RIJ
169
  De parkeerhulp is een hulp-
middel voor de bestuurder, die 
desondanks waakzaam moet 
blijven en verantwoordelijk is.     De parkeerhulp wordt  uitgeschakeld 
: 
   
 
-   als de achteruit wordt uitgescha-
keld, 
   
-   als bij het vooruitrijden de wagen-
snelheid hoger dan 10 km/h is, 
   
-   als de auto langer dan 3 seconden 
stilstaat.     
Deactiveren   
Storing 
  Het systeem zal automatisch 
worden uitgeschakeld bij het 
trekken van een aanhangwa-
gen of de montage van een fi etsen-
drager (auto uitgerust met een door 
PEUGEOT aanbevolen trekhaak of 
fi etsendrager).  
   
Activeren 
   
 
 ) 
  Druk nogmaals op de toets  A 
. Het 
verklikkerlampje gaat uit en het sy-
steem is weer ingeschakeld.  
     
 
 ) 
  Druk op de toets  A 
. Het verklikker-
lampje gaat branden en het systeem 
is volledig uitgeschakeld.    Zorg ervoor dat de sensoren 
in de winter of bij slecht weer 
niet bedekt zijn met modder, ijs 
of sneeuw. Als de sensoren vuil zijn, 
wordt dit bij het inschakelen van de 
achteruitversnelling aangegeven door 
een geluidssignaal (lange piep). 
  Wanneer de auto langzamer rijdt dan 
ongeveer 10 km/h kunnen omge-
vingsgeluiden (motor, vrachtwagen, 
pikhamer, ...) er voor zorgen dat de 
geluidssignalen van de parkeerhulp 
worden weergegeven.  
 
 
In het geval van een storing zal bij 
het inschakelen van de achteruit-
versnelling dit pictogram worden 
weergegeven op het instrumenten-
paneel en/of een melding op het 
multifunctionele display verschijnen, in combi-
natie met een geluidssignaal (kort piepje). 
  Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een ge-
kwalifi ceerde werkplaats.