ECO mode PEUGEOT 5008 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2020Pages: 308, PDF Size: 10.12 MB
Page 55 of 308

53
Ergonomie en comfort
3Ontwasemen/Ontdooien
Als de auto is voorzien van spiegelverwarming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om
de juiste buitenspiegel te selecteren.
►
Duw schakelaar B
in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
►
Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).
►
Kantel de spiegel richting de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitrusting kunnen de spiegels
elektrisch worden ingeklapt als de auto wordt
geparkeerd.
► Zorg dat het contact is
aangezet en zet schakelaar A
vanuit de auto in de middelste
stand.
►
Beweeg schakelaar A
naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet met aangezet contact
schakelaar A
in de middelste stand en beweeg
deze daarna naar achteren.
Afhankelijk van de uitvoering wordt de functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels via het
menu Rijverlichting
/ Auto
van het
touchscreen worden ingesteld.
Deze instelling kan ook door een PEUGEOT-
dealer of een bevoegde werkplaats worden
ingesteld.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de spiegels
met deze functie automatisch omlaag worden gekanteld, om achteruit parkeren gemakkelijker
te maken.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van
de spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt
gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
Deze functie kan worden ingesteld in het
menu Rijverlichting/Auto
op het
touchscreen.
Binnenspiegel
Handbediend model
Dag-/nachtstand
► Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
antiverblindingsstand (nachtstand) te zetten.
►
Duw het hendeltje naar voren om de spiegel
zetten in de normale dagstand te zetten.
Afstellen
►
Stel de spiegel af in de normale dagstand.
Page 77 of 308

75
Ergonomie en comfort
3
3.Plafonnier achter
4. Kaartleeslampjes achter
Plafonniers voor en achter
In deze stand gaat de plafonnier
geleidelijk branden:
–
als de auto wordt ontgrendeld.
–
als de sleutel uit het contact wordt verwijderd.
–
als een van de portieren wordt geopend.
–
als er op de vergrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te
lokaliseren.
De plafonnier gaat geleidelijk uit:
–
als de auto wordt vergrendeld.
–
als het contact wordt aangezet.
–
30 seconden na het sluiten van het laatste
portier
.
Permanent uit.
Permanent aan.
In de stand "Permanent aan" blijft de plafonnier
gedurende een bepaalde tijd branden:
–
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
In de eco-mode: ongeveer 30 seconden.
–
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Als de plafonnier vóór in de stand "Permanent aan" staat, gaat de
plafonnier achter ook branden tenzij deze in
de stand "Permanent uit" staat.
Zet de plafonnier achter in de stand
"Permanent uit" als u deze wilt uitschakelen.
Kaartleeslampjes
► Bedien d e desbetreffende schakelaar
terwijl het contact is aangezet.
Zorg ervoor dat niets tegen de
plafonniers aankomt.
Sfeerverlichting interieur
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Als het buiten donker is, gaat de sfeerverlichting
automatisch aan/uit als de parkeerlichten worden
in-/uitgeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen en lichtsterkte
wijzigen wordt ingesteld in het menu
Rijverlichting
/
Auto van het touchscreen.
Voorzieningen achter
230 V/50 Hz-aansluiting
Deze bevindt zich aan de achterzijde van de
middenconsole, onder een beschermklepje.
Deze aansluiting (max. vermogen: 150 W) werkt
terwijl de motor draait en het Stop & Start-
systeem in de STOP-stand staat.
►
T
il het beschermklepje op.
►
Controleer of het groene controlelampje
brandt.
►
Sluit uw elektrische apparaat (zoals
telefoonlader
, laptop, cd-/dvd-speler of
flessenwarmer) aan.
Bij een storing gaat het groene lampje
knipperen.
Laat de aansluiting controleren door de
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 125 of 308

123
Rijden
6Starten / afzetten van de
motor met de sleutel
Contactslot
Het contactslot heeft 3 standen:
– 1. Stop: sleutel in het contactslot steken
en uit het contactslot verwijderen, stuurslot
vergrendeld.
–
2. Contact
: stuurslot ontgrendeld, contact
ingeschakeld, voorgloeien dieselmotor, draaien
van de motor.
–
3. Starten
.
Bevestig geen zware objecten aan de
sleutel of aan de afstandsbediening.
Hierdoor worden deze zwaarder en zouden
een storing in het contactslot kunnen
veroorzaken.
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt, schakelt het
systeem over op de eco-mode: de elektrische
voeding wordt automatisch uitgeschakeld zodat
de accu voldoende opgeladen blijft.
De motor starten
Met een aangetrokken parkeerrem:
► Zet bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
►
Zet bij een auto met een
automatische
transmissie de selectiehendel in de stand N of
P en trap het rempedaal volledig in.
►
Steek de sleutel in het contactslot; het
systeem herkent de code.
►
Ontgrendel het stuurslot door gelijktijdig aan
het stuurwiel en de sleutel te draaien.
In bepaalde gevallen is veel kracht nodig
bij het draaien aan het stuurwiel
(bijvoorbeeld als de wielen volledig naar links
of rechts zijn gedraaid).
►
Bij een auto met een benzinemotor
: activeer
de startmotor door de sleutel in de stand 3 te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef hierbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra de motor is
aangeslagen.
Bij benzinemotoren kan na een koude
start het voorverwarmen van de
katalysator bij een stilstaande auto met
draaiende motor (verhoogd stationair
toerental) gedurende wel 2 minuten
waarneembare motortrillingen met zich
meebrengen.
►
Bij een auto met een dieselmotor
draait u de
sleutel in de stand 2, contact inschakelen, om de
motor te laten voorgloeien.
Wacht tot dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel is gedoofd en
activeer dan de startmotor door de sleutel in
stand 3 te zetten. Geef hierbij geen gas en laat
de sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Onder winterse omstandigheden blijft het
waarschuwingslampje langer branden.
Als de motor warm is, gaat het
waarschuwingslampje niet branden.
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, zet dan het contact uit. Wacht een paar
seconden voordat u de motor opnieuw start.
Als de motor ook na een aantal pogingen niet
aanslaat, probeer dan niet langer de motor te
starten: de startmotor en de motor zouden
beschadigd kunnen raken.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 126 of 308

124
Rijden
Laat de motor bij gematigde
temperaturen niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg
zonder de motor veel toeren te laten draaien.
Afzetten van de motor
► Zet de auto stil.
► Draai bij een stationair draaiende motor de
sleutel naar stand 1
.
►
V
erwijder de sleutel uit het contactslot.
►
Draai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuurwiel tot het blokkeert.
Zet de voorwielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten. Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van het
stuurslot.
Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Als de
motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over de
auto kunnen verliezen!
Controleer of de parkeerrem goed is
aangetrokken, met name als de auto op
een helling staat.
Houd de sleutel bij u en vergrendel de auto
wanneer u de auto verlaat.
Eco-mode
Nadat de motor is gestopt (stand 1. Stop),
gedurende een maximale, totale duur van
ongeveer dertig minuten, kunt u nog altijd
functies gebruiken, zoals het audio- en
telematicasysteem, de interieurverlichting, de
ruitenwissers en het dimlicht.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de eco-mode.
Sleutel vergeten
Als de sleutel nog in het contactslot zit
en in de stand 1 (Stop) staat, wordt er bij
het openen van het bestuurdersportier een
waarschuwingsmelding weergegeven in
combinatie met een geluidssignaal.
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2
(Contact) van het contactslot blijft staan,
wordt het contact na een uur automatisch
afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1 (Stop) en
vervolgens opnieuw in de stand 2 (Contact)
om het contact weer aan te zetten.
Starten / afzetten van de
motor metKeyless entry
and start
De elektronische sleutel moet zich in het
interieur bevinden.
Als de elektronische sleutel niet wordt
gedetecteerd, wordt een melding
weergegeven.
Verplaats de elektronische sleutel zodat de
motor kan worden gestart of gestopt.
Als dit niet lukt, raadpleeg dan het gedeelte
"Sleutel niet gedetecteerd - Noodprocedure
voor starten/afzetten".
Starten
► Zet bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
Page 193 of 308

191
Praktische informatie
7aan de banden en het wegdek te voorkomen.
Als de auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
Hybride auto's
Er mogen alleen sneeuwkettingen op de
voorwielen worden gemonteerd.
Sneeuwscherm
(Afhankelijk van het land waar de auto is
verkocht.)
Het afneembare sneeuwscherm voorkomt
opeenhoping van sneeuw bij de koelventilateur
van de radiateur.
Het bestaat uit twee delen die op de voorbumper
moeten worden bevestigd.
Wij raden u aan om contact op te nemen
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor het
bevestigen/verwijderen van het
sneeuwscherm.
Controleer voordat u begint of de motor
is uitgeschakeld en de koelventilator is
gestopt.
Het is belangrijk dat u het verwijdert bij:
– een buitentemperatuur hoger dan 10
°C;
–
het trekken van een aanhanger;
–
een snelheid hoger dan 120
km/u.
Bevestigen
► Houd het rooster voor de ondergrille van de
bumper .
►
Plaats als eerste de twee onderste
bevestigingssteunen in de bumper
.
►
Kantel het scherm omhoog tot de drie
bovenste bevestigingssteunen in de bumper
klikken. ►
Controleer of de eenheid goed is bevestigd
door op de hoeken ervan te drukken.
V
erwijder het andere scherm op dezelfde wijze.
Verwijderen
► Steek uw vinger in de uitsparing in het
bovenste gedeelte van het scherm.
►
T
rek het scherm naar u toe om het los te
maken.
Verwijder het andere scherm op dezelfde wijze.
Eco-mode
Dit systeem regelt de maximale gebruiksduur
van bepaalde functies bij afgezet contact om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Na het afzetten van de motor kunt u een aantal
functies, zoals het audio- en telematicasysteem,
de ruitenwissers, het dimlicht en de
interieurverlichting, nog ongeveer 40 minuten
gebruiken.
Page 194 of 308

