display Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 10 of 393

8
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Alarmknipperlichten 118
Vergrendelen/ontgrendelen vanuit het interieur
6
6
Verlichting
107-113
Richtingaanwijzers
112
Instrumentenpaneel
1
2-13
Verklikkerlampjes
13-27
Meters
28-35
Schakelindicator
164
PEUGEOT i- Cockpit
7
2
Stuurwiel verstellen
7
2
Cla xon
12
1
Koplampverstelling
113
Opslaan van snelheden
1
73
Snelheidsbegrenzer
1
74-176
Snelheidsregelaar
177-179
Actieve snelheidsregelaar
1
80-186 Ruitenwissers
1
14-117
Boordcomputer
3
7-39
Cockpit (vervolg)
Boordcomputer 3
7, 39
Boordcomputer (Touchscreen) 3 8, 39
Datum/tijd instellen (Touchscreen)
4
7
Datum/tijd instellen (displays C, A, A zonder autoradio)
4
8 - 49
Achteruitrijcamera
200
Weergave van de afstand in tijd tot de voorligger
1
87-189
Waarschuwing bij kans op aanrijding
19
0 -19 4
Automatisch noodremsysteem
1
93-194
Stop & Start-systeem
1
70 -172
Alarm
6
7-69
Ver warming voorruit en ruitensproeierkoppen
117
Overzicht
Page 14 of 393

12
Instrumentenpaneel
1. Brandstofniveaumeter.
2. A naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
3.
Motorolieniveaumeter.
4.
O
pschakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie.
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
6.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer. A. D
immer verlichting.
B. R esetten van de dagteller.
T
ijdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
ac
tieradius brandstofadditief.
7. O
nderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
8.
D
agteller (km of miles).
9.
T
oerenteller (x 1000 t /min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
10.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel
Page 16 of 393

14
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is
ingeschakeld.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 393

17
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar op de zijkant van het
dashboard aan passagierszijde staat
in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting".
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP /ASR )permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC) en in het bijzonder de
CDS/ASR.
1
Instrumentenpaneel
Page 27 of 393

25
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Voet op het
rempedaalpermanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Bij de automatische transmissie moet u bij een
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaalpermanent.
In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt. Trap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat
de motor gestart kan worden.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Een of meer
portier en
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel
aangeeft, bij een
snelheid lager dan
10
km/h.Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft
en een geluidssignaal, bij
een snelheid hoger dan
10
km/h.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneelStatus Oorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 393

26
AdBlue®
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
en
2400 km.Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen of neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 0
en
600
km. Laat het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen of neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reservoir laten bijvullen of contact opnemen met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het vloeistofreservoir moet worden bijgevuld met
minimaal 3,8
liter AdBlue
®.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneelStatus Oorzaak Acties / Opmerkingen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
® en het SCR -systeem.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 393

27
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Pictogram in het
display van het
instrumentenpaneelStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk h et PEU G EOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 393

28
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt
in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te
hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP
gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop iets los om de druk te laten
dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display. Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
heeft de mate van vervuiling van de motorolie
ook invloed op de berekening (volgens land van
bestemming).
Instrumentenpaneel
Page 31 of 393

29
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
5 seconden na het aanzetten van het contact,
v erdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
5 seconden na het aanzetten van het contact
t reedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5
seconden de sleutel knipperen
om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300
km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000
km
5 seconden na het aanzetten van het contact
t reedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
wordt deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.
Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5
seconden het volgende
aan:
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5
seconden het volgende
aan :
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 393

30
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Instrumentenpaneel