TOYOTA AURIS 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2016, Model line: AURIS, Model: TOYOTA AURIS 2016Pages: 640, PDF Size: 23.63 MB
Page 311 of 640

3114-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
■Reinigen van het roetfilter
Het roetfilter wordt indien nodig gereinigd, afhankelijk van de rijom-
standigheden.
■Eigenschappen
Het roetfiltersysteem heeft de volgende eigenschappen:
● Het stationair toerental neemt tijdens het reinigen toe
● De geur van de uitlaatgassen verandert
● Wanneer de motor wordt gestart, wordt tijdens het reinigen
mogelijk witte stoom (waterdamp) uitgestoten
● Mogelijk zal de acceleratie tijdens het reinigen verslechteren
■Olie verversen
Blz. 449
Roetfilter (alle en dieselmotor)
Als er zich een vooraf bepaalde hoeveelheid afzetting in het filter
bevindt, wordt het filter automatisch gereinigd.
WAARSCHUWING
■Uitlaatpijp
Raak de uitlaatpijp tijdens het reinigen niet aan, aangezien de uitlaatpijp en
de uitlaatgassen erg warm kunnen worden. Zorg dat er zich geen personen
of ontvlambare materialen in de buurt van de uitlaatpijp bevinden wanneer
de auto stilstaat.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan brandwonden of
brand veroorzaken.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 311 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 312 of 640

3124-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
OPMERKING
■Storingen in het roetfiltersysteem voorkomen
● Gebruik geen andere brandstof dan het aangegeven type brandstof
● Gebruik geen andere motorolie dan het aanbevolen type motorolie
● Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp aan
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 312 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 313 of 640

3134-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto ac hteruit rolt bij het wegrijden op
een helling
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 313 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 314 of 640

3144-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak-
kelijker los krijgen d oor te ‘schommelen’.
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters
Schakel de TRC uit door de knop
snel in te drukken en weer los te
laten .
Het controlelampje TRC OFF gaat
branden.
Druk nogmaals op om het
systeem weer in te schakelen.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Schakel de TRC uit door de knop
snel in te drukken en weer los te
laten .
TRC OFF wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het
systeem weer in te schakelen.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 314 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 315 of 640

3154-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC
en VSC uit te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden.
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC
en VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en TRC OFF wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safe ty-systeem) worden ook het Pre-Crash
Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. ( Blz. 249)
■ Wanneer het controlelampje TRC OFF zelfs gaat branden als niet is
ingedrukt (auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters)
De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer op het multi-informatiedi splay de melding wordt weergegeven
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is niet ingedrukt (auto's met
een instrumentenpaneel met 2 meters)
De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Bijgeluiden en trillingen veroorzaak t door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC
● Tijdens het starten of kort nadat de auto begint te rijden kan in de motor-
ruimte een geluid worden gehoord. Dit duidt niet op een storing in een van
deze systemen.
● De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrich-
ting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro- motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 315 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 316 of 640

3164-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
●Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het contact UIT wordt
gezet
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het contact UIT wordt
gezet.
● Als alleen het TRC-systeem is uitge schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■ Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en zet de motor UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■ Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
● Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel staat in een andere stand dan
P of N (bij het vooruit/achteruit bergop wegrijden).
● Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in een
andere stand dan R wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in stand
R wanneer achteruit bergop wordt weggereden.
● De auto staat stil.
● Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
● De parkeerrem is niet geactiveerd.
■ Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in stand P of N gezet.
● Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel wordt in stand
R gezet wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in een andere stand
dan R gezet wanneer achteruit bergop wordt weggereden.
● Het gaspedaal wordt ingetrapt.
● De parkeerrem wordt geactiveerd.
● Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten\
.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 316 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 317 of 640

3174-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
● De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
● Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■ Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
● Het rempedaal wordt losgelaten.
● Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
● De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
● Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■ De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
● Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
● Als wordt gereden met sneeuwkettingen
● Als wordt gereden op slechte wegen
● Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■ De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 317 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 318 of 640

3184-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
WAARSCHUWING
■Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
● Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
● In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
■ Als het Vehicle Stability Cont rol-systeem (VSC) geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevall en. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■ Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■ Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■ Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 318 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 319 of 640

319
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
4-7. Rijtips
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den. • Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
● Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
● Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de banden-
maat van uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit:
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze va stgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te vo orkomen dat het bevriest.
● Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen z ijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
● Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
● Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en
uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde c ontroles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
Tijdens het rijden
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 319 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 320 of 640

3204-7. Rijtips
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT)
of in de 1e versnelling of stand R (handgeschakelde transmissie),
maar activeer de parkeerrem niet. De parkeerrem kan vastvriezen en
bij het deactiveren niet vrij komen. Blokkeer de wielen indien nodig,
om wegglijden of kruipen te voorkomen.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting: diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting: diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale
voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.
■ 225/45R17 banden
Op 225/45R17 banden kunnen geen sneeuwkettingen worden gemonteerd.
■ Aanbrengen van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwij-
deren van sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
● Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
● Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de
sneeuwkettingen na 0,5 1,0 km opnieuw vast.
● Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Bij het parkeren
Keuze van sneeuwkettingen (behalve 225/45R17 banden)
1
2
3
4
5
6
Wetgeving met betrekking tot gebruik van sneeuwkettingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 320 Monday, March 16, 2015 12:05 PM