192
Praktische informatie
Activering van de modus
Er wordt een melding weergegeven als de eco-
mode wordt geactiveerd: de actieve functies
worden in stand-by gezet.
Als u op dat moment aan het telefoneren bent, kunt u het gesprek nog ongeveer
10 minuten via het handsfree systeem van
het audiosysteem voortzetten.
Afsluiten van de eco-mode
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Als u de functies direct weer wilt gebruiken, start
dan de motor en laat deze draaien:
–
Minder dan 10 minuten om de functies
ongeveer 5 minuten te kunnen gebruiken.
–
Meer dan 10 minuten om de functies ongeveer
30 minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
V
ermijd het herhaaldelijk of continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de 12V-accu.
Spaarfase
Dit systeem regelt het gebruik van bepaalde
functies van de auto afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Tijdens het rijden kunnen enkele functies, zoals
de airconditioning en achterruitverwarming,
tijdelijk worden uitgeschakeld in verband met de
laadtoestand van de accu.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu
dit toelaat.
Motorkap
Stop & Start
Schakel het contact altijd uit als
u handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren, om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand te voorkomen.
Hybride auto's
Voordat werkzaamheden onder de
motorkap worden uitgevoerd, moet eerst het
contact worden uitgezet en moet worden
gecontroleerd of het verklikkerlampje READY
in het instrumentenpaneel is uitgeschakeld –
kans op ernstig letsel!
Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang
het voorportier links is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met
het bedienen van de veiligheidshaak en
de motorkapsteun (kans op brandwonden).
Gebruik de beschermde zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap niet
tegen de hendel aan stoot.
Open de motorkap niet als het hard waait.
Koelen van de motor als deze wordt
afgezet
De koelventilator van de motor kan starten
nadat de motor is afgezet.
Wees voorzichtig met voorwerpen
of kleding die in de propeller van de
ventilator kunnen komen!
Openen
Page 240 of 308

238
Technische gegevens
Motor en aanhangergewichten - Hybride
HYBRID 225 e-EAT8HYBRID4 300 e-EAT8
Codes EP6FADTXHPDEP6FADTXHPA
Modelcodes
M4... 5GQU/C
5GBU/C
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 1.310
1.250
Aanhanger ongeremd (kg) 745750
Maximale kogeldruk (kg) -64
Benzinemotoren PureTech 180PureTech 200
Versnellingsbak/transmissie Elektrische automatische transmissie, 8
versnellingen Elektrische automatische transmissie, 8
versnellingen
Cilinderinhoud (cc) 1.5981.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 132147
Brandstof LoodvrijLoodvrij
Elektromotor(en)
Technologie Synchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 80Voor: 80
Achter: 80
Batterij
Technologie Lithium-ion
Voltage (AC) 240-400240-400
Max. verbruik (kWh) 13,213,2
Gecombineerd vermogen (kW) 165220
Motoren en aanhangergewichten - Diesel
Motoren 2.0 HDi 1502.0 HDi 150
Versnellingsbak/transmissie BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen) EAT6
(automatisch, 6 versnellingen)
Codes DW10FD ML6CDW10FD AM6III
Modelcodes
MJ... AHXG/C
AHXL/C AHXG/S
AHXV/CAHXV/S
Carrosserievariant 3008500830085008
Cilinderinhoud (cc) 1.9971.997
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 11 011 0
Brandstof DieselDiesel
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 600
600600600
Aanhanger ongeremd (kg) 600600600600
Maximale kogeldruk (kg) 70727072
Page 241 of 308

239
Technische gegevens
9Motor en aanhangergewichten - Hybride
HYBRID 225 e-EAT8HYBRID4 300 e-EAT8
Codes EP6FADTXHPDEP6FADTXHPA
Modelcodes
M4... 5GQU/C
5GBU/C
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 1.310
1.250
Aanhanger ongeremd (kg) 745750
Maximale kogeldruk (kg) -64
Benzinemotoren PureTech 180PureTech 200
Versnellingsbak/transmissie Elektrische automatische transmissie, 8
versnellingen Elektrische automatische transmissie, 8
versnellingen
Cilinderinhoud (cc) 1.5981.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 132147
Brandstof LoodvrijLoodvrij
Elektromotor(en)
Technologie Synchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 80Voor: 80
Achter: 80
Batterij
Technologie Lithium-ion
Voltage (AC) 240-400240-400
Max. verbruik (kWh) 13,213,2
Gecombineerd vermogen (kW) 165220
Page 255 of 308

