park assist Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2018Pages: 320, PDF Size: 10.22 MB
Page 4 of 320

2
.
.
Digitaal head-up instrumentenpaneel 8
W aarschuwings- en verklikkerlampjes 1 0
Indicatoren
2
3
Handmatige check
2
6
Kilometerteller en dagteller
26
D
immer dashboardverlichting
2
7
Boordcomputer
27
Touchscreen
29
Datum en tijd instellen
3
4
Afstandsbediening
35
Keyless entry and start
3
7
Noodprocedures
41
Centrale vergrendeling
4
3
Alarmsysteem
44
Portieren
46
Achterklep
47
Handsfree achterklep
4
8
Elektrisch bedienbare ruiten
5
2
Panoramisch schuif-/kanteldak
5
3Zitpositie
56
Voorstoelen
57
St
uurwielverstelling
61
Spiegels
61
Achterbank
63
i-Cockpit
® Amplify-functie 6 4
Verwarming en ventilatie 6 5
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
6
7
Recirculatie van de interieurlucht
7
0
Ontwasemen – ontdooien voorruit
7
0
Voorruitverwarming
71
Ontwasemen – ontdooien achterruit
7
1
Extra verwarming/ventilatie
7
2
Voorzieningen voorin
7
4
Aanraakgevoelige plafonniers
7
9
Sfeerverlichting interieur
7
9
Voorzieningen achter
8
0
Voorzieningen bagageruimte
8
1Lichtschakelaar
86
Dagrijverlichting/Parkeerlichten
87
Richtingaanwijzers
87
Koplampen verstellen
8
8
Automatische verlichting 8 9
Grootlichtassistent 90
Statische bochtverlichting
9
2
Night Vision
9
2
Ruitenwisserschakelaar
9
4
Ruitenwisserbladen vervangen
9
6
Automatische ruitenwissers
9
6
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid
9
8
Alarmknipperlichten
9
8
Claxon
99
Noodoproep of pechhulpoproep
9
9
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
1
00
Veiligheidsgordels
103
Airbags
105
Actieve motorkap
1
09
Kinderzitjes
110
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
112
ISOFIX-bevestigingen en -kinderzitjes
1
18
i-Size-kinderzitjes
121
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
22
InstrumentenpaneelToegang
Overzicht
Ergonomie en comfort
Verlichting en zicht
Veiligheid
Eco-rijden
Inhoudsopgave
Page 5 of 320

3
.
bit.ly/helpPSA
.
Rijadviezen 124
Diefstalbeveiliging 125
Starten/afzetten van de motor
1
25
Elektrische parkeerrem
1
28
Handgeschakelde versnellingsbak
1
31
Automatische transmissie
1
31
Hill Start Assist
1
35
Active Suspension Control
1
36
Rijstanden
136
Schakelindicator
138
Stop & Start
1
38
Bandenspanningscontrolesysteem
140
Snelheidslimietherkenningssysteem
1
42
Snelheidsbegrenzer
1
46
Programmeerbare snelheidsregelaar
1
48
Snelheden opslaan
1
51
Drive Assist Plus
1
51
Adaptieve snelheidsregelaar
1
52
Lane Keeping System
1
61
Active Safety Brake met Distance Alert
en intelligente noodremassistentie
1
65
Vermoeidheidsherkenningssysteem
169
actieve dodehoekbewaking
1
70
Actief Lane Departure Warning System
1
71
Dodehoekbewaking
1
74
Parkeerhulp
176
Visiopark 1 – Visiopark 2
1
79
Park Assist
1
84
Full Park Assist
1
88Ta n k e n 1
9 8
Tankbeveiliging (diesel) 1 99
Trekhaak
199
Sneeuwkettingen
202
Monteren van allesdragers
2
03
Motorkap
204
Onder de motorkap
2
05
Niveaus controleren
2
05
Controles
2
08
Onderhoudstips
210
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 10
Gevarendriehoek
213
Brandstoftank leeg (diesel)
2
13
Boordgereedschap
214
Bandenreparatieset
216
Reservewiel
219
Een lamp vervangen
2
23
Een zekering vervangen
2
27
12V- ac c u
23 3
Slepen van de auto
2
36Technische gegevens motoren
en aanhangergewichten
2
38
Benzinemotoren
239
Dieselmotoren
240
Afmetingen
242
Identificatie 243
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
Audio en telematica
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
Page 21 of 320

