air filter Peugeot Partner 2019 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2019, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2019Pages: 312, PDF Size: 9.61 MB
Page 21 of 312

19
Waarschuwings- resp.
lampjeStatus
OorzaakActies/Opmerkingen
Roetfilter (diesel) Brandt permanent, in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
van de kans op verstopping van het
r o e t f i l t e r. Het roetfilter begint
verzadigd te raken.
Ga als de omstandigheden het toelaten het
roetfilter regenereren door met een snelheid
van meer dan 60
km/h te rijden tot het lampje
dooft.
Brandt permanent, in combinatie met
een geluidssignaal en de melding
van een te laag additiefniveau voor
het roetfilter. Het minimumniveau van het
additiefreservoir is bereikt.
Vul zo snel mogelijk bij: voer (3) uit.
Airbags Brandt permanent. Een van de airbags of
gordelspanners is defect.Voer (3) uit.
Airbag
voorpassagier (ON) Brandt permanent.
De airbag vóór aan
passagierszijde is ingeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"
ON ".Plaats in dit geval GEEN kinderzitje
met de " rug in de rijrichting " op de
voorpassagiersstoel – risico op zwaar
letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Brandt permanent.
De airbag vóór aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"
OFF ".U kunt een kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van
een storing in het airbagsysteem (brandend
lampje Airbags).
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC) en
antispinregeling
(ASR) Brandt permanent.
De functie is uitgeschakeld.
Druk op de knop om de functie weer in te
schakelen.
De functie DSC/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart en als
een snelheid van ongeveer 50 km/h wordt bereikt.
+Collision Risk
Aler t /Active Safety
Brake Branden permanent.
Storing in het systeem. Als deze lampjes gaan branden nadat de
motor is afgezet en opnieuw is gestart, voer
dan (3) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 85 of 312

83
Instructies
Neem voor een optimale werking van deze
systemen de volgende gebruiksadviezen in
acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het
interieur de uitstroomopening
onder de voorruit, de verschillende
luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de
ventilatieopening achterin vrij blijven.
F
D
ek de zonnesensor boven in de voorruit
niet af; deze wordt gebruikt voor het
regelen van het airconditioningssysteem.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot
twee keer per maand 5 tot 10
minuten
aan om het systeem in per fecte staat te
houden.
F
O
m te voorkomen dat de ruiten beslaan en
de luchtkwaliteit in het interieur achteruit
gaat, dient u het systeem niet te lang uit
te schakelen en langdurig gebruik van het
luchtrecirculatiesysteem tijdens het rijden
te vermijden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen. Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg er voor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ver verst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloor vrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Bevat gefluoreerde broeikasgas
R13 4A .
Afhankelijk van de uitvoering en
het land van bestemming bevat het
airconditioningssysteem gefluoriseerde
broeikasgassen R134A.
Wij raden u een gecombineerd interieurfilter
aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een
gezuiverde lucht voor de inzittenden en
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, onaangename geuren en
vetaanslag).
F
L
aat de airconditioning regelmatig
controleren volgens de aanbevelingen in
het garantie- en onderhoudsboekje, om
het systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken
van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de
airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor.
Condensvorming door de airconditioning kan ertoe
leiden dat zich een klein plasje water onder de
auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Stop & Star t
De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen
als de motor draait.
Als u het thermische comfort in de auto op
het door u gewenste niveau wilt houden,
kunt u tijdelijk de functie Stop & Start
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Stop & Star t -
systeem.
3
Ergonomie en comfort
Page 183 of 312

181
Type vloeistof
Maak voor de ruitensproeiers
uitsluitend gebruik van kant-en-klare
ruitensproeiervloeistof.
's Winters (bij temperaturen beneden het
vriespunt) moet voor de omstandigheden
geschikte ruitensproeiervloeistof met antivries
worden gebruikt om de onderdelen van het
systeem (pomp, reser voir, leidingen enz.) te
beschermen.
Vul het reser voir nooit bij met kraanwater (kans
op bevriezing, kalkafzetting enz.).
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Het minimumniveau van het
additief wordt aangegeven door het
permanent branden van een van
deze lampjes in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
met betrekking tot een te laag
additiefniveau van het roetfilter.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau AdBlue
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Om te voorkomen dat de auto niet meer kan
starten – conform de voorschriften – dient u het
reser voir bij te vullen met AdBlue.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen ervan.
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking
heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het
controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen) en
of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Luchtfilter
Als de omgeving (veel stof...) en
het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moet
het twee keer zo vaak worden
vervangen .
Interieurfilter
Als de omgeving (veel stof...) en
het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moet
het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.
7
Praktische informatie
Page 184 of 312

182
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van een
van deze lampjes in combinatie met
een waarschuwingsmelding over het
risico van verstopping van het filter.
Regenereer het roetfilter door met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot
het lampje dooft. Doe dit alleen als de
omstandigheden dat toelaten.
Als het lampje blijft branden, is het
minimale dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus . Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar
keer dat het roetfilter geregenereerd wordt
een brandlucht ruiken; dit is volkomen
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt
gereden of de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms waterdamp
uit de uitlaat komen. Dit heeft geen invloed
op de prestaties en heeft geen gevolgen
voor het milieu.
Handgeschakelde versnellingsbak
De handgeschakelde
versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Slijtage remschijven
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
voor alle informatie over het
controleren van de slijtage van de
remschijven.
Parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote
slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de
parkeerrem, zelfs tussen twee
onderhoudsbeurten door, worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Praktische informatie
Page 305 of 312

223
TMC (verkeersinformatie) .......................................15
T oegang tot het reservewiel .................................192
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening)
....................................................... 75 -77
Touchscreen
......................................................... 1, 1
Trailer Stability Management (TSM)
.....................10 0
Trekhaak
.......................... 10 0, 115 -11 6 , 173 -174 , 174
Tweepersoons voorbank
..........................61, 63 , 104
Tweezitsbank vóór
............................................. 61- 63
UUitgebreide verkeersbordherkenning ...................13 6
Uitneembaar luik ................................................ 70 -71
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen
...................10 6, 11 0
Uitschakelen ASR /DSC (ESP)
...............................99
USB-aansluiting
..................................
......65, 7, 9 , 25
USB-poort
........................................................ 7, 9 , 25
USB
.................................................................. 7, 9 , 25
VVeiligheidsgordels .............................15, 103 -105 , 111
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
...10 6 , 1 0 9 -113
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .....10 6 , 1 0 9 -113Ventilatie .......................................... 75, 77 , 79 , 81, 83
Vergrendelen ............................................... 37, 42 , 47
Vergrendeling van binnenuit
.............................. 4
8-49
Verkeersinformatie (TA)
............................................ 5
Verkeersinformatie (TMC)
......................................15
Lampje airbags ~ Airbaglampjes
............................ 19
L
ampje handrem ~ Handremlampje
.......................14
Lampje laag brandstofniveau ~ Brandstofreservelampje
........................................ 17
L
ampje remsysteem ~ Remlampje .........................14
Lampje service ........................................................ 24
Lampjes ~ Controlelampjes .....................................13
Lampjes ~ Lampjes
...................................
.........13, 15
Lampjes (status) ~ Controlelampjes (status)
.......... 15
L
ampjes
.................
....................................... 15 -16, 85
Lampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje
.............................104
Lampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje)
....... 10
4
Lampje voorgloeien (diesel)
................................... 18
V
erlichting overdag ~ Dagrijverlichting
..... 85,
87, 198
Verlichting
............................................................... 85
Verversen
....................................................... 179 -18 0
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
......................182
Verwarming
............................................ 75, 79 - 81 , 83
Volledig ontgrendeld
.......................................... 38-40
Voorgloeien (dieselmotor)
.......................................18
Voorruitverwarming
........................................... 78 -79
Voor stoelen
........................................................ 59-63
WWaarschuwing kans op aanrijding ...........18, 15 0 -151
Waarschuwing oplettendheid bestuurder .............159
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
.............11 9
Waarschuwing vergeten verlichting
.......................86
Webbrowser
..................................
..........................21
Wiel demonteren
............................................ 193 -195
Wiel monteren
................................................ 193 -195
Wiel verwisselen
.................................... 188, 191-192
WiFi-netwerkverbinding
.......................................... 22
Window-airbags
..................................
....107-108 , 11 0
ZZekeringen vervangen ...................................201-203
Zekeringen ..................................................... 201-203
Zekeringkast motorruimte
.....................................203
Zij-airbags
...................................................... 10
7-108
Zijknipperlicht
........................................................ 197
12V- ac c u
............................................................... 203
.
Trefwoordenregister