253
Bluetooth®-audiosysteem
10► Activeer de RDS-functie om het systeem te
laten controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
Elementen uit de omgeving (zoals heuvels,
gebouwen, tunnels en ondergrondse
parkeergarages) kunnen de ontvangst
blokkeren, ook in de RDS-stand.
Dit is heel normaal en betekent niet dat het
audiosysteem defect is.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd
(bijvoorbeeld
in een wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Het geluid wordt in de radiostand af en toe 1
of 2 seconden onderbroken.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een andere frequentie voor
een betere ontvangst van de radiozender.
►
Schakel de RDS-functie uit als dit te vaak en
steeds op hetzelfde traject gebeurt.
Media
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterij van het apparaat is misschien
onvoldoende opgeladen.
►
Laad de batterij van het apparaat op.
Het scherm toont de melding "Storing
USB-apparaat".
De USB-stick wordt niet herkend of is mogelijk
defect.
►
Formatteer de USB-stick opnieuw
.
De cd wordt steeds uitgeworpen of niet
afgespeeld. De cd is ondersteboven in de speler geplaatst,
kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De cd is tegen kopiëren beveiligd en deze
beveiliging wordt niet door het audiosysteem
herkend.
►
Controleer of de cd goed in de speler is
geplaatst.
►
Controleer de staat van de cd: de cd kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
►
Controleer bij een opgenomen cd de inhoud:
zie het advies in het hoofdstuk "Audio".
Door een te slechte kwaliteit kunnen bepaalde
gebrande cd's niet door het audiosysteem
worden afgespeeld.
De geluidskwaliteit van de cd is slecht.
De cd is bekrast of van slechte kwaliteit.
►
Gebruik alleen cd's van goede kwaliteit en
berg ze zorgvuldig op.
De geluidsinstellingen (lage tonen, hoge tonen,
klankkleur) zijn niet op de cd-speler afgestemd.
►
Zet het niveau van de lage en hoge tonen op
0, zonder een geluidseffect te selecteren.
Muziek op een smartphone wordt niet via de
USB-aansluiting afgespeeld.
Afhankelijk van het type smartphone moet
het audiosysteem toestemming krijgen
van de smartphone voor toegang tot de
muziekbestanden.
►
Activeer het MTP-profiel op de smartphone
handmatig (menu USB-instellingen).
Telefoon
Ik heb geen toegang tot mijn voicemail.
Er zijn slechts weinig telefoons en providers die
deze functionaliteit ondersteunen.
►
Ga naar het menu voor telefoneren en kies
het nummer van uw voicemail dat u van uw
provider hebt gekregen.
Ik kan mijn telefoonboek niet openen.
►
Controleer of uw telefoon compatibel is.
U hebt tijdens de koppeling het systeem geen
toestemming gegeven voor toegang tot het
telefoonboek.
►
Geef het systeem toegang tot het
telefoonboek van uw telefoon.
Het gesprek wordt onderbroken als ik in de
auto stap.
De handsetstand is ingeschakeld.
►
Schakel de handsetstand uit om het gesprek
over te zetten naar het systeem van de auto.
Het lukt niet om mijn telefoon via Bluetooth
te koppelen.
De koppelingsprocedure kan afhankelijk van de
telefoon (model, besturingssysteem) verschillen
en bepaalde telefoons zijn niet compatibel.
►
V
oordat u de telefoon en het systeem gaat
koppelen, moet u de telefoonkoppeling uit
het systeem en de systeemkoppeling van de
telefoon verwijderen om te kijken of de telefoon
geschikt is.
Page 256 of 308

254
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect
Radio
Multimedia-audiosysteem -
Apps - Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van
de uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone in de Bluetooth-modus
koppelen met het systeem.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de CarPlay
®-,
MirrorLinkTM- of Android Auto apps (de
weergave van bepaalde apps wordt
onderbroken wanneer met de auto wordt
gereden).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in de auto functioneert.
De melding Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende
modus wordt gezet.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem, zijn op
de volgende sites verkrijgbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" aan de linkerkant van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
U kunt op elk gewenst moment de menu's
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Voor pagina's met meerdere tabbladen onder
aan het scherm, kan tussen de pagina's
gewisseld worden door op de gewenste pagina
te tikken of door een vinger te gebruiken en de
pagina's naar links of rechts te verschuiven.
Druk op het gearceerde gedeelte om één niveau
terug te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
–
Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.