ESP Peugeot 508 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2014Pages: 352, PDF Size: 13.66 MB
Page 3 of 352

WELKOM
Symbolen
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwingen weer die u absoluut dient te respecteren omwille van uw veiligheid en die van anderen en om schade aan uw auto te voorkomen.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht op aanvullende informatie die u helpt de gebruiksmogelijkheden van uw auto optimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu.
Verwijzing:
dit symbool ver wijst naar de bladzijde waar meer informatie over de desbetref-fende functie is te vinden.
Wij danken u voor uw keuze voor de 508. Dit instructieboekje is ontwikkeld om u in de ge-legenheid te stellen onder alle omstandigheden optimaal gebruik te maken van de mogelijkhe-den van uw auto. In het eerste deel van het boekje is de belangrijkste
informatie samengevat om u in korte tijd vertrouwd te maken met de bediening van uw auto. Vervolgens komen alle details van uw auto op het gebied van comfort, veiligheid en prakti-sche informatie uitgebreid aan bod, zodat u en uw passagiers maximaal van de auto kunnen genieten.
Elk geleverd model kan, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de carrosserievarianten, de uitvoeringen en de specifieke kenmerken voor het land waarvoor de auto bestemd is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde uitrustingen zijn voorzien.
508_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2014
Page 5 of 352

.
.
Inhoud
Kinderzitjes 153
ISOFIX-kinderzitjes 160
Kinderbeveiliging 164
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Richtingaanwijzers 165
Urgence-oproep of Assistance-oproep 166
Claxon 166
Controlesysteem bandenspanning 167
ESP-systeem 169
Veiligheidsgordels 172
Airbags 175
Veiligheid
Bandenreparatieset 179
Wiel verwisselen 185
Een lamp vervangen 192
Zekeringen vervangen 201
12V- ac c u 20 5
Eco-mode 208
Wisserbladen vervangen 209
Slepen van uw auto 210
Trekken van een aanhanger 212
Allesdragers monteren 214
Accessoires 215
Praktische informatie
Openen van de motorkap 218
Brandstoftank leeg (Diesel) 219
Benzinemotoren 221
Dieselmotoren 222
BlueHDi-dieselmotoren 224
Niveaus controleren 225
Controles 228
Additief AdBlue® voor Blue HDi ® voor Blue HDi ®
dieselmotoren 230
Onderhoud
Benzinemotoren 235
Gewichten (benzine) 236
Dieselmotoren 238
Gewichten (diesel) 242
Afmetingen 246
Identifi catie 247
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 249
JBL Hifi -systeem 251
Peugeot Connect Nav+ 253
Audio-installatie 307
Audio en telematica
Index
Visuele index
Page 32 of 352

30
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent. Storing in het CDS-/ASR-systeem, tenzij deze is uitgeschakeld (toets ingedrukt en verklikkerlampje van de toets brandt).
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose motor knippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveau permanent, met de wijzer in het rode gebied.
Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 7 liternog ongeveer 7 liternog ongeveer brandstof in de 7 liter brandstof in de 7 litertank. Vanaf dit moment worden de laatste liters brandstof in de tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt. Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken.
Antiblokkeersysteem (ABS) permanent. Er is een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 34 of 352

32
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting knippert. Er is een storing in de bochtverlichting. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel(s) niet vastgemaakt of weer losgemaakt
permanent, en knippert vervolgens in combinatie met een in volume toenemend geluidssignaal.
Een van de veiligheidsgordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Bandenspanning te laag permanent. De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning. De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+ knipperend en vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje Service.
Het controlesysteem voor de bandenspanning is defect of de sensor van een van de wielen wordt niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 68 of 352

66
DIESEL
Toegang tot de auto
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen van het type E10 en E24 (deze bevatten resp. 10% en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376. Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn
EN 15293. Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met een ethanolgehalte tot 100% (type E100), worden alleen verkocht in Brazilië. Alleen auto's die in Rusland worden verkocht, kunnen rijden op loodvrije benzine met een octaangetal van 92 RON.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%). Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt worden nageleefd. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden (kans op schade aan de motor en het brandstofcircuit).
Page 75 of 352

