.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen onder het touchscreen
om de menu's te openen en druk vervolgens op
de aanraaktoetsen op het touchscreen.
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets " OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te
schakelen.
Instellingen voor een functieToegang tot aanvullende informatie
over de functie
Bevestigen
Terug naar de vorige pagina of bevestigen
Menu's
Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Radio / Media
Zie het hoofdstuk "Audio en telematica".
Airconditioning
Instellingen voor de temperatuur,
luchtopbrengst enz.
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor
meer informatie over de semi-automatische
airconditioning met centrale regeling
en de automatische airconditioning met
gescheiden regeling .
Online Navigatie*
Zie het hoofdstuk "Audio en telematica".
Page 30 of 308
28
Instrumentenpaneel
De functie-instellingen worden niet opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
Als de gevraagde actieradius groter is dan de beschikbare actieradius (niet
aanbevolen), wordt de verbrandingsmotor
gestart om ervoor te zorgen dat de
tractiebatterij wordt opgeladen tot de
gevraagde waarde; hierdoor kunnen
prestaties verminderen en kan
brandstofverbruik toenemen!
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
–
T
ijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op
gladheid).
–
Informatie over de airconditioning, en
rechtstreeks toegang tot het desbetreffende
menu.
–
Basisinformatie van de menu's
RadioMedia
en Telefoon en navigatie-
aanwijzingen (afhankelijk van de uitvoering).
–
Berichten.
–
T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
Op afstand bedienbare
functies (hybride)
Deze functies zijn toegankelijk
met een smartphone, via de
MyPeugeot
App:
–
Aansturen van het laden van de tractiebatterij.
–
V
oorverwarming beheren.
–
Statistieken van verbruik, laadtoestand en
actieradius.
Installatieprocedure
► Download de MyPeugeot App vanaf de
voor uw smartphone juiste online store.
►
Maak een account.
►
V
oer het VIN van de auto in (het nummer op
het kentekenbewijs van de auto dat begint met
"VF").
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
Page 72 of 308
70
Ergonomie en comfort
Voorzieningen vóór
1.Handgreep
2. Zonneklep
3. Kaarthouder
4. Opbergruimte onder het stuurwiel
5. Dashboardkastje met verlichting
6. Portiervakken
7. USB-aansluiting / 12 V-aansluiting vóór.
(120 W)
8. Opbergruimte of draadloze oplader voor
smartphone
9. Opbergruimte
10. Bekerhouder
11 . Armsteun vóór met opbergvak
12. 12V-aansluiting achter (120 W)
13. Opbergruimte of aanjager achter
14. 230 V/50 Hz-aansluiting
Aan/uit
► Druk met draaiende motor op deze toets om
de functie in of uit te schakelen (bevestigd door
het desbetreffende lampje).
De functie is actief zodra de buitentemperatuur
lager wordt dan 0 °C. De functie wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer de motor
wordt afgezet.
Achterruitverwarming
Het ontwasemen en ontdooien werkt alleen bij
draaiende motor.
Afhankelijk van de uitvoering geldt dit ook voor
de buitenspiegels.
► Druk op deze toets om de functie in/uit
te schakelen (bevestigd door branden/
doven van het verklikkerlampje).
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
Schakel de achterruitverwarming uit
zodra u deze niet meer nodig denkt te
hebben, want hoe lager het stroomverbruik,
hoe lager het brandstofverbruik.
Voorverwarming (hybride)
Met deze functie kunt u de auto zodanig
programmeren dat de temperatuur in het
interieur wordt ingesteld op een vooraf bepaalde
temperatuur die niet kan worden gewijzigd
(ongeveer 21 °C) voordat u in de auto stapt. U
kunt de dagen en tijden hiervoor instellen.
Programmeren
(Met PEUGEOT Connect Nav)
In het menu Airconditioning > OPTIES:
Selecteer Temperatuur conditionering .
►
Druk op
+ om te programmeren.
►
Selecteer het tijdstip waarop u in de auto
stapt en de gewenste dagen. Druk op OK
.
►
Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming begint ongeveer 45 minuten
voor de geprogrammeerde tijd en blijft daarna
nog 10 minuten ingeschakeld.
Dit verklikkerlampje blijft tijdens de gehele
voorverwarmingsfase branden.
U kunt meerdere programma's
aanmaken.
Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Om de levensduur van de tractiebatterij te
optimaliseren raden wij u aan deze functie
alleen te programmeren als de auto op een
lader is aangesloten.
Deze functie kan worden
geprogrammeerd met een smartphone,
via de MyPeugeot
App.
Met de PEUGEOT Connect Radio kan de
functie alleen worden geprogrammeerd met een
smartphone, via de app.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand bedienbare
functies.
Werkingsvoorwaarden
– De functie wordt alleen geactiveerd als het
contact is afgezet en de auto vergrendeld is .
–
De functie wordt niet geactiveerd als de
laadtoestand van de tractiebatterij lager is dan
50%.
–
Als herhaald programmeren is geactiveerd
(bijvoorbeeld
van maandag tot en met vrijdag) en
er twee verwarmingssessies worden uitgevoerd
zonder dat de auto wordt gebruikt, wordt het
programma uitgeschakeld.
Page 73 of 308
71
Ergonomie en comfort
3Voorzieningen vóór
1.Handgreep
2. Zonneklep
3. Kaarthouder
4. Opbergruimte onder het stuurwiel
5. Dashboardkastje met verlichting
6. Portiervakken
7. USB-aansluiting
/ 12 V-aansluiting vóór.
(120
W)
8. Opbergruimte of draadloze oplader voor
smartphone
9. Opbergruimte
10. Bekerhouder
11 . Armsteun vóór met opbergvak
12. 12V-aansluiting achter (120
W)
13. Opbergruimte of aanjager achter
14. 230
V/50 Hz-aansluiting
Zonneklep
► Open als het contact aan is het klepje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden (afhankelijk van de
uitvoering).
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes.
Dashboardkastje
► Trek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Als het contact aan is, is het dashboardkastje
verlicht wanneer het geopend is.
In het dashboardkastje bevindt zich ook de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit. Bij hard remmen kan
dit letsel tot gevolg hebben.
12 V-aansluiting
► Steek een accessoire van 12 V (met een
maximaal nominaal vermogen van 120 W) met
een geschikte adapter in de aansluiting.
Overschrijd dit vermogen niet om te
voorkomen dat het accessoire
beschadigd raakt.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische systemen van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.