ad blue Seat Alhambra 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2016, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2016Pages: 340, PDF Size: 7.27 MB
Page 6 of 340
Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Rem- en stabiliseringssystemen . . . . . . . . . . . . 214
Starthulpsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Parkeerhulp* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
Inparkeersysteem* (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 223
Achteruitrijcamera* (Rear View Camera) . . . . . . 227
Afstandsregeling* (Snelheidsregelsysteem -
GRA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
231
Rij str
ookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 233
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
V
erkeerstekenherkenning (Sign Assist)* . . . . . 240
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze te nemen)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Dynamische onderstelregeling (DCC)* . . . . . . . 244
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 245
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Rijden met aanhan
gwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Accessoires, onderdelen vervangen en wijzi-
gingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
V
erzorging en reiniging van de wagen, buiten-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Ver
zorging en reiniging van de wagen, binnen-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Gebruik
ersinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
Selectieve Katalytische Reductie* (AdBlue) . . . 283
Voorbereidingen voor werkzaamheden in de
motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
286
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 297
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
Wielen en banden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Relevante informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
4
Page 35 of 340
De essentie
Controlelampjes C ontr
ol
e- en waarschuwingslampjesRode lampjes
Niet verder rijden!
De elektronische parkeerrem is
ingeschakeld, het peil van de
remvloeistof is te laag of het
remsysteem vertoont een sto-
ring.
››› pag.
197
Niet verder rijden!
Storing in het koelsysteem van
de motor.››› pag.
292
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag.
289
Niet verder rijden!
Minstens één van de portieren
staat open of is niet goed geslo-
ten.››› pag.
125
Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is
niet goed gesloten.››› pag.
128
Niet verder rijden!
Storing in stuurinrichting.››› pag.
191
De motor mag niet opnieuw ge-
start worden!
Peil van "AdBlue" te laag.›››
pag.
283
de bestuurder of voorpassagier
heeft de veiligheidsgordel niet
om.›››
pag.
66
Trap het rempedaal in!
Schake-
len
››› pag.
202
Remmen
››› pag.
197
Generator defect.›››
pag.
298 Gele lampjes
Remblokken voor versleten.
›››
pag.
197
brandt: ESC defect of uitgescha-
keld.
knippert: ESC actief.
ASR handmatig buiten werking
gesteld.
Storing in ABS, of werkt niet.
Storing in elektronische parkeer-
rem.›››
pag.
197
Mistachterlicht aan.›››
pag.
135
brandt: Rijlicht geheel of gedeel-
telijk defect.›››
pag.
94
knippert: Storing in het systeem
van de bochtenverlichting.››› pag.
135
brandt of knippert
: storing in uit-
laatgascontrolesysteem.
››› pag.
211
brandt: voorverwarmen van de
dieselmotor.
knippert: storing in het diesel-
motormanagement.
Storing in het benzinemotorma-
nagement.
Roetfilter verstopt.
storing in stuurinrichting.›››
pag.
191
Bandenspanning te laag.›››
pag.
302
Storing in indicator bandenspan-
ning.››› pag.
245
Het vloeistofpeil voor het wassen
van de spiegels is te laag.›››
pag.
142
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag.
278
knippert: motoroliesysteem de-
fect.›››
pag.
289
brandt: motoroliepeil te laag.
Storing in het systeem van air-
bags en gordelspanners.›››
pag.
74
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
74» 33
Page 36 of 340
De essentie
"AdBlue" bijvullen, of er is een
storing in het "AdBlue"-systeem.›››
pag.
283
De benzinetank is niet goed ge-
sloten.›››
pag.
278
De rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld, maar niet
actief.›››
pag.
233 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
135
Alarmlichten aan.››› pag.
84
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag.
202
Remmen
››› pag.
197
Snelheidsregelsysteem actief.›››
pag.
231
de rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld en actief.›››
pag.
233
Grootlicht aan of grootlichtsig-
naal in werking gesteld.
›››
pag.
135
Grootlichtregeling (Light Assist)
ingeschakeld.
Elektronische wegrijblokkering
actief.›››
pag.
192
Service-intervalindicatie.›››
pag.
108
Mobiele telefoon gekoppeld via
Bluetooth met origineel hand-
sfree apparaat.›››
brochu-
re Radio
of ››› bro-
chure Na-
vigatiesys-
teem
Indicatie ladingstoestand accu
mobiele telefoon. Uitsluitend
beschikbaar voor apparaten die
zijn gemonteerd af fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buitentem-
peratuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag.
107
››› in Controle- en waarschuwingslamp-
jes op pag. 110
››› pag. 110 Versnellingshendel
Handg e
sc
hakelde versnellingsbak Afb. 48
Schakelschema van handgeschakelde
6- v
er s
nellingsbak. In de versnellingshendel zijn de standen van
de
v
er s
nellingen aangeduid ››› afb. 48.
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Zet
de versnellingshendel in de gewenste
stand.
● Laat het
koppelingspedaal los.
Achteruit
versnelling inschakelen
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Druk de
versnellingshendel in neutrale
stand oml
aag, beweeg hem dan helemaal
naar links en daarna naar voren om de ach-
teruitversnelling ››› afb. 48 R te selecteren.
34
Page 113 of 340
Communicatie en multimedia
Communicatie en multimedia
B edienin
gsel
ementen op het stuurwiel*
Bediening van het audio+telefoon systeem Afb. 121
Bedieningselementen aan het stuurwiel. Het stuurwiel bevat multifunctiemodulen van
w
aaruit
fu
ncties van audio, telefoonuitrus-
ting en radionavigatie van de wagen gecon- troleerd kunnen worden zonder de aandacht
van de best
uring af te leiden. ●
om de beschik bare audiofuncties (radio,
audio-cd, mp3-cd, iPod ®1)
, USB 1)
, SD 1)
) en
het Bluetooth-systeem vanaf het stuur te be-
dienen.
KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien: volume omhoog/om-
laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: PauzeDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: Stilte
» 1)
Afhankelijk van de wagenuitrusting.
111
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 115 of 340
Communicatie en multimedia
Multimedia In g
an g USB/A
UX-INAfb. 122
Middenarmsteun voorin: USB/AUX-
IN-in g
an g. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be s
chikken over een USB/AUX-IN-
aansluiting.
De USB/AUX-IN-ingang bevindt zich in het
vak voorin in de middenarmsteun ››› afb.
122.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. 3-toets module in hemelbekle-
ding
3-toets
module* Afb. 123
3-toets module in hemelbekleding:
bedienin g
st
oetsen telefoon.
Functie
Kort indrukken
: oproep beantwoorden of ge-
sprek beëindigen.
Ingedrukt houden : oproep afwijzen.
Kort indrukken: spraakherkenning in- of uit-
schakelen, bijvoorbeeld om te bellen. a)
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
: in-
formatie opvragen over het merk SEAT en de
gekozen extra diensten met betrekking tot
verkeer en reis.
Functie
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
:
om in geval van storingen hulp te krijgen via
het netwerk met SEAT-dealers.
a) Dit geldt niet als een navigatiesysteem SEAT Media System
2.2 met spraakbediening ingebouwd is.
Informatie- en hulpoproepen Met behulp van de toetsen
en op de 3-
toets modu l
e wordt u verbonden met het Ser-
vice Call Center van SEAT 1)
. Het systeem zal
automatisch de hulpcentrale in het betreffen-
de land bellen. U kunt alleen opbellen als de
mobiele telefoon aanstaat en is verbonden
met de mobiele-telefoonvoorbereiding via
Bluetooth.
Info-oproep
De toets Informatieoproep biedt infor-
matie over het merk SEAT en over de gekozen
extra diensten met betrekking tot verkeer en
reis.
Om verbinding te maken, de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden.
In landen die niet over een informatienum-
mer beschikken, de toets ingedrukt houden
voor een hulpoproep. »1)
Afhankelijk van het land.
113
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 266 of 340
Aanwijzingen
ingebouwde antenne of een andere
aan g
es
loten buitenantenne.
Als de wagen uitgerust is met een geschikt
handsfree apparaat, dan voldoet u aan de
wetgeving van vele landen die alleen het ge-
bruik van mobiele telefoons in wagens toe-
staan als dat met handsfree toestellen ge-
beurt.
Het in de fabriek ingebouwde handsfree sys-
teem is ontworpen voor gebruikt met conven-
tionele mobiele telefoons, en mobiele tele-
foons met Bluetooth-technologie. De mobiele
telefoons moeten in een geschikte telefoon-
houder worden geplaatst. Aan de andere
kant moet de telefoonhouder altijd volgens
de instructies op de basisplaat vastgeklikt
worden. Alleen op deze manier is de mobiele
telefoon goed op het dashboard vastge-
maakt, altijd binnen het bereik van de be-
stuurder en aangesloten op de buitenanten-
ne van de wagen.
Door de mobiele telefoon op een in de wagen
geïntegreerde antenne of op een op de mobi-
ele telefoon aangesloten buitenantenne aan
te sluiten, vermindert de elektromagnetische
straling die de telefoon uitzendt en bijgevolg
de effecten daarvan op het menselijk li-
chaam. Bovendien neemt de kwaliteit van de
verbinding ook toe.
Als u de mobiele telefoon zonder het hand-
sfree systeem in de wagen gebruikt, dan is
de mobiele telefoon niet stevig bevestigd en niet op de buitenantenne voor de telefoon
aanges
loten. Tevens wordt de telefoon via de
houder opgeladen. Ook kunnen de gevoerde
telefoongesprekken onderbroken worden en
zal de kwaliteit van de verbinding slechter
zijn.
Gebruik de mobiele telefoon alleen in de wa-
gen als de telefoon op een handsfree sys-
teem met buitenantenne aangesloten is. ATTENTIE
Als de mobiele telefoon los vervoerd wordt of
als niet
goed is vastgemaakt, kan deze bij
bruusk remmen, plotselinge manoeuvres, of
een ongeval door het interieur van de wagen
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
● Mobiele telefoons moeten tijdens het rijden
altijd op de juist
e wijze en buiten het wer-
kingsgebied van de airbags worden beves-
tigd, of op een veilige plaats worden opgesla-
gen. ATTENTIE
Als u een mobiele telefoon of zendapparatuur
gebruikt die niet
op de buitenantenne aange-
sloten is, kan het maximum elektromagneti-
sche stralingsniveau in de wagen overschre-
den worden. Hetzelfde gebeurt als de buiten-
antenne verkeerd geïnstalleerd is.
● Houd tussen de antennes van de mobiele
telefoon en een p
acemaker een afstand aan
van ten minste 20 centimeter, omdat mobiele telefoons de goede werking van de pacema-
ker ku
nnen beïn
vloeden.
● Draag de mobiele telefoon nooit standby in
de borstzak
direct op de pacemaker.
● Wanneer u denkt dat er interferentie is,
moet u de mobiel
e telefoon direct uitschake-
len. 264
Page 285 of 340
Controleren en bijvullen
Selectieve Katalytische Reduc-
tie* (AdBlue) In l
eidin g t
ot themaIn wagens met "Selective Catalytic Reducti-
on" (Selectieve K
at
alytische Reductie) wordt
een speciale oplossing van ureum (AdBlue)
in het uitlaatgassysteem geïnjecteerd, voor
een katalysator, om de uitstoot van stikstof-
oxiden te verminderen.
Het verbruik van AdBlue hangt af van de indi-
viduele rijstijl, de temperatuur van het sys-
teem en de omgevingstemperatuur.
AdBlue bevindt zich in een aparte tank in de
voertuig en moet bijgevuld worden bij een of-
ficiële dealer. De AdBlue-tank heeft een vul-
capaciteit van ongeveer 17 liter.
De AdBlue-vulhoeveelheid moet gecontro-
leerd worden wanneer er servicewerkzaam-
heden worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de AdBlue-vulhoeveelheid te laag is, is
het mogelijk d
at de wagen na het uitschake-
len van het contact niet opnieuw gestart kan
worden. De wagen kan ook niet met een
noodstop of starthulp gestart worden!
● Vul voldoende hoeveelheid AdBlue bij, als
er nog 1.000 km (600 mijlen) te gaan
zijn.
● De AdBlue-tank niet leeg rijden. ATTENTIE
AdBlue is een irriterende en corroderende
vloeist of
die verwondingen veroorzaken kan
als de vloeistof in contact komt met de huid,
de ogen of de ademhalingsorganen.
● Indien AdBlue in contact komt met de ogen
of de huid, moet mins
tens 15 minuten ge-
spoeld worden met ruim water en een arts ge-
raadpleegd worden.
● In geval van inname van AdBlue, dient u de
mond gedurende mins
tens 15 minuten te
spoelen met ruim water. Probeer niet te bra-
ken tenzij dit op advies van de arts gebeurt.
Roep onmiddellijk medische hulpverlening
in. VOORZICHTIG
AdBlue beschadigt oppervlakken zoals bij-
voorbeeld g el
akte onderdelen van de wagen,
kunststoffen, kleding en vloerbedekkingen.
Verwijder weggelekte AdBlue zo snel moge-
lijk met een natte doek en voldoende koud
water.
● Als de AdBlue gestold is, verwijder de Ad-
Blue dan met lau
w water en een spons. Controle- en waarschuwingslampjes
Gaat rood branden
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Het AdBlue-ni- veau is te laag.Stop de wagen op een geschik-
te, veilige en vlakke plaats en
vul de minimale hoeveelheid
AdBlue bij ››› pag. 284.
Gaat rood branden
samen met
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Storing in het
AdBlue-systeem.Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Gaat geel branden
De reservehoeveel-
heid AdBlue is klein.
Vul AdBlue bij binnen het aan-
gegeven aantal kilometer (of
mijl)
››› pag. 284. SEAT raadt
aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadple-
gen.
» 283
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 286 of 340
Aanwijzingen
Gaat geel branden
samen met
Er is een storing in
het AdBlue-systeem
opgetreden, of er is
een AdBlue-vloeistof
gebruikt die niet vol-
doet.
Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommige c
ontr
ole- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden branden terwijl een
werkingscontrole wordt uitgevoerd. Na enke-
le seconden gaan de lampjes uit. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ››› in Controle- en
waars c
huwingslampjes op pag. 110 in acht
nemen. Informatie over AdBlue
Als er nog 2.400 km te gaan zijn, wordt er
een beric
ht
op het in
strumentenpaneel weer-
gegeven waarin staat dat de AdBlue bijge-
vuld moet worden ››› pag. 284. Als dit be-
richt genegeerd wordt, kan de motor vervol-
gens niet meer gestart worden ››› pag. 283.
SEAT raadt aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadplegen. Als u geen gespecialiseerde werkplaats kunt opzoeken,
moet u tijdelijk minimaal
5,0 liter AdBlue bij-
vullen. Vul enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk
is goedgekeurd door SEAT.
Wanneer de controlelampjes en tege-
lijk gaan branden, is er een storing. SEAT
raadt aan de dichtstbijzijnde gespecialiseer-
de werkplaats op te zoeken.
AdBlue ®
is een geregistreerd handelsmerk in
de V.S., Duitsland, de Europese Unie en an-
dere landen die aangesloten zijn bij de Duit-
se vereniging van autofabrikanten ("Verband
der Automobilindustrie e. V.", VDA).
AdBlue bijvullen Afb. 236
Linksachter in de bagageruimte: Ad-
Blue-t ank, ac
hter een dek
sel. Afb. 237
AdBlue-tank met sluiting van vulope-
nin g en fl
es
voor bijvullen. Om AdBlue bij te vullen, moet de wagen op
een
vl
ak t
errein staan en bijv. niet met een
zijde op de stoeprand of op een helling. In-
dien de wagen niet op een vlak terrein staat,
is het mogelijk dat de vulindicatie de toege-
voegde hoeveelheid niet juist aangeeft.
284
Page 287 of 340
Controleren en bijvullen
Vulopening van tank openen
● Achterklep openen.
● Draai de snelsluiting van het deksel rechts-
om ››
›
afb
. 236 en open het deksel naar vo-
ren.
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ››
› afb. 237 1 linksom los.
AdBlue b ij
vu
llen
Gebruik uitsluitend door SEAT goedgekeurde
AdBlue die voldoet aan de norm
ISO 22241-1. Gebruik uitsluitend originele
flessen.
● Neem de instructies en informatie van de
fabrikant
van de bijvulfles in acht.
● Let op de uiterste gebruiksdatum.
● Schroef de dop van de bijvulfles los.
● Plaats de bijvulfles 2 met de hals omlaag
g eric
ht
verticaal op de vulopening van de
tank.
● Druk de bijvulfles tegen de vulopening en
houd de fles
zo vast.
● Vul minstens 5,0 liter AdBlue bij (6 fles-
sen). Een kleiner
e hoeveelheid zal niet vol-
doende zijn.
● Wacht tot de inhoud van de bijvulfles in de
AdBlue-tank gelopen i
s. De fles niet indruk-
ken of beschadigen!
● Schroef de bijvulfles linksom los en haal ze
voorzic
htig naar buiten ››› .●
Wanneer de fl
es
geen AdBlue meer bevat,
weet u dat de AdBlue-tank vol is.
Vulopening van tank sluiten
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ››
› afb. 237 1 rechtsom in tot hij vast-
k likt
.
● Plaats
het deksel en draai de snelsluiting
linksom om ze t
e sluiten.
Handelingen die voor het wegrijden moeten
worden uitgevoerd
● Schakel na het bijvullen alleen
het contact
in.
● Houd het contact gedurende minimaal 30
seconden inge
schakeld zodat het systeem
kan detecteren dat de tank bijgevuld is.
● Wacht tot de 30 seconden voorbij zijn voor-
dat u we
grijdt! ATTENTIE
Bewaar AdBlue enkel in de originele fles, die
goed ge s
loten op een veilige plaats bewaard
moet worden.
● Bewaar AdBlue nooit in lege blikken, fles-
sen of andere v
erpakkingen om te vermijden
dat andere personen het product verwarren
met een andere vloeistof.
● Bewaar AdBlue steeds buiten bereik van
kinderen. VOORZICHTIG
● Vul enk
el AdBlue bij die uitdrukkelijk is
goedgekeurd door SEAT. Elk ander type van
AdBlue kan de motor beschadigen!
● AdBlue mag nooit gemengd worden met
water of ander
e toevoegingen. Elke willekeu-
rige storing veroorzaakt door een mengsel
valt niet onder de garantie.
● Nooit AdBlue aan de dieseltank toevoegen!
De lekken k
unnen immers leiden tot bescha-
diging van de motor.
● Neem de bijvulfles niet continu mee in de
wagen. Al
s gevolg van temperatuurschomme-
lingen en beschadigingen van de fles kan de
fles doorlaatbaar worden en kan de AdBlue
het interieur beschadigen. Milieu-aanwijzing
Lever de bijvulfles met het oog op milieube-
schermin g in b
ij geschikte inzamelpunten. Let op
U kunt bij een SEAT-garage geschikte bijvul-
fles sen met
AdBlue verkrijgen. 285
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 325 of 340
Trefwoordenlijst
Trefwoordenlijst A
Aanbev o
len
versnelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Aandrijfslipregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Aandrijfslipregeling (ASR) . . . . . . . . . . . . . 215, 216
Aanhaalmoment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315 wielbouten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Aanhangen beladen maximaal toelaatbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248 aanhangwagengewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
aankoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249, 253
alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . 249, 253
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
koplampen verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
Led-achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249, 253
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 254
stabilisatie van wagen/aanhangwagen . . . . . 255
stang met kogelkop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
stang met kogelkop elektrisch ontgrendelen . 250
stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
trekhaak voor aanhangwagen inbouwen . . . . 256
Aanhangwagengewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Aantal plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Aanwijzingen op het display . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Aanwijzingen op het scherm
buitentemper atuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
verkeerstekenherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 241
ABS zie Antiblokkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Accu aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
accuvloeistofpeil controleren . . . . . . . . . . . . . 299
controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 299
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
loskoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
ontladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
ontlading . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
positieve pool voor starthulp . . . . . . . . . . . . . . . 54
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
stroomverbruikers automatisch uitschakelen 301
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
zuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Accu van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 298 hulp bij het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
loskoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 noodsluiting en -opening . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
zie ook Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Achterruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Achteruitkijkspiegels buitenspiegels verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Achteruitrijcamera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229modus 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
modus 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230 Achteruitrijhulp
displ ay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
Gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
AdBlue bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 283
informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
minimale vulhoeveelheid . . . . . . . . . . . . . . . . 284specificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285
vulcapaciteit van tank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Afdichtrubbers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
AFS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Afstandsbediening zie Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Afstandsbediening van de interieurvoorverwar- ming
de batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
Afstandsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Afstelling lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Afvoer airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
wagens aan eind van levensduur . . . . . . . . . . 278
Airbagafdekkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Airbags zie Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 70 activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
airbag voor de knieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
dashboard schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . 276
gebruik van kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 75
hoofdairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
voorairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 72 323