airbag TESLA MODEL S 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2018, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2018Pages: 214, PDF Size: 5.49 MB
Page 2 of 214
Overzicht............................................................ 2
Int
erieur..................................................................\
.........................2
Exterieur..................................................................\
....................... 3
Openen en sluiten........................................... 4
Portieren......................................................................\
...................4
Ruiten......................................................................\
.......................10
Bagageruimte achter................................................................ 11
Bagageruimte voor................................................................... 14
Dashboardkastje.....................................................................\
... 16
Open dak................................................................\
...................... 17
Bekerhouders...............................................................\
............... 18
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen...... 19
Voorstoelen en achterbank................................................... 19
Veiligheidsgordels....................................................................\
22
Kinderzitjes..................................................................\
............... 25
Ingebouwde naar achteren gerichte
kinderzitjes van Tesla.............................................................. 32
Airbags.................................................................\
........................ 36
Rijden................................................................ 40
Bestuurdersprofielen.............................................................. 40
S
tuur....................................................................\
.......................... 43
Spiegels................................................................\
........................ 47
Starten en uitschakelen......................................................... 48
Versnellingen............................................................\
................. 50
Instrumentenpaneel................................................................\
. 52
Verlichting..............................................................\
..................... 58
Ruitenwissers en -sproeiers..................................................63
Remmen...................................................................\
.................... 65
Traction Control......................................................................\
.. 68
Parkeerhulp.................................................................\
................69
Vehicle Hold.............................................................\
.................... 71
Acceleratie-modi................................................................\
.......72
Informatie dagteller................................................................. 74
De actieradius vergroten....................................................... 75
Achteruitrijcamera....................................................................77
Driver Assistance.......................................... 78
Over Driver Assistance........................................................... 78
Traffic-aware
cruise control.................................................. 81
Autosteer.....................................................................\
................ 87
Auto Lane Change...........................................................\
........ 90
Autopark...................................................................\
................... 93
Rijstrookassistent.....................................................................\
98
Collision Avoidance Assist................................................... 101
Snelheidslimietherkenning.................................................. 105
Touchscreen gebruiken............................. 107
Overzicht touchscreen..........................................................107
Bediening...............................................................\
..................... 112
Instellingen................................................................\
..................115
Climate control......................................................................\
.. 120
Actieve luchtvering................................................................ 128
Media en audio..........................................................\
.............. 130
Telefoon.....................................................................\
................. 135
Kaarten en navigatie.............................................................. 138
Kalender.................................................................\
.................... 144
Instellingen alarminstallatie................................................ 146
HomeLink
Page 20 of 214
Correcte houding
De s toel, de vaste hoofdsteun, de gordel en de
airbag vormen een combinatie die zorgt voor
een optimale veiligheid. Een juist gebruik
geeft een maximale bescherming. Stel de stoel zo in dat u de veiligheidsgordel
goed k
unt dragen en u zo ver mogelijk van de
airbag zit:
1. Ga rechtop zitten met beide voeten op de
vloer en met de rugleuning niet meer dan
30 graden achterover.
2. Zorg dat u goed bij de pedalen kunt en
dat uw armen iets gebogen zijn als u het
stuur vastpakt. De afstand tussen borst en
het midden van de airbag moet minstens
25 cm bedragen.
3. Leg de schoudergordel midden over uw
schouder, zorg dat uw nek vrij blijft. Leg
de heupgordel strak over de heupen, niet
over uw buik. Bestuurdersstoel verstellen
1.
L
endensteun verstellen.
Opmerking: Als uw Model S is uitgerust
met verstelbare hoofdsteunen, wordt deze
knop ook gebruikt om de hoofdsteunen
omhoog of omlaag te zetten (zie
Hoofdsteunen op pagina 20). Op het
touchscreen wordt een pop-upvenster
met een afbeelding van de stoel
weergeven wanneer u op deze knop tikt.
Als het lendensteungedeelte niet met de
kleur blauw wordt gemarkeerd in de
afbeelding, tik dan op het
lendensteungedeelte in de afbeelding om
aan te geven dat u de lendensteun wilt
verstellen. Uw selectie wordt bewaard tot
u deze handmatig wijzigt.
2. Rugleuning verstellen.
3. Zitting naar voren/achteren verstellen.
4. Hoogte en hellingshoek verstellen. Attentie: V
oordat u een voorstoel verstelt,
dient u te controleren of de omgeving van
de stoel vrij is van obstakels (personen en
voorwerpen). Voorstoelen en achterbank
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
19
Page 24 of 214
Attentie: Plaa
ts niets tussen de riem en
uw lichaam om de klap van een aanrijding
op te vangen.
Gordelspanners
De v
eiligheidsgordels voorin zijn voorzien van
gordelspanners die bij een zware frontale
aanrijding tegelijk met de airbags geactiveerd
worden. De gordelspanner trekt het heup- en
schoudergedeelte van de gordel automatisch
strak tegen het lichaam zodat de inzittende
niet naar voren schiet.
De buitenste zitplaatsen achter zijn uitgerust
met gordelspanners om de gordel naar binnen
te trekken en voorwaartse beweging van de
inzittende te beperken. Als de gordelspanners en airbags bij een
aanrijding niet geactiv
eerd werden, wil dat
nog niet zeggen dat het systeem defect is. In
de meeste gevallen betekent het dat de kracht
of de aard van de aanrijding geen aanleiding
gaf om deze systemen te activeren. Attentie: E
en gordelspanner die eenmaal
is geactiveerd, moet daarna vervangen
worden. Laat na een aanrijding de
airbags, de gordelspanners en alle
bijbehorende onderdelen controleren en
zo nodig vervangen.
Veiligheidsgordels testen U k
unt op eenvoudige wijze controleren of de
veiligheidsgordels hun werk goed doen.
1. Maak de gordel vast en geef ter hoogte
van de sluiting een korte, felle ruk aan de
riem. De gordel moet netjes vast blijven
zitten.
2. Neem de losse gordel en trek de riem
helemaal uit. Controleer of het afrollen
soepel en zonder haperingen verloopt en
controleer de riem op sporen van slijtage.
Laat de gordel oprollen, controleer of de
riem soepel en zonder haperingen
helemaal oprolt.
3. Rol de riem half uit en trek dan de gesp
snel naar voren. De oprolautomaat moet
de riem nu blokkeren.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als
een veiligheidsgordel niet werkt zoals
hierboven is beschreven.
Zie Veiligheidsgordels op pagina 170 voor
informatie over het reinigen van
veiligheidsgordels.
Waarschuwingen
veiligheidsgordels Attentie: Alle inzitt
enden moeten op elk
moment hun veiligheidsgordel dragen,
zelfs bij een bijzonder korte afstand. Het
negeren van deze aanwijzing kan bij een
aanrijding leiden tot ernstig letsel, in
sommige gevallen zelfs met dodelijke
afloop. Attentie: Z
et kleine kinderen altijd in een
geschikt kinderzitje (zie Kinderzitjes op
pagina 25). Volg bij het plaatsen van
een kinderzitje in de auto altijd de
aanwijzingen van de fabrikant van het
zitje. Attentie: Z
org ervoor dat de
veiligheidsgordels op de juiste manier
gedragen worden. Het negeren van deze
aanwijzing kan bij een aanrijding leiden
tot ernstig letsel, in sommige gevallen
zelfs met dodelijke
afloop. Veiligheidsgordels
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
23
Page 31 of 214
Breng enkelvoudige bevestigingsriemen altijd
z o aan dat zij over de hoofdsteun heen lopen.
Opmerking: Om te voorkomen dat de
enkelvoudige bevestigingsriem naar links of
naar rechts verschuift, vervormt de bovenkant
van de hoofdsteun. Een kinderzitje testen
C
ontroleer altijd of een kinderzitje goed
vastzit voordat u er een kind inzet: 1.
P
ak het zitje vast waar de riem door het
zitje loopt, en probeer het zitje heen en
weer en van voor naar achter te schuiven.
2. Als het zitje meer dan 2,5 cm speling
heeft, zit het te los. Trek de gordel
strakker of klik het ISOFIX-kinderzitje
opnieuw vast.
3. Plaats het zitje op een andere zitplaats of
gebruik een ander kinderzitje als het niet
lukt om het zitje goed vast te zetten.
Waarschuwingen kinderzitjes Attentie: Plaa
ts nooit een kind in een
kinderzitje of op een zitverhoging op de
passagiersstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of
de dood leiden. Attentie: Gebruik nooit een naar acht
eren
gericht zitje op een stoel met een actieve
airbag. Dit kan ernstig letsel veroorzaken
met de dood tot gevolg. Raadpleeg het
waarschuwingslabel op de zonneklep. Attentie: S
ystemen voor de bescherming
van kinderen in auto
Page 37 of 214
Plaats van airbags
In de afbeelding is aangege
ven op welke plaatsen er airbags in de auto zitten. Op de zonneklep is
een waarschuwing over de airbags aangegeven.
Model S is uitgerust met een airbag en een driepuntsgordel op beide zitplaatsen voorin. Op die
zitplaatsen maakt de airbag deel uit van een aanvullend veiligheidssysteem. Alle inzittenden van
de auto, waaronder de bestuurder, moeten altijd hun veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze
aanvullend beschermd worden door een airbag op de plaats waar ze zitten. Dit om het risico op
ernstige verwonding of overlijden te minimaliseren in geval van een botsing.
Opmerking: Op voertuigen met rechtse besturing zijn de locatie van de passagiers- en
bestuurdersairbags omgekeerd. 1.
Fr
ontairbag passagier
2. Frontairbag bestuurder
3. Zijairbags
4. Gordijnairbags Airbags
36 Handleiding Model S
Page 38 of 214
Werking van airbags
Airbags w orden opgeblazen wanneer
sensoren een botsing detecteren die de
drempels voor activering overschrijdt. Deze
drempels bestaan om de ernst van een
botsing op tijd te voorspellen zodat de
airbags de inzittenden van de auto kunnen
beschermen.
Een airbag wordt met een luide knal in een
fractie van een seconde opgeblazen. De
airbag zorgt er samen met de
veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet
naar voren schieten en beperken zo de kans
op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze
gewoonlijk niet afgaan bij aanrijdingen van
achteren, bij het over de kop slaan van de
auto, bij kleinere aanrijdingen van voren en
van opzij, bij een noodstop, noch bij het rijden
over drempels of gaten. Het kan daardoor
voorkomen dat de auto ernstig beschadigd
raakt terwijl de airbags niet afgaan en
omgekeerd, dat de schade relatief beperkt
blijft maar de airbags wel geactiveerd worden.
Neem contact op met Tesla als u de auto
zodanig wilt aanpassen voor een persoon met
een handicap dat dit van invloed zou kunnen
zijn op de werking van de airbags. Soorten airbags
Model S heeft de v
olgende typen airbags:
Page 39 of 214
De frontairbags aan
pas
sagierszijde uitschakelen
Als u een kind op de voorste passagiersstoel
laat zitten (zelfs in een kinderzitje of op een
zitverhoging) moet u altijd eerst de
frontairbags aan passagierszijde uitschakelen
om te voorkomen dat de airbags het kind
verwonden bij een botsing.
Opmerking: Plaats kinderen bij voorkeur in
een goedgekeurd kinderzitje achter in de auto.
Tik op Controls > Settings > Safety & Security
> Passenger Front Airbag om de front- en
zijairbags aan de passagierszijde van de auto
uit te schakelen.
De status OFF (uit) van de frontairbag aan
passagierszijde wordt in de rechterbovenhoek
van het touchscreen aangegeven. Als de
airbag is ingeschakeld, wordt de status niet op
het touchscreen weergegeven. Als de airbag is ingeschakeld ondanks dat u
de
ze hebt uitgeschakeld (of vice versa), neem
dan onmiddellijk contact op met Tesla.
Opmerking: Model S heeft een capacitief
touchscreen dat mogelijk niet werkt als u
gewone handschoenen draagt. Als het scherm
bij aanraking niet reageert, doe dan uw
handschoenen uit of gebruik handschoenen
met speciale vingertoppen voor touchscreens. Attentie: Plaa
ts nooit een kind in een
kinderzitje of op een zitverhoging op de
passagiersstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of
de dood leiden. Attentie: Z
et niemand in de
passagiersstoel als de airbag aan
passagierszijde niet lijkt te werken. Neem
direct contact op met een Tesla Service
Center om dit zo snel mogelijk te laten
verhelpen.
E
Page 40 of 214
Attentie: Gebruik geen s
toelhoezen in de
Model S. Deze zouden bij een aanrijding
de goede werking van de zijairbags in de
stoelen kunnen verstoren. Bovendien
kunnen hoezen de werking van het
systeem voor het detecteren van
inzittenden verstoren, indien aanwezig. Attentie: Airbags w
orden snel en met
veel kracht opgeblazen en dit kan tot
verwondingen leiden. Zet de voorstoelen
op voldoende afstand van het dashboard,
zorg dat iedereen netjes rechtop zit en de
gordel op de juiste wijze draagt om de
kans op verwonding door de airbags tot
een minimum te beperken. Attentie: Plaa
ts kleine kinderen (al dan
niet in een kinderzitje) nooit op de
rechtervoorstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan ernstig letsel
veroorzaken met de dood tot gevolg als
de airbag opblaast. Attentie: Z
org altijd voor voldoende
afstand tussen het lichaam en de zijkant
van de Model S, zodat de zijairbags hun
werk goed kunnen doen. Attentie: L
eun niet met het hoofd tegen
een portier. Dit kan ernstig letsel
veroorzaken als een gordijnairbag afgaat. Attentie: Plaa
ts nooit voeten, knie
Page 55 of 214
Controlela
mpje Omschrijving Er is een defect aan het ABS vastgesteld. Zie R
emmen op pagina 65. Neem
onmiddellijk contact op met Tesla. De parkeerrem is handmatig aangetrokken. Zie P
arkeerrem op pagina 66.Er is een defect aan de parkeerrem vastgesteld. Neem contact op met Tesla. Zie
P
arkeerrem op pagina 66. Vehicle Hold is actief aan het remmen. Zie V
ehicle Hold op pagina 71.Waarschuwing bandenspanning De bandenspanning van een van de banden is te
hoog of t
e laag. Het lampje knippert als er een defect aan het
bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) is vastgesteld. Neem bij een defect aan
het TPMS contact op met Tesla. Zie Onderhoud banden op pagina 163. Een portier of de achterklep/voorklep is open. Zie P
ortieren op pagina 4,
Bagageruimte achter op pagina 11, of Bagageruimte voor op pagina 14. Een van de passagiers heeft zijn gordel niet om. Zie V
eiligheidsgordels op pagina
22.
Opmerking: Afhankelijk van de productiedatum zijn zitplaatsen achterin mogelijk
niet uitgerust met een waarschuwing voor de veiligheidsgordel. De airbag van de voorpassagier is uitgeschakeld. Zie Airbags op pagina 36.
Elektronische stabiliteitsregelsystemen minimaliseren niet langer het doorslippen
(T
raction Control is bijv. uitgeschakeld op een Single Motor-model, of Slip Start is
ingeschakeld op een Dual Motor-model). Zie Traction Control op pagina 68. Instrumentenpaneel
54 Handleiding Model S
Page 171 of 214
Het interieur reinigen
C ontroleer en reinig het interieur regelmatig,
dan blijft het mooi en voorkomt u vroegtijdige
slijtage. Verwijder vuil en vlekken altijd zo snel
mogelijk. Gebruik een zachte doek
(microvezel) gedrenkt in een mengsel van
warm water en een milde zeep (vooraf testen
op een minder zichtbaar onderdeel) om de
verschillende onderdelen van het interieur te
reinigen. Maak het oppervlak meteen droog
met een niet-pluizende doek om vlekken te
voorkomen.
Ruiten van het interieur
Kras niet en gebruik ook geen schurende
middelen op de ruiten en spiegels. Hierdoor
zou de toplaag van de spiegel of de bedrading
van de achterruitverwarming beschadigd
kunnen raken.
Airbags
Zorg dat er geen vuil op airbags terechtkomt.
Dit zou de goede werking kunnen verstoren.
Dashboard en kunststof oppervlakken
Poets de bovenkant van het dashboard niet.
Glanzende oppervlakken kunnen reflecteren
en uw zicht ernstig belemmeren.
L
eren bekleding
Leer is een natuurlijk materiaal dat gevoelig is
voor kleuren die gemakkelijk afgeven wat tot
verkleuring kan leiden, vooral bij lichtgekleurd
leer. Wit en lichtbruin leer is voorzien van een
coating die het materiaal beschermt tegen
vuil. Verwijder vuil en vlekken zo snel mogelijk
met een zachte doek, gedrenkt in een mengsel
van warm water en een milde zeep. Wrijf
zachtjes met een ronddraaiende beweging.
Maak de bekleding dan droog met een niet-
pluizende doek. Het gebruik van
oplosmiddelen en in de handel verkrijgbare
leerreinigers wordt afgeraden, omdat deze
verkleuringen kunnen veroorzaken en het leer
doen uitdrogen.
Stoelen van polyurethaan
Verwijder vuil en vlekken zo snel mogelijk met
een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van
warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes
met een ronddraaiende beweging. Na het
reinigen laat u de stoelen aan de lucht drogen. Sto