radio Peugeot 508 Hybrid 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013, Model line: 508 Hybrid, Model: Peugeot 508 Hybrid 2013Pages: 340, PDF Size: 11.18 MB
Page 9 of 340
.
7
In één oogopslag
Interieur
Sfeerverlichting
Het gedimde licht van de sfeer verlichting
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht in het
interieur.
Head-up display
Dit systeem projecteert de informatie over de
wagensnelheid en de snelheidsbegrenzer/snelheidsregelaar op een getint scherm in het gezichtsveld van de bestuurder, zodat deze de
blik op de weg gericht kan houden.
Automatische airconditioning
Deze functie maakt het mogelijk de
airconditioning op een bepaald comfor tniveau in
te stellen. Aan de hand van deze instelling en de
weersomstandigheden wordt de airconditioningver volgens automatisch geregeld.
Handbediend
Audio- en communicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van de
nieuwste technologie: autoradio met MP3 -
afspeelmo
gelijkheid, USB-aansluiting, Bluetooth-
handsfree set, navi
gatiesysteem met kleurenscherm,AUX-aansluitingen, hifi-audiosysteem, ... Peugeot Connect Nav+
152 12
5
88
297 24
3
Autoradio
90
93
Gescheiden regeling
Quadrizone
Het optionele JBL audiosysteem
is speciaal ontworpen voor het
int
erieur van uw auto.
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica".
Page 12 of 340
10
In één oogopslag
9.Zekeringkast.
10. Zijruitontwaseming.
11.Voor r uitont waseming.
12 .Contact-/stuurslot.
13. Starten met de elektronische sleutel.14 .
Bediening op het stuur wiel van deautoradio.
15. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.
16.Schakelaar alarmknipperlichten en centrale
vergrendeling.
17. Display.
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2.
Koplampverstelling. 3.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers. 4.
Instrumentenpaneel.5.
Airbag bestuurder. Claxon.
6.Ver snellingspook.
7. 12V- aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.8.Hendel motorkapontgrendeling.
18.Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters. 19. Airbag passagier.
20.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 21.Dashboardkastje / Uitschakelingpassagiersairbag. 22.
Elektrische parkeerrem.23.
Middenarmsteun met opbergvakken.24.
Opbergvakken (volgens uitvoering). 25.Autoradio.26.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 43 of 340
1
41
Controle tijdens het rijden
Datum en tijd instellen
Autoradio / Bluetooth
Druk op MENU.
Selecteer met de pijltjestoetsen " Persoonlijke instellingen - Configuratie
" en bevestig uwkeuze.
Selecteer met de pijltjestoetsen " Configuratiedisplay
" en bevestig uw keuze.
Selecteer met de pi
jltjestoetsen " Datum en
tijd instellen" en bevestig uw keuze.
Selecteer de parameter die u wilt wi
jzigen.
Bevestig uw keuze door op de toets OK
te
drukken, verander dan de waarde en bevestigdit nogmaals om de nieuwe instelling op te slaan.
Stel de parameters één voor één in en bevestig
dit steeds door op de toets " OK" te drukken.Selecteer dan de tab "OK"op het display en
bevestig uw keuze om het menu " Datum entijd instellen " te verlaten.
Page 54 of 340
52
Toegang tot de auto
Sleutels, afstandsbediening, elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto en uw legitimatiebewijs naar het PEUGEOT- net wer k .
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen dat de por tieren per ongeluk ontgrendeld worden. Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde por tieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren. Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische star tblokkering; dit kan tot storingen leiden. Vergeet niet aan het stuur wiel te draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk in het elektronische geheugen van de auto opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Page 81 of 340
3
79
Comfort
Peugeot Connect USB - USB-box
Deze aansluitmodule, die bestaat uit eenJACK-aansluiting en een USB-poor t, bevindtzich in de armsteun vóór (onder het deksel).
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,zoals een iPod®of een USB-stick.Dankzij de aansluitmodule kunt u de audiobestanden op uw draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van uw autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedienin
gspaneel van
de autoradio en ze weergeven op het display
van het instrumentenpaneel.
Ti
jdens het gebruik van de USB-poort kan de
draagbare apparatuur automatisch wordenopgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting de rubriek "Audio en datacommunicatie".
Skiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor het
ver voeren van lange voor werpen.
Openen
)Klap de middenarmsteun omlaag. )Druk op de ontgrendelingsknop van hetluik. )Laat het skiluik zakken.
)Steek voor werpen vanuit de bagageruimtedoor het skiluik.
Page 169 of 340
7
167
Veiligheid
Bandenspanningscontrolesysteem
Elk ventiel is voorzien van een sensor, die een waarschuwingssignaal uitzendt als de
bandenspanning te laag is (snelheid hoger dan
20 km/h).
Het reservewiel is niet voorzien van een sensor.
Alle reparaties aan een wiel dat met ditsysteem is uitgerust en het ver vangenvan een band moeten wordenuitgevoerd door het PEUGEOT- net wer k of door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer bij het ver wisselen een wiel is gemonteerd dat niet door uw auto wordtgedetecteerd (voorbeeld: montage van winterbanden), dient het systeem door het PEUGEOT-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats opnieuwgeïnitialiseerd te worden.
Deze melding wordt ook weergegevenals één van de wielen niet op de autoaanwezig is (bij reparatie) of als er één of meerdere wielen zonder sensor opde auto worden gemonteerd.
Het bandenspanningscontrolesysteem is niet meer dan een hulpmiddel, hetgeeninhoudt dat de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder nietdoor het systeem kunnen worden vervangen.
Ondanks dit systeem moet debandenspanning (zie de paragraaf "Identificatie") nog regelmatig wordengecontroleerd. De bandenspanning heeft een belangrijke invloed op hetweggedrag van de auto en de slijtage van de banden, vooral onder zwarerijomstandigheden (zware lading, hoge rijsnelheden). De bandenspanning dient minimaaléén keer per maand gecontroleerdte worden, bij koude banden. Denk eraan ook de bandenspanning van het reservewiel te controleren.
Het bandenspanningscontrolesysteemkan tijdelijk worden verstoorddoor radiogolven in hetzelfde frequentiegebied.
Er wordt een melding op het display van
het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met een geluidssignaal, om aan tegeven welke band(en) het betreft.
Te l age bandenspanning
Dit verklikkerlampje en het verklikkerlampje
STOP
gaan brandenin combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het instrumentenpaneel die aangeeft welke
band(en) het betreft. ) Stop onmiddellijk, maar vermijd abrupte
manoeuvres met het stuur en de remmen. ) Ver vang de beschadigde band (lekke band
of veel te lage bandenspanning) en laat debandenspanning zo snel mogelijk controleren.
Lekke band
Er wordt een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven, in combinatie met een geluidssignaal, om aan te geven van welk(e) wiel(en)de bandenspanning niet meer gecontroleerd wordt of om
aan te geven dat er een storing in het systeem zit.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de defecte sensor(en) te
ver vangen.
Sensor(en) niet gedetecteerd of
defect
)Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
Dit dient te worden uitgevoerd bij koude banden.