air conditioning PEUGEOT 3008 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2022Pages: 292, PDF Size: 9.42 MB
Page 67 of 292

65
Ergonomie en comfort
3Als alle controlelampjes uit zijn, kunt u door de
rijwind nog een beetje luchtstroom voelen.
Ventilatie bij aangezet
contact
Bij aangezet contact kunt u het ventilatiesysteem
gebruiken om de luchtstroom (2) en de
luchtverdeling ( 3) gedurende een bepaalde tijd
in het interieur te regelen. Deze tijd is afhankelijk
van de laadtoestand van de accu.
Deze functie geldt niet voor de airconditioning.
Systeem uitschakelen
â–º Druk op toets 7; alle controlelampjes van het
systeem gaan uit.
Alle functies van het airconditioningssysteem zijn
nu uitgeschakeld.
De temperatuur wordt niet meer geregeld. Door
de rijwind stroomt er nog wel wat lucht in de
auto.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de
voorruit en zijruiten beslaan.
Wanneer de interieurlucht wordt gerecirculeerd,
wordt het interieur beschermd tegen luchtjes
en vervuilende stoffen van buitenaf en kan de
gewenste binnentemperatuur sneller worden
bereikt.
â–º Druk op deze toets om de functie in of
uit te schakelen (bevestigd door branden/
doven van het lampje).
De functie wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en voorste
zijruiten
Automatisch programma Zicht
Selecteer dit programma om de voor- en zijruiten
snel te ontwasemen of te ontdooien.
â–º Druk op deze toets om de functie in of
uit te schakelen (bevestigd door branden/
doven van het lampje).
Het programma regelt automatisch de
airconditioning (afhankelijk van de uitvoering),
de luchtopbrengst en de luchttoevoer
, en zorgt
voor een optimale verdeling van de lucht naar de
voorruit en zijruiten.
U kunt de luchtopbrengst handmatig aanpassen
zonder het automatische programma Zicht uit te
schakelen.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
is de STOP-stand niet beschikbaar
zolang de ontwaseming in werking is.
Onder winterse omstandigheden moet u
alle sneeuw en ijs van de voorruit bij de
camera verwijderen voordat u wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur
die de camera gebruiken negatief worden
beïnvloed.
Voorruitverwarming
Bij koud weer verwarmt dit systeem de
onderzijde van de voorruit en het gedeelte langs
de voorruitstijl links.
Zonder dat u daarvoor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze
functie ervoor dat de ruitenwisserbladen
sneller loskomen van de voorruit als ze
zijn vastgevroren en helpt de functie een
opeenhoping van sneeuw door de werking van
de ruitenwissers te voorkomen.
Page 68 of 292

66
Ergonomie en comfort
Inschakelen / uitschakelen
â–º Druk met draaiende motor op deze toets om
de functie in of uit te schakelen (bevestigd door
een controlelampje).
De functie wordt geactiveerd als de
buitentemperatuur daalt tot minder dan 0 °C en
automatisch uitgeschakeld wanneer de motor
wordt afgezet.
Achterruitverwarming
Het ontwasemen / ontdooien werkt alleen als de
motor draait.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ook ontwasemd / ontdooid.
â–º Druk op deze toets om de functie in of
uit te schakelen (bevestigd door branden /
doven van het controlelampje).
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
Schakel de achterruitverwarming uit
wanneer u deze niet meer nodig hebt;
wanneer het stroomverbruik daalt, daalt het
energieverbruik ook.
Voorverwarming / -koeling
(plug-in hybride)
Met deze functie kunt u de temperatuur in
het interieur zo programmeren dat een vooraf
bepaalde temperatuur die niet kan worden
gewijzigd (ongeveer 21 °C) is bereikt voordat
u in de auto stapt. U kunt de dagen en tijden
hiervoor instellen.
Deze functie is ook beschikbaar als de auto niet
wordt opgeladen.
Programmeren
(Met PEUGEOT Connect Nav)
In het menu Airconditioning > OPTIES:
Selecteer Temperatuur conditionering .
â–º
Druk op
+ om een programmering toe te
voegen.
â–º
Selecteer het tijdstip waarop u in de auto
stapt en de gewenste dagen. Druk op OK
.
â–º
Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming/-koeling begint ongeveer 45
minuten vóór de geprogrammeerde tijd terwijl de
auto is aangesloten (20 minuten wanneer deze
niet is aangesloten) en wordt 10 minuten daarna
gehandhaafd.
Dit controlelampje gaat permanent branden
als er een cyclus voor voorverwarming/-
koeling is geprogrammeerd. Het knippert als de
voorverwarming/-koeling bezig is.
U kunt meerdere programma's instellen.
Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Voor een optimale actieradius raden wij aan
om een programma te starten terwijl de auto
op een laadpunt is aangesloten.
Het programmeren kan ook met een
smartphone worden uitgevoerd, met de
app MyPeugeot.
Bij een auto met de PEUGEOT Connect Radio
kan de functie alleen worden geprogrammeerd
met een smartphone, via de app.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand bedienbare
functies.
Het is normaal dat de ventilator tijdens
het voorverwarmen/-koelen geluid maakt.
Page 132 of 292

130
Rijden
de olie door brandstof in de olie). Vervolgens
wordt een melding weergegeven op het
instrumentenpaneel ("ZEV-stand niet
beschikbaar: automatische werking
ingeschakeld").
Om weer een normale elektrische werking
te krijgen moet u ongeveer 80 km onder
"snelwegomstandigheden" of ongeveer 200
km onder stedelijke omstandigheden rijden.
Dit fenomeen veroorzaakt geen mechanische
of elektrische schade. Tijdens de levensduur
van de auto kan dit meerdere keren
voorkomen.
Hybride
Wordt gebruikt om het brandstofverbruik
van de auto te optimaliseren door de beide
typen motoren afwisselend of gelijktijdig te
gebruiken, afhankelijk van de rijomstandigheden
en de rijstijl.
In de stand Hybride is het mogelijk om in
de 100% elektrische stand te rijden als het
laadniveau van de batterij voldoende is en er
matig wordt geaccelereerd.
Sport
Maakt dynamischer rijden mogelijk om te
profiteren van de maximale prestaties van de
auto.
Er wordt elektrisch vermogen gebruikt om
de benzinemotor te ondersteunen zolang de
tractiebatterij voldoende is opgeladen.
1. Wanneer u op de schakelaar drukt, wordt de
stand Eco geactiveerd. Het controlelampje
gaat branden.
2. Wanneer u op de schakelaar drukt,
wordt de stand Sport geactiveerd. Het
controlelampje gaat branden.
3. Druk op de schakelaar om de standen op het
instrumentenpaneel weer te geven.
Wanneer de melding verdwijnt, is de
geselecteerde stand geactiveerd en wordt
deze op het instrumentenpaneel weergegeven
(behalve in de stand Normaal).
Met benzine-/dieselmotoren
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt
standaard de rijstand Normaal geselecteerd.
Normaal
Hiermee worden de standaardinstellingen
hersteld.
Eco
Deze stand vermindert het energieverbruik
door de prestaties van de verwarming en de
airconditioning te verlagen zonder deze uit te
schakelen.
Sport
Auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: in deze stand is een meer
dynamische rijstijl mogelijk door aanpassing
van de stuurbekrachtiging, de respons op
het gaspedaal en de mogelijkheid om de
dynamische instellingen van de auto op het
instrumentenpaneel weer te geven.
Auto met een automatische transmissie: In deze
stand is een meer dynamische rijstijl mogelijk
door aanpassing van de stuurbekrachtiging, de
respons op het gaspedaal en het schakelen, en
de mogelijkheid om de dynamische instellingen
van de auto op het instrumentenpaneel weer te
geven.
Afhankelijk van de uitvoering en de motor
kan bij een auto met een EAT8-
transmissie in stand D (behalve in stand
Sport
) de vrijloop worden geactiveerd door
het gaspedaal volledig los te laten. Hierdoor
kan brandstof worden bespaard.
