park assist Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 5 of 393

.
308_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Rijadviezen 146
Starten - afzetten van de motor
1
48
Handbediende parkeerrem
1
54
Elektrische parkeerrem
1
55
Hill Start Assist
1
62
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
1
63
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
1
63
Opschakelindicator
1
64
Automatische transmissie
1
65
Driver Sport Pack
1
69
Stop & Start
1
70
Snelheden opslaan
1
73
Snelheidsbegrenzer
174
Snelheidsregelaar
177
Actieve snelheidsregelaar
1
80
Weergave van de afstand in tijd tot de voorligger
187
Waarschuwing bij kans op aanrijding, automatisch noodremsysteem
1
90
Dodehoekbewaking
1
95
Parkeerhulp
1
98
Achteruitrijcamera
200
Park Assist
2
01
Bandenspanningscontrolesysteem
209Brandstoftank
213
Tankbeveiliging diesel
2
14
Sneeuwkettingen
216
Sneeuwscherm
217
Trekken van een aanhanger
2
18
Eco - mode
219
Accessoires
2
20
Wisserbladen vervangen
2
22
Allesdragers monteren
2
23
Motorkap
225
Benzinemotor
226
Dieselmotor
227
Niveaus controleren
2
28
Controles
231
AdBlue
® en SCR-systeem
(BlueHDi-dieselmotor) 233
Gevarendriehoek (opbergen)
23
8
Bandenreparatieset
239
Reservewiel
246
Een lamp vervangen
2
52
Zekering vervangen
2
62
12V- ac c u
2
6 8
Slepen
272
Brandstoftank leeg (diesel)
2
74Benzinemotoren
275
Gewichten (benzine)
2
78
Dieselmotoren
2
81
Gewichten (diesel)
2
85
Afmetingen
289
Identificatie
2
92
Rijden
Praktische informatie
Storingen verhelpen Technische gegevens
DENON-systeem 293
7
inch touchscreen
2
95
Peugeot Connect Sound
3
59
Audio en telematica
Index
Inhoud
Page 6 of 393

4
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Exterieur
Ruitenwissers 114-117
Ruitenwisserbladen vervangen 1 17, 222
Keyless entry and start
5
6 - 60, 63 - 65
Sleutel met afstandsbediening
5
0 - 55, 65
Starten
148-154
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ES P)
12
1-123
Sneeuwkettingen
216
Bandenspanning
2
45, 251, 292
Bandenspanningscontrolesysteem 209-212Reservewiel 246-251
- gereedschap
-
demonteren/monteren
Noodremsysteem, automatisch
1
90-194
Verlichting
107-113
Dagrijverlichting (leds)
1
10
Koplampverstelling
113
Lampen vervangen
2
52-256
-
koplampen
-
m
istlampen vóór
-
zijknipperlichten
Sneeuwscherm
217
Ver warming voorruit en ruitensproeierkoppen
117
Ruitbediening, blokkering
7
0-71
Keyless entry and start
5
6 - 60
Portieren
5
0 -52, 54
-
openen/sluiten
-
c
entrale vergrendeling
-
noodbediening
Alarmsysteem 67- 69
Brandstoftank, tankbeveiliging
2
13-215
Panoramadak
1
02
Fietsendrager, allesdragers
2
22-223
Accessoires
2
20-221
Bagageruimte
61-62
-
openen/sluiten
-
noodbediening
Bandenreparatieset
239-245
Gevarendriehoek
238
Parkeerhulp
19
8 -19 9
Achteruitrijcamera
200
Trekhaak
1
47, 218
Slepen
272-273
Park Assist
2
01-208
Lampen vervangen 2
57-261
-
achterlichten
-
de
rde remlicht
-
kentekenplaatverlichting
-
mistachterlicht Buitenspiegels
1
05, 113
Dodehoekbewaking
195 -197
Overzicht
Page 9 of 393

7
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Cockpit
Plafonnier 103
Sfeerverlichting, beenruimte 1 04
Binnenspiegel
1
06
Peugeot Connect SOS, Peugeot Connect Assistance
1
19-120
USB-aansluiting(en)/
Jack-aansluiting
8
5, 312, 366 / 367
Handgeschakelde vijf-/
zesversnellingsbak
163
Schakelindicator
164
Automatische transmissie
1
65-168
Dynamische functie
1
69
Stop & Start-systeem
1
70 -172
Hill Start Assist
1
62
Zekeringen dashboard
2
62-265 Handbediende airconditioning
9
3
Handbediende airconditioning (Touchscreen)
94-95
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
(Touchscreen)
9
5-98
Luchtrecirculatie
9
9
Ontwasemen/ontdooien voor
1
00
Ontwasemen/ontdooien achterruit
1
01
Handbediende parkeerrem
1
54
Elektrische parkeerrem
1
55-161Touchscreen 4
0- 46, 295-357
Datum en tijd instellen
4
7- 49
Motorkapontgrendeling
225 Peugeot Connect Sound
3
59 -378
.
Overzicht
Page 44 of 393

42
Menu "Rijhulpsysteem"
De te configureren functies zijn in de volgende tabel weergegeven.To e t s Desbetreffende functie Aanwijzingen
Inst. snelheden Opslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar.
Initialisatie bandensp.
controle Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
Dodehoekdetectie Inschakelen van de functie.
Park Assist Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Instrumentenpaneel
Page 164 of 393

162
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Het systeem is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
a
ls aan bepaalde hellingcondities is
voldaan,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat.Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Storing
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel permanent
brandt.
Bij een storing in de Hill Start Assist gaat dit
verklikkerlampje branden en wordt een melding
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
het systeem te laten controleren.
Bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: als de eerste versnelling is
ingeschakeld of als de versnellingsbak in de
neutraalstand staat.
Bij een auto met een automatische transmissie:
als de stand D of M is geselecteerd.
Rijden
Page 171 of 393

169
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Driver Sport Pack
Dit pakket beïnvloedt:
- d e visuele sfeer met een specifieke
achtergrondverlichting van het
instrumentenpaneel,
-
h
et motorgeluid,
-
de
stuurbekrachtiging,
-
d
e acceleratie,
-
d
e informatie voor de bestuurder
over dynamische parameters, op het
instrumentenpaneel.
Deze functie is uitsluitend beschikbaar
als de Park Assist en de stand Sneeuw
van de automatische transmissie niet
zijn geselecteerd.
Als de Park Assist wordt ingeschakeld,
wordt deze functie automatisch
uitgeschakeld.Inschakelen
F Druk op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de
verschillende gegevens van de dynamische
parameters op het instrumentenpaneel
weer te geven.
F
H
oud de knop ingedrukt tot de
achtergrondverlichting van het
instrumentenpaneel verandert.
Het lampje van de toets blijft branden.
Weergave
F Druk herhaaldelijk op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om naar een
volgend scherm te gaan.
Als het lampje knippert, kan de functie
niet worden ingeschakeld (bijvoorbeeld
als de Park Assist of de stand
Sneeuw is geselecteerd) en gaat de
achtergrondverlichting weer over naar
de normale modus.
Als het lampje langdurig blijft
knipperen, neem dan contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De automatische transmissie (indien
aanwezig) schakelt sneller.
Deze telemetrische gegevens
(versnelling in lengte- en dwarsrichting,
geleverd vermogen, vuldruk, ...) dienen
uitsluitend ter informatie.
6
Rijden
Page 201 of 393

199
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager op de trekhaak wordt
gemonteerd (auto's voorzien van een
trekhaak die volgens de voorschriften
van de fabrikant is gemonteerd).
Uitschakelen/activeren van
de parkeerhulp vóór en
achter
De functie kan worden uitgeschakeld
via het menu " Rijhulpsysteem " van
het touchscreen.
F
D
ruk op deze knop. Het lampje
van de knop gaat branden.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de
functie weer geactiveerd. Het controlelampje
dooft.
De parkeerhulp is uitgeschakeld wanneer
de functie Park Assist bezig is de
beschikbare ruimte van een parkeerplaats
te meten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de Park Assist . Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit op
minimaal 30
centimeter van de sensoren.
Storing
- dit verklikkerlampje gaat op het instrumentenpaneel branden en/of er
wordt een melding weergegeven, in
combinatie met een geluidssignaal,
- dit pictogram schakelt over
op de waarschuwingsmodus,
het verklikkerlampje knippert
enige tijd en blijft vervolgens
branden en er wordt een melding
weergegeven in combinatie met
een geluidssignaal.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
Als er een storing optreedt bij het inschakelen
van de achteruitversnelling, gebeurt,
afhankelijk van de uitvoering, het volgende:
6
Rijden
Page 203 of 393

201
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Park Assist
Dit systeem assisteert u actief bij het parkeren:
het detecteert een parkeerplek en neemt
vervolgens het sturen van u over bij het
inparkeren.
Het systeem bedient de stuurinrichting
ter wijl de bestuurder het gaspedaal, het
rempedaal, de versnellingsbak en de koppeling
(handgeschakelde versnellingsbak) bedient.
Tijdens het in- en uitparkeren informeert het
systeem de bestuurder met beelden op het
scherm en geluidssignalen, zodat hij erop
kan toezien dat de manoeuvres veilig worden
uitgevoerd. Bij het parkeren kan het noodzakelijk
zijn dat u enkele keren moet steken.Tijdens de manoeuvres draait het
stuur wiel snel rond: houd daarom het
stuur wiel niet tegen, steek niet uw
handen tussen de spaken en zorg dat
ook uw kleding, uw sjaal of stropdas,
uw handtas en dergelijke niet tussen de
spaken terechtkomen - Kans op letsel!
Als de Park Assist is geactiveerd, gaat
het Stop & Start-systeem niet over op
de STOP-stand. In de STOP-stand
wordt bij het activeren van de Park
Assist de motor weer gestart.
Dit systeem is een hulpmiddel voor de
bestuurder die echter te allen tijde zijn
aandacht op het verkeer moet blijven
vestigen.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat
de auto tijdens de gehele manoeuvre
onder controle blijft en geen obstakels
kan raken.
Onder bepaalde omstandigheden
detecteren de sensoren mogelijk geen
kleine obstakels die zich in hun dode
hoeken bevinden.
De bestuurder kan op elk gewenst moment het
stuur zelf weer overnemen. De Park Assist assisteert u bij de
volgende parkeermanoeuvres:
A.
Fileparkeren.
B.
U
itparkeren na fileparkeren.
C.
H
aaks inparkeren.De Park Assist kan maximaal
4
parkeercycli achter elkaar uitvoeren.
Na deze 4
cycli wordt de functie
gedeactiveerd. Als u vindt dat uw auto
op dat moment niet goed geparkeerd
staat, moet u zelf het stuur weer ter
hand nemen om de manoeuvre te
voltooien.
De functie Park Assist werkt niet als de
motor is afgezet.
6
Rijden
Page 204 of 393

202
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Het verloop van de manoeuvres
en de rijinstructies worden op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Controleer altijd de directe omgeving
van uw auto voordat u met een
parkeermanoeuvre begint.De assistentie is
gedeactiveerd: als
dit pictogram wordt
weergegeven, geeft dit aan
dat het sturen niet meer
door het systeem wordt
uitgevoerd: u moet het stuur
zelf weer ter hand nemen. De assistentie is
geactiveerd: als dit
pictogram wordt
weergegeven in combinatie
met een maximumsnelheid,
geeft dit aan dat het sturen
wordt overgenomen door
het systeem: raak het
stuurwiel niet aan.
De functie parkeerhulp is niet
beschikbaar tijdens de meting van de
beschikbare ruimte. Na deze meting
waarschuwt de functie u tijdens de
manoeuvre als uw auto een obstakel
nadert: het geluidssignaal klinkt
ononderbroken als de ruimte tussen de
auto en het obstakel minder dan 30
cm
bedraagt.
Als u de functie parkeerhulp hebt
gedeactiveerd, wordt deze automatisch
weer geactiveerd bij de geassisteerde
manoeuvres.
Als de Park Assist wordt ingeschakeld,
wordt het Dodehoekbewakingssysteem
uitgeschakeld.
Rijden
Page 205 of 393

203
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Werking
Hulp bij fileparkeren
F Druk op deze toets.
F
Sel
ecteer " Park Assist " in het
menu " Rijhulpsysteem " van
het touchscreen om de functie te
activeren. Bij het fileparkeren herkent het systeem
geen parkeervakken die aanzienlijk
korter of langer zijn dan de auto.
of F
R
ijd niet sneller dan 20 km/h en
selecteer " Inparkeren " op het
touchscreen. F
S
chakel de richtingaanwijzer in aan
de zijde waar u wilt parkeren om de
meetfunctie te activeren. Zorg er daarbij
voor dat u een afstand van 0,5
t
ot 1,5 meter
tussen de geparkeerde auto's en uw auto
aanhoudt.
F
R
ijd langzaam en volg de instructies tot het
systeem een vrij parkeervak vindt.
F
Z
odra u een vrij parkeervak hebt
gevonden,
6
Rijden