ABS Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2018Pages: 320, PDF Size: 10.22 MB
Page 20 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 18
Distance Alert/
Active Safety
BrakeBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een
melding. Het systeem is uitgeschakeld via het
touchscreen (menu Rijden
/Auto ).
Knippert. Het systeem Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 18
Distance Alert/
Active Safety
BrakeBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een
melding. Het systeem is uitgeschakeld via het
touchscreen (menu Rijden
/Auto ).
Knippert. Het systeem](/img/29/28133/w960_28133-19.png)
18
Distance Alert/
Active Safety
BrakeBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een
melding. Het systeem is uitgeschakeld via het
touchscreen (menu Rijden
/Auto ).
Knippert. Het systeem is in werking. De auto remt kort af om de snelheid van de aanrijding
met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal.Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Antiblokkeer-
systeem (ABS) Brandt permanent.
Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid en voer (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Dynamische
stabiliteits-
controle (DSC)/
antispinregeling
(ASR) Brandt permanent.
De functie is uitgeschakeld. De functie DSC/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en bij ongeveer 50 km/h.
Bij snelheden tot 50
km/h kunt u het systeem
handmatig weer inschakelen.
Dynamische
stabiliteits-
controle (DSC)/
antispinregeling
(ASR) Knippert.
Het DSC-/ASR-systeem grijpt in als
er sprake is van verlies van grip of
koersstabiliteit.
Brandt permanent. Storing in het DSC-/ASR-systeem. Voer (3) uit.
+
Distance Alert/
Active Safety
Brake Brandt permanent.
Er is een storing in het systeem. Als deze lampjes gaan branden nadat de motor is
afgezet en opnieuw is gestart, voer dan (3) uit.
Instrumentenpaneel
Page 102 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 100
Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Peugeot Connect
Assistance
** Afhankelijk van de geografische dekking van de functie "Peugeot Connect SOS" en
de fu Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 100
Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Peugeot Connect
Assistance
** Afhankelijk van de geografische dekking van de functie "Peugeot Connect SOS" en
de fu](/img/29/28133/w960_28133-101.png)
100
Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Peugeot Connect
Assistance
** Afhankelijk van de geografische dekking van de functie "Peugeot Connect SOS" en
de functie "Peugeot Connect Assistance",
en van de officiële landstaal die door de
eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
PEUGEOT CONNECT-diensten kunt u bij uw
verkooppunt opvragen of op de website voor
uw land bekijken. Druk langer dan 2 seconden op
deze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep
is verstuurd**.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie weer inschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Peugeot Connect SOS"
en "Peugeot Connect Assistance" te drukken
en ver volgens op de toets "Peugeot Connect
Assistance" te drukken om te bevestigen. Wanneer u uw auto buiten het PEUGEOT-
netwerk hebt gekocht, raden wij u aan de
aanwezigheid van deze diensten bij het
netwerk te laten controleren en eventueel
configureren. In een meertalig land kunt
u het systeem laten configureren in de
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenen, zoals het
verbeteren van de PEUGEOT CONNECT-
diensten voor de klant, behoudt de
fabrikant zich het recht voor om op elk
willekeurig moment het telematicasysteem
in de auto te wijzigen. Indien u gebruikmaakt van de dienst
Peugeot Connect Packs met SOS-pakket
en pechhulpser vice, beschikt u over
aanvullende diensten via uw persoonlijke
pagina op de landelijke website.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP)
Begrippen
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Peugeot Connect SOS"
en "Peugeot Connect Assistance" te drukken
en ver volgens op de toets "Peugeot Connect
Assistance" te drukken om te bevestigen. Het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP)
omvat de volgende systemen:
-
A
ntiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar (EBD).
-
N
oodremassistentie (BAS).
-
A
ntispinregeling (ASR).
-
D
ynamische stabiliteitscontrole (DSC).
-
A
anhangerstabiliteitscontrole (TSA)
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en voor een betere controle in
bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De EBD verdeelt de remdruk over de wielen.
Veiligheid
Page 103 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 101
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (EBD)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS.
De normale remwerking blijft behouden.
Noodremassistentie ( Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 101
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (EBD)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS.
De normale remwerking blijft behouden.
Noodremassistentie (](/img/29/28133/w960_28133-102.png)
101
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (EBD)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS.
De normale remwerking blijft behouden.
Noodremassistentie (BAS)
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt er voor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antispinregeling (ASR)
Dit systeem past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(DSC)
Dit systeem houdt de vier wielen in de gaten
en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van
de door de bestuurder gewenste richting,
automatisch in via de remmen van een of
meerdere wielen en het motorkoppel om de
auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
Aanhangerstabiliteitscontrole
(TSA)
Dit systeem helpt de auto onder controle te
houden bij het trekken van een aanhanger,
om
de kans op slingeren te verkleinen. Rijd
wel voorzichtig en matig uw snelheid.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als dit lampje en de lampjes
STOP en ABS gaan branden in
combinatie met een melding en
een geluidssignaal, duidt dit op
een storing in de elektronische
remdrukregelaar (EBD).
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als het antiblokkeersysteem ingrijpt, kunt
u trillingen in het rempedaal voelen; dit is
normaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop
zeer krachtig in en laat het niet los.
Zorg er bij vervanging van de wielen (banden
en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd
die voor uw auto zijn gehomologeerd.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Antispinregeling
(ASR)/Dynamische
stabiliteitscontrole (DSC)
Werking
Deze systemen worden automatisch
geactiveerd zodra de motor wordt gestart.
Deze systemen treden in werking zodra de
wielen te weinig grip of tractie hebben. In dat geval gaat dit lampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond
enz.) kan het nuttig zijn het ASR-systeem uit te
schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen.
Schakel het systeem weer in zodra de
gripomstandigheden dit toelaten.
5
Veiligheid
Page 133 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 131
F Laat de hendel en het rempedaal los.
Vanaf dit moment kan de parkeerrem alleen
handmatig met behulp van de hendel worden
aangetrokken en vrijgezet.
Herhaal deze procedure om de automatische
w Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 131
F Laat de hendel en het rempedaal los.
Vanaf dit moment kan de parkeerrem alleen
handmatig met behulp van de hendel worden
aangetrokken en vrijgezet.
Herhaal deze procedure om de automatische
w](/img/29/28133/w960_28133-132.png)
131
F Laat de hendel en het rempedaal los.
Vanaf dit moment kan de parkeerrem alleen
handmatig met behulp van de hendel worden
aangetrokken en vrijgezet.
Herhaal deze procedure om de automatische
werking weer in te schakelen.
Het inschakelen van de automatische werking
wordt bevestigd door het doven van het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel.
Noodremfunctie
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij
uitzonderlijke situaties (bijv. wanneer de
bestuurder onwel wordt), kan de auto worden
afgeremd door aan de hendel te trekken en
deze vast te houden. De auto wordt afgeremd
zolang aan de hendel wordt getrokken en het
remmen stopt als de hendel wordt losgelaten.
De systemen ABS en DSC zorgen er voor
dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing in het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de
melding "Parkeerrem defect" op het
instrumentenpaneel.
Handgeschakelde
6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5e of de
6e versnelling
F Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5e of de 6e
versnelling in te schakelen.
Doet u dit niet, dan kan de versnellingsbak
zwaar beschadigd raken (per ongeluk
inschakelen van de 3
e of 4e versnelling).
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst naar
links en dan naar voren.
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in de
neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Bij een storing in de systemen ABS en DSC,
aangegeven door het branden van een van
deze twee lampjes op het instrumentenpaneel,
kan de stabiliteit van de auto niet meer worden
gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel te trekken en deze
weer los te laten tot de auto stilstaat.
Automatische transmissie
( E AT 6 / E AT 8)
Automatische transmissie met zes of acht
versnellingen en een impulsselectiehendel.
De
transmissie biedt ook de mogelijkheid
tijdelijk handmatig te schakelen met de
schakelflippers aan de stuurkolom.
6
Rijden
Page 180 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 178
Door gebruik te maken van vier extra sensoren
aan de zijkant van de voor- en achterbumper,
registreert het systeem de positie van de vaste
obstakels tijdens het manoeuvreren en geeft
een signa Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 178
Door gebruik te maken van vier extra sensoren
aan de zijkant van de voor- en achterbumper,
registreert het systeem de positie van de vaste
obstakels tijdens het manoeuvreren en geeft
een signa](/img/29/28133/w960_28133-179.png)
178
Door gebruik te maken van vier extra sensoren
aan de zijkant van de voor- en achterbumper,
registreert het systeem de positie van de vaste
obstakels tijdens het manoeuvreren en geeft
een signaal wanneer de obstakels de zijkant
van de auto naderen.Alleen vaste obstakels worden correct
aangegeven. Bewegende objecten,
gedetecteerd aan het begin van de
manoeuvre, kunnen per ongeluk worden
aangegeven. Bewegende objecten die
aan de zijkanten van het auto verschijnen
en niet vooraf geregistreerd zijn, worden
echter niet aangegeven.
Uitschakelen/inschakelen
Deze functie kan gedeactiveerd en
geactiveerd worden via het menu
Rijden /Auto van het touchscreen.
De status van de functie wordt opgeslagen bij
het afzetten van het contact. Het parkeerhulpsysteem achter wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer
een aanhanger of fietsdrager wordt
aangekoppeld aan een trekhaak, die
overeenkomstig de voorschriften van de
fabrikant is gemonteerd.
In dat geval wordt de omtrek van een
aanhanger weergeven aan de achterzijde
van het beeld van de auto.
De parkeerhulp is uitgeschakeld wanneer de
functie Park Assist en Full Park Assist bezig is
de beschikbare ruimte van een parkeerplaats
te meten.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor
meer informatie over het Park Assist en het
Full Park Assist .Beperkingen van de werking
- Bepaalde obstakels die aanvankelijk wel
worden gedetecteerd, worden mogelijk
niet meer gedetecteerd als ze zich in de
dode hoek van het detectiebereik van de
sensoren bevinden.
-
B
epaalde omgevingsgeluiden, zoals lawaai
afkomstig van voertuigen en machines (bijv.
vrachtwagens, pneumatische boren enz.),
kunnen de sensoren van de auto verstoren.
-
B
epaalde materialen (stoffen) kunnen
geluidsgolven absorberen: hierdoor worden
voetgangers mogelijk niet gedetecteerd.
-
O
phopingen van sneeuw of dode bladeren
op de weg kunnen de sensoren van de auto
verstoren.
Aanbevelingen over
onderhoud
Zorg er voor dat de sensoren bij slecht
of winters weer niet bedekt zijn met
modder, ijs of sneeuw. Bij het inschakelen
van de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat de
sensoren vuil kunnen zijn.
Wassen met een hogedrukreiniger
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit op
minimaal 30 cm van de sensoren.
-
E
en aanrijding aan de voorzijde
of achterzijde van de auto kan de
sensorinstellingen verstoren, hetgeen niet
altijd door het systeem wordt vastgesteld:
afstandsmetingen kunnen hierdoor incorrect
zijn.
-
B
ij zware belading van de bagageruimte kan
de hoek van de auto de afstandsmetingen
verstoren.
-
D
e sensoren kunnen worden beïnvloed
door slechte weersomstandigheden (zware
regenval, dichte mist, sneeuwval, enz.).
Rijden
Page 189 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 187
Het manoeuvreersymbool wordt in het rood
weergegeven in combinatie met de melding
"Manoeuvre geannuleerd " op het touchscreen.
Een melding verzoekt de bestuurder om de
controle over de Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 187
Het manoeuvreersymbool wordt in het rood
weergegeven in combinatie met de melding
"Manoeuvre geannuleerd " op het touchscreen.
Een melding verzoekt de bestuurder om de
controle over de](/img/29/28133/w960_28133-188.png)
187
Het manoeuvreersymbool wordt in het rood
weergegeven in combinatie met de melding
"Manoeuvre geannuleerd " op het touchscreen.
Een melding verzoekt de bestuurder om de
controle over de auto terug te nemen.
De functie wordt na een paar seconden
uitgeschakeld, dit waarschuwingslampje
gaat uit en de functie keert terug naar
de begin weergave.
Einde van de inparkeer- of
de uitparkeermanoeuvre
De auto stopt zodra de manoeuvre is voltooid.
