ESP TOYOTA C_HR HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: C_HR HYBRID, Model: TOYOTA C_HR HYBRID 2021Pages: 810, PDF Size: 97.19 MB
Page 314 of 810

3134-2. Rijprocedures
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet
Controleer eerst of het rempedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel niet in een andere stand gezet kan worden terwijl u het rempe-
daal ingetrapt hebt en u de knop van de selectiehendelknop indrukt, kan er een pro-
bleem aanwezig zijn in het schakelbl okkeersysteem. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Met de volgende procedure kan in noodgevallen de blokkering van de selectiehendel
ongedaan worden gemaakt.
Uitschakelen van de schakelblokkering:
Activeer de parkeerrem.
Zet het contact UIT.
Trap het rempedaal in.
■ Remwerking van de motor
Wanneer schakelstand B geselecteerd is, wordt er op de motor afgeremd als u het
gaspedaal loslaat.
●Wanneer er met hoge snelheden wordt gereden, voelt u, in vergelijking met normale
auto's met een benzinemotor, de motorremwerking minder.
● Er kan met de auto geaccelereerd worden zelfs wanneer schakelstand B geselec-
teerd is.
Als er continu in stand B wordt gereden, zal het brandstofverbruik hoog zijn. Selecteer
normaal gesproken stand D. Verwijder het deksel.
Verwijder het afdekplaatje met een sleufkop-
schroevendraaier. Omwikkel het uiteinde
van de schroevendraaier met een doek om
schade aan het afdekplaatje te voorkomen.
Druk de deblokkeerschakelaar in terwijl u de
knop van de selectiehendelknop indrukt.
De selectiehendel kan worden verplaatst als
de schakelaar ingedrukt is.
1
2
3
4
5
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 31
3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 334 of 810

3334-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Automatische verticale koplampverstellin g (auto's zonder draaiknop koplamp-
verstelling)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de
koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie 12V-accu
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minuten auto-
matisch uit om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
● Wanneer het contact AAN wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight System Malfun ction Visit Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het mu lti-informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →blz. 772)
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem niet is ingeschakeld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 33 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 447 of 810

4464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto wordt respectievelijk
één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende om ervoor te zor-
gen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt.
● Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet bloot aan krachtige
schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwezig zijn of als een deel van de sensoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de bumper
en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de bumper
aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de achterbum-
per.
●Houd de sensor en het omliggende gebied
op de bumper te allen tijde schoon. Als een
sensor of de omgeving ervan op de achter-
bumper vuil is of bedekt met sneeuw, werkt
de Blind Spot Monitor mogelijk niet en wordt
er een waarschuwingsmelding
(→ blz. 434) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw weg
en rijd gedurende ongeveer 10 minuten met
de auto terwijl aan de bedrijfscondities voor
de BSM-functie ( →blz. 449) wordt voldaan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 44 6 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 491 of 810

4904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans
op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achterlangs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
● Als er water op de achterbumper spat of gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
●
Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
● Wanneer een gesignaleerde naderende auto
een bocht maakt
● Wanneer een voertuig uw auto van opzij pas-
seert
● Wanneer de afstand tussen uw auto en meta-
len objecten, zoals een vangrail, muur, ver-
keersbord of geparkeerde auto, die mogelijk
elektrische golven richting de achterzijde van
de auto reflecteren, kort is
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 49 0 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 543 of 810

5424-6. Rijtips
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Rijden met een hybrideauto
◆Gebruik van de ECO-rijmodus
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan het koppel dat correspondeert met
de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker worden afgege\
-
ven dan onder normale omstandigheden. Bovendien wordt de werking van
de airconditioning (verwarmen/koelen) geminimaliseerd zodat er minder
brandstof verbruikt wordt. (→blz. 428)
◆Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →blz. 166)
◆Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een verkeerslicht
of als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer de auto gepar-
keerd wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen positief effect op het brand-
stofverbruik. In stand N werkt de benzinemotor, maar kan er geen
elektriciteit worden opgewekt. Ook bij gebruik van de airconditioning, enz.
wordt het vermogen van het batterijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
◆Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
●Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektromotor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de benzinemotor lager is.
● Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit waardoor de auto meer brandstof ver-
bruikt. Het batterijpakket kan worden opgeladen door tijdens het rijden
het gaspedaal iets te laten opkomen.
Besteed aandacht aan de volgende pu nten om zuinig en milieuvriende-
lijk te rijden:
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 54 2 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 560 of 810

5595-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
5
Voorzieningen in het interieur
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Stuurwielverwarming∗/stoelverwarming∗
∗: Indien aanwezig
De zijkanten van het stuurwiel en de voorstoelen worden verwarmd
door respectievelijk de stuurwielverwarming en de stoelverwarming.
WAARSCHUWING
● Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel en de stoelen wanneer de stuurwiel- en stoelverwarming zijn
ingeschakeld:
• Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
• Personen met een gevoelige huid
• Personen die oververmoeid zijn
• Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende medicij-
nen (slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben gebruikt
● Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken, de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in gebruik
is.
• Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
● Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de stoel.
● Gebruik de functies niet wanneer het hybr idesysteem niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 55 9 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 584 of 810

5836-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Wassen in de wasstraat
●Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een wasstraat gebruik-
maakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
● Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waardoor de lak van uw auto wordt beschadigd.
● In sommige autowasserettes wordt de achterspoiler mogelijk niet gereinigd. Ook
bestaat er mogelijk een verhoogde kans op schade aan de auto.
■ Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de portieren of de ruiten en blijf er niet langdu-
rig op spuiten, omdat er anders water in het interieur terecht kan komen.
■ Opmerkingen voor auto's met Sm art entry-systeem en startknop
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
● Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
● Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →blz. 205)
■ Velgen en wieldoppen (auto's zo nder matzwart gespoten velgen)
● Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel.
● Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik weg met water.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na het
rijden of stilstaan bij warm weer, nog warm zijn
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 58 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 585 of 810

5846-1. Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Lichtmetalen velgen (auto's met matzwart gespoten velgen)
Voor matzwart gespoten velgen moeten andere reinigingsmethoden worden gebruikt
dan voor conventionele lichtmetalen velgen. Let op de onderstaande zaken. Neem
voor meer informatie contact op met een er kende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Verwijder vuil met water. Als de velgen bijzonder vuil zijn, gebruik dan een spons of
een zachte doek licht bevochtigd met een verdund neutraal reinigingsmiddel om het
vuil te verwijderen.
● Als u een reinigingsmiddel gebruikt, spoel het dan onmiddellijk weg met water.
Gebruik vervolgens een zachte doek om de velg droog te deppen.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de matzwarte lak tegen
beschadiging te beschermen:
• Boen of poets de velgen niet met een borstel of een droge doek.
• Gebruik geen velgcoatings of reinigingsmiddelen met een schurende werking.
• Selecteer bij het wassen van de auto in een wasstraat niet de velgenreinigings-
functie (als deze optie beschikbaar is).
■ Bumpers en zijlijsten
Gebruik geen schuurmiddelen.
■ Verchroomde delen (indien aanwezig)
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om het
vuil te verwijderen.
● Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge, schone doek.
● Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes o.i.d. om olieresten te verwijderen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 58 4 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 614 of 810

6136-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
6
Onderhoud en verzorging
Vul in de volgende situaties ruitensproeiervloeistof bij:
●Een sproeier werkt niet.
● Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play. (indien aanwezig)
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ru itensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het hybridesysteem warm is of nog werkt.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■ Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen ruitensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■ Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven tempera-
turen voor de juiste mengverhouding.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 61 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 621 of 810

6206-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage ban-
denspanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de bestuur-
der door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd. (→blz. 687)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssen-
soren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregis-
treerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en moet het
bandenspanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registre-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ( →blz. 622)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspannings-
waarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 62 0 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM