traction control PEUGEOT 5008 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2021Pages: 292, PDF Size: 9.42 MB
Page 95 of 292

93
Veiligheid
5Laat het systeem controleren door het 
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats.
Als dit waarschuwingslampje samen met de waarschuwingslampjes  STOP  en ABS 
gaat branden, in combinatie met een melding en 
een geluidssignaal, dan is er een storing in de 
EBD.
Zet de auto stil.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige 
plaats en zet het contact af.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de wielen (banden en velgen) 
moeten worden vervangen, zorg er dan 
voor dat er wielen worden gemonteerd die 
voor uw auto zijn goedgekeurd.
Na een aanrijding
Laat het systeem controleren door 
het PEUGEOT-netwerk of door een 
gekwalificeerde werkplaats.
Noodremassistentie (BAS)
Dit systeem beperkt de afstand bij een noodstop 
door de remdruk te optimaliseren. 
Het wordt geactiveerd in verhouding tot de 
snelheid waarmee het rempedaal wordt 
ingedrukt. Het systeem zorgt er dan voor dat de 
benodigde bedieningskracht minder wordt en dat 
de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Intelligent Traction Control
Afhankelijk van de uitvoering is de auto uitgerust 
met een systeem dat zorgt voor extra tractie 
op besneeuwde wegen:  Intelligent Traction 
Control.
Deze functie signaleert situaties met weinig grip, 
zoals wegrijden en voortbewegen van de auto 
in verse en diepe sneeuw of over platgereden 
sneeuw.
In dergelijke omstandigheden zorgt dit systeem 
dat de voorwielen minder doorslippen, voor een 
optimale grip en bestuurbaarheid.
Bij gladheid raden wij u aan om op 
winterbanden te rijden.
Antispinregeling  (ASR) / Dynamische 
stabiliteitscontrole (DSC)
De antispinregeling (of tractieregeling) 
optimaliseert de tractie door het motorkoppel 
te regelen en de remmen van de aangedreven 
wielen te bedienen om te voorkomen dat een 
of meerdere wielen gaan spinnen. Bovendien 
verbetert dit systeem de koersstabiliteit van de 
auto. 
Als er een verschil is tussen de koers van 
de auto en de door de bestuurder gewenste 
koers, grijpt de dynamische stabiliteitsregeling 
automatisch in op het motorkoppel en remt 
een of meerdere wielen af zodat de auto weer  de juiste koers volgt, in zoverre dit binnen de 
natuurkundige wetten mogelijk is.
Deze systemen worden automatisch geactiveerd 
zodra de motor wordt gestart.
Deze systemen worden geactiveerd bij 
een probleem met de grip of de koers van 
de auto (het waarschuwingslampje knippert op 
het instrumentenpaneel).
Uitschakelen/weer inschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto 
bijvoorbeeld vastzit in modder of sneeuw, of in 
mulle grond) kan het nuttig zijn om het ASR-
systeem uit te schakelen, zodat de wielen 
kunnen spinnen en weer grip kunnen krijgen.
Schakel het systeem weer in zodra er weer 
voldoende grip is.
Dit kan worden ingesteld via het menu 
Rijverlichting/Auto  van het touchscreen.
Dit controlelampje op het 
instrumentenpaneel gaat branden en er 
wordt een melding weergegeven om het 
uitschakelen te bevestigen.
Het ASR-systeem wordt automatisch weer 
ingeschakeld telkens als het contact wordt 
aangezet of als er een snelheid van meer dan 
50
 
km/h wordt bereikt.
Bij een snelheid lager dan 50 km/h moet 
handmatig opnieuw worden ingeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit 
waarschuwingslampje op het