19
+S t o r i n g
noodremfunctie
(m e t
elektrische
parkeerrem) Branden permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem".
De noodremfunctie werkt niet
optimaal.
Als de functie automatisch vrijzetten niet beschikbaar
is, zet de parkeerrem dan handmatig vrij.
Actief Lane
Departure
Warning System Brandt permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of staat in de wachtstand.
Knippert.De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder
dat de richtingaanwijzer is ingeschakeld.Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+ Branden permanent,
in combinatie met
een melding en een
geluidssignaal.Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
+ Lane Keeping
System
Branden permanent,
in combinatie met het
lampje Service. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+
+ Hill Start Assist
Brandt permanent. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 23 of 320

21
Stop & Star tBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Het Stop & Start-systeem is
handmatig gedeactiveerd.De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet. Druk op de toets om het
Stop & Start-systeem opnieuw te activeren.
Brandt permanent. Het Stop & Start-systeem is
automatisch gedeactiveerd. De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet bij een buitentemperatuur:
-
l
ager dan 0°C.
-
h
oger dan +35°C.
Night Vision Brandt permanent. Het systeem is geactiveerd,
maar de auto rijdt te snel of de
buitentemperatuur valt buiten het
werkingsbereik. De Night Vision-weergave is beschikbaar, maar er
wordt geen waarschuwing gegeven.
Mistachterlichten Brandt permanent. De lampen branden.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Groene lampjes
Stop & Star tBrandt permanent.Bij het tot stilstand komen van de auto heeft het Stop
& Start-systeem de motor in de STOP-stand gezet.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand
wordt automatisch geactiveerd.
Park Assist of
Full Park Assist Brandt permanent.
De functie is geactiveerd.
Lane Keeping
System Brandt permanent.
De functie is geactiveerd. Er is aan alle voor waarden voldaan: het systeem werkt.
1
Instrumentenpaneel
Page 31 of 320

29
Touchscreen
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
De teller van het Stop & Start-
systeem.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Dit systeem heeft de volgende functies:
-
p
ermanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er gaat een blauw
lampje branden bij kans op gladheid),
-
b
ediening van de ver warming/
airconditioning,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
b
ediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie,
-
w
eergave van de waarschuwingen van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave
van de parkeerhulp, Park Assist enz.),
-
t
oegang tot de internetdiensten en
weergave van de bijbehorende informatie,
en, afhankelijk van de uitvoering:
-
b
ediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie.
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om
de hoofdmenu's te openen en druk ver volgens
op de op het touchscreen weergegeven
toetsen.
Bepaalde menu's kunnen op twee pagina's
worden weergegeven: druk op de toets
" OPTIES " om de tweede pagina te bekijken.
Als gedurende enkele seconden geen
handelingen op de tweede pagina worden
uitgevoerd, wordt automatisch de eerste
pagina weer weergegeven. Druk op "
ON" of " OFF" om een functie in of uit
te schakelen.
Druk op deze toets om de
instellingen voor een functie aan te
passen.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie over de functie weer te
geven.
Druk op deze toets om uw keuze te
bevestigen.
Druk op deze toets om terug te keren
naar de vorige pagina.
Menu's
Radio Media.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Airconditioning.
De instellingen voor de temperatuur,
luchtopbrengst, enz.
1
Instrumentenpaneel
Page 33 of 320

31
Menu Rijverlichting/Auto
Tabblad "Rijfuncties"
FunctieAanwijzingen
"Park Assist" Inschakelen van de functie Park Assist.
"Grootlichtassistent" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Parkeerhulpsysteem" Inschakelen van de functie Visiopark 2.
"Parkeerhulp" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Antispinregeling" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Resetten
bandenspanningscontrolesysteem" Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
"Night Vision". Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Controle/Diagnose" Herinnering onderhoudsinterval, motorolieniveau,
AdBlue-actieradius en bandenspanning.
Overzicht van de actuele waarschuwingsmeldingen.
"Instellingen snelheden" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Selecteren en aanpassen van de ingestelde
snelheid voor uitsluitend de programmeerbare
snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
1
Instrumentenpaneel
Page 134 of 320

132
Standen van de transmissie
P.Parkeerstand.
Parkeren van de auto: de voor wielen
worden geblokkeerd.
R. Achteruitversnelling.
N. Neutraalstand.
Verplaatsen van de auto met afgezet
contact: in bepaalde wasstraten, bij het
slepen van de auto enz.
D. Automatische stand.
De transmissie schakelt zelf de juiste
versnelling in, afhankelijk van uw rijstijl, het
wegprofiel en de belading van de auto.
M. Handbediende stand.
De bestuurder schakelt met de
schakelflippers aan de stuurkolom.
Impulsselectiehendel
A.To e t s P .
Om de parkeerstand in te schakelen.
B. To e t s Unlock .
Om de transmissie te deblokkeren en
vanuit de stand P , met ingetrapt rempedaal,
een andere stand in te schakelen, of de
stand R in te schakelen.
Houd eerst deze toets ingedrukt voordat u
de selectiehendel bedient.
C. To e t s M . (Afhankelijk van de uitvoering: bij
auto's met Full Park Assist kan deze stand
worden ingeschakeld met de toets DRIVE
MODE ).
Om vanuit de automatische stand D over te
schakelen op de handbediende stand.
D. Verklikkerlampjes voor de transmissiestand
(P, R, N, D) . Beweeg de impulsselectiehendel één of twee
keer naar voren (
N of R) of naar achteren ( N of
D ), indien nodig tot voorbij het weerstandspunt.
Zodra u de impulsselectiehendel loslaat, keert
hij terug naar zijn oorspronkelijke positie.
U kunt bijvoorbeeld op twee manieren vanuit
de stand P de stand R te selecteren: door de
impulsselectiehendel twee keer naar voren te
bewegen tot aan het weerstandspunt of één
keer naar voren te bewegen tot voorbij het
weerstandspunt.
-
I
n het eerste geval wordt de transmissie
vanuit de stand P in de stand N en
ver volgens vanuit de stand N in de stand R
gezet.
-
I
n het tweede geval wordt de transmissie
vanuit de stand P direct in de stand R gezet.
Rijden
Page 136 of 320

134
Bijzonderheden van de
automatische stand
Voor een maximale acceleratie zonder de
selectiehendel te bedienen moet het gaspedaal
volledig worden ingetrapt (kickdown).
De transmissie schakelt automatisch terug
of
houdt de ingeschakelde versnelling vast
tot
de motor het maximumtoerental bereikt.
Met de schakelflippers aan de stuurkolom kan
de bestuurder tijdelijk zelf schakelen als de
wagensnelheid en het motortoerental dit toelaten.
Bijzonderheden van de
handbediende stand
De transmissie schakelt alleen een andere
versnelling in als de wagensnelheid en het
motortoerental dit toelaten.
Starten van de auto
De transmissie schakelt zelf de meest geschikte
versnelling in, waarbij rekening wordt gehouden
met de buitentemperatuur, het wegprofiel,
de belading van de auto en de rijstijl van de
bestuurder. Vanuit de stand P
:
F
H
oud het rempedaal volledig ingetrapt.
F
S
tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt en druk op de
toets Unlock .
F
B
eweeg de selectiehendel twee keer naar
achteren om de automatische stand D te
selecteren of twee keer naar voren om de
achteruitversnelling R in te schakelen.
Vanuit de neutraalstand N :
F H oud het rempedaal volledig ingetrapt.
F S tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt, druk de
selectiehendel naar achteren om de
automatische stand D te selecteren of naar
voren ter wijl u de toets Unlock indrukt om
de achteruit R in te schakelen.
Ver volgens, vanuit de stand D of R :
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Breng de auto volledig tot stilstand.
F
H oud het rempedaal ingetrapt en druk op de
toets Unlock ,
F
S
electeer de stand R ter wijl u het
rempedaal ingetrapt en de toets Unlock
ingedrukt houdt.
Permanente handmatige bediening
Inschakelen van deze stand:
Bij EAT8 zonder toets Full Park Assist en EAT6:
F
s
electeer eerst de stand D ,
F
d
ruk op de toets M ; het lampje van de toets
gaat branden.
Bij EAT8 met toets Full Park Assist:
F
d
ruk op de toets DRIVE MODE ,
F
se
lecteer de "Handmatige" bediening: deze
verschijnt op het instrumentenpaneel.
Uitschakelen van deze stand:
F
b
eweeg de selectiehendel één keer naar
voren om de stand D weer te selecteren.
of
F
d
ruk op de toets M ; het lampje van de toets
gaat uit.
of
F
s
electeer een andere stand met de toets
DRIVE MODE .
Contact afzetten
Zet het contact alleen af als de auto stilstaat.
Vrijloop activeren
Auto in de vrijloop zetten, met afgezette motor:
F s
electeer ter wijl de auto met draaiende motor
stilstaat de stand N ,
F
z
et de motor af,
F
z
et het contact binnen 5 seconden weer aan,
F
h
oud het rempedaal ingetrapt en beweeg de
selectiehendel één keer naar voren of naar
achteren om de stand N te bevestigen en zet
de elektrische parkeerrem handmatig vrij,
F
zet
het contact af.
Als u langer dan 5 seconden wacht, wordt de
transmissie in de stand P gezet. U moet in dat
geval de procedure nogmaals uitvoeren.
Als u het bestuurdersportier opent ter wijl
de stand N is geselecteerd, klinkt een
geluidssignaal. Het geluidssignaal stopt
zodra u het bestuurdersportier weer sluit.
Rijden
Page 137 of 320

135
F Laat het rempedaal los.
F G eef geleidelijk gas om de elektrische
parkeerrem automatisch vrij te zetten.
F
A
ls de parkeerrem is vrijgezet, zet de auto
zich in beweging.
Laat onder winterse omstandigheden
(temperatuur lager dan -23°C) de motor
enkele minuten stationair draaien alvorens
weg te rijden. Dit is belangrijk voor de
goede werking en de levensduur van de
motor en de transmissie.
Parkeren van de auto
Ongeacht de stand van de transmissie wordt
bij het afzetten van het contact automatisch de
stand P ingeschakeld,
Alleen als de transmissie in de stand N staat,
wordt de stand P na 5 seconden ingeschakeld
(om de vrijloop te kunnen activeren).
Controleer of de stand P inderdaad is
ingeschakeld en of de elektrische parkeerrem
automatisch is aangetrokken; zo niet, trek de
parkeerrem dan handmatig aan.
Storing van de transmissie
De desbetreffende lampjes van de
selectiehendel en de hendel van de
elektrische parkeerrem en de lampjes
op het instrumentenpaneel moeten
branden.
Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief als:
-
d
e auto volledig stilstaat met het rempedaal
ingetrapt,
-
a
an bepaalde hellingcondities is voldaan,
-
he
t bestuurdersportier is gesloten.
Als het contact aan staat, wordt een
storing aangegeven door het branden
van dit lampje, in combinatie met een
melding en een geluidssignaal.
Neem zo snel mogelijk contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Rijd niet sneller dan 100
km/h, waar dat is toegestaan.
De transmissie gaat over op het noodprogramma: de
transmissie wordt geblokkeerd in de derde versnelling
van de stand D , de schakelflippers werken niet meer
en de stand M kan niet meer worden gebruikt. U kunt
dan een hevige schok voelen bij het inschakelen van
de achteruitversnelling. Dit is niet schadelijk voor de
transmissie.
Storing van de selectiehendel
Kleine storing
U wordt gewaarschuwd door het
branden van dit lampje in combinatie
met een melding en een geluidssignaal.
Rijd voorzichtig en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Ernstige storing
U wordt gewaarschuwd door het
branden van dit lampje.
Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil en neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij het afzetten van het contact schakelt
de transmissie automatisch de stand P in.
In bepaalde gevallen gaan de lampjes
van de selectiehendel niet branden, maar
wordt de status van de transmissie nog wel
weergegeven in het instrumentenpaneel.
6
Rijden
Page 138 of 320

136
Verlaat de auto niet in de korte periode dat
u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het lampje
van de parkeerrem en het lampje P op de
hendel permanent branden.
De functie Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld. Maar als de parkeerrem
wordt aangetrokken om de auto stil te
zetten, wordt de werking van de functie
onderbroken.
Werking
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden als u het
rempedaal loslaat:
-
b
ij een handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
ingeschakeld,
-
a
ls bij de automatische transmissie de stand
D of M is ingeschakeld. Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden als u
het rempedaal loslaat.
Storing
Bij een storing in het systeem gaan deze lampjes
branden.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Active Suspension Control
Dit veersysteem is zelfregelend op basis van
de volgende parameters: de staat en het profiel
van de weg, de belading van de auto, de rijstijl
en de geselecteerde rijstand.
Het systeem wordt geregeld door een
De stand kan geselecteerd worden met behulp
van de rijstandselectie op de middenconsole.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de rijstanden
.
elektronische eenheid, die gebruikmaakt van
de gegevens afkomstig van verschillende
sensoren om op basis van deze parameters
een optimaal dempingsniveau van elke
schokdemper te verkrijgen.
Het systeem heeft drie standen: Comfort
,
Normal en Sport .
In de stand Comfort gaat de voorkeur uit naar
een zachte demping voor meer comfort op een
slecht wegdek.
De stand Normal biedt het beste compromis
tussen comfort en weggedrag.
In de stand Sport gaat de voorkeur uit naar
een stugge demping om het overhellen van de
carrosserie te beperken.
Rijstanden
Afhankelijk van de specifieke instellingen
van de auto zijn deze diverse rijstanden
beschikbaar.
De selectie van de rijstanden is afhankelijk van
de voorzieningen van de auto.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt
standaard " Normaal" geselecteerd.
Rijden