Peugeot Partner Tepee 2009 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009, Model line: Partner Tepee, Model: Peugeot Partner Tepee 2009Pages: 197, PDF Size: 6.68 MB
Page 101 of 197

111
VEILIGHEID
4
111
Kinderen aan boord
ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 meter dienen in goedgekeurde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot van een passagier worden vervoerd.
BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDEL
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter tot 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel vóór wordt geplaatst, moet de airbag aan passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders kan het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter vanaf 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel vóór wordt geplaatst, mag de airbag aan passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
De regels voor het vervoeren van kinderen zijn per land verschillend. Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen en een (uitschakelbare) passagiersairbag is afhankelijk van de uitvoering.
Page 102 of 197

112112
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
De procedure voor kinderzitjes en de functie uitschakelen van de airbag aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet kan worden uitgeschakeld, is het absoluut verboden een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN UNIVERSELE KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht voor het vervoeren van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg).
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
L3: verwijder de hoofdsteunen om dit type kinderzitje op de 2e zitrij te kunnen plaatsen.
Page 103 of 197

117
4
117
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden vervoerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of niet aanwezig is.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
KINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert het openen van binnenuit van de schuifdeuren.
Handmatige bediening
De plaats van de kinderbeveiliging wordt aangegeven door een sticker.
- Open de schuifdeur volledig tot voorbij het zware punt.
- Kantel de hendel op de achterste zijkant van de schuifdeur naar beneden.
Elektrische bediening
Druk met het contact aan op deze knop. Het lampje gaat branden.
Let op: dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van het contact altijd of de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiliging automatisch uitgeschakeld.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren per ongeluk worden geopend.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Page 104 of 197

112112
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
De procedure voor kinderzitjes en de functie uitschakelen van de airbag aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet kan worden uitgeschakeld, is het absoluut verboden een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN UNIVERSELE KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht voor het vervoeren van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg).
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
L3: verwijder de hoofdsteunen om dit type kinderzitje op de 2e zitrij te kunnen plaatsen.
Page 105 of 197

113
VEILIGHEID
4
113
Kinderen aan boord
BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
a: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
b: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
c: de stoelen op zitrij 2 dienen te zijn neergeklapt.
d: de hoofdsteunen van de stoelen op zitrij 2 dienen te worden verwijderd voor een betere aansluiting van het kinderzitje op de stoel.
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel g ehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
Plaats
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg 3 kg kg
(Groep 0 (a) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg 8 kg kg
(Groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg 5 kg kg
(Groep 2)
Van 3 tot ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg 6 kg kg
(Groep 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Zitrij 1 (b) Passagiersstoel U U U U
Zitrij 2 (d)
(5 en 7 zitplaatsen)
Buitenste zitplaatsen U U U U
Middelste zitplaats U U U U
Zitrij 3 (c, d)
(7 zitplaatsen) U U U U
Page 106 of 197

114114
Kinderen aan boord
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-normen.
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen A en B vóór, die zich tussen de rugleuning en de zitting van de zitplaats bevinden,
- één bevestigingsring C achter, die zich aan de achterzijde van de rugleuning van de zitplaats bevinden, voor de bevestiging van de bovenste riem, de TOP TETHER-bevestiging,
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, degelijke en snelle montage van het kinderzitje op de twee buitenste zitplaatsen achter in uw auto. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen voor kunnen worden verankerd. Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan de bevestigingsring C achter.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoog en steek de haak tussen de hoofdsteun en de rugleuning door. Bevestig de haak aan de bevestigingsring achter en trek de riem aan.
I s o fi x k i n d e r z i t j e m e t s t e u n
ISOFIX-kinderzitjes voorzien van een steun (voor op de vloer van uw auto) kunnen niet worden bevestigd op achterzitplaatsen voorzien van opbergvakken in de vloer (onder de voeten).
Page 107 of 197

115
VEILIGHEID
4
115
Kinderen aan boord
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
VOOR UW AUTO GOEDGEKEURD ISOFIX-KINDERZITJE
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-kinderzitje (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste ISOFIX
bevestiging, de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Page 108 of 197

116116
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A t/m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg (groep 0)
Tot ca. 6 maanden
Tot 10 kg (groep 0)
Tot 13 kg (groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg "rug in de rijrichting" "rug in de rijrichting" "gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1e zitrij Passagiers-stoel X IL-SU IL-SU IUF, IL-SU
2e zitrij
(5 en 7 * zitplaatsen)
Buitenste zitplaatsen IL-SU IL-SU IL-SU IUF, IL-SU
Middelste zitplaats Zitplaats zonder ISOFIX-bevestigingen
3e zitrij
(7 zitplaatsen) Zitplaatsen Zitplaatsen zonder ISOFIX-bevestigingen
IUF: Zitplaats geschikt voor het bevestigen van een universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een riem aan de bovenzijde, waarmee het zitje wordt bevestigd aan de bovenste bevestigingsring van de zitplaatsen van de auto met ISOFIX-bevestigingen.
IL-SU: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met h et gezicht in de rijrichting.
X: Zitplaats niet geschikt voor het bevestigen van een ISOFIX-kin derzitje voor de aangegeven gewichtsklasse.
* Bij de 7-persoons uitvoering dienen de drie stoelen van de 2e zitrij allemaal te zijn geplaatst als er kinderzitjes worden bevestigd.
Kinderen aan boord
Page 109 of 197

117
4
117
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden vervoerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of niet aanwezig is.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
KINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert het openen van binnenuit van de schuifdeuren.
Handmatige bediening
De plaats van de kinderbeveiliging wordt aangegeven door een sticker.
- Open de schuifdeur volledig tot voorbij het zware punt.
- Kantel de hendel op de achterste zijkant van de schuifdeur naar beneden.
Elektrische bediening
Druk met het contact aan op deze knop. Het lampje gaat branden.
Let op: dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van het contact altijd of de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiliging automatisch uitgeschakeld.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren per ongeluk worden geopend.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Page 110 of 197

118
Trekken van een aanhanger Raadpleeg voor meer informatie
over de aanhangergewichten
de documenten van de auto
(kentekenbewijs, ...) of in rubriek 8 het
gedeelte "Gewichten".
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN, EEN BOOT...
Verdeling gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u aan
de toegestane kogeldruk.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch
bediend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog
mogelijke versnelling om het toerental
te beperken en pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Adviezen
Bij het slepen van een auto dienen de
wielen van de gesleepte auto vrij rond
te draaien; de versnellingsbak moet in
de neutraalstand staan.