ad blue Seat Alhambra 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2017Pages: 340, PDF Size: 6.99 MB
Page 6 of 340

Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Rem- en stabiliseringssystemen . . . . . . . . . . . . 211
Starthulpsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Parkeerhulp* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
Inparkeersysteem* (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 221
Achteruitrijcamera* (Rear View Camera) . . . . . . 225
Afstandsregeling* (Snelheidsregelsysteem -
GRA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
229
Rij s
trookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 231
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RTA)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Verkeerstekenherkenning (Sign Assist)* . . . . . 238
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze t
e nemen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
Dynamische onderstelregeling (DCC)* . . . . . . . 242
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 243
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Rijden met aanh
angwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Accessoires, onderdelen vervangen en wijzi-
gingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Verzorging en reiniging van de wagen, buiten-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
V
erzorging en reiniging van de wagen, binnen-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
Ge
bruikersinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Selectieve Katalytische Reductie* (AdBlue) . . . 281
Voorbereidingen voor werkzaamheden in de
motorruimte
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 295
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Wielen en banden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Relevante informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
4
Page 34 of 340

De essentie
Snelheidsregelsysteem B edienin
g
van het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 46
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h
akelaar en -elementen van de GRA. ●
GRA aanzetten: keuzehendel in stand 1 ›››
afb. 46 z
etten. Het systeem wordt inge-
schakeld, maar regelt niet omdat geen enke-
le snelheid is geprogrammeerd.
● GRA activeren: drukken op de knop A›››
afb. 46 . B
ewaart en regelt de huidige snel-
heid.
● GRA tijdelijk uitzetten: hendel naar
2
› ›
› afb
. 46 zetten en loslaten, of rem of
koppeling intrappen. Het snelheidsregelsys-
teem wordt tijdelijk uitgeschakeld.
● GRA opnieuw aanzetten: hendel naar
1
› ›
› afb. 46 zetten en loslaten. De opgesla-
gen snelheid wordt opnieuw bewaard en ge-
regeld. ●
Geprogrammeer
de snelheid verhogen tij-
dens GRA-regeling: hendel kort naar
+ brengen om de snelheid te verhogen in
int er
v
allen van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt blijft houden, zal de wagen accelereren
tot de gewenste snelheid. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● Geprogrammeerde snelheid verlagen tij-
dens GRA-r
egeling: hendel kort naar
– brengen om de snelheid te verlagen in in-
t er
v
allen van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt houdt, wordt de snelheid verlaagd door
het gaspedaal te blokkeren zonder dat de
remmen in werking treden. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● GRA uitschakelen: hendel in stand 2 ›››
afb. 46 br
engen. Het systeem wordt uitge-
schakeld en de opgeslagen snelheid gewist.
››› in Snelheidsregelsysteem gebrui-
ken op pag. 230
››› pag. 229 Controlelampjes
C ontr
o
le- en waarschuwingslampjes Rode lampjes
Niet verder rijden!
De elektronische parkeerrem is
ingeschakeld, het peil van de
remvloeistof is te laag of het
remsysteem vertoont een sto-
ring.
››› pag.
194
Niet verder rijden!
Storing in het koelsysteem van
de motor.››› pag.
290
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag.
287
Niet verder rijden!
Minstens één van de portieren
staat open of is niet goed geslo-
ten.››› pag.
123
Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is
niet goed gesloten.››› pag.
126
Niet verder rijden!
Storing in stuurinrichting.››› pag.
188
De motor mag niet opnieuw ge-
start worden!
Peil van "AdBlue" te laag.›››
pag.
281
de bestuurder of voorpassagier
heeft de veiligheidsgordel niet
om.›››
pag.
65 32
Page 35 of 340

De essentie
Trap het rempedaal in!
Schake-
len
››› pag.
200
Remmen
››› pag.
194
Generator defect.›››
pag.
296 Gele lampjes
Remblokken voor versleten.
›››
pag.
194
brandt: ESC defect of uitgescha-
keld.
knippert: ESC actief.
ASR handmatig buiten werking
gesteld.
Storing in ABS, of werkt niet.
Storing in elektronische parkeer-
rem.›››
pag.
194
Mistachterlicht aan.›››
pag.
133
brandt: Rijlicht geheel of gedeel-
telijk defect.›››
pag.
93
knippert: Storing in het systeem
van de bochtenverlichting.››› pag.
133
brandt of knippert
: storing in uit-
laatgascontrolesysteem.
››› pag.
208
brandt: voorverwarmen van de
dieselmotor.
knippert: storing in het diesel-
motormanagement.
Storing in het benzinemotorma-
nagement.
Roetfilter verstopt.
storing in stuurinrichting.›››
pag.
188
Bandenspanning te laag.›››
pag.
300
Storing in indicator bandenspan-
ning.››› pag.
243
Het vloeistofpeil voor het wassen
van de spiegels is te laag.›››
pag.
140
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag.
276
knippert: motoroliesysteem de-
fect.›››
pag.
287
brandt: motoroliepeil te laag.
Storing in het systeem van air-
bags en gordelspanners.›››
pag.
73
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
73
"AdBlue" bijvullen, of er is een
storing in het "AdBlue"-systeem.›››
pag.
281
De benzinetank is niet goed ge-
sloten.›››
pag.
276
De rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld, maar niet
actief.›››
pag.
231 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
133
Alarmlichten aan.››› pag.
83
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag.
200
Remmen
››› pag.
194
Snelheidsregelsysteem actief.›››
pag.
229
de rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld en actief.›››
pag.
231
Grootlicht aan of grootlichtsig-
naal in werking gesteld.
›››
pag.
133
Grootlichtregeling (Light Assist)
ingeschakeld.
Elektronische wegrijblokkering
actief.›››
pag.
190» 33
Page 36 of 340

De essentie
Service-intervalindicatie.›››
pag.
106
Mobiele telefoon gekoppeld via
Bluetooth met origineel hand-
sfree apparaat.›››
brochu-
re Radio
of ››› bro-
chure Na-
vigatiesys-
teem
Indicatie ladingstoestand accu
mobiele telefoon. Uitsluitend
beschikbaar voor apparaten die
zijn gemonteerd af fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buitentem-
peratuur is lager dan +4 °C
(+39 °F).›››
pag.
105
››› in Controle- en waarschuwingslamp-
jes op pag. 108
››› pag. 108 Versnellingshendel
Handg e
s
chakelde versnellingsbak Afb. 47
Schakelschema van handgeschakelde
6- v
er
snellingsbak. In de versnellingshendel zijn de standen van
de
v
er
snellingen aangeduid ››› afb. 47.
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Z
et de versnellingshendel in de gewenste
stand.
● Laat
het koppelingspedaal los.
Acht
eruitversnelling inschakelen
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Druk
de versnellingshendel in neutrale
stand om
laag, beweeg hem dan helemaal
naar links en daarna naar voren om de ach-
teruitversnelling ››› afb. 47 R te selecteren.●
Laat het
k
oppelingspedaal los.
››› in Handgeschakelde versnellings-
bak op pag. 201
››› pag. 201 Automatische versnellingsbak*
Afb. 48
Automatische versnellingsbak: keuze-
hendel s
t
anden. Parkeervergrendeling
A
c
ht
eruitversnelling
Neutrale stand (vrijloop)
Permanente stand voor vooruitversnel-
ling
Tiptronic-modus: hendel naar voren ( +)
trekken om op te schakelen of naar ach-
teren (–) om terug te schakelen.
P
R
N
D/S
+/–
34
Page 111 of 340

Communicatie en multimedia
Communicatie en multimedia
B edienin
g
selementen op het stuurwiel*
Bediening van het audio+telefoon systeem Afb. 120
Bedieningselementen aan het stuurwiel. Het stuurwiel bevat multifunctiemodulen van
w
aaruit
f
uncties van audio, telefoonuitrus-
ting en radionavigatie van de wagen gecon- troleerd kunnen worden zonder de aandacht
van de bes
turing af te leiden. ●
om de besc hikbare audiofuncties (radio,
audio-cd, mp3-cd, iPod ®1)
, USB 1)
, SD 1)
) en
het Bluetooth-systeem vanaf het stuur te be-
dienen.
KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien: volume omhoog/om-
laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: PauzeDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: Stilte
» 1)
Afhankelijk van de wagenuitrusting.
109
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 114 of 340

Bedienen Functie
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
:
om in geval van storingen hulp te krijgen via
het netwerk met SEAT-dealers.
a) Dit geldt niet als een navigatiesysteem SEAT Media System
2.2 met spraakbediening ingebouwd is.
Informatie- en hulpoproepen Met behulp van de toetsen
en op de 3-
toets modu
le wordt u verbonden met het Ser-
vice Call Center van SEAT 1)
. Het systeem zal
automatisch de hulpcentrale in het betreffen-
de land bellen. U kunt alleen opbellen als de
mobiele telefoon aanstaat en is verbonden
met de mobiele-telefoonvoorbereiding via
Bluetooth.
Info-oproep
De toets Informatieoproep biedt infor-
matie over het merk SEAT en over de gekozen
extra diensten met betrekking tot verkeer en
reis.
Om verbinding te maken, de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden.
In landen die niet over een informatienum-
mer beschikken, de toets ingedrukt houden
voor een hulpoproep. Pechoproep
De t
oets
Hulpoproep biedt direct hulp bij
pech. Daartoe staat het netwerk met SEAT-
dealers met hun mobiele service tot uw
dienst.
Om verbinding te maken, de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden. Let op
Een oproep via de toetsen en heeft
voor-
rang op een gewone oproep. Drukt u tijdens
een normaal telefoongesprek op de toets of
, dan wordt het gesprek afgebroken en
wordt er een informatie- of hulpoproep ge-
daan. Let op
Drukt u tijdens het opvragen van informatie
op de pechknop
, dan wordt de informatie-
oproep afgebroken en wordt er een pechmel-
ding verzonden, en omgekeerd. Let op
Om gebruik te kunnen maken van de informa-
tie- en pecht oet
s dient een mobiel netwerk
aanwezig te zijn. Het kan zijn dat een dienst
in sommige landen niet beschikbaar is. Spraakbediening in- en uitschakelen
Spraakbediening inschakelen
●
De toets op het mu ltif
unctiestuurwiel in-
drukken.
● OF: druk op de 3-toets module op de toets
.
● U hoor
t een akoestisch signaal.
● Geef de opdracht.
● Volg de aanwijzingen (lange dialoog).
Spraak
bediening uitschakelen
● De toets op het mu ltif
unctiestuurwiel in-
drukken.
● OF: druk op de 3-toets module op de toets
.
Aanw
ijzingen onderbreken
● Tijdens de aanwijzingen de toets op het
multifu
nctiestuurwiel indrukken.
● OF: druk op de 3-toets module op de toets
.
● Direct
daarna kunt u een opdracht geven. 1)
Afhankelijk van het land.
112
Page 264 of 340

Aanwijzingen
ingebouwde antenne of een andere
aan g
e
sloten buitenantenne.
Als de wagen uitgerust is met een geschikt
handsfree apparaat, dan voldoet u aan de
wetgeving van vele landen die alleen het ge-
bruik van mobiele telefoons in wagens toe-
staan als dat met handsfree toestellen ge-
beurt.
Het in de fabriek ingebouwde handsfree sys-
teem is ontworpen voor gebruikt met conven-
tionele mobiele telefoons, en mobiele tele-
foons met Bluetooth-technologie. De mobiele
telefoons moeten in een geschikte telefoon-
houder worden geplaatst. Aan de andere
kant moet de telefoonhouder altijd volgens
de instructies op de basisplaat vastgeklikt
worden. Alleen op deze manier is de mobiele
telefoon goed op het dashboard vastge-
maakt, altijd binnen het bereik van de be-
stuurder en aangesloten op de buitenanten-
ne van de wagen.
Door de mobiele telefoon op een in de wagen
geïntegreerde antenne of op een op de mobi-
ele telefoon aangesloten buitenantenne aan
te sluiten, vermindert de elektromagnetische
straling die de telefoon uitzendt en bijgevolg
de effecten daarvan op het menselijk li-
chaam. Bovendien neemt de kwaliteit van de
verbinding ook toe.
Als u de mobiele telefoon zonder het hand-
sfree systeem in de wagen gebruikt, dan is
de mobiele telefoon niet stevig bevestigd en niet op de buitenantenne voor de telefoon
aange
sloten. Tevens wordt de telefoon via de
houder opgeladen. Ook kunnen de gevoerde
telefoongesprekken onderbroken worden en
zal de kwaliteit van de verbinding slechter
zijn.
Gebruik de mobiele telefoon alleen in de wa-
gen als de telefoon op een handsfree sys-
teem met buitenantenne aangesloten is. ATTENTIE
Als de mobiele telefoon los vervoerd wordt of
al s
niet goed is vastgemaakt, kan deze bij
bruusk remmen, plotselinge manoeuvres, of
een ongeval door het interieur van de wagen
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
● Mobiele telefoons moeten tijdens het rijden
altijd op de juis
te wijze en buiten het wer-
kingsgebied van de airbags worden beves-
tigd, of op een veilige plaats worden opgesla-
gen. ATTENTIE
Als u een mobiele telefoon of zendapparatuur
ge bruikt
die niet op de buitenantenne aange-
sloten is, kan het maximum elektromagneti-
sche stralingsniveau in de wagen overschre-
den worden. Hetzelfde gebeurt als de buiten-
antenne verkeerd geïnstalleerd is.
● Houd tussen de antennes van de mobiele
telef
oon en een pacemaker een afstand aan
van ten minste 20 centimeter, omdat mobiele telefoons de goede werking van de pacema-
ker k
u
nnen beïnvloeden.
● Draag de mobiele telefoon nooit standby in
de borstz
ak direct op de pacemaker.
● Wanneer u denkt dat er interferentie is,
moet u de mob
iele telefoon direct uitschake-
len. 262
Page 283 of 340

Controleren en bijvullen
Selectieve Katalytische Reduc-
tie* (AdBlue) In l
eidin
g tot themaIn wagens met "Selective Catalytic Reducti-
on" (Selectiev
e K
atalytische Reductie) wordt
een speciale oplossing van ureum (AdBlue)
in het uitlaatgassysteem geïnjecteerd, voor
een katalysator, om de uitstoot van stikstof-
oxiden te verminderen.
Het verbruik van AdBlue hangt af van de indi-
viduele rijstijl, de temperatuur van het sys-
teem en de omgevingstemperatuur.
AdBlue bevindt zich in een aparte tank in de
voertuig en moet bijgevuld worden bij een of-
ficiële dealer. De AdBlue-tank heeft een vul-
capaciteit van ongeveer 17 liter.
De AdBlue-vulhoeveelheid moet gecontro-
leerd worden wanneer er servicewerkzaam-
heden worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de AdBlue-vulhoeveelheid te laag is, is
het mog elijk
dat de wagen na het uitschake-
len van het contact niet opnieuw gestart kan
worden. De wagen kan ook niet met een
noodstop of starthulp gestart worden!
● Vul voldoende hoeveelheid AdBlue bij, als
er nog 1.000 km (600 mijlen) te g
aan zijn.
● De AdBlue-tank niet leeg rijden. ATTENTIE
AdBlue is een irriterende en corroderende
vloeis t
of die verwondingen veroorzaken kan
als de vloeistof in contact komt met de huid,
de ogen of de ademhalingsorganen.
● Indien AdBlue in contact komt met de ogen
of de huid, moet min
stens 15 minuten ge-
spoeld worden met ruim water en een arts ge-
raadpleegd worden.
● In geval van inname van AdBlue, dient u de
mond gedurende min
stens 15 minuten te
spoelen met ruim water. Probeer niet te bra-
ken tenzij dit op advies van de arts gebeurt.
Roep onmiddellijk medische hulpverlening
in. VOORZICHTIG
AdBlue beschadigt oppervlakken zoals bij-
voorbeel d g
elakte onderdelen van de wagen,
kunststoffen, kleding en vloerbedekkingen.
Verwijder weggelekte AdBlue zo snel moge-
lijk met een natte doek en voldoende koud
water.
● Als de AdBlue gestold is, verwijder de Ad-
Blue dan met l
auw water en een spons. Controle- en waarschuwingslampjes
Gaat rood branden
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Het AdBlue-ni- veau is te laag.Stop de wagen op een geschik-
te, veilige en vlakke plaats en
vul de minimale hoeveelheid
AdBlue bij ››› pag. 282.
Gaat rood branden
samen met
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Storing in het
AdBlue-systeem.Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Gaat geel branden
De reservehoeveel-
heid AdBlue is klein.
Vul AdBlue bij binnen het aan-
gegeven aantal kilometer (of
mijl)
››› pag. 282. SEAT raadt
aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadple-
gen.
» 281
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 284 of 340

Aanwijzingen
Gaat geel branden
samen met
Er is een storing in
het AdBlue-systeem
opgetreden, of er is
een AdBlue-vloeistof
gebruikt die niet vol-
doet.
Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommig
e c
ontrole- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden branden terwijl een
werkingscontrole wordt uitgevoerd. Na enke-
le seconden gaan de lampjes uit. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in Controle- en
waar s
chuwingslampjes op pag. 108 in acht
nemen. Informatie over AdBlue
Als er nog 2.400 km te gaan zijn, wordt er
een beric
ht
op het
instrumentenpaneel weer-
gegeven waarin staat dat de AdBlue bijge-
vuld moet worden ››› pag. 282. Als dit be-
richt genegeerd wordt, kan de motor vervol-
gens niet meer gestart worden ››› pag. 281.
SEAT raadt aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadplegen. Als u geen gespecialiseerde werkplaats kunt opzoeken,
moet u tijdelijk minim
aal 5,0 liter AdBlue bij-
vullen. Vul enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk
is goedgekeurd door SEAT.
Wanneer de controlelampjes en tege-
lijk gaan branden, is er een storing. SEAT
raadt aan de dichtstbijzijnde gespecialiseer-
de werkplaats op te zoeken.
AdBlue ®
is een geregistreerd handelsmerk in
de V.S., Duitsland, de Europese Unie en an-
dere landen die aangesloten zijn bij de Duit-
se vereniging van autofabrikanten ("Verband
der Automobilindustrie e. V.", VDA).
AdBlue bijvullen Afb. 236
Linksachter in de bagageruimte: Ad-
Blue-t ank, ac
ht
er een deksel. Afb. 237
AdBlue-tank met sluiting van vulope-
nin g en fl
e
s voor bijvullen. Om AdBlue bij te vullen, moet de wagen op
een
vl
ak
terrein staan en bijv. niet met een
zijde op de stoeprand of op een helling. In-
dien de wagen niet op een vlak terrein staat,
is het mogelijk dat de vulindicatie de toege-
voegde hoeveelheid niet juist aangeeft.
282
Page 285 of 340

Controleren en bijvullen
Vulopening van tank openen
● Achterklep openen.
● Draai de snelsluiting van het deksel rechts-
om ››
›
afb. 236 en open het deksel naar vo-
ren.
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ›
›› afb. 237 1 linksom los.
AdBlue b ij
v
ullen
Gebruik uitsluitend door SEAT goedgekeurde
AdBlue die voldoet aan de norm
ISO 22241-1. Gebruik uitsluitend originele
flessen.
● Neem de instructies en informatie van de
fabrikant
van de bijvulfles in acht.
● Let op de uiterste gebruiksdatum.
● Schroef de dop van de bijvulfles los.
● Plaats de bijvulfles 2 met de hals omlaag
g eric
ht
verticaal op de vulopening van de
tank.
● Druk de bijvulfles tegen de vulopening en
houd de fles
zo vast.
● Vul minstens 5,0 liter AdBlue bij (6 fles-
sen). Een kl
einere hoeveelheid zal niet vol-
doende zijn.
● Wacht tot de inhoud van de bijvulfles in de
AdBlue-tank g
elopen is. De fles niet indruk-
ken of beschadigen!
● Schroef de bijvulfles linksom los en haal ze
voorz
ichtig naar buiten ››› .●
Wanneer de fl
e
s geen AdBlue meer bevat,
weet u dat de AdBlue-tank vol is.
Vulopening van tank sluiten
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ›
›› afb. 237 1 rechtsom in tot hij vast-
k likt
.
● Pl
aats het deksel en draai de snelsluiting
linksom om z
e te sluiten.
Handelingen die voor het wegrijden moeten
worden uitgevoerd
● Schakel na het bijvullen all
een het contact
in.
● Houd het contact gedurende minimaal 30
seconden ing
eschakeld zodat het systeem
kan detecteren dat de tank bijgevuld is.
● Wacht tot de 30 seconden voorbij zijn voor-
dat u w
egrijdt! ATTENTIE
Bewaar AdBlue enkel in de originele fles, die
goed g e
sloten op een veilige plaats bewaard
moet worden.
● Bewaar AdBlue nooit in lege blikken, fles-
sen of andere
verpakkingen om te vermijden
dat andere personen het product verwarren
met een andere vloeistof.
● Bewaar AdBlue steeds buiten bereik van
kinderen. VOORZICHTIG
● Vu l
enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk is
goedgekeurd door SEAT. Elk ander type van
AdBlue kan de motor beschadigen!
● AdBlue mag nooit gemengd worden met
water of
andere toevoegingen. Elke willekeu-
rige storing veroorzaakt door een mengsel
valt niet onder de garantie.
● Nooit AdBlue aan de dieseltank toevoegen!
De lekk
en kunnen immers leiden tot bescha-
diging van de motor.
● Neem de bijvulfles niet continu mee in de
wagen. A
ls gevolg van temperatuurschomme-
lingen en beschadigingen van de fles kan de
fles doorlaatbaar worden en kan de AdBlue
het interieur beschadigen. Milieu-aanwijzing
Lever de bijvulfles met het oog op milieube-
sc hermin
g in bij geschikte inzamelpunten. Let op
U kunt bij een SEAT-garage geschikte bijvul-
fle s
sen met AdBlue verkrijgen. 283
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid