PEUGEOT 5008 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2021Pages: 292, PDF Size: 9.42 MB
Page 31 of 292

29
Toegang tot de auto
2en de instapverlichting in de buitenspiegels gaan
gedurende 30 seconden branden.
Wanneer u nogmaals op de knop drukt voordat
de tijd is verstreken, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
niet meer werkt. In dat geval moet de
afstandsbediening worden gereset.
Diefstalbeveiliging
Pas de elektronische startblokkering
niet aan, omdat er dan storingen kunnen
ontstaan.
Vergeet niet om aan het stuurwiel te draaien
om het stuurslot te activeren.
Vergrendelen van de auto
Wanneer de portieren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Neem uit veiligheidsoverwegingen de
elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs wanneer dit voor korte duur is.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-dealer
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u zeker weet dat de sleutels
in uw bezit de enige sleutels zijn waarmee de
auto kan worden gestart.
Keyless entry and start
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de elektronische
sleutel op zak heeft in het detectiegebied ( A).
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling
(bestuurdersportier, achterklep) kan
worden ingesteld in het menu
Rijverlichting /Auto
van het touchscreen.
De selectieve ontgrendeling is standaard
uitgeschakeld.
Volledig ontgrendelen
► Leg uw hand achter de portiergreep van een
van de voorportieren of druk op de schakelaar
voor het openen van de achterklep.
Als de elektrische bediening van de achterklep
is ingeschakeld, activeert u zo de automatische
opening.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de ruiten
tot in de gewenste positie openen door uw hand
achter de handgreep te houden of de schakelaar
voor het openen van de achterklep in te drukken.
Page 32 of 292

30
Toegang tot de auto
Als een van de portieren of de achterklep nog open is of als de elektronische
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem in de auto is achtergebleven, dan
wordt de centrale vergrendeling niet
ingeschakeld.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering kan de functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels via het
menu Rijverlichting/Auto van het
touchscreen worden ingesteld.
Deze instelling kan ook door een PEUGEOT-
dealer of een bevoegde werkplaats worden
ingesteld.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/
laadklep
►
Leg uw hand achter de portiergreep van het
bestuurdersportier
.
►
W
anneer u de volledige auto wilt
ontgrendelen, legt u uw hand achter de
portiergreep van een van de passagiersportieren
terwijl de elektronische sleutel zich in de buurt
van dit portier bevindt.
De volledige of selectieve ontgrendeling en,
afhankelijk van de uitvoering, uitschakeling van
het alarm worden bevestigd door het knipperen
van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Selectieve ontgrendeling van de
achterklep
► Druk op de schakelaar voor het openen van
de achterklep om uitsluitend de achterklep te
ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep is uitgeschakeld, worden bij
het indrukken van deze knop ook de portieren
ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling van de
achterklep kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd via het menu Rijverlichting/Auto
van het touchscreen.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
► Druk op de handgreep van een van de
voorportieren (bij de markeringen) of de
vergrendelknop op de achterklep.
De auto kan niet worden vergrendeld als een
van de elektronische sleutels is achtergebleven
in het interieur van de auto.
Sluiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak
Als u de voorportiergreep of de vergrendelknop
op de achterklep ingedrukt houdt, worden de
ruiten en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuif-/kanteldak gesloten tot u de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van het
schuif-/kanteldak gesloten.
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
en het schuif-/kanteldak niet gehinderd
wordt door voorwerpen of personen.
Let vooral goed op als kinderen de ruiten
bedienen.
De vergrendeling en, afhankelijk van de
uitvoering, de inschakeling van het alarm
worden bevestigd door het oplichten van de
richtingaanwijzers
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Ook wordt de toets
van de centrale vergrendeling uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
► Druk op de handgreep van een van de
voorportieren (bij de markeringen) of de
vergrendelknop op de achterklep om de auto te
vergrendelen.
►
Druk er binnen 5 seconden nog een keer
op om de supervergrendeling van de auto in
te schakelen (de richtingaanwijzers gaan kort
knipperen om dit te bevestigen).
Page 33 of 292

31
Toegang tot de auto
2Als een van de portieren of de achterklep nog open is of als de elektronische
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem in de auto is achtergebleven, dan
wordt de centrale vergrendeling niet
ingeschakeld.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering kan de functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels via het
menu Rijverlichting/Auto
van het
touchscreen worden ingesteld.
Deze instelling kan ook door een PEUGEOT-
dealer of een bevoegde werkplaats worden
ingesteld.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
het Keyless entry and start-systeem mee te
nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
De handsfree functies worden in de
ruststand gezet als ze 21 dagen niet
worden gebruikt, zodat de batterij in de
elektronische sleutel en de accu van de auto
niet leeg lopen. Druk op een van de toetsen
van de afstandsbediening of houd de
elektronische sleutel tegen de lezer en start
de motor om het systeem weer te activeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het Keyless entry and
start-systeem.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur zoals telefoons
(ingeschakeld of in stand-by), laptops en
sterke magnetische velden.
Centrale vergrendeling
Handmatig
► Druk op deze toets om de auto (portieren en
bagageruimte) van binnenuit te vergrendelen/
ontgrendelen.
Het controlelampje gaat branden om te
bevestigen dat de centrale vergrendeling is
ingeschakeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
Bij vergrendeling/supervergrendeling
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld, knippert het verklikkerlampje
en werkt de knop niet.
►
Als de auto is vergrendeld, trek dan
aan de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
►
Als
de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u de afstandsbediening, het Keyless
Page 34 of 292

32
Toegang tot de auto
of in de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen
► Trek aan de binnenportiergreep.
Vergrendelen
► Open de portieren.
► Controleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet is geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk.
► Verwijder het zwarte dopje op de zijkant
van het portier met behulp van de sleutel.
► Steek de sleutel zonder te forceren in de
opening en draai het slot richting de binnenkant
van het portier.
► Verwijder de sleutel en plaats de zwarte dop
terug.
► Sluit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
entry and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens het
rijden automatisch vergrendeld (bij een snelheid
hoger dan 10
km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of
weer inschakelen:
►
Druk op de toets totdat er een geluidssignaal
klinkt en er ter bevestiging een melding wordt
weergegeven.
Vervoer van lange of grote
voorwerpen
Druk op de knop van de centrale
vergrendeling om met geopende achterklep
en vergrendelde portieren te kunnen rijden.
Anders hoort u de sloten terugspringen
telkens wanneer de auto harder dan 10
km/h rijdt en wordt er een waarschuwing
weergegeven.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening
of elektronische sleutel
verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de
sleutelcode naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en
de transpondercode uitlezen, waardoor er een
nieuwe sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
Een storing in de afstandsbediening.
–
De accu van de auto is leeg.
–
De auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem
mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
► Steek de sleutel in het portierslot.
► Draai de sleutel in de richting van
de voorzijde / achterzijde om de auto te
ontgrendelen / vergrendelen.
►
Draai de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals naar de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als de auto is uitgerust met een alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
klinkt de sirene bij het openen van de
deur. De sirene stopt als het contact wordt
ingeschakeld.
Centrale vergrendeling
werkt niet
Gebruik deze procedures in de volgende
situaties:
–
Storing in de centrale vergrendeling.
–
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-
vergrendelingssysteem moet de accu
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig
is vergrendeld.
Bestuurdersportier
► Draai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om deze te vergrendelen
Page 35 of 292

33
Toegang tot de auto
2of in de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen
► Trek aan de binnenportiergreep.
Vergrendelen
► Open de portieren.
► Controleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet is geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk.
►
V
erwijder het zwarte dopje op de zijkant
van het portier met behulp van de sleutel.
►
Steek de sleutel zonder te forceren in de
opening en draai het slot richting de binnenkant
van het portier
.
►
V
erwijder de sleutel en plaats de zwarte dop
terug.
►
Sluit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
Vervangen van de batterij
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven zodra de batterij moet worden
vervangen.
Batterijtype: CR2032 / 3 V.
► Wip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los en zet het
deksel omhoog.
►
V
erwijder de lege batterij.
►
Plaats de nieuwe batterij en let goed op de
plus- en minkant. Steek de batterij eerst in de
contacten in de hoek en klik het deksel daarna
erop.
►
Synchroniseer de afstandsbediening.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening .
Gooi batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever ze in bij een speciaal
inzamelpunt.
De afstandsbediening
resetten
Na het vervangen van de batterij of bij een
storing moet de afstandsbediening mogelijk
worden gereset.
► Steek de mechanische sleutel (uit de
afstandsbediening) in het slot om de auto te
openen.
►
Houd de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom totdat u het
contact hebt aangezet.
►
Zet bij een auto
met een handgeschakelde
versnellingsbak
de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
Page 36 of 292

34
Toegang tot de auto
► Steek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
► Verplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Als de centrale vergrendeling niet werkt,
moet de accu worden losgekoppeld om
de bagageruimte te kunnen vergrendelen
zodat de auto volledig is vergrendeld.
Handsfree achterklep
De elektrisch bedienbare achterklep mag alleen
worden geopend of gesloten als de auto stilstaat.
► Bij een auto met een automatische
transmissie: trap met de selectiehendel in stand
P op het rempedaal.
►
Zet het contact aan door op de toets
START/
STOP
te drukken.
Als de storing na het resetten niet is verholpen,
neem zo snel mogelijk contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Portieren
Openen
Van buitenaf
► Wanneer u de auto hebt ontgrendeld of de
elektronische sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich in de detectiezone bevindt,
trekt u aan de portierhandgreep.
Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend.
Van binnenuit
► Trek aan de binnenportiergreep van een
portier; de auto wordt dan volledig ontgrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling is geactiveerd:
–
W
anneer het bestuurdersportier wordt
geopend, wordt alleen het bestuurdersportier
ontgrendeld (als de auto nog niet volledig was
ontgrendeld).
–
W
anneer een van de passagiersportieren
wordt geopend, wordt de auto volledig
ontgrendeld.
Sluiten
Als een van de portieren niet goed is gesloten, gaat dit waarschuwingslampje
branden, samen met een melding als de motor
draait en een geluidssignaal als de auto harder
dan 10 km/h rijdt.
Achterklep
Openen van de achterklep
► Druk op de middelste knop van de
achterklep wanneer de auto is ontgrendeld,
of wanneer de elektronische sleutel zich in de
detectiezone bevindt.
►
Open de achterklep.
Als de selectieve ontgrendeling is geactiveerd, moet de elektronische
sleutel zich bij de achterzijde van de auto
bevinden.
De achterklep is niet geschikt voor de
bevestiging van een fietsendrager.
Sluiten van de achterklep
► Trek de achterklep omlaag met behulp van
de handgrepen aan de binnenzijde van de klep.
►
Laat de handgrepen los en duw de
achterklep dicht.
Bij een storing of wanneer de achterklep
lastig opent en sluit, moet u de auto
onmiddellijk door een PEUGEOT-dealer of in
een gekwalificeerde werkplaats laten nakijken
om te voorkomen dat het probleem verergert
en de achterklep plotseling dicht valt, waarbij
ernstig letsel kan ontstaan.
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing van de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
► Klap de achterbank naar voren om bij het slot
in de bagageruimte te komen.
Page 37 of 292

35
Toegang tot de auto
2
► Steek een kleine schroevendraaier in de
opening A
van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
►
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Als de centrale vergrendeling niet werkt, moet de accu worden losgekoppeld om
de bagageruimte te kunnen vergrendelen
zodat de auto volledig is vergrendeld.
Handsfree achterklep
De elektrisch bedienbare achterklep mag alleen
worden geopend of gesloten als de auto stilstaat.
Controleer of er voldoende ruimte achter
de auto is om de elektrisch bedienbare
achterklep te openen.
Steek uw vinger nooit in het
vergrendelingssysteem van de elektrisch
bedienbare achterklep – kans op ernstig
letsel!
Beveiliging tegen beknellen
De elektrisch bedienbare achterklep is voorzien
van een obstakeldetectiesysteem. Als de klep
op een obstakel stuit, wordt de beweging van de
klep automatisch door dit systeem onderbroken
waarna de klep een klein stukje terug beweegt
zodat het obstakel kan worden verwijderd.
Let op: deze beveiliging tegen beknellen werkt
niet aan het einde van de sluitbeweging van
de klep (vanaf ongeveer 1
cm vóór het volledig
sluiten van de klep).
Om letsel door beknelling vóór en tijdens
het openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep te voorkomen:
–
moet u erop letten dat niemand zich in de
buurt van de achterzijde van de auto bevindt.
–
houdt u de achterpassagiers in de gaten,
met name kinderen.
Fietsendrager / trekhaak
De elektrisch bedienbare achterklep is
niet geschikt voor de bevestiging van een
fietsendrager.
Als een fietsendrager op de trekhaak is
bevestigd en de kabel ervan is aangesloten op
de trekhaakaansluiting, wordt de werking van de
elektrisch bedienbare achterklep automatisch
uitgeschakeld.
Bij gebruik van een niet door PEUGEOT
goedgekeurde trekhaak of fietsendrager moet de
werking van de elektrisch bedienbare achterklep
worden uitgeschakeld.
Page 38 of 292

36
Toegang tot de auto
Elektrische bediening
Elektrische bediening van de achterklep
wordt in het menu Rijverlichting/Auto op
het touchscreen ingesteld.
U kunt de achterklep op verschillende manieren
openen of sluiten:
A. Met de elektronische sleutel van het systeem
Keyless entry and start.
B. Met de schakelaar aan de buitenzijde van de
achterklep.
C. Met de knop aan de binnenzijde van de
achterklep.
* Afhankelijk van de uitvoering. D.
Met de toets op het dashboard*.
E. Door de functie "Handsfree toegang", onder
de achterbumper , te gebruiken.
Openen/sluiten
► Houd de middelste knop
A van de
elektronische sleutel ingedrukt.
of
►
Druk kort op schakelaar B
aan de buitenzijde
van de achterklep terwijl u de elektronische
sleutel bij u hebt.
of
►
Druk kort op schakelaar C
aan de binnenzijde
van de achterklep (alleen voor het sluiten).
of
►
Druk twee keer achter elkaar op schakelaar
D
op het dashboard.
of
►
Gebruik de functie Handsfree toegang E
door
een snelle voetbeweging te maken onder de
achterbumper bij de kentekenplaat terwijl u de
elektronische sleutel bij u hebt.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de handsfree-functieHandsfree
toegang.
De achterklep gaat volledig open
(standaardinstelling) of tot de vooraf
opgeslagen positie.
Als de elektrische werking van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt de achterklep door
deze acties op een kier gezet.
Wanneer de auto is vergrendeld, zal het
openen van de bagageruimte.met schakelaar
A, B of E de auto ontgrendelen. Als selectieve
ontgrendeling is geactiveerd voordat de
bagageruimte wordt geopend, gaat alleen de
bagageruimte open.
Door de achterklep met de functie Handsfree
toegang te sluiten kunt u de gehele auto
vergrendelen.
U kunt het openen of sluiten van de
achterklep op elk moment onderbreken.
Als u nogmaals een van deze methoden
gebruikt, wordt de beweging onderbroken.
Als u na het onderbreken van de beweging
weer een van de methoden gebruikt, wordt de
beweging omgekeerd.
Handsfree-functie ("Handsfree
toegang")
Terwijl u de elektronische sleutel bij u hebt ,
opent, sluit of stopt deze functie de beweging
van de achterklep wanneer u een voetbeweging
onder de achterbumper maakt.
Page 39 of 292

37
Toegang tot de auto
2De functie "Handsfree achterklep/
toegang" stelt u in via het menu
Rijverlichting/Auto op het touchscreen
Zorg ervoor dat u stabiel staat wanneer u
de voetbeweging onder de achterbumper
maakt.
Raak het mogelijk warme uitlaatsysteem niet
aan – kans op brandwonden!
Plug-in hybride
Deze functie is niet beschikbaar als de
auto is aangesloten.
► Ga achter de auto bij de kentekenplaat
staan en maak een voetbeweging in de
detectiezone
"OK".
Maak een vloeiende en niet te snelle
voetbeweging voorwaarts, waarbij uw voet
verticaal beweegt van beneden naar boven. Haal
de voet voldoende omhoog en haal hem meteen
weer weg.
Wanneer de voetbeweging is gedetecteerd,
gaan de richtingaanwijzers aan en klinkt er een
geluidssignaal.
Zijwaartse voetbewegingen werken niet.
Als de voetbeweging niet is
gedetecteerd, wacht dan minimaal 2
seconden voordat u het weer probeert.
Voer geen herhaaldelijke voetbewegingen uit.
Gaat de achterklep niet open, controleer dan of:
–
de functie is geactiveerd.
–
u de elektronische sleutel bij u hebt en dat
deze zich buiten de auto en in de detectiezone
aan de achterzijde bevindt.
–
de voetbeweging is uitgevoerd in de
detectiezone, dicht bij de bumper
.
–
u uw voet snel genoeg bij de bumper vandaan
hebt gehaald.
Automatische vergrendeling met de
handsfree-functie
► Druk op deze toets om de automatische
vergrendeling van de auto bij het sluiten van
de achterklep met de handsfree-functie in/uit te
schakelen.
Het groene controlelampje brandt om aan te
geven dat de functie is ingeschakeld.
Page 40 of 292

38
Toegang tot de auto
Als de storing wordt veroorzaakt door de accu,
wordt aanbevolen deze opnieuw op te laden of
te vervangen bij gesloten achterklep.
In deze situatie is wellicht veel kracht nodig om
de achterklep te sluiten.
► Sluit de achterklep voorzichtig (zo langzaam
mogelijk) zonder hem dicht te slaan door op het
midden van de achterklep te duwen.
Sluit de achterklep niet door op een van
de zijkanten te duwen, dit kan schade
veroorzaken!
Gebruiksvoorschriften
Om te voorkomen dat de achterklep
ongewenst opengaat bij het gebruik van
de trekhaak:
– Schakel vooraf de Handsfree toegang-
functie uit via het configuratiemenu van de
auto.
– Of verwijder de elektronische sleutel uit de
detectiezone als de achterklep is gesloten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de trekhaak met
eenvoudig afneembare kogel.
Onder winterse omstandigheden
Om bedieningsproblemen te voorkomen,
moet sneeuw van de achterklep worden
verwijderd voordat deze automatisch wordt
geopend.
Adviezen over de handsfree-functie (Handsfree toegang)
Als het systeem niet werkt, controleer dan of
de elektronische sleutel wellicht wordt gestoord
door hoogfrequente signalen (bijvoorbeeld van
een smartphone).
De functie kan worden uitgeschakeld bij zware
regenval en als er een laag sneeuw op de
achterklep ligt.
De functie werkt wellicht niet correct bij een
prothesebeen.
In sommige gevallen gaat de achterklep mogelijk
vanzelf open of dicht, met name:
–
bij het vast- of loskoppelen van een
aanhanger;
–
bij het bevestigen of verwijderen van een
fietsendrager;
–
bij het plaatsen of verwijderen van fietsen op /
van een fietsendrager;
–
wanneer u iets neerzet of optilt achter de auto;
–
wanneer een dier de achterbumper nadert;
–
als de auto wordt gewassen;
–
bij het uitvoeren van onderhoud aan de auto;
–
bij het pakken van het reservewiel.
Houd de elektronische sleutel uit de buurt van de
detectiezone of deactiveer de handsfree-functie
om dergelijke problemen te voorkomen.
Trekhaak
De montage van een trekhaak kan het
detectiesysteem verstoren.
Om te voorkomen dat de achterklep
ongewenst opengaat bij het gebruik van de
trekhaak:
►
verwijder de elektronische sleutel uit de
detectiezone als de achterklep is gesloten.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de trekhaak met eenvoudig
afneembare trekhaakkogel .
Opslaan van een
openingshoek
Voor het opslaan van de positie voor het
beperken van de openingshoek bij een elektrisch
bedienbare achterklep:
►
open de achterklep handmatig of door op de
knop te drukken tot de gewenste hoek.
►
houd de knop C
of de knop B aan de
buitenzijde langer dan 3 seconden ingedrukt
(het opslaan wordt bevestigd door een kort
geluidssignaal).
Opslaan is alleen mogelijk vanaf een
openingshoogte groter dan of gelijk aan
1 meter tussen de onderste en bovenste
positie van de achterklep.
Voor het wissen van de opgeslagen
openingshoek:
►
open de achterklep tot een willekeurige
positie.
►
houd de knop C
of de knop B aan de
buitenzijde langer dan 3 seconden ingedrukt
(het wissen wordt bevestigd door een kort
geluidssignaal).
Handmatige bediening
De achterklep kan met de hand worden
bewogen, zelfs als de elektrische werking
ingeschakeld is.
De achterklep mag niet bewegen.
Bij het handmatig openen en sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep is er geen
ondersteuning van gasveren. Het is daarom
normaal dat u weerstand ondervindt bij het
openen en sluiten.
Als de achterklep herhaaldelijk elektrisch wordt geopend en gesloten, kan het
voorkomen dat de elektromotor te warm wordt
waardoor elektrische bediening tijdelijk niet
meer mogelijk is.
Wacht ten minste 10 minuten met het
bedienen van de achterklep om de
elektromotor te laten afkoelen.
Bedien de achterklep handmatig als u niet zo
lang wilt wachten.
Handmatig sluiten van
de elektrisch bedienbare
achterklep bij een storing
Deze procedure is alleen nodig in het geval
van een storing van de achterklepmotor.