Het manoeuvreersymbool wordt in het rood
weergegeven in combinatie met de melding
" Manoeuvre voltooid " op het touchscreen.
De uitschakeling van de functie
wordt bevestigd door het doven van
dit lampje in combinatie met een
geluidssignaal. Bij het inrijden van een parkeerplek is het
mogelijk dat de bestuurder de manoeuvre moet
voltooien.
Werkingslimieten
- Het systeem kan een ongeschikte
parkeerplek voorstellen (parkeerverbod,
plaats waar werkzaamheden aan het
wegdek worden uitgevoerd, plaats naast
een greppel enz.).
-
H
et systeem kan aangeven dat een
plaats is gevonden, maar vermeldt deze
niet vanwege een vast obstakel aan de
tegenoverliggende zijde van de manoeuvre;
de auto kan geen traject voor het parkeren
volgen.
-
H
et systeem is niet ontworpen voor het
uitvoeren van parkeermanoeuvres bij
scherpe bochten.
-
H
et systeem detecteert geen
parkeerplekken die veel groter zijn dan
de auto zelf of die begrensd worden door
obstakels die te laag (trottoirbanden,
drempels enz.) of te dun (bomen, palen,
draadhekken enz.) zijn.
-
B
epaalde obstakels die aanvankelijk wel
worden gedetecteerd, worden mogelijk
niet meer gedetecteerd als ze zich in de
dode hoek van het detectiebereik van de
sensoren bevinden.
-
B
epaalde materialen (stoffen) kunnen
geluidsgolven absorberen: hierdoor worden
voetgangers mogelijk niet gedetecteerd. -
E
en aanrijding aan de voorzijde of achterzijde
van de auto kan de sensorinstellingen
verstoren, hetgeen niet altijd door het systeem
wordt vastgesteld: afstandsmetingen kunnen
hierdoor incorrect zijn.
- A ls de bagageruimte zwaar beladen is, kan
het aan de achterzijde door veren van de
auto de afstandsmetingen verstoren.
De sensoren en camera('s) van de auto kunnen
negatief worden beïnvloed door:
-
v
erzamelde sneeuw of gevallen bladeren op
het wegdek,
-
sl
echte weersomstandigheden (zware
regenval, dichte mist, sneeuwval),
-
g
eluidsverstoringen door lawaai van
voertuigen en machines (vrachtwagens,
pneumatische boren, enz.).
Gebruik de functie niet onder de volgende
omgevingsomstandigheden:
-
l
angs een zachte berm (greppel, enz.),
kade of een rand van een afgrond,
-
b
ij een glad wegdek (ijzel enz.).
Gebruik de functie niet bij de aanwezigheid
van een van de volgende storingen:
-
e
en te lage bandenspanning,
-
a
ls een van de bumpers is beschadigd,
-
a
ls een van de camera's defect is,
6
Rijden
Page 196 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 194
Werkingslimieten
- Het systeem kan een ongeschikte parkeerplaats voorstellen (parkeerverbod, plaats waar
werkzaamheden aan het wegdek worden
uitgevoerd, locatie naast een greppel enz.).
-
H
e Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 194
Werkingslimieten
- Het systeem kan een ongeschikte parkeerplaats voorstellen (parkeerverbod, plaats waar
werkzaamheden aan het wegdek worden
uitgevoerd, locatie naast een greppel enz.).
-
H
e](/img/29/28133/w960_28133-195.png)
194
Werkingslimieten
- Het systeem kan een ongeschikte parkeerplaats voorstellen (parkeerverbod, plaats waar
werkzaamheden aan het wegdek worden
uitgevoerd, locatie naast een greppel enz.).
-
H
et systeem kan aangeven dat er een plaats is
gevonden, maar biedt vervolgens niet aan om
in te parkeren omdat zich tegenover de zijde
van de manoeuvre een vast obstakel bevindt
waardoor de auto de manoeuvre niet kan
maken.
-
H
et systeem is niet ontworpen voor het
uitvoeren van parkeermanoeuvres op een steile
helling of in scherpe bochten.
-
H
et systeem detecteert geen parkeerplaatsen
die veel groter zijn dan de auto zelf of die
begrensd worden door obstakels die te laag
(trottoirbanden, drempels enz.) of te dun
(bomen, palen, draadhekken enz.) zijn.
-
B
epaalde obstakels die aanvankelijk wel worden
gedetecteerd, worden mogelijk niet meer
gedetecteerd als ze zich in de dode hoek van
het detectiebereik van de sensoren bevinden.
-
B
epaalde omgevingsgeluiden, zoals lawaai
afkomstig van voertuigen en machines (bijv.
vrachtwagens, pneumatische boren enz.),
kunnen de sensoren van de auto verstoren.
-
B
epaalde materialen (stoffen) kunnen
geluidsgolven absorberen: hierdoor worden
voetgangers mogelijk niet gedetecteerd.
-
O
phopingen van sneeuw of dode bladeren
op de weg kunnen de sensoren van de auto
verstoren. -
D
e werking van het systeem kan worden
verstoord door een incorrecte bandenspanning.
- E en aanrijding aan de voorzijde of achterzijde
van de auto kan de uitlijning van de sensoren
hebben veranderd, hetgeen niet altijd door het
systeem wordt vastgesteld: afstandsmetingen
kunnen hierdoor incorrect zijn.
-
B
ij zware belading van de bagageruimte kan de
hellingshoek van de auto de afstandsmetingen
verstoren.
-
D
e sensoren en camera('s) kunnen worden
beïnvloed door slechte weersomstandigheden
(zware regenval, dichte mist, sneeuwval).
-
D
e weergave van de Visiopark 1 of Visiopark 2
is een hulpsysteem dat nooit de alertheid van de
bestuurder vervangt.
Gebruik de functie niet onder de volgende
omgevingsomstandigheden:
-
l
angs een zachte berm (greppel, enz.),
kade of een rand van een afgrond,
-
b
ij een glad wegdek (ijzel enz.).
Gebruik de functie niet in een van de
volgende situaties:
-
w
anneer voorwerpen worden vervoerd
die langer zijn dan de auto (ladder op
de dakdragers, fietsendrager op de
achterklep enz.),
-
i
ndien een niet goedgekeurde trekhaak
gemonteerd is,
-
i
ndien sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
-
i
ndien een noodreservewiel wordt
gebruikt,
-
a
ls andere wielen dan de oorspronkelijke
zijn aangebracht,
-
n
a aanpassing van een of beide bumpers
(aanvullende bescherming enz.),
-
a
ls de sensoren opnieuw gespoten zijn
buiten het dealernetwerk.
-
b
ij gebruik van sensoren die niet voor uw
auto zijn goedgekeurd.
Gebruik de functie niet bij de
aanwezigheid van een van de volgende
storingen:
-
e
en te lage bandenspanning,
-
a
ls een van de bumpers is beschadigd,
-
a
ls een van de camera's defect is,
-
a
ls de remlichten niet werken.
Rijden
Page 309 of 320
![Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 245
12V-aansluiting .......................................... 75, 80, 84
180° zicht naar achteren ......................................182
180° zicht naar voren
............................... Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch) 245
12V-aansluiting .......................................... 75, 80, 84
180° zicht naar achteren ......................................182
180° zicht naar voren
...............................](/img/29/28133/w960_28133-308.png)
245
12V-aansluiting .......................................... 75, 80, 84
180° zicht naar achteren ......................................182
180° zicht naar voren
........................................... 182
A
Aanhanger .................................... 102-103, 125, 199
Aanhangergewichten ................................... 2
3 8 - 2 41
Aanjager, regeling
............................................. 68 -70
Aansluiten MirrorLink
..................................11 -12 , 1 9
Aansteker
............................................................... 75
ABS
....................................................................... 10
1
Accessoires
............................................ 98, 127, 204
Accu
.............................................................. 202, 208
Achterbank
....................................................... 63-64
Achterklep
.............................................................. 47
Achterklep sluiten ...................................... 36, 39, 48
Achterlichten ......................................................... 210
Achterportieren
.................................................... 12
3
Achterruitverwarming
............................................ 71
Achteruitrijcamera
......................................... 179 -181
Actief dodehoekbewakingssysteem
...................170
Actieradius AdBlue
® .......................................... 24 -25
Actieve motorkap
................................................. 109
Actieve vering
....................................................... 13 6
Active Safety Brake ........................18, 165 -166, 168
Active Suspension Control
.................................. 13 6
Adaptieve LED-technologie
.................................. 36
Ad
aptieve snelheidsregelaar
....................... 15
1, 15 3
Adaptieve snelheidsregelaar
met Stop-functie
................145, 152-15 5, 159, 161
AdBlue® .............................................. 16 , 24 -25, 210
AdBlue® bijvullen .................................................. 2 11
AdBlue®-reservoir ................................................ 2 11
Afmetingen ........................................................... 242
Afstandsbediening
............................... 35 -36, 38 - 40
Afstandsbediening, batterij vervangen
.................42
Airbags .................................... 20, 105 -10 6, 108, 112
Bluetooth (handsfree set) .....................13 -14, 27-2 8
Bluetooth (telefoon) ...............................13 -15 , 27-2 8
Bluetooth-verbinding ..................13 -15, 21-22, 27-28
Boordcomputer
................................................. 27-2 8
Boordgereedschap
................................................ 85
Brandstof
.............................................................. 197
Brandstofadditief
.................................................. 208
Brandstofniveaumeter
......................................... 198
Brandstoftank
............................................... 198 -19 9
Brandstof tanken
........................................... 197-19 9
Brandstofvuldop
................................................... 198
Brandstofvulklep
.......................................... 198 -19 9
Buitenspiegels
............................. 61- 6 2 , 71, 174 -176
C
CD ....................................................................... 9, 25
CD MP3 .............................................................. 9, 25
CD-/MP3-speler
..................................................... 25
Centrale vergrendeling
....................................38, 43
CHECK
................................................................... 26
Claxon
..................................................................... 99
Comfort-stand
...................................................... 13 6
Configuratie van de auto
.................................29
-33
Connectiviteit
.......................................................... 76
Contact
........................................................... 1 2 7, 2 9
Contact aangezet
................................................. 127
Controlelampjes
................................................ 1 0 -11
Controles
.............................................. 20
5, 208-209
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) –
Digitale radio .................................................... 8, 24
Dagteller ................................................................. 27
Dagteller resetten ................................................... 27
Dashboardkastje
.................................................... 75
Dashboardverlichting (dimmer)
............................. 27
Airbags vóór ................................................. 10 6 -108
Airconditioning ................................................. 66, 69
Airconditioning met gescheiden regeling
............. 67
A
larmknipperlichten
............................................... 98
A
larmsysteem
.................................................. 4
4, 46
Allesdragers
................................................. 20
3-204
Antiblokkeersysteem (ABS)
.........................10 0 -101
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
.............4 0, 125
Antispinregeling (ASR)
.......................... 1
8, 10 0 -102
Apple CarPlay-verbinding
...............................12, 18
Apple
®-speler ..................................................... 9, 26
Armsteun achter ..................................................... 80
Armsteun vóór
........................................................ 78
Audiokabel
.............................................................. 25
Audioversterker
...................................................... 76
A
utomatische airconditioning
................................70
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
................................................................ 67
Automatische transmissie
.... 13
1-13 6, 13 8 -13 9, 20 9
Automatisch noodremsysteem
.....18, 165 -166, 168
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom .............3, 3
AUX-aansluiting
................................................. 9, 25
B
Bagageafdekking .............................................. 81- 82
Bagagenet voor hoge belading .......................83-84
Bagageruimte
....................................... 4
7- 48, 50, 85
Banden
................................................................. 209
Banden oppompen
............................................. 209
Bandenspanning
.................................................. 20
9
Bandenspanning te laag (detectie)
..................... 14
0
Batterij afstandsbediening
.........................40, 42, 73
Bekerhouder
........................................................... 74
B
eladen ......................................................... 203-204
Benzinemotor
....................................... 197, 205, 239
Bijvullen AdBlue
® ................................................. 2 11
Binnenspiegel ......................................................... 62
BlueHDi
.................................................... 24 -26, 210
.
Trefwoordenregister