ESP Peugeot iOn 2012 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: iOn, Model: Peugeot iOn 2012Pages: 168, PDF Size: 4.95 MB
Page 3 of 168

WELKOM
Symbolen
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwingen weer die u absoluut dient te respecteren omwille van uw veiligheid en die van anderen en om schade aan uw auto te voorkomen.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht opaanvullende informatie die u helpt de gebruiksmogelijkheden van uw autooptimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu.
Verwijzing:
dit symbool ver wijst naar de bladzijde
waar meer informatie over de desbetreffende functie is te vinden. Wi
j danken u voor uw keuze voor de ION, synoniem voor vertrouwen, passie en inspiratie.
De iOn is de eerste 100% elektrische auto van
PEUGEOT. D e ION stoot tijdens het rijden geen schadelijke stoffen uit en is buitengewoon stil.
Dit instructieboekje is ontwikkeld om u in de gelegenheid te stellen onder alle
omstandigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw ION.
In het eerste deel van het boekje is de
belangrijkste informatie samengevat om u in
kor te tijd ver trouwd te maken met de bedieningvan uw elektrische auto.
Ver volgens komen alle details van uw ION op het gebied van comfort, veiligheid en rijden
uitgebreid aan bod, zodat u en uw passagiersmaximaal van de auto kunnen genieten.
Uw auto kan, a
fhankelijk van het
uitrustingsniveau en de specifieke kenmerken
voor het land waarvoor uw auto bestemdis, slechts van een deel van de in dit boekje
vermelde uitrustingen zijn voorzien.
Neem voor meer in
formatie contact op met het
PEUGEOT- netwerk.
Page 6 of 168

In één oogopslag
4
Klepje van het systeem voor
normaal laden
Achter dit klepje zit de aansluiting om de batterij van de auto via het gewone elektriciteitsnet op te laden.
Klepje snellaadsysteem
Achter dit klepje zit de aansluiting om de
batteri
j van de auto via het snellaadsysteem op
te laden (volgens uitvoering).
8
286
Bandenreparatieset
Met deze set, bestaande uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel, kunt u een
noodreparatie aan een band uitvoeren.
92
Buitenzijde
ASR / ESP
Deze systemen houden uw auto in het juiste spoor binnen de grenzen van de natuurkundige
wetten.
7
4
Page 9 of 168

.In één oogopslag
7
Cockpit
1.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 2.Instrumentenpaneel.
3.Airbag bestuurder.
Claxon. 4. USB-aansluiting.
5. Openen klepje snellaadsysteem (linkerzijde van auto).
6.Schakelaars ruitbediening en blokkerring ruitbediening passagierszijde en achterin.
7. Zekeringkast. 8.Openen klepje van systeem voor normaal
laden (rechterzijde van auto).9. Koplamphoogteverstelling
ASR-/ESP-schakelaar.10.Schakelaars bediening buitenspiegels.11. Bekerhouders. 12.
Zijventilatieroosters.13.Ventilatierooster en ruitontwaseming.
Page 12 of 168

In één oogopslag
10
Comfort
Buitenspiegels
A.
Selecteren van de buitenspiegel.B.Verstellen van de buitenspiegel.C.Inklappen / Uitklappen
42
Binnenspiegel
Uitvoering met handbediende
dag-/nachtstandinstelling
1. Selecteren van de dagstand van de spiegel.2.
Verstellen van de binnenspiegel.
43
1.
Gordel verstellen. 2.Gordel vastgespen. 3.Controle van de vergrendeling door aan de gordel te trekken.
Veiligheidsgordels
75
Page 16 of 168

In één oogopslag
14
Controle tijdens het rijden
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden. 2. Als de motor draait, gaan deze lampjes uit.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Controlelampjes
19
A. Neutrale stand.
B.Energieverbruik. C.Zone "Eco".D. Zone "Charge".
Verbruiks-/
energieopwekkingsindicator
27
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt de bestuurder
vier waarschuwingen achter elkaar:-als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadmeter branden gaat het symbooltje (brandstofpomp met stekker) knipperen: de reser vevoorraad wordt aangesproken.
- Het laatste streepje van de energievoorraadmeter knippert.- Het laatste streepje gaat uit: de actieradius wordt niet meer weergegeven, de
ver warming en de airconditioning worden uitgeschakeld.
Waarschuwing lage
energievoorraad
- Dit symbooltje gaat op het
instrumentenpaneel branden:
Geleideli
jk aan is er steeds minder
vermogen beschikbaar.
26
Page 24 of 168

Controle tijdens het rijden
22
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
PassagiersairbagBrandt constant, op demiddenconsole
.De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in ditgeval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug inde rijrichting".Controleer altijd de status van de passagiersairbag
voordat u de motor start.
ESP/ASRBrandt constant. De ESP/ASR-schakelaar op het
dashboard (bestuurderszijde) is
ingedrukt.
Het E
SP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: Electornic Stability Program.
ASR: Anti Spin Regeling.Druk de E
SP/ASR-schakelaar op het dashboardnogmaals in om het ESP/ASR weer in te schakelen.
De systemen worden automatisch opnieuw
in
geschakeld bij het starten van de auto.
Page 26 of 168

Controle tijdens het rijden
24
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Electronic StablilityProgram en Anti Spin Regeling(ESP/ASR)
Knippert. In werking treden van ESP/ASR.Het systeem zorgt voor maximale grip en houdt de
auto in het juiste spoor. Matig uw snelheid en pas uw rijstijl aan.
Br
andt constant. Storing in ESP/ASR. Laat de systemen door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats controleren.
+
Een of meer portierengeopendBrandt constant, in combinatie met een geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
12V-accu ladenBrandt constant. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de 12V-accu(ver vuilde of losgeraakte klemmen,
omvormer defect…). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als het lampje niet uitgaat.
Elektrische stuurbekrachtigingBrandt constant. Er is een storing in de de elektrischestuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 27 of 168

1
Controle tijdens het rijden
25
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
Brandt tijdelijk. Als u het contact aanzet, gaat dit lampje een paar seconden branden en dan uit. Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Br
andt constant. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het PEU
GEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging van de tractiebatterij
Brandt constant.De laadtoestand van de tractiebatterijis laag of de tractiebatteij is te koud... Beperking van het beschikbare vermogen.
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of eengekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Zelfdiagnose van het hoogspanningscircuit
Brandt constant. Een storing in het elektrischehoogspanningscircuit Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordelvóór niet vastgemaakt /
losgemaaktt
Brandt eerst constanten gaat dan knipperen
in combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder en/of de passa
gier
voorin heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Doe de
gordel om en steek de gesp in degordelsluiting.
Veiligheidsgordelrechtachter los
Brandt constant. De rechter achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in degordelsluiting. Veiligheidsgordellinksachter los
Brandt constant. De linker achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Page 28 of 168

Controle tijdens het rijden
26
Energievoorraadindicator
Weergave
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie
van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt debestuurder vier waarschuwingen achter elkaar:
- als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadindicator branden, gaat hetsymbooltje (brandstofpomp met stekker)knipperen: de reser vevoorraad wordt
aangesproken.
- Het laatste streepje van deenergievoorraadindicator knippert.
- Het laatste streepje gaat uit: de actieradius
wordt niet meer weer
gegeven, de
ver warming en de airconditioning wordenuitgeschakeld.
Waarschuwing lage
energievoorraad
- Dit symbooltje gaat op het
instrumentenpaneel branden:
geleidelijk aan is er steedsminder vermogen beschikbaar. De laadtoestand van de tractiebatteri
j wordt
voortdurend op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Page 72 of 168

Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
70
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar ingeval van een botsing. Wanneer u een kinderzitje met de veiligheidsgordel in de auto installeert, let er dan wel op dat de gordel goed gespannen is; het zitje moet namelijk strak aan de autostoelzijn bevestigd.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of hettuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten,worden vastgemaakt waarbij de speling tenopzichte van het lichaam van het kind zoveelmogelijk moet worden beperkt. Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukten dat de hoofdsteun geen belemmering vormt. Als de hoofdsteun verwijderd moet worden,berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bijkrachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met hetgezicht in de rijrichting op de passagiersstoelvoor worden vervoerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde * uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Hetkind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van eenstoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een autoachter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de por tieren per ongeluk geopendworden. Zorg er voor dat de achterzijruiten nietverder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Kinderslot
Elk achterportier is voorzien van een kinderslot
om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zi
jkant van beide
achterportieren.
Vergrendelen
)Beweeg de knop Aomlaag in stand 1.
Ontgrendelen
)Beweeg de knop Aomhoog in stand 2.
*
Volgens land van bestemming en dewetgeving in uw land.