4WD PEUGEOT 508 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 508, Model: PEUGEOT 508 2021Pages: 292, PDF Size: 8.68 MB
Page 106 of 292

104
Rijden
Rijadviezen
► Houd u altijd aan de verkeersregels en let onder
alle omstandigheden goed op.
►
Let goed op uw omgeving en houd uw handen
op het stuurwiel, zodat u snel kunt reageren op
onverwachte situaties.
►
Kies voor een soepele rijstijl, anticipeer op
situaties waarbij u moet remmen en houd afstand
van de auto's voor u, vooral bij slecht weer.
►
Zet de auto stil wanneer u handelingen wilt
uitvoeren waarvoor u uw aandacht nodig hebt (zoals
voor het veranderen van instellingen).
►
Bij lange ritten is het raadzaam om elke 2 uur
pauze te nemen.
Belangrijk!
Laat de motor nooit stationair draaien in een slecht geventileerde, afgesloten
ruimte. Verbrandingsmotoren stoten giftige
uitlaatgassen uit, zoals koolmonoxide. Risico op
vergiftiging met dodelijke afloop!
Laat de motor bij zeer winterse omstandigheden (temperaturen lager dan
-23 °C) gedurende 4 minuten stationair draaien
voordat u wegrijdt. Dit is belangrijk voor de goede
werking en de levensduur van de mechanische
onderdelen van uw auto (de motor en de
transmissie).
Rijd nooit met aangetrokken parkeerrem. Risico op oververhitting en beschadiging
van het remsysteem!
Parkeer de auto niet of laat de motor niet draaien op een brandbare ondergrond
(dor gras, dode bladeren enz).Het
uitlaatsysteem van uw auto wordt erg warm en
blijft ook na het afzetten van de motor nog enkele
minuten warm. Brandgevaar!
Laat de auto nooit onbewaakt met draaiende motor achter. Als u uw auto met
draaiende motor moet verlaten, trek dan de
parkeerrem aan en zet de versnellingsbak in de
neutraalstand of in stand N of P, afhankelijk van
het type versnellingsbak.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de auto achter.
PSE (PEUGEOT Sport Engineered)Wanneer er herhaaldelijk hard met de auto
wordt geremd, kunt u harde geluiden horen; dat
is volledig normaal.
Rijd verder, maar rem minder hard, zodat het
remsysteem kan afkoelen.
Het remsysteem blijft normaal werken.
Rijden op een overstroomde
weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen
zo veel mogelijk te vermijden. Het water kan
de verbrandingsmotor, de elektromotor, de
versnellingsbak en het elektrische systeem van uw
auto ernstig beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden:
►
Controleer of het water nergens meer dan 15
cm
diep is en houd daarbij rekening met de golven die
kunnen worden veroorzaakt door andere gebruikers.
►
Schakel de functie Stop & Start uit.
►
Zet bij een plug-in hybride-uitvoering de
keuzeschakelaar in de stand 4WD (afhankelijk van
de uitvoering).
►
Rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller dan
10
km/h.
►
Zet de auto niet stil en zet de motor niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte achter u hebt
gelaten, rem dan meerdere keren licht af zodra de
verkeerssituatie dat toelaat om de remschijven en
remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw auto, neem
dan contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Trekken van een aanhanger
Wanneer de auto met een aanhanger rijdt, wordt de auto zwaarder belast en moet u
extra voorzichtig zijn.
Overschrijd nooit het maximaal toegestane aanhangergewicht.
Op hoogte: verlaag het maximale
aanhangergewicht met 10% voor elke extra 1000
meter; door de lagere luchtdichtheid op grote
hoogte nemen de motorprestaties af.
Nieuwe auto: gebruik de auto pas om een aanhanger te trekken als deze minstens
1000 kilometer heeft gereden.
Als de buitentemperatuur hoog is, raden wij u aan om de motor 1 tot 2 minuten stationair
te laten draaien voordat u de motor afzet, zodat
de motor sneller kan afkoelen.
Controle voor vertrek
Kogeldruk
► Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger
gelijkmatig, plaats zware voorwerpen zo dicht
mogelijk bij de as (op het punt van samenkomst
Page 119 of 292

11 7
Rijden
6Wanneer de verbrandingsmotor meerdere keren wordt gestart zonder dat de
temperatuur voldoende stijgt, kan het zijn dat de
stand
Electric
tijdelijk niet beschikbaar is
(natuurlijk fenomeen van verdunning van de olie
door brandstof in de olie). De melding
" Elektrische modus niet beschikbaar:
automatische werking bezig" wordt dan op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Wanneer u de normale elektrische werking weer
wilt inschakelen, moet u ongeveer 80 km onder
"snelwegomstandigheden" of ongeveer 200 km
binnen de bebouwde kom rijden.
Dit fenomeen veroorzaakt geen mechanische of
elektrische schade. Tijdens de levensduur van de
auto kan dit meerdere keren voorkomen.
Hybride
Wordt gebruikt om het brandstofverbruik van de
auto te optimaliseren door beide typen motoren
afwisselend of gelijktijdig te gebruiken, afhankelijk
van de rijomstandigheden en de rijstijl.
In de stand Hybride is het mogelijk om in de
100% elektrische stand te rijden als het laadniveau
van de batterij voldoende is en er matig wordt
geaccelereerd.
Afhankelijk van de uitrusting wordt de stand Hybride gecombineerd met de stand
Normaal van de Active Suspension
Control-functie.
Zie het betreffende deel voor meer informatie
over Active Suspension Control.
Sport
Maakt dynamischer rijden mogelijk om te profiteren
van de maximale prestaties van de auto.
Er wordt elektrisch vermogen gebruikt om
de benzinemotor te ondersteunen zolang de
tractiebatterij voldoende is opgeladen.
Afhankelijk van de uitrusting wordt de stand
Sport gecombineerd met de stand Sport
van de Active Suspension Control-functie.
Zie het betreffende deel voor meer informatie
over Active Suspension Control.
PSE (PEUGEOT Sport Engineered)
De elektrische energie wordt gebruikt
om de benzinemotor te ondersteunen of de
tractiebatterij op te laden, afhankelijk van de
rijstijl.
Deze stand is geoptimaliseerd met specifieke
instellingen, die ervoor zorgen dat de dynamische
prestaties van deze auto optimaal worden
gebruikt (stuurbekrachtiging, gevoeligheid
gaspedaal, ESC).
Comfort
(Afhankelijk van de uitvoering)
Combineert de stand Hybride en de stand Comfort
van de Active Suspension Control-functie.
Voor een zachte schokdemping om het rijcomfort op
een slecht wegdek te verbeteren.
Zie het betreffende deel voor meer informatie over Active Suspension
Control.
4WD (vierwielaandrijving)
(Afhankelijk van de uitvoering)
Verbetert de grip van de auto bij lage en gemiddelde
snelheden door alle de wielen permanent aan te
drijven.
4WD-stand (vierwielaandrijving) is met name
geschikt voor het rijden op besneeuwde wegen
en moeilijk begaanbaar terrein (bjv. modder,
zand) evenals voor doorwaadbare plaatsen, met
gematigde snelheid.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en het
laadniveau van de batterij kan er in de stand 4WD
100% elektrisch worden gereden.
Als het systeem na 300 meter rijden niet heeft
gedetecteerd dat er wielen doorslippen of dat
er weinig grip is, schakelt het over op de stand
Hybride.
Deze stand kan optimaal worden gebruikt als de auto is voorzien van geschikte
banden, zoals winterbanden.
De grip kan worden verbeterd tot 135
km/h met
behulp van de elektromotoren; boven deze
snelheid wordt de auto alleen door de voorwielen
aangedreven.
Page 180 of 292

178
Praktische informatie
Plug-in hybridesVoordat er werkzaamheden onder de
motorkap worden uitgevoerd, moet u eerst
het contact uitzetten en de laadstekker eruit
trekken als deze is aangesloten. Verder moet
u controleren of het controlelampje READY op
het instrumentenpaneel niet brandt en moet u 4
minuten wachten – kans op ernstig letsel!
Door de plaats van de hendel kan de motorkap niet worden geopend zolang het
voorportier links is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met het bedienen van de veiligheidshaak (kans op
brandwonden). Gebruik de beschermde zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap niet
tegen de hendel aan stoot.
Open de motorkap niet als het hard waait.
Koelen van de motor als deze wordt afgezet
De koelventilator van de motor kan starten
nadat de motor is afgezet.
Wees voorzichtig met voorwerpen of kleding
die in de propeller van de ventilator kunnen
komen!
► Monteer de sneeuwkettingen en volg daarbij de
aanwijzingen van de fabrikant.
►
Rijd voorzichtig weg en blijf kort met een snelheid
van maximaal 50
km/h rijden.
►
Zet de auto stil en controleer of de
sneeuwkettingen goed zijn gespannen.
We raden u aan om het monteren van sneeuwkettingen altijd op een vlakke, droge
ondergrond te oefenen voordat u op reis gaat.
Rijd niet met de sneeuwkettingen op wegen zonder sneeuw, omdat de banden van de
auto en het wegdek dan beschadigd raken. Als
de auto lichtmetalen velgen heeft, controleer dan
of geen enkel deel van de kettingen of
bevestigen de velg raakt.
Plug-in hybride-uitvoeringen Er mogen alleen sneeuwkettingen op de
voorwielen worden gemonteerd.
De rijkeuzeschakelaar moet in de stand 4WD
staan (afhankelijk van de uitvoering).
Eco-mode
Dit systeem regelt de maximale gebruiksduur
van bepaalde functies bij afgezet contact om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, het dimlicht en de
interieurverlichting in totaal nog maximaal ongeveer
30 minuten gebruiken.
Activering van de modus
Er wordt een melding weergegeven als de eco-
mode wordt geactiveerd: de actieve functies worden
in stand-by gezet.
Als u op dat moment aan het telefoneren bent, kunt u het gesprek nog ongeveer 10
minuten via het handsfree systeem van het
audiosysteem voortzetten.
Afsluiten van de eco-mode
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de motor
wordt gestart.
Als u de functies direct weer wilt gebruiken, start dan
de motor en laat deze draaien:
–
Minder dan 10 minuten om de functies ongeveer 5
minuten te kunnen gebruiken.
–
Meer dan 10 minuten om de functies ongeveer 30
minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
Vermijd het herhaaldelijk of continu starten van de
motor om de accu bij te laden.
Als de accu leeg is, kan de motor niet gestart worden.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de 12V-accu.
Spaarfase
Dit systeem regelt het gebruik van bepaalde functies
van de auto afhankelijk van de laadtoestand van de
accu.
Tijdens het rijden kunnen enkele functies, zoals
de airconditioning en achterruitverwarming,
tijdelijk worden uitgeschakeld in verband met de
laadtoestand van de accu.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu dit
toelaat.
Motorkap
Zie het betreffende deel voor meer informatie over
de Actieve motorkap.
Stop & Start
Voordat u werkzaamheden onder de
motorkap uitvoert, moet u het contact afzetten
om te voorkomen dat de motor automatisch weer
wordt gestart.
Wees voorzichtig met voorwerpen of kleding die
in de bladen van de koelventilator of in bepaalde
bewegende componenten kunnen komen - kans
op verstikking en ernstig letsel!
Page 208 of 292

206
In geval van pech
Beperkingen bij slepen
Type voertuig
(motor / versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de grond
Dieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Verbrandingsmotor / Automaat
Hybride 2WD
Hybride 4WD
2WD: tweewielaandrijving.
4WD: vierwielaandrijving.
Bij een storing in de accu of de elektrische parkeerrem is het essentiee\
l dat u contact opneemt met een professioneel bedrijf dat gebruik maakt van
autoambulances.
Toegang tot het gereedschap
Berline
SW Het sleepoog is opgeborgen in een
gereedschapskist onder de vloer van de
bagageruimte.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over toegang tot het gereedschap.
Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
Page 268 of 292

266
Trefwoordenregister
Trekhaak 87, 173
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 125–126
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
90, 94–95
USB
222, 224, 243, 247
USB-aansluiting
62, 66, 222, 224, 243, 247
USB-poort
222, 247
V
Veiligheidsgordels 87–88, 95
Veiligheidsgordels achter
88
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
90, 92–101
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
90, 92–101
Ventilatie
54, 59–60
Ventilatieroosters
54
Verbonden apps
244
Verbruikscijfers
26
Vergrendelen
29–31
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
34–35
Vergrendeling van binnenuit
34
Vering met variabele demping
11 5
Verkeersinformatie (TMC)
240
Verklikkerlampje READY
179
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
12
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
12, 22
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
88
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
88
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
71
Verlichting met Full LED-technologie
74, 77, 197
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
73, 197
Vermogen
21
Vermogensmeter (plug-in hybride)
9, 10, 21
Verversen
180
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
66
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
182
Verwarming
54, 59–60
Video
247
Vierwielaandrijving (4WD)
117, 178
Visiopark 1
151
Visiopark 1 - Visiopark 2
150, 152
Voorruitverwarming
58
Voorstoelen
47–49
Voorverwarming/-koeling interieur (plug-in
hybride)
26, 60
W
Waarschuwing kans op aanrijding 138–140
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
141–142
Waarschuwing vergeten verlichting
72
Wallbox (plug-in hybride)
166–167, 172
Wassen 122
Wassen (adviezen)
165, 186–187
Webbrowser
240, 244
Wiel demonteren
194–195
Wiel monteren
194–195
Wielophanging
184
Wiel verwisselen
189, 193
WiFi-netwerkverbinding
245
Window-airbags
91–92
Z
Zekeringen 199
Zekeringen vervangen
199
Zicht
58
Zicht naar voren 180°
152
Zij-airbags
90–91
Zijspots
75
Zonneklep
61
Zonnescherm
43–45
Zonnesensor
54
Zuinig rijden
8