3
73
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Neerklappen van de
achterbank via de achterzijde
Zorg ervoor dat de beweging van de bank niet kan worden gehinderd door voorwerpen die zich op of onder de bank bevinden.
Terugplaatsen van de achterbank
Zet de rugleuning rechtop en vergrendel
deze, de zitting komt dan vanzelf op zijn plaats, controleer of het rode vlak ter hoogte van ontgrendeling 1 niet meer zichtbaar is, zet de hoofdsteunen weer in de hoogste stand of plaats deze terug.
Schuif de voorstoel indien nodig naar
voren, controleer of de veiligheidsgordel langs de rand van de rugleuning loopt, zet de hoofdsteunen in de laagste stand of ver wijder deze indien nodig,
trek de hendel 1 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen en klap deze vervolgens naar voren.
Let erop dat bij het terugplaatsen van de achterbank de veiligheidsgordels niet klem komen te zitten en dat de gesphouders op de juiste plek komen te zitten.
Page 86 of 352

84
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Bagagenet voor hoge belading
Het net, dat aan de specifieke bovenste en onderste bevestigingen wordt vastgemaakt, zorgt ervoor dat de auto tot aan het dak kan worden beladen: - achter de voorstoelen (1e zitrij) wanneer de achterbank is neergeklapt, - achter de achterbank (2e zitrij).
Klap de achterbank niet op wanneer de oprolautomaat van het net op de rugleuning van de neergeklapte achterbank is bevestigd. plaats de oprolautomaat van het net boven de twee rails (op de achterzijde van de neergeklapte achterbank), de twee inkepingen A moeten boven de twee rails B zijn geplaatst. Schuif de twee rails B in de inkepingen A en druk de oprolautomaat (in lengterichting) van rechts
naar links om deze te blokkeren, controleer of het net goed is vastgemaakt en goed gespannen is,
klap de achterbank neer, rol het bagagenet voor hoge belading uit zonder het strak te spannen, plaats een van de uiteinden van de metalen stang van het net in de desbetreffende bovenste bevestiging 1 , trek aan de metalen stang van het net om het andere uiteinde in de andere bovenste bevestiging 1 te plaatsen.
1e zitrij
(SW)
Page 87 of 352

3
85
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
rol de bagageafdekking op en verwijder deze vervolgens, plaats het linker uiteinde van de oprolautomaat 2 in de steun van de bagageafdekking, plaats het rechter uiteinde van de oprolautomaat 2 in de steun van de bagageafdekking, vergrendel deze vervolgens (rode markering), rol het bagagenet voor hoge belading vanaf de achterbank uit, duw er daarbij tegenaan om het net los te maken uit de bevestigingshaken,
plaats een van de uiteinden van de metalen stang van het net in de desbetreffende bovenste bevestiging 3 , trek aan de metalen stang van het net en plaats het andere uiteinde in de andere bovenste bevestiging 3 , controleer of het net goed is vastgemaakt
en goed gespannen is.
2e zitrij
Page 156 of 352

154
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het vervoeren met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel voor wordt geplaatst, de passagiersstoel voor wordt geplaatst, de passagiersstoel voormoet de airbag aan passagierszijde zijn uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het kind bij het afgaan van de airbag ernstig of
dodelijk gewond raken .
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voorwordt geplaatst, moet de stoel in de achterste stand van de voor-/achter waartse verstelling worden gezet, in de hoogste stand en met de rugleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
Let erop dat de veiligheidsgordel goed aansgespannen is.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren.
Page 161 of 352

6
159
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren. Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van
de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt. Als de hoofdsteun verwijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Adviezen voor kinderzitjes
Laat uit veiligheidsoverwegingen: - geen kinderen zonder toezicht achter in een auto, - nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat, - de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren en de portierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden vervoerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.