airbag Peugeot Partner Tepee 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: Partner Tepee, Model: Peugeot Partner Tepee 2017Pages: 292, PDF Size: 10.61 MB
Page 4 of 292

2
Partner2VP_nl_Chap00a_Sommaire_ed02-2016
Sleutel 18
Alarmsysteem 20
Portieren
21
Achterklep
23
Dakklep
26
Centrale vergrendeling
27
Instrumentenpaneel
28
Datum en tijd
29
V
erklikkerlampjes 32
Brandstofniveaumeter
40
Koelvloeistof
40
Bandenspannings
-
controlesysteem
41
Bandenspannings
-
controlesysteem met
reinitialisatie
43o
nderhoudsindicator
47
Dimmer dashboardverlichting
48
Stuurwiel verstellen
49
Handgeschakelde versnellin
gsbak 49
Schakelindicator
50
e
lektronisch gestuurde 6-versnellingsbak
51
Stop & Start-systeem
53
Starten en afzetten
55
W
egrijden op een helling
56
Rijadviezen
57Verlichting
58
Ruitenwissers
61
Boordcomputer
63
Snelheidsregelaar
64
Snelheidsbegrenzer
67
Verwarming / handbediende airconditioning
70
automatisch
72o
ntdooien
en ontwasemen
75
V
oorstoelen 77
Achterbank
79
Achterstoelen (5
zitplaatsen)
82
Achterstoelen (7
zitplaatsen)
85
Flexibel interieur
92
Indeling
94
Zénith dak
97
Dakrails
102
Plafonniers
103
Bagagescherm (5
zitplaatsen)
104
Bagagescherm (7
zitplaatsen)
108
Spiegels
110
e
lektrisch bedienbare ruiten
1
12
VOORDAT u GAAT
RIJDEN
3.
18-57 VEILIGHEID
5.
1
13-147
exterieur 5
Interieur 6
auto met linkse besturing
6 auto met rechtse besturing 7
Cockpit
8
auto met linkse besturing
8 auto met rechtse besturing 10technische gegevens - o
nderhoud
12
OVERZICHT
1.
4-14
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de
veiligheid
1
13
Alarmknipperlichten
1
14
Claxon
114
Handrem
114
Parkeerhulp
115
Achteruitrijcamera
117
ABS
118
Noodremassistentie
118
ASR en
e SP
1
19
g
rip control
120
Active City Brake
122
V
eiligheidsgordels 126
Airbags
129
Vervoer van kinderen
133u
itschakelen van de frontairbag aan
passagierszijde
136
Aanbevolen kinderzitjes
139
Plaats
141
IS
o FIX-bevestigingen 143
Aanbevolen IS
o FIX-zitje 144
Zitplaatsen met IS
o FIX-bevestigingen 145
Kinderbeveiliging
147
ERGONOMIE
en COMFORT
4.
58-112
ECO-RIJDEN
2.
15-17
Milieu 15e co-rijden 16
Het gedeelte "Wegwijzer"
(visuele index) biedt u de
mogelijkheid om de schakelaars,
functies en desbetreffende
paginanummers terug te
vinden op de schematische
afbeeldingen van de auto.
Cockpit auto met linkse besturing 1 3
auto met rechtse besturing 14
Inhoud
Page 8 of 292

6
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
Binnenspiegel 111
Plafonnier vóór 103
Lampen plafonnier
vervangen
184Frontairbags, zij-airbags,
window-airbags
129-132
u
itschakelen frontairbag passagierszijde
132, 136
Accu, laden,
starten
170
Motorkapontgrendeling
154
Ruiten achter
1
11
Voorstoelen, verstelling,
hoofdsteun
77-78
Veiligheidsgordels
107, 126-128
Accessoires
152
INTERIEUR
Achterbank 79-81
Achterstoelen
(5 zitplaatsen)
82-84, 92
Configuratie van stoelen,
banken
92-93
Plafonnier achter
103
Lampen plafonnier
vervangen
184
Voorzieningen achter
96
-
opbergvakken in de vloer
,
-
vliegtuigtafeltje,
-
zonneschermen opzij.
Zenith-dak
97-98
Parfumeur
99-100
Bagagescherm (5 zitplaatsen)
104
Bagagescherm
(7 zitplaatsen)
108-109 Kinderzitjes
133-142, 146
IS
o FIX-bevestigingen,
IS o FIX-zitje 143-145
Handrem
114
Achterstoelen (7 zitplaatsen)
85-91, 93
V
oorzieningen (7 zitplaatsen)
106-107
-
bekerhouder
,
-
12V
-aansluiting,
-
sjorogen,
-
opbergvakken.
Slepen, aanhanger trekken
192
Aanhangergewichten
197-200
Reservewiel, krik,
wiel verwisselen,
gereedschap
173-178
Lokalisatie
Page 9 of 292

7
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
Binnenspiegel 111
Plafonnier vóór 103
Lampen plafonnier
vervangen
184Frontairbags, zij-airbags, window-airbags
129-132
u
itschakelen frontairbag passagierszijde
132, 136
Accu, laden, starten
170
Motorkapontgrendeling
154
Ruiten achter
1
11
Voorstoelen, verstelling,
hoofdsteun
77-78
Veiligheidsgordels
107, 126-128 Accessoires
152
INTERIEUR
Achterbank 79-81
Achterstoelen
(5 zitplaatsen)
82-84, 92
Configuratie van stoelen,
banken
92-93
Plafonnier achter
103
Lampen plafonnier
vervangen
184
Voorzieningen achter
96
-
opbergvakken in de vloer
,
-
vliegtuigtafeltje,
-
zonneschermen opzij.
Zenith-dak
97-98
Parfumeur
99-100
Bagagescherm (5 zitplaatsen)
104
Bagagescherm
(7 zitplaatsen)
108-109
Kinderzitjes
133-142, 146
IS
o FIX-bevestigingen,
IS o FIX-zitje 143-145
Handrem 114
Achterstoelen (7 zitplaatsen)
85-91, 93
V
oorzieningen (7 zitplaatsen)
106-107
-
bekerhouder
,
-
12V
-aansluiting,
-
sjorogen,
-
opbergvakken.
Slepen, aanhanger trekken
192
Aanhangergewichten
197-200
Reservewiel, krik, wiel
verwisselen,
gereedschap
173-178
1
oVeRZICHt
Lokalisatie
Page 11 of 292

9
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
Binnenspiegel 111Spiegel naar achterpassagiers 111
Displays,menu's
28, 207, 268
Datum en tijd instellen
30-31
Schakelaars -
centrale vergrendeling
27
-
elektrische
kinderbeveiliging
147
-
ruitbediening
1
12
-
alarmknipperlichten
1
14 Verwarming, ventilatie:
-
verwarming
70-71, 74
-
airconditioning
70-71, 74
Automatische
airconditioning
72-73, 74o
ntdooien/ontwasemen 75-76
Plafonniers
103, 184
V
oorzieningen vóór
94-95
-
opbergvakken,
-
dashboardkastje,
-
flessenhouder
,
-
tashouder
,
-
middenconsole,
-
dakconsole,
-
zonneklep,
-
opbergruimte onder de stoelen.
touchscreen
203-263
Peugeot Connect Sound 265-282
Achteruitrijcamera
1 17
u
itschakelen frontairbag passagierszijde
132, 136
Handgeschakelde
versnellingsbak
49
"
g
rip control"
120-121
1
oVeRZICHt
Lokalisatie
Page 13 of 292

11
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
Snelheidsregelaar 64-66
Snelheidsbegrenzer 67-69
Verlichting
58-60
Mistlampen
59
L e D-dagrijverlichting
59
Automatische
verlichting 59-60
Handrem 114Instrumentenpanelen,
klokken, displays, tellers
28-29
Klok instellen via instrumentenpaneel
29
V
erklikkerlampjes 32-39
Meters, display
40, 47-48
Dimmer
dashboardverlichting 48
Schakelindicator 50
Stuurwiel verstellen
49
Claxon
114 Contactslot
55
Ruitenwissers 61-62
Automatische ruitenwissers
61
Ruitensproeiers
62, 158
Boordcomputer
63
Bediening aan de stuurkolom: -
t
ouchscreen
206
-
P
eugeot
Connect Sound
267
u
itschakelen frontairbag
passagierszijde
132, 136
ASR-
e SP
1
19
Parkeerhulp
115-116
elektrisch verstelbare buitenspiegels 11 0
Koplampverstelling
60
Stop & Start
53-55
e
lektronisch gestuurde
6-versnellingsbak
51-52
1
oVeRZICHt
Lokalisatie
Page 15 of 292

13
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
COCkPIT
1. Schakelaar verlichting/
richtingaanwijzers.
2.
Instrumentenpaneel met display
.
3.
Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer
.
4.
Contact.
5.
Bediening autoradio.
6.
Frontairbag bestuurderszijde/claxon.
7.
Hendel stuurwielverstelling.
8.
Bediening snelheidsregelaar/-
begrenzer
.
9.
Bedieningspaneel: parkeerhulp,
koplampverstelling,
e SP, Stop &
Start.
10.
Hendel motorkapontgrendeling.
11
.
Schakelaars elektrisch verstelbare
buitenspiegels.
12.
Schakelaars ruitbediening vóór
.
13.
Bedieningspaneel:
alarmknipperlichten, centrale
vergrendeling, kinderbeveiliging.
14.
Aansteker.
15.
Bediening verwarming/ventilatie.
16.
Bediening elektronisch gestuurde
versnellingsbak of
g rip Control.
17.
t
ouchscreen.
18.
u SB-aansluiting
(met elektronisch gestuurde
versnellingsbak).
19.
u SB-aansluiting
(met handgeschakelde
versnellingsbak).
1
oVeRZICHt
Presentatie
Page 16 of 292

14
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
COCkPIT
1. Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
2.
Instrumentenpaneel met display
.
3.
Schakelaar ruitenwissers,
ruitensproeiers, boordcomputer
.
4.
Contact.
5.
Bediening autoradio.
6.
Frontairbag bestuurderszijde, claxon.
7.
Hoogte- en diepteverstelling
stuurwiel.
8.
Schakelaars snelheidsregelaar/-
begrenzer
.
9.
Bedieningspaneel: parkeerhulp,
koplampverstelling, e SP, Stop & Start,
alarmsysteem.
10. Hendel motorkapontgrendeling.
11 . e lektrische bediening buitenspiegels.
12.
Schakelaars ruitbediening vóór
.
13.
Bedieningspaneel:
alarmknipperlichten, centrale
vergrendeling, kinderbeveiliging.
14.
Aansteker.
15.
Bediening verwarming-ventilatie.
16.
Bediening elektronisch gestuurde
versnellingsbak of
g rip Control.
17.
t
ouchscreen.
18.
u SB-aansluiting
(met elektronisch gestuurde
versnellingsbak).
19.
u SB-aansluiting
(met handgeschakelde
versnellingsbak).
Presentatie
Page 36 of 292

34
Partner2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Partner2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Verklikkerlampje status signaleertOplossing - actie
Frontairbag /
zij-airbag knippert of
blijft branden.
een defecte airbag. Laat het systeem onmiddellijk controleren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Zie in rubriek 5 het gedeelte "Airbags".
Uitschakeling
frontairbag
passagierszijdebrandt.
dat de airbag handmatig is
uitgeschakeld omdat er een
kinderzitje is geplaatst met
de rug in de rijrichting. Zie in rubriek 5 het gedeelte "Airbags" of
"Kinderen in de auto".
Laag
brandstofniveau
brandt en
wijzer in het
rode gebied.dat, als het lampje gaat
branden, er nog ongeveer
8
liter brandstof in de tank
zit, afhankelijk van uw rijstijl
en het type motor.
Vul de brandstoftank bij de eerstvolgende gelegenheid om
te voorkomen dat u stil komt te staan.
Het lampje gaat, elke keer als u het contact aanzet, branden
totdat u de brandstoftank voldoende bijgevuld hebt.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter (of 55 liter,
afhankelijk van de uitvoering).
Rijd de tank nooit helemaal leeg, dit zou tot storingen in de
emissieregeling en/of het inspuitsysteem kunnen leiden.
knippert. een onderbreking van de
brandstoftoevoer ten gevolge
van een ernstige aanrijding. Herstel de brandstoftoevoer.
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Brandstof".
Emissieregeling
EOBDknippert of
blijft branden.
een storing in het systeem. De katalysator kan beschadigd raken. Laat de
auto controleren door het P
eugeot-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Laden accu brandt.
een storing in het
laadcircuit. Controleer de accupolen, ...
Zie in rubriek 8 het gedeelte "Accu".
knippert. het overgaan naar de
waakfase van de actieve
functies (eco-mode). Zie in rubriek 8 het gedeelte "Accu".
blijft branden
ondanks
controle. een storing in de ontsteking
of het brandstofsysteem.
Laat de auto controleren door het P
eugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Cockpit
Page 128 of 292

126
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
126
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
VEILIGHEIDSGORDELS
Hoogteverstelling
Knijp de knop van de geleider in
en schuif deze omhoog of omlaag
(veiligheidsgordel bestuurdersstoel en
enkele passagiersstoel).
Vastmaken
trek aan de gordel en steek de gesp in
de gordelsluiting.
trek aan de gordel om de
vergrendeling van de gesp te
controleren.
Verklikkerlampje(s) niet-
vastgemaakte veiligheidsgordel Losmaken
Druk op de rode knop.
Als een inzittende voorin
zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt, gaat bij
het starten van de motor dit
verklikkerlampje branden.
Gebruiksvoorschrift
De bestuurder dient er vóór het
wegrijden zeker van te zijn dat alle
inzittenden hun veiligheidsgordels op
de juiste manier hebben vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens
het rijden hun veiligheidsgordel dragen,
ook al betreft het een korte rit.
De veiligheidsgordels zijn voorzien
van een oprolautomaat die ervoor
zorgt dat de lengte van de gordel
automatisch wordt aangepast aan uw
lichaamsbouw.
g
ebruik geen accessoires om de
veiligheidsgordels minder strak te
laten aansluiten (zoals wasknijpers,
klemmen, veiligheidsspelden, ...).
Controleer zowel voor als na het
gebruik van de gordel of deze goed is
opgerold.
Controleer na het neerklappen of
verplaatsen van een stoel of de
achterbank of de gordel goed is
opgerold en de gordelsluiting zich op
de juiste plaats bevindt.
De gordelspanners van de
veiligheidsgordels vóór kunnen,
afhankelijk van de aard en de kracht
van de aanrijding, onafhankelijk van
de airbags afgaan. De gordelspanners
trekken de veiligheidsgordels direct
stevig tegen het lichaam van de
inzittenden.
Het afgaan van de gordels gaat
gepaard met een lichte onschadelijke
rookvorming en een geluid als gevolg
van de pyrotechnische lading in het
systeem.
De zitting van de voorpassagiersstoel
kan zijn voorzien van een detectiemat
voor de aanwezigheid van een
passagier. Leg in dat geval geen
zware voorwerpen op de voorstoel
om te voorkomen dat er onnodig een
waarschuwing wordt gegeven.
Veiligheidsgordels
Page 129 of 292

127
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Voorschriften voor kinderen:
-
maak voor kinderen tot 12
jaar of
kleiner dan 1,50
m gebruik van een
geschikt kinderzitje.
-
laat nooit een kind op schoot
zitten tijdens het rijden. De
veilig
heidsgordel mag door niet
meer dan één persoon gedragen
worden.
Raadpleeg voor meer informatie
over kinderzitjes in rubriek 5
het
gedeelte "Kinderen in de auto".
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel
voor textiel, verkrijgbaar bij het
P
eugeot
-netwerk.
o
m aan de wettelijke
veiligheidsvoorschriften te
blijven voldoen is het raadzaam
werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels door het P
eugeot
-
netwerk te laten uitvoeren.
Laat de veiligheidsgordels van
uw auto regelmatig (ook na een
kleine aanrijding) controleren door
het P
eugeot
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: de gordels
mogen geen slijtagesporen en scheuren
vertonen en er mogen geen wijzigingen
aan de gordels zijn aangebracht.De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van de
inzittenden getrokken wordt.
De oprolautomaten zijn voorzien van een
automatische blokkeerinrichting die in werking
treedt bij een aanrijding, een noodstop of het
over de kop slaan van de auto.
De veiligheidsgordels met pyrotechnische
gordelspanners werken alleen als het contact
aan staat.
u
kunt de gordel losmaken door de rode knop
op de gesphouder in te drukken.
g eleid de
gordel tijdens het oprollen.
Als de gordelspanners zijn geactiveerd,
gaat het verklikkerlampje airbag branden.
Raadpleeg het P
eugeot
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
V
oor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
- mag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
- moet worden voorkomen dat de gordel
gedraaid raakt en moet de gordel in een
vloeiende beweging naar voren worden
getrokken,
- dient deze strak om het lichaam te
worden gedragen.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief. Als de zitplaatsen zijn voorzien van
armsteunen, moet de heupgordel altijd onder
de armsteun door worden geleid.
Controleer of de gordel goed is vastgemaakt
door even aan de riem te trekken.
Autogordels zitplaatsen vóór
De autogordels vóór zijn voorzien van
pyrotechnische gordelspanners en
gordelkrachtbegrenzers.
Autogordels zitplaatsen achter
(5 zitplaatsen)
De zitplaatsen achter zijn voorzien van
driepuntsgordels met oprolautomaten.
VeILIgHeID
5
Veiligheidsgordels