sensor TOYOTA C_HR HYBRID 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2016, Model line: C_HR HYBRID, Model: TOYOTA C_HR HYBRID 2016Pages: 712, PDF Size: 51.24 MB
Page 133 of 712

1332. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
● BSM (Blind Spot Monitor) ( →Blz. 335)*1
Hiermee kunt u de volg ende zaken instellen. 
• BSM-functie aan/uit
• RCTA aan/uit
*
*
: De  RCTA  kan  uitsluitend  worden  in-/uitgeschakeld  als  de  BSM-fu nctie
is ingeschakeld.
●  Toyota Parking Assist-sensor ( →Blz. 351)*1
Hiermee  kan  de  Toyota  Parking  As sist-sensor  worden  in-  of  uitge-
schakeld.
●  RSA (Road Sign Assist) ( →Blz. 301)
*1
Hiermee kunt u de RSA (Ro ad Sign Assist) instellen.
● Rijmodus selecteren ( →Blz. 328)
●  Verlichting instrumentenpaneel
Hiermee kunt u de helderheid v an de verlichting van het instrum en-
tenpaneel wijzigen.
● Voertuiginstellingen
Selecteer het menu om de vol gende zaken in te stellen.
•  Instellen RSA (Road Sign Assist) ( →Blz. 306)
*1
Hiermee kunt u de RSA (Ro ad Sign Assist) instellen.
•  Instellen bandenspanni ngswaarschuwingssysteem 
( → Blz. 544)
Hiermee kan het bandenspanningswaarschuwingssysteem worden
geïnitialiseerd.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 133  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 149 of 712

149
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Por tieren
◆Instapfunctie  (auto's  met  Smart  entry-systeem,  startknop  en
instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om  alle  portieren  te  ontgren-
delen.
*
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de  achterzijde  van  de  portier-
greep aanraakt.
De  portieren  kunnen  gedurende
3 seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Raak  de  vergrendelsensor
(de uitholling in het oppervlak
van de voorportiergreep) aan
om  alle  portieren  te  vergren-
delen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
*: De  instellingen  voor  het  ontgrendelen  van  de  portieren  kunnen  worden
gewijzigd. ( →Blz. 154)
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 149  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 151 of 712

1513-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Beveiligingsfunctie
Als  er  niet  binnen  ongeveer  30  seconden  na  het  ontgrendelen  van   de  auto
een  portier  wordt  geopend,  zorgt  de  beveiligingsfunctie  ervoor  dat  de  auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor  op  het  oppervlak  van  de  voorpo rtiergreep  (auto's  met  Smart entry-
systeem, startknop en instapfunctie)
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen met de instap functie of de
afstandsbediening  wanneer  een  portier  niet  geheel  gesloten  is,  klinkt  er
gedurende  5  seconden  een  zoemer.  Sluit  het  portier  volledig  om  de  zoemer
uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer  de  portieren  worden  vergrendeld,  wordt  het  alarmsysteem   inge-
schakeld. ( →Blz. 106)
■ Wanneer  het  Smart  entry-systeem  met  startknop  of  de  afstandsbed ie-
ning niet goed werkt
● Gebruik  de  mechanische  sleutel  om  de  portieren  te  vergrendelen  en  ont-
grendelen. ( →Blz. 648)
● Vervang  de  sleutelbatterij  door  een  nieuw  exemplaar  als  deze  on tladen
raakt. ( →Blz. 561)
Raak  de  vergrendelsensor  aan  met  uw
handpalm.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b
ook  Page 151  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 154 of 712

1543-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Instellen  van  de  ontgrendelfunct ie  (auto's  met  Smart  entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Het  is  mogelijk  om  in  te  stellen  welke  portieren  met  de  instapf unctie  via  de
afstandsbediening worden ontgrendeld. 
Zet het contact UIT.
Schakel  de  inbraaksensor  van  het  alarmsysteem  uit  om  tijdens  he t  veran-
deren  van  de  instellingen  het  alarm  niet  onbedoeld  te  activeren.  (indien
aanwezig) ( →Blz. 110)
Wanneer  het  controlelampje  in  de  sleutel  uit  is,  houd  dan  de  to ets 
ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets    ingedrukt
houdt.
De  instelling  verandert  telkens  wanneer  een  handeling  wordt  uit gevoerd,
zoals hieronder is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wil t wijzigen, laat
u  de  toetsen  los,  wacht  u  ten  minste  5 seconden  en  herhaalt  u  vervolgens
stap  .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedo eld wordt
geactiveerd, moet  u de  portieren ontgrendelen met  de afstandsbe diening en
een portier eenmaal openen en sluiten als de instellingen zijn  gewijzigd. (Als
er  binnen  30  seconden  nadat  op    is  gedrukt  geen  portier  wordt  geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en wordt het alarm automat isch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 106)
1
2
3
3
Multi-informatie-
displayOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse 
besturing)
Als u de portiergreep 
van het bestuurderspor-
tier vasthoudt, wordt 
alleen het bestuurders-
portier ontgrendeld.
Exterieur:  3  keer  een
piepsignaal 
Interieur: Eén belsignaal
(auto's met 
rechtse besturing)
Als u de portiergreep 
van het voorpassagiers-
portier vasthoudt, wor-
den alle portieren 
ontgrendeld.
Als u een portiergreep 
vasthoudt, worden alle 
portieren ontgrendeld.Exterieur:  3  keer  een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 154  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 167 of 712

1673-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs  als  de  elektronische  sleutel  zich  binnen  het  detectiegebied  bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De  elektronische  sleutel  bevindt  zich  te  dicht  bij  de  ruit  of  buitenportier-
greep,  te  dicht  bij  de  grond  of  te  hoog  als  de  portieren  worden   vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of  op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de vloer of  in een por-
tiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt  gestart
of de stand van het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in  de buurt van
de  portiervakken  liggen  wanneer  u  de  auto  verlaat.  Afhankelijk  van  de  ont-
vangst  van  de  radiogolven  wordt  door  de  antenne  mogelijk  waarge nomen
dat  de  sleutel  zich  buiten  de  auto  bevindt  en  kunnen  de  portieren  worden
vergrendeld  vanaf  de  buitenzijde,  waardoor  de  elektronische  sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied  bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden ontgrende ld en ver-
grendeld.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt,  kan het hybri-
desysteem  mogelijk  worden  gestart  als  de  elektronische  sleutel  zich  in  de
buurt van de ruit bevindt.
● De  portieren  worden  mogelijk  ontgrendeld  als  er  een  grote  hoeve elheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een  zware regen-
bui  of  in  een  wasstraat,  wanneer  de  elektronische  sleutel  zich  binnen  het
detectiegebied bevindt. (Als de portieren niet worden geopend e n gesloten,
worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendel d.)
●
Als  de  afstandsbediening  wordt  gebruikt  om  de  portieren  te  verg rendelen ter-
wijl  de  elektronische  sleutel  zich  in  de  nabijheid  van  de  auto  bevindt,  bestaat
de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door d e  instapfunc-
tie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende len.)
●Wanneer  u  de  vergrendelsensor  aanraakt  terwijl  u  handschoenen  d raagt,
kan  de  reactie  van  het  systeem  trager  zijn  of  worden  de  portieren  mogelijk
niet  ontgrendeld.  Trek  de  handschoenen  uit  en  raak  de  vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en  ontgrendeld.  Volg  in  dat  geval  de  correctieprocedure  hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats  de  elektronische  sleutel  op  een  afstand  van  ten  minste  2  meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel  de  energiebesparende  functie  voor  de  batterij  in  om  het  Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 165)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book  Page 167  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 168 of 712

1683-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E●
Als  de  elektronische  sleutel  zich  in  de  auto  bevindt  en  een  portiergreep
wordt  nat  tijdens  het  wassen  van  de  auto,  wordt  er  mogelijk  een   melding
weergegeven  op  het  multi-informatiedisplay  en  klinkt  er  een  zoe mer  buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De  vergrendelsensor  werkt  mogelijk  niet  goed  wanneer  deze  in  co ntact
komt  met  ijs,  sneeuw,  modder,  enz.  Maak  de  vergrendelsensor  sch oon  en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Bij  een  plotselinge  nadering  van  het  detectiegebied  of  de  porti ergreep  kan
het  voorkomen  dat  de  portieren  niet  ontgrendeld  worden.  Laat  in   dat  geval
de  portiergreep  los  en  controleer  of  de  portieren  worden  ontgrendeld  voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als  er  zich  een  andere  elektronische  sleutel  binnen  het  detecti egebied
bevindt,  is  de  reactietijd  voor  het  ontgrendelen  van  de  portier en  nadat  een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
● Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het p ortier kras-
sen.  Zorg  ervoor  dat  uw  nagels  of  de  lak  van  het  portier  niet  b eschadigd
raken.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische  sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het  Smart  entry-systeem  met  startknop  kan  vooraf  worden  uitgesc hakeld.
( →Blz. 679)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg  ervoor  dat  u  de  elektronische  sleutel  bij  u  hebt  als  u  het   systeem
bedient. Houd  de  elektronische sleutel niet te  dicht bij de auto  als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk  van  de  positie  en  de  conditie  waarin  de  elektronisc he  sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per  ongeluk  afgaan  of  de  functie  die  voorkomt  dat  de  portieren  per  ongeluk
worden vergrendeld, werkt mogelijk niet.)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 168  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 189 of 712

1893-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De  modus  voor  de  automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer  de  automatische  antiver-
blindingsstand  is  ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De  functie  wordt  ingeschakeld  tel-
kens  wanneer  het  contact  AAN
wordt gezet.
Druk  op  de  toets  om  de  functie  uit
te  schakelen.  (Het  controlelampje
gaat ook uit.)
■ Voorkom een onjuiste werking van  de sensoren (auto's met binnenspie-
gel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak  de  sensoren  niet  aan  en  bedek  ze
ook  niet,  omdat  hierdoor  de  werking  van
de  sensoren  in  negatieve  zin  beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 189  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 199 of 712

199
4Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 200
Lading en bagage .............. 211
Rijden met een aanhangwagen ................ 212
4-2. Rijprocedures Startknop ........................... 221
EV-modus .......................... 228
Hybridetransmissie ............ 231
Richtingaanwijzer-schakelaar ....................... 235
Parkeerrem ........................ 236
Brake Hold-systeem .......... 241
4-3. Bedienen van verlichting  en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 244
Automatic High Beam- systeem ........................... 249
Schakelaar mistlampen ..... 254
Ruitenwissers  en -sproeiers.................... 256
Achterruitenwisser  en -sproeier ..................... 259
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 261 4-5. Gebruik van de 
ondersteunende 
systemen
Toyota Safety Sense ......... 267
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .......................... 274
LDA (Lane Departure  Alert met stuurregeling) ... 289
RSA (Road Sign Assist)..... 301
Dynamic Radar Cruise  Control met volledig 
snelheidsbereik................ 307
Cruise control..................... 322
Rijmodus selecteren .......... 328
Snelheidsbegrenzer ........... 330
BSM  (Blind Spot Monitor) ......... 335
• BSM-functie ................... 341
• RCTA-functie ................. 346
Toyota Parking  Assist-sensor ................... 351
S-IPA (Simple Intelligent  Parking Assist-systeem) .. 363
Ondersteunende  systemen ......................... 402
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ...................... 409
Rijden in de winter ............. 412
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 199  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 247 of 712

2474-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Dagrijverlichting
Om  uw  auto  overdag  beter  zichtbaar  te  maken  voor  andere  weggebruikers,
wordt  de  dagrijverlichting  automatisch  ingeschakeld  als  het  hyb ridesysteem
wordt  gestart  en  de  parkeerrem  wordt  gedeactiveerd  met  de  licht schakelaar
in  de  stand  .  (Brandt  helderder  dan  de  parkeerlichten  voor.)  Da grijver-
lichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting 
●Wanneer  de  lichtschakelaar  in  de  stand    of    staat:  De  koplam-
pen  en  mistlampen  voor  (indien  aanwezig)  worden  automatisch  uitgescha-
keld als het contact UIT wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in stand   staat: Alle verlichting wo rdt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet,  om  de  verlichting  weer  in  te  schakelen,  het  contact  AAN  of   zet  de  licht-
schakelaar  eenmaal  in  de  stand    en  daarna  terug  in  de  stand 
 of
.
■ Zoemer verlichting
Er  klinkt  een  zoemer  en  er  verschijnt  een  melding  als  het  contact  UIT  of  in
stand  ACC  wordt  gezet  en  het  bestuurdersportier  wordt  geopend  t erwijl  de
verlichting is ingeschakeld. De  werking  van  de  sensor  kan  in  nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de  sensor  heen  geplaatst  wordt  of  als  er
iets  op  de  ruit  wordt  aangebracht  waar-
door de sensor wordt afgeschermd. 
Hierdoor  kan  de  sensor  niet  op  de  juiste
manier  de  hoeveelheid  omgevingslicht
signaleren,  waardoor  het  automatische
koplampsysteem  mogelijk  onjuist  functio-
neert.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 247  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 
Page 248 of 712

2484-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Automatische verticale koplampver stelling (auto's met LED-koplampen)
De  koplamphoogte  wordt  automatisch  geregeld  op  basis  van  het  aantal
passagiers  in  de  auto  en  de  mate  van  belading  om  verblinding  va n  andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie 12V-accu
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na  20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand   of  .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschake ld:
● Wanneer het contact AAN wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als  “Headlight  System  Malfunction  Visit  Your  Dealer”  (Storing  i n  kop-
lampsysteem.  Ga  naar  uw  dealer)  op  het  multi-informatiedisplay  wordt
weergegeven
Er  is  mogelijk  een  storing  in  het  systeem  aanwezig.  Laat  de  aut o  nakijken
door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden  gewijzigd. 
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen: 
→Blz. 679)
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat  de  verlichting  niet  langer  ingeschakeld  dan  noodzakelijk  i s  als  het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 248  Friday, September 9, 2016  12:21 PM