Het is normaal dat het motortoerental daalt
(toerenteller geeft het stationaire toerental
aan, minder geluid van de motor).
Plug-in hybride-uitvoeringen
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt
standaard de rijstand Electric geselecteerd.
Electric
In deze stand rijdt de auto 100% elektrisch. De
maximumsnelheid is ongeveer 135
km/h.
Als bij het starten van de auto de stand
Electric door de omstandigheden niet kan
worden geactiveerd of gehandhaafd, wordt
de melding " Elektrische stand momenteel
niet beschikbaar" op het instrumentenpaneel
weergegeven. De auto gaat automatisch over op
de stand Hybride.
Als er een blauw lampje onder de binnenspiegel
gaat branden, zichtbaar vanaf de buitenkant van
de auto, rijdt u in de stand Electric .
Het led-lampje kan worden uitgeschakeld
door de punt van een paperclip of ander
voorwerp in de opening onder de spiegel te
steken.
Activeringsvoorwaarden
–
De laadtoestand van de tractiebatterij is
voldoende. Het wordt daarom aanbevolen om de
auto na elke rit op te laden. De stand Electric
is beschikbaar zolang de laadtoestand van de
tractiebatterij voldoende is.
–
Buitentemperatuur tussen ongeveer -5°C en
45°C.
Handmatig de stand verlaten
â–º
T
rap het gaspedaal volledig in, of
â–º
Selecteer een andere stand.
Wanneer u de auto langere tijd niet hebt
gebruikt (meerdere maanden), kan het
voorkomen dat de benzinemotor wordt
gestart, zelfs als de tractiebatterij is
opgeladen.
Wanneer de verbrandingsmotor
meerdere keren wordt gestart zonder dat
de temperatuur voldoende stijgt, kan het zijn
dat de
Electric-stand tijdelijk niet beschikbaar
is (natuurlijk fenomeen van verdunning van
Page 180 of 292

178
Praktische informatie
Was de auto niet tijdens het opladen van de
tractiebatterij.
Wassen met hogedrukspuit
Het is nadrukkelijk verboden om met
een hogedrukreiniger de motorruimte of de
onderzijde van de carrosserie te reinigen,
omdat er anders schade aan elektrische
componenten kan ontstaan.
Gebruik een druk van maximaal 80 bar
wanneer u de carrosserie wast.
Zorg dat er geen water of stof in de
laadaansluiting of laadstekker komt
- kans op elektrocutie of brand!
U mag de laadstekker of -kabel nooit met
natte handen aansluiten of loskoppelen - kans
op elektrocutie!
Tractiebatterij
In de Li-ion tractiebatterij (lithium-ion) wordt de
elektrische energie voor het aandrijven van de
auto opgeslagen.
Deze bevindt zich onder de achterbank.
De actieradius van de tractiebatterij is afhankelijk
van de rijstijl, de route, het gebruik van de
verwarmings- en airconditioningssystemen, en
de veroudering van de componenten van de
tractiebatterij.
De veroudering van de tractiebatterij is
afhankelijk van diverse factoren, zoals de
klimaatomstandigheden en de afgelegde
afstand.
Bij schade aan de tractiebatterij
Het is ten strengste verboden om zelf
werkzaamheden aan de auto uit te voeren.
Als er vloeistof uit de tractiebatterij komt,
raak deze dan nooit aan. Als dit toch gebeurt,
spoel de huid dan grondig af met veel water
en raadpleeg zo snel mogelijk een arts.
Klep van de laadaansluiting
De klep van de laadaansluiting bevindt zich aan
de zijkant linksachter van de auto.
1. Toets voor inschakelen van geprogrammeerd
laden 2.
Controlelampje ter bevestiging dat de
laadstekker in de laadaansluiting is
vergrendeld.
Permanent rood: laadstekker goed geplaatst
en vergrendeld.
Knipperend rood: laadstekker niet goed
geplaatst of vergrendelen niet mogelijk.
3. Laadaansluiting
4. Lichtgeleiders
Status van de
lichtgeleiders Betekenis
Wit, permanent Verlichting wanneer de klep wordt geopend
Blauw,
permanent Geprogrammeerd laden
Groen,
knipperend Laden bezig
Groen,
permanent Laden voltooid
Rood,
permanent Storing
Page 185 of 292

183
Praktische informatie
7POWERCHARGE FAULT PictogramBeschrijving
(rood)
Storing in de regeleenheid. Laden niet toegestaan.
Als het storingslampje weer gaat branden na een
handmatige reset, dan moet de regeleenheid
worden gecontroleerd door een PEUGEOT-dealer
voordat de auto weer wordt opgeladen.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid staat in de diagnosestand.
Procedure voor handmatige reset
De regeleenheid kan worden gereset door de laadstekker en de stekker in \
het stopcontact tegelijkertijd los te koppelen.
Sluit daarna eerst het stopcontact weer aan. Zie de handleiding voor mee\
r informatie.
De tractiebatterij opladen
(plug-in hybride)
Wanneer u de tractiebatterij volledig wilt opladen,
moet u de laadprocedure zonder onderbrekingen
volgen totdat de procedure automatisch wordt
beëindigd. Het laden kan direct beginnen
(standaard) of op een geprogrammeerd tijdstip.
Het geprogrammeerd laden kan via het
touchscreen of de MyPeugeot-app
worden ingesteld.
Als de auto is aangesloten, wordt de
volgende informatie weergegeven op het
instrumentenpaneel:
–
Status van de batterij (%).
–
Resterende actieradius (km of mijl).
– Geschatte laadtijd (het berekenen kan enkele
seconden duren).
–
Laadsnelheid (kW/h).
Nadat het instrumentenpaneel in stand-by is
gegaan, kan deze informatie opnieuw worden
weergegeven door de auto te ontgrendelen of
een portier te openen.
U kunt de voortgang van het laden ook in
de gaten houden met de
MyPeugeot-app.
Raadpleeg het betreffende gedeelte voor
meer informatie over de op afstand te
bedienen functies .
Lounge-stand
Wanneer de auto is aangesloten, kan
het contact worden aangezet en kunnen
bepaalde functies zoals de audio- en
telematicasystemen en de airconditioning een
paar uur worden gebruikt.
De auto 1 tot 12 maanden stallen
Laat de tractiebatterij leeglopen tot 2 of
3 streepjes op de laadniveaumeter op het
instrumentenpaneel.
Sluit de laadkabel niet aan.
Zorg dat de auto altijd gestald staat bij
een temperatuur tussen -10 °C en 30 °C
(wanneer u de auto op een plek met extreme
temperaturen stalt, kan de tractiebatterij
beschadigd raken).
Zie het hoofdstuk 12V-accu (plug-in hybride)
voor de procedure voor het loskoppelen van
de accu.
Page 194 of 292

192
Praktische informatie
interieurverlichting in totaal nog maximaal
ongeveer 30 minuten gebruiken.
Activering van de modus
Er wordt een melding weergegeven als de eco-
mode wordt geactiveerd: de actieve functies
worden in stand-by gezet.
Als u op dat moment aan het telefoneren bent, kunt u het gesprek nog ongeveer
10 minuten via het handsfree systeem van
het audiosysteem voortzetten.
Afsluiten van de eco-mode
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Als u de functies direct weer wilt gebruiken, start
dan de motor en laat deze draaien:
–
Minder dan 10 minuten om de functies
ongeveer 5 minuten te kunnen gebruiken.
–
Meer dan 10 minuten om de functies ongeveer
30 minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
V
ermijd het herhaaldelijk of continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu leeg is, kan de motor niet gestart worden.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de 12V-accu.
Spaarfase
Dit systeem regelt het gebruik van bepaalde
functies van de auto afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Tijdens het rijden kunnen enkele functies, zoals
de airconditioning en achterruitverwarming,
tijdelijk worden uitgeschakeld in verband met de
laadtoestand van de accu.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu
dit toelaat.
Motorkap
Stop & Start
Schakel het contact altijd uit als
u handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren, om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand te voorkomen.
Plug-in hybrides
Voordat er werkzaamheden onder de
motorkap worden uitgevoerd, moet u eerst
het contact uitzetten en de laadstekker eruit
trekken als deze is aangesloten. Verder moet
u controleren of het controlelampje READY
op het instrumentenpaneel niet brandt en
moet u 4 minuten wachten – kans op ernstig
letsel!
Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang
het voorportier links is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met
het bedienen van de veiligheidshaak en
de motorkapsteun (kans op brandwonden).
Gebruik de beschermde zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap niet
tegen de hendel aan stoot.
Open de motorkap niet als het hard waait.
Koelen van de motor als deze wordt
afgezet
De koelventilator van de motor kan starten
nadat de motor is afgezet.
Wees voorzichtig met voorwerpen
of kleding die in de propeller van de
ventilator kunnen komen!
Page 198 of 292

196
Praktische informatie
bereikt, gaat dit waarschuwingslampje
permanent branden, in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding.
Bijvullen
Dit additief moet snel worden bijgevuld.
Ga naar het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
AdBlue® (BlueHDi)
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de indicatoren en met name de
indicatoren voor de AdBlue-actieradius.
Vul het AdBlue-reservoir bij om te voorkomen dat
de motor om wettelijke redenen niet meer kan
worden gestart.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over AdBlue
® (BlueHDi) en met
name de toevoer van AdBlue.
Controles
Zie voor het controleren van deze onderdelen
het onderhoudsschema van de fabrikant voor uw
motor, tenzij anders aangegeven.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Voor een optimale werking van belangrijke
onderdelen zoals het remsysteem selecteert
en biedt PEUGEOT specifieke producten aan.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Controleer wel regelmatig of de
accupoolklemmen goed vastzitten (bij
uitvoeringen zonder snelsluiting voor de
accupoolklemmen) en of de aansluitingen
schoon zijn.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen voordat u
werkzaamheden aan de 12V-accu uitvoert.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12
V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (veel stof, veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Een verstopt interieurfilter kan de
prestaties van de airconditioning
verstoren en onaangename geuren
veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik (veel stof, veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen ook het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verstopt begint te raken,
gaat dit waarschuwingslampje tijdelijk
branden, in combinatie met een
waarschuwingsmelding.
Regenereer het roetfilter zodra de
verkeersomstandigheden het toelaten door met
een snelheid van minimaal 60
km/h te rijden tot
het lampje uit gaat.
Als het lampje blijft branden, is het minimale peil van het dieseladditief
bereikt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van het peil .
Page 241 of 292

239
PEUGEOT Connect Radio
10PEUGEOT Connect
Radio
Multimedia-audiosysteem -
Apps - Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen
zijn afhankelijk van de uitvoering van de
auto en het land waar de auto is verkocht.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone via Bluetooth met het
systeem koppelen.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de apps CarPlay
®
of Android Auto (bepaalde apps worden niet
meer weergegeven als de auto rijdt).
– De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De melding Eco-mode
wordt weergegeven
wanneer het systeem in stand-by wordt gezet.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem zijn op
de volgende sites beschikbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop drukt, wordt het geluid gedempt.
Als u bij afgezet contact op de knop drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" en "Menu" aan de linkerkant van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
U kunt de rolmenu's altijd weergegeven door kort
met drie vingers op het scherm te drukken.
Alle aanraakgebieden op het scherm zijn wit.
Bij pagina's met meerdere tabbladen onder aan
het scherm kunt u tussen de pagina's wisselen
door op het gewenste tabblad voor de pagina te
tikken of door de pagina's met uw vinger naar
links of rechts te vegen.
Druk op het gearceerde gedeelte om een niveau
lager te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Gebruik een niet-schurende zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel om het scherm schoon
te maken.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
–
Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.
–
Menu statusinformatie Radio Media en
T
elefoon.
–
Statusinformatie Privacy
.
–
T
oegang tot de instellingen van het
touchscreen en het digitaal instrumentenpaneel.
Page 244 of 292

242
PEUGEOT Connect Radio
Druk op deze toets om de bestaande
tekst te bewerken en aan te passen.
Druk op deze toets om een nieuw bericht
te schrijven.
Druk op de prullenbak om het bericht te
verwijderen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op een van de toetsen om
automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig
naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op de frequentie.
Voer de waarden van de FM- en
AM-frequentieband in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
Rijden
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of
uit, of configureer deze.
Navigatie
Stel de navigatie in en selecteer uw
bestemming via CarPlay® of Android Auto.
Airconditioning
21,518,5
Stel de instellingen voor temperatuur en
de luchtstroom in.
Applicaties
Foto's bekijken
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem kan mappen en beeldbestanden in
de volgende indelingen lezen: .tiff; .gif; .jpg/jpeg;
.bmp; .png.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Beheer foto's".
Selecteer een map.
Selecteer een afbeelding om deze te
bekijken.
Druk op deze toets voor informatie over
de foto.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug
te gaan.
Berichten beheren
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "SMS".
Selecteer het tabblad "SMS".
Druk op deze toets om de
scherminstellingen voor berichten te
selecteren.
Druk op deze toets om een ontvanger te
zoeken en te selecteren.
Selecteer het tabblad "SMS-berichten".
Druk op deze toets om de
scherminstellingen voor berichten te
selecteren.
Druk op deze toets om een nieuw bericht
te schrijven.
Druk op de prullenbak naast het
geselecteerde bericht om het bericht te
verwijderen.
Druk op de toets naast het geselecteerde
bericht om het vervolgscherm weer te
geven.
Page 256 of 292

254
PEUGEOT Connect Nav
Menu's
Online navigatie
Voer de instellingen voor het
navigatiesysteem in, en kies een
bestemming.
Gebruik realtime diensten, afhankelijk van de
uitrusting.
Apps
– Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.
–
Rechtstreeks toegang tot de keuze van de
audiobron om de lijst met radiozenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron) te bekijken.
–
T
oegang tot de "Berichten" van meldingen,
e-mailberichten, updates van kaarten en
aanwijzingen van het navigatiesysteem
(afhankelijk van de diensten).
–
T
oegang tot de instellingen van het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel.
Audiobronnen selecteren (afhankelijk van de
uitrusting):
–
FM/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth (streaming).
–
USB-geheugenstick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitrusting).
–
V
ideo (afhankelijk van de uitrusting).
In het menu "Instellingen" kunt u een
individueel profiel of een profiel voor een
groep mensen met gedeelde interesses
aanmaken, en een groot aantal instellingen
(voorkeuzezenders, audio-instellingen,
navigatiegeschiedenis, favoriete contacten,
enz.) configureren. De instellingen worden
automatisch toegepast.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het voorkomen dat het geluidsvolume
lager wordt gezet om het systeem te
beschermen. Het systeem kan dan
gedurende 5 minuten of langer in de
standby-modus (scherm en geluid worden
uitgeschakeld) staan.
Het systeem werkt weer normaal wanneer
de temperatuur in het passagiersgedeelte is
gezakt.
Stuurkolomschakelaars
Spraakbedieningssysteem :
Deze toets bevindt zich op het stuurwiel
of op het uiteinde van de lichtschakelaar
(afhankelijk van de uitvoering).
Kort indrukken: spraakbediening van het
systeem.
Lang indrukken, gesproken commando's van
een smartphone of CarPlay
®, Android Auto via
het systeem.
Het geluidsvolume verhogen.
Het geluidsvolume verlagen.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op
de toetsen voor het verhogen en verlagen van
het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de
uitrusting).
Geluidsweergave weer inschakelen door op één
van de twee volumetoetsen te drukken.
Media (kort indrukken): veranderen van
multimediabron.
Telefoon (kort indrukken):
telefoongesprek starten.
Tijdens telefoongesprek (kort indrukken):
toegang tot het telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken) : inkomend
gesprek weigeren, gesprek beëindigen; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot het
telefoonmenu.
Radio (draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige / volgende nummer,
bladeren door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie.
Wanneer er niets wordt geselecteerd, toegang
tot voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.
Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst
met beschikbare radiozenders.