radio Peugeot Partner Tepee 2012 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: Partner Tepee, Model: Peugeot Partner Tepee 2012Pages: 240, PDF Size: 7.44 MB
Page 5 of 240

3
Inhoud
INHOU
D
9. TECHNOLOGIE aan
BOORD5. ACCESSOIRES 127-130
6. ONDERHOUD
131-140
7. SNEL WEER OP WEG
141-161
Urgence-oproep of
Assistance-oproep 9.1
Peugeot Connect Nav 9.3
Peugeot Connect
Sound 9.37 Trekken van een
aanhanger 127
Overige accessoires 129
Motorkap openen 132
Benzinemotor 133
Dieselmotor 134
Niveaus 135
Controles 137
Brandstof 139
Brandstoftoevoer
uitgeschakeld 140
Handopvoerpomp
diesel 140Accu 141
Bandenreparatieset 143
Wiel verwisselen 144
Afneembaar
sneeuwscherm 148
Lampen vervangen 149
Zekeringen 154
Wisserbladen
vervangen 158
Slepen van de auto 159
8. TECHNISCHE
GEGEVENS 162-168
Afmetingen 162
Gewichten 166
Identifi catiegegevens 167
10. WEGWIJZER
169-173
Exterieur 169
Bestuurdersplaats 170
Interieur 172
Technische gegevens -
Onderhoud 173
PC - Peugeot Connect is
de nieuwe overkoepelende
naam voor alle nieuwe
radio-/navigatiesystemen. In
Nederland zal deze naam
echter niet gevoerd worden.
In de rubriek "Technologie
aan boord" maakt u kennis
met de nieuwe radio- en
navigatiesystemen.
De rubriek "Wegwijzer"
biedt u de mogelijkheid
om de schakelaars,
functies en desbetreffende
paginanummers terug te
vinden op de schematische
afbeeldingen van de auto
(visuele index).
Page 10 of 240

8
Interieur
COCKPIT
1.
Schakelaar verlichting/
richtingaanwijzers.
2.
Instrumentenpaneel met display.
3.
Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer.
4.
Contact.
5.
Bediening autoradio.
6.
Bestuurdersairbag/claxon.
7.
Hendel stuurwielverstelling.
8.
Bediening snelheidsregelaar/-
begrenzer.
9.
Bedieningspaneel parkeerhulp/
koplampverstelling, ESP, Stop &
Start.
10.
Hendel motorkapontgrendeling.
11 .
Schakelaars elektrisch
verstelbare buitenspiegels.
Page 11 of 240

4
2
9
9
1
IN EEN OOGOPSLA
G
Interieur
MIDDENCONSOLE
1.
Bedieningspaneel ruitbediening.
2.
Bedieningspaneel
alarmknipperlichten/centrale
vergrendeling, kinderbeveiliging.
3.
Aansteker.
4.
Bediening verwarming/ventilatie.
5.
Opbergvak.
109
6.
Grip Control.
7.
Autoradio.
8.
Display.
42
9.1
10.
Urgence- of
Assistance-
oproep.
9.
Selectiehendel
EGS-
versnellingsbak.
Page 34 of 240

32
Cockpit
Verklikkerlampje
status
signaleert
Oplossing - actie
Koelvloeistoftemperatuur
en -niveau
brandt en
wijzer in het
rode gebied. een abnormale verhoging
van de temperatuur. Zet de auto stil, zet het contact af en laat de
koelvloeistof afkoelen. Controleer visueel het
niveau.
knippert. een te laag
koelvloeistofniveau. Zie in de rubriek 6 het gedeelte "Niveaus". Neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Service
blijft kort
branden. kleine storingen of
waarschuwingen. Raadpleeg het "Logboek meldingen" op het
display. Zie in rubriek 9 het gedeelte
"Autoradio - Boordcomputer" (volgens uitvoering).
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
blijft branden. ernstige storingen.
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
brandt en gaat
vervolgens
knipperen. de bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt. Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
knippert in
combinatie met
een geluidssignaal
en blijft vervolgens
branden. de bestuurder rijdt terwijl
de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt. Trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren. Zie in rubriek 4 het gedeelte
"Veiligheidsgordels".
ECO
-modus
brandt
permanent.
De functie Stop & Start heeft de
motor in de STOP-stand geplaatst,
als gevolg van stlistaan van de auto
(verkeerslichten, fi les, overig...).
Zodra u wilt wegrijden, gaat het lampje uit
en wordt de motor direct in de START-stand
geschakeld.
knippert
enkele
seconden
en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk
niet beschikbaar.
of
De START-stand is
automatisch ingeschakeld. Rubriek 2, deel "Stop & Start".
Page 40 of 240

38
Cockpit
Lekke band
Het controlelampje STOP gaat
branden.
Stop onmiddellijk, maar vermijd
abrupte manoeuvres met het stuur en
de remmen.
Repareer de beschadigde band tijdelijk
met behulp van de noodreparatieset of
monteer het reservewiel.
Vervang de beschadigde band en laat
de bandenspanning zo snel mogelijk
controleren.
Storing of sensor(en) niet gedetecteerd
Het controlelampje Service gaat branden.
Bij het vervangen van een wiel of bij een
storing van een sensor wordt de spanning
van de band niet meer gecontroleerd.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om de
defecte sensor(en) te vervangen.
Het vervangen van een band op een
wiel dat met dit systeem is uitgerust moet
worden uitgevoerd door het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Als u bij het vervangen van een band
een wiel plaatst dat niet door uw auto
gedetecteerd wordt (bijvoorbeeld:
montage van winterbanden), moet u
het systeem opnieuw laten initialiseren
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Het detectiesysteem voor te lage
bandenspanning is een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven en
verantwoordelijk is.
DETECTIESYSTEEM TE LAGE
BANDENSPANNING EMISSIEREGELING
Te lage bandenspanning
Het controlelampje Service gaat
branden.
Bij een waarschuwing voor een te lage
bandenspanning is de vervorming van
een band niet altijd zichtbaar.
Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning van alle banden.
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Wiel
verwisselen".
Als de beschadigde band vervangen
wordt door een band zonder sensor
(bijvoorbeeld het reservewiel), zal een
melding worden uitgezonden, om aan
te geven dat de spanning van deze
band niet gecontroleerd kan worden
en ook om u eraan te herinneren de
beschadigde band met de sensor te
laten repareren. Sensoren controleren continu de
bandenspanning en zenden een
waarschuwingssignaal uit als de
bandenspanning te laag is, een band
lek is of bij een storing van een sensor.
Als er een probleem
wordt gesignaleerd,
wordt dit aangegeven
door een afbeelding,
een geluidssignaal en
een melding op het
display. EOBD (European On Board
Diagnosis) is een Europees
diagnosesysteem dat de
emissieregeling bewaakt
en ervoor zorgt dat de auto
voldoet aan de normen voor de uitstoot
van:
- CO (koolmonoxide),
- HC (koolwaterstoffen),
- NOx (stikstofoxide) of roetdeeltjes; de
samenstelling van de uitstoot wordt
gecontroleerd door de lambdasondes
voor en achter de katalysator.
In het geval van een storing in de
emissieregeling wordt de bestuurder
gewaarschuwd door het branden van
dit specifi eke verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel.
De katalysator kan beschadigd
raken. Laat het systeem controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Gebruiksvoorschriften
Ondanks dit systeem moet de
bandenspanning nog regelmatig
worden gecontroleerd (ook van
het reservewiel) voor een optimale
wegligging en een langere levensduur
van de banden, zeker wanneer er
vaak met zware belading en hoge
snelheden wordt gereden.
Neem de aanbevolen bandenspanning
in acht om het brandstofverbruik van
de auto te verlagen.
Het systeem kan tijdelijk worden
verstoord door radiogolven in hetzelfde
frequentiegebied.
Page 131 of 240

129
ACCESSOIRE
S
5
Uitrusting
Er is tevens een aanbod van
accessoires beschikbaar, gerangschikt
in comfort, vrije tijd en onderhoud:
Inbraakalarm, graveren van ruiten,
verbanddoos, veiligheidsvest,
parkeerhulp voor en achter,
gevarendriehoek, slotbouten
lichtmetalen wielen...
Stoelhoezen geschikt voor voorstoelen
met zij-airbags, banken, rubber matten,
textielmatten, sneeuwkettingen,
zonneschermen, fi etsdrager voor de
achterklep, ...
Autoradio's, handsfree set, luidsprekers,
CD-wisselaar, navigatiesysteem USB-
box, videoset, ...
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt
gemonteerd, moet aan de hand
van de specifi caties altijd worden
gecontroleerd of deze kan
worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT-netwerk.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven
op elkaar.
Maximaal gewicht op allesdragers
- Dwarsstangen op dakdragers:
75 kg (montage van deze
dwarsstangen is niet mogelijk bij
uitvoeringen met Zénith.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien
van bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw
auto. Er wordt een ruime keuze aan
accessoires en originele onderdelen,
voorzien van een artikelnummer,
aangeboden.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg, voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat
installeren, een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT.
Het PEUGEOT-netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentieband,
maximaal uitgangsvermogen,
positie antenne, specifi eke
installatievoorschriften) van de voor
montage geschikte zenders ter
beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
Automobielen (2004/104/EG).
Page 144 of 240

142
Accu
ECO-MODUS
Nadat de motor is afgezet wordt bij
aangezet contact na 30 minuten een
aantal elektrische voorzieningen
(ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.)
automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Op dat moment knippert het
verklikkerlampje voor het laden van de
accu en verschijnt er een melding op
het display.
Start de motor en laat deze enige
tijd draaien om de bovengenoemde
voorzieningen weer te kunnen
gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor heeft
gedraaid. Deze tijd zal echter altijd
tussen de 5 en 30 minuten bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden.
Page 157 of 240

155
SNEL WEER OP WE
G
7
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen. Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening elektrisch
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning,
sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole
11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Sloten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming
Page 173 of 240

9.3
De Peugeot Connect Nav is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitend in uw auto functioneert.
PEUGEOT CONNECT NAV
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto.
Na het a
fzetten van de motor schakelt de PeugeotConnect Nav zichzelf tijdens de overgang naar de eco-mode uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
RADIO MULTIMEDIA / BLUETOOTH®-TELEFOON
GPS EUROPA OP SD-KAART
01 Basisfuncties
INHOUD
02 Stuurkolomschakelaars
03 Algemene werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Radio
07 Mediaspelers
08 Bluetooth
®-telefoon
09 Configuratie
10 Boordcomputer blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
11 Menustructuur display blz. 9.4
9.5
9.6
9.9
9.17
9.19
9.20
9.23
9.26
9.27
9.28
Veelgestelde vragen blz. 9.32
Page 174 of 240

01
9.4
BASISFUNCTIES
Motor afgezet:
- Kort indrukken: aan/uit. - Lang indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken.gpgp
Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken.pp
- Lang indrukken: resetten van het systeem. g
To egang tot het Menu "Radio".Weergave van hetzenderoverzicht.
To e
gang tot het Menu "Muziek".Weergave van
tracks. Lan
g indrukken: toegang tot de audio-
instellingen: geluidsverdeling voor/achter,links/rechts, lage-/hogetonenregeling,
sfeerinstellingen, loudness, automatische
volumecorrectie, standaardinstellingen. Selectieknop voor de
weer
gave op het display,afhankelijk van de context
van het menu.
Kort indrukken:contextmenu of
bevestigen.
Lan
g indrukken: specifi ek contextmenu van de
weergegeven lijst.
To e
gang tot het Menu "SETUP".
Lan
g indrukken :toegang tot hetGPS-bereik ende demo-modus. To e
gang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.
Uitwer
pen van de CD.
Selecteren van de vori
ge/
volgende radiozender.
Selecteren van de vorige/
volgende titel van een CD of
vorig/volgend MP3-bestand
.Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het overzicht.
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
Selecteren van het vorige/
volgende pagina in een lijst.
E
SC : huidige bewerkingafbreken.
To egang tot het Menu "Verkeer".
Weergave van de actueleverkeersinformatie.
SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
To e
gang tot
het Menu
"Navigatie".
Weergave
van de laatst gekozenbestemmingen. To e
gang tot het Menu "MODE".
Selecteren van het achtereenvolgens weergeven
van:
Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer.
Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK). Toetsen 1 t
/m 6 :
Selecteren van een in het geheugen opgeslagen
radiozender.
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de huidige radiozender. Volumere
geling (individueel
voor iedere geluidsbron,
inclusief berichten en
waarschuwingen van het
navigatiesysteem).