dashboard TOYOTA AURIS HYBRID 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2017, Model line: AURIS HYBRID, Model: TOYOTA AURIS HYBRID 2017Pages: 592, PDF Size: 22.66 MB
Page 5 of 592

5
1
9 8
7 5 4
3
2
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning .................380
Stoelverwarming ................389
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ...........390
• Interieurverlichting ........391
• Make-upverlichting (indien aanwezig) ..........391
• Leeslampjes ................. 392
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ......394
• Dashboardkastje ...........395
• Consolevak ...................395
• Fleshouders ..................396
• Bekerhouders ...............397
• Extra opbergvakken ......398
Voorzieningen in de bagageruimte...................399 6-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ................. 405
• Zonnekleppen .............. 405
• Make-upspiegels .......... 405
• Klok .............................. 406
• Uitneembare asbak (indien aanwezig) ......... 406
• Accessoire- aansluitingen ................ 407
• Armsteun (indien aanwezig) ......... 408
• Handgrepen ................. 408
• Kledinghaakjes ............ 409
• Zonnescherm panoramadak ............... 409
6Voorzieningen
in het interieur
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 5 Monday, October 24, 2 016 4:06 PM
Page 16 of 592

16Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 211
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . Blz. 211
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 483
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 534
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 498
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 484
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 103
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 103
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 98
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . . Blz. 4911
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 16 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 22 of 592

22Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 211
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . Blz. 211
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 483
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 534
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 498
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 484
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 103
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 103
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 98
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . . Blz. 4911
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 22 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 41 of 592

411-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
● Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
● Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
● Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
● Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
● Laat niemand op de passagiersstoel
knielen met het hoofd naar het portier
gericht en laat niemand zijn hoofd of
handen buiten de auto steken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 41 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 42 of 592

421-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
● Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes. Dergelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd wor-
den en ernstig letsel veroorzaken wanneer de curtain airbags ge activeerd
worden.
● Zorg ervoor dat de knie-airbag voor de bestuurder niet door iet s wordt
afgedekt.
● Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke items kunnen als een projec-
tiel worden gelanceerd als de airbag
voor de bestuurder, de airbag voor de
voorpassagier en de knie-airbag voor
de bestuurder geactiveerd worden.
● Bevestig geen voorwerpen aan onder-
delen van de auto, zoals het portier, de
voorruit, de portierruit, de voor- of ach-
terstijl, de dakzijrail en de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking →Blz. 523)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 42 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 43 of 592

431-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
● Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin d e side
airbags geactiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren va n de air-
bags negatief kan beïnvloeden. Dergelijke accessoires kunnen to t resul-
taat hebben dat de side airbags niet op de juiste wijze geactiv eerd worden,
helemaal niet geactiveerd worden of per ongeluk geactiveerd wor den,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de SRS-airbags ont staan.
● Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-air-
bags geactiveerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
● Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademha-
ling ondervindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht b innen te laten
of verlaat de auto als u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poeder-
deeltjes op uw huid zijn terechtgekomen, was deze er dan zo snel moge-
lijk af om huidirritatie te voorkomen.
● Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoa ls het
stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd
of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toy ota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en
uitgeruste deskundige.
■ Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsy s-
teem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderinge n uit zon-
der eerst een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadpl egen. De
airbags kunnen defect raken of per ongeluk worden geactiveerd ( opgebla-
zen), waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags
● Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuur wiel,
instrumentenpaneel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor- , midden-
en achterstijlen en dakzijrails
● Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper o f de zij-
kant van het passagierscompartiment
● Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
● Wijzigingen aan de wielophanging van de auto
● Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegra dio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler
● Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 43 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 47 of 592

471-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)●
Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omlig-
gende gebied of bij een ongeval dat niet
van zodanige aard was dat de side air-
bags en curtain airbags werden geacti-
veerd.
● Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag
of het onderste gedeelte van het instru-
mentenpaneel.
● Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan de zijkant van de leuning
van een voorstoel met een side airbag.
● Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen in het deel van de voor- en ach-
terstijl en de daklijstbekleding met de
curtain airbags.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 47 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 58 of 592

581-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is v oor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (b ij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.
■ Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
● De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeva l of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tuss en u en het
dashboard.
● Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaa tst is. In
ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat. ( →Blz. 48)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kra cht waar-
mee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.
● Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje all een op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moet worden, op de
voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bev esti-
gingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk rech top en de
stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat de voorpassagiersair bag met
aanzienlijke snelheid en kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig
letsel ontstaan.
● Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tege n het por-
tier leunen of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achters tijl of de dak-
zijrail leunen waarin de side airbag of de curtain airbag is on dergebracht,
ook niet als het kind in een baby- of kinderzitje zit. Anders k an het kind
ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags o f de curtain
airbags worden geactiveerd.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant en controleer na het plaatsen van het zit je of het ste-
vig is bevestigd. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het ki nd bij hard
remmen of een ongeval ernstig letsel oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 58 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 138 of 592

1383-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de bagageaf dekking, op de
vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het h ybridesys-
teem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waarge nomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de p ortieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
●
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er ee n grote hoeveel-
heid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware
regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld
of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en geslot en, worden
deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen terwijl
de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevin dt, bestaat de
mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de i nstapfunctie.
(Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontg rendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogel ijk niet vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 136)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 138 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 197 of 592

1974-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
Rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Als de auto geparkeerd is
● Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof br illengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in he t interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elek trische com-
ponenten van de auto veroorzaken.
● Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in he t dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan bran den als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand ve roorza-
ken.
● Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaa ts geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken e n brand
veroorzaken in de auto.
● Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een len s maken en
brand veroorzaken.
● Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P, schakel het
hybridesysteem uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het controlelampje READY brandt.
Als de auto is geparkeerd met de selectiehendel in stand P, maa r de par-
keerrem niet is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen kom en, wat
kan leiden tot een ongeval.
● Raak de uitlaatpijp niet aan als het controlelampje READY brandt of direct
na het uitschakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 197 Monday, October 24, 2016 4:06 PM