sensor TOYOTA C_HR HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: C_HR HYBRID, Model: TOYOTA C_HR HYBRID 2021Pages: 810, PDF Size: 97.19 MB
Page 280 of 810

279
4Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto .................. 280
Lading en bagage .................... 291
Rijden met een aanhangwagen......................292
4-2. Rijprocedures Startknop ................................. 301
EV-modus ................................ 308
Hybridetransmissie (2ZR-FXE motor)................... 311
Hybridetransmissie (M20A-FXS motor) ................ 315
Richtingaanwijzerschakelaar ... 320
Parkeerrem .............................. 321
Brake Hold ............................... 326
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar........................ 329
Automatic High Beam-systeem ......................334
Schakelaar mistlampen ........... 339
Ruitenwissers en -sproeiers .... 341
Achterruitenwisser en -sproeier ................................ 344
4-4. Tanken Openen van de tankdop .......... 346 4-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ............... 351
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .... ................ 365
LTA (Lane Tracing Assist) ............ 383
RSA (Road Sign Assist) .......... 398
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik ..................... 406
Cruise control .......................... 423
Rijmodus selecteren................ 428
Snelheidsbegrenzer ................ 430
BSM (Blind Spot Monitor) .............. 433
Toyota Parking Assist-sensor ........................ 452
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .......................... 463
PKSB (Parking Support Brake) ................................... 470
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............. 478
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die
achterlangs rijden) ................ 487
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) ....... 494
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 533
Ondersteunende systemen ..... 534
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto .... 542
Rijden in de winter................... 545
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 27 9 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 333 of 810

3324-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem wordt gestart en de
parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar in de stand . (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijve rlichting is niet ontