air filter PEUGEOT PARTNER 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: PARTNER, Model: PEUGEOT PARTNER 2021Pages: 260, PDF Size: 7.76 MB
Page 10 of 260
8
Eco-rijden
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen enz.) en houd u daarbij aan het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de auto
te veel schadelijke stoffen uit. Ga in dat geval zo
snel mogelijk naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om ervoor te zorgen
dat de uitstoot van stikstofoxiden van uw auto
weer aan de norm voldoet.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit
de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich
stabiliseert.
Eco-stand
Met deze stand kunt u de instellingen van
verwarming en airconditioning optimaliseren om
het brandstofverbruik te beperken.
Inschakelen/uitschakelen
► U kunt deze stand in- of uitschakelen door op
deze toets te drukken.
Het lampje brandt als het systeem is
ingeschakeld.
Eco-coaching
Deze functie voorziet de bestuurder van advies
en informatie om te helpen bij het aannemen van
een zuinigere en milieuvriendelijkere rijstijl.
De functie houdt hierbij rekening met parameters
zoals remoptimalisatie, acceleratiebeheer,
schakelen, bandenspanning, gebruik van
verwarmings-/airconditioningsfuncties, enz.
Weergave op het instrumentenpaneel
Door de centrale weergave van het
tabblad " Eco-coaching" in het
instrumentenpaneel met matrixdisplay te
selecteren, kunt u uw rijstijl in real-time met
behulp van de rem- en acceleratie-indicatie
evalueren.
Weergave op het touchscreen
De 4 tabbladen " Traject", "Airconditioning ",
"Onderhoud " en "Rijden" voorzien u van advies
om uw rijstijl te optimaliseren.
Informatie met betrekking tot uw rijstijl kan ook in
real-time worden weergegeven.
Het tabblad " Rapport" toont een beoordeling
van uw rijstijl per dag en geeft een totaalscore
over de gehele week.
U kunt dit rapport op elk willekeurig moment
resetten door op "Reset " te drukken.
Met PEUGEOT Connect Radio
► Selecteer in het menu " Applicaties "
de optie "Eco-coaching".
Met PEUGEOT Connect Nav
► Selecteer het menu " Applicaties ",
vervolgens de het tabblad
"Voertuigapps" en dan "Eco-coaching".
Page 16 of 260
14
Instrumentenpaneel
Rijd voorzichtig en met lage snelheid en voer
dan (3) uit.
Distance Alert / Active Safety BrakePermanent, in combinatie met de
weergave van een melding.
Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Knippert.
Het systeem is in werking.
De auto remt kort af om de snelheid van de
aanrijding met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie met een
melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Voer (3) uit.
Permanent.
Er is een storing in het systeem.
Als deze waarschuwingslampjes gaan branden
nadat de motor is uitgeschakeld en opnieuw is
gestart, zie (3).
Roetfilter (diesel)Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van de
kans op verstopping van het roetfilter.
Het roetfilter begint verstopt te raken.
Ga als de omstandigheden het toelaten het
roetfilter regenereren door met een snelheid van
meer dan 60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en de melding van een te laag additiefniveau voor het roetfilter.
Het minimumniveau van het additiefreservoir is
bereikt.
Vul zo snel mogelijk bij: voer (3) uit.
AirbagsPermanent.
Een van de airbags of pyrotechnische
gordelspanners is defect.
Zie (3).
Airbag voorpassagier (ON)Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand " ON”.
Plaats in dit geval GEEN kinderzitje
met de "rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel - risico op zwaar letsel!
Airbag voorpassagier (OFF)Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand " OFF”.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een
storing in het airbagsysteem (brandend lampje
Airbags).
Dynamische stabiliteitscontrole (DSC) en
antispinregeling (ASR)
Permanent.
De functie wordt uitgeschakeld.
Druk op de knop om de functie weer in te
schakelen. De functie DSC/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart en bij
ongeveer 50 km/h.
Knippert.
De DSC/ASR-regeling wordt ingeschakeld
bij minder grip of afwijken van de rijbaan.
Permanent.
Een storing in het DSC-/ASR-systeem.
Zie (3).
Hill Start AssistBrandt permanent, in combinatie
met de melding "Storing in
antiterugrolsysteem".
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Storing noodremassistentie (met
elektrische parkeerrem)
Brandt permanent, in combinatie
met de melding "Storing
parkeerrem".
De noodremassistentie werkt niet optimaal.
Als automatisch uitschakelen niet mogelijk is,
gebruik de handmatige uitschakeling of zie (3).
Actief Lane Departure Warning SystemPermanent.
Het systeem is automatisch uitgeschakeld
of in de wachtstand gezet.
Knipperlicht.
De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder dat de
richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Page 60 of 260
58
Ergonomie en comfort
► Breng de riem(en) rondom de hoofdsteun(en)
aan (afhankelijk van de positie van de
scheidingswand).
►
Span de riem(en) met behulp van het
verstelbare gedeelte om de geladen voorwerpen
binnen de hoes te houden.
De beschermhoes kan na gebruik in
positie blijven.
Controleer regelmatig de staat van de
beschermhoes.
Neem bij sporen van slijtage of beschadiging
contact op met een PEUGEOT-dealer
om deze te laten vervangen door een
beschermhoes die aan de specificaties en
kwaliteitseisen van PEUGEOT voor uw auto
voldoet.
Verwarming en ventilatie
Adviezen
Gebruik van het ventilatie- en
airconditioningssysteem
►
Let erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het interieur
het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de
verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de
luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij
blijven.
►
Dek de zonnesensor op het
dashboard niet af; deze wordt gebruikt
voor het regelen van het automatische
airconditioningssysteem.
►
Zet de airconditioning minstens één of
twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan
om het systeem in perfecte staat te houden.
►
Gebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken
van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de
airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor.
Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager en het te lang
gebruiken van de luchtrecirculatie om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Als de binnentemperatuur zeer hoog is wanneer de auto lang in de zon heeft
gestaan, is het raadzaam het
passagierscompartiment korte tijd te
ventileren.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in
het interieur goed ververst wordt.
Condensvorming door de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein plasje
water onder de auto vormt. Dit is een normaal
verschijnsel.
Onderhoud van het ventilatie- en
airconditioningssysteem
►
Controleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen.
Het is raadzaam om een gecombineerd
interieurfilter te gebruiken. Dankzij het
toegevoegde speciale actieve middel is de
lucht die de inzittenden inademen schoner en
blijft het interieur schoner (vermindering van
allergische reacties, stank en vetaanslag).
►
Om een correcte werking van de
airconditioning te garanderen moet u deze
overeenkomstig de aanbevelingen in het
onderhouds- en garantieboekje laten
controleren.
Bevat gefluoreerde
R134A-broeikasgassen
Afhankelijk van de uitvoering en het
land waarin de auto is verkocht kan het
airconditioningssysteem gefluoreerde R134A-
broeikasgassen bevatten.
Stop & Start
De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen als
de motor draait.
Schakel tijdelijk het Stop & Start-systeem
uit om een comfortabele temperatuur in het
interieur te behouden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het Stop &
Start-systeem.
Verwarming
Page 156 of 260
154
Praktische informatie
Controles
Zie, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat
betrekking heeft op de motoruitvoering van
uw auto voor het controleren van bepaalde
onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Voor een optimale werking van belangrijke
onderdelen zoals het remsysteem selecteert
en biedt PEUGEOT specifieke producten aan.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen goed
vastzitten (bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de
desbetreffende rubriek voor meer informatie
en de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12
V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (veel stof, veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Een verstopt interieurfilter kan de
prestaties van de airconditioning
verstoren en onaangename geuren
veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik (veel stof, veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Wanneer het roetfilter verzadigd
raakt, gaat dit
waarschuwingslampje tijdelijk branden, in
combinatie met een melding waarin wordt
gewaarschuwd voor een verstopt filter.
Regenereer het roetfilter zodra de
verkeersomstandigheden het toelaten door met
een snelheid van minimaal 60
km/h te rijden tot
het lampje uit gaat.
Als het lampje blijft branden, is het minimale dieseladditiefniveau bereikt.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
Als er langere tijd met een zeer lage snelheid wordt gereden of de motor
langdurig stationair draait, kan er soms
waterdamp uit de uitlaat komen als u gas
geeft. Dit heeft geen gevolgen voor het
rijgedrag van de auto of het milieu.
Nieuwe auto
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste
paar keer dat het roetfilter geregenereerd
wordt een brandlucht ruiken. Dit is volkomen
normaal.
Handgeschakelde
versnellingsbak
De transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker,
tussen twee onderhoudscontroles door, te laten
controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Na het wassen kan er zich een laagje
vocht of onder winterse omstandigheden
ijs vormen op de remschijven en remblokken:
de remwerking kan daardoor afnemen. Rem
een paar keer lichtjes om de remmen
vocht- en ijsvrij te maken.
Slijtage remschijven
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van de slijtage
van de remschijven.
Handbediende parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt,
Page 250 of 260
248
Trefwoordenregister
Supervergrendeling 30–31
Surround Rear Vision
138
Synchroniseren afstandsbediening
33
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
33
T
Tankbeveiliging 144–145
Technische gegevens
185–187
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
143–144
Telefoon
51, 196–198, 210–212, 234–237
Teller
11 3
Temperatuurregeling
60
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
161, 163
Tijd instellen
213, 239
TMC (verkeersinformatie)
225
Toegang tot het reservewiel
164–165
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
60
Trailer Stability Management (TSM)
81
Trekhaak
81, 146
Tweepersoons voorbank
46–48, 84
Tweezitsbank vóór
46–48
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 11 7
Uitneembaar luik
54
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
87, 91
Uitschakelen ASR/CDS (ESC)
80
USB
193, 207, 228, 233
USB-aansluiting
50, 193, 207, 228, 233
USB-poort
193, 207, 233
V
Veiligheidsgordels 84–85, 92
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
87, 89–92
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
87, 89–92
Ventilatie
58–59, 63–65
Ventilatieroosters
58
Verbonden apps
229–230
Vergrendelen
24–25, 29–30
Vergrendeling van binnenuit
33–35
Verkeersinformatie (TA)
191
Verkeersinformatie (TMC)
225
Verklikkerlampjes
67
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
11
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
11
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
85
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~
Gordel (lampje)
85
Verlichting
67
Verlichting overdag ~
Dagrijverlichting
69, 168–169
Verversen
152
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
154
Verwarming
58–59, 62–65
Video
233
Volledig ontgrendeld
26, 28
Voorruitverwarming
62–63
Voorstoelen
42–44, 46–48
W
Waarschuwing kans op aanrijding 126–127
Waarschuwing oplettendheid
bestuurder
134–135
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
99
Waarschuwing vergeten verlichting
68
Wassen
11 3
Wassen (adviezen)
158–159
Webbrowser
225, 230
Wiel demonteren
165–167
Wiel monteren
165–167
Wiel verwisselen
161, 164
WiFi-netwerkverbinding
230–231
Window-airbags
88–89
Z
Zekeringen 172–174
Zekeringen vervangen
172–174
Zekeringkast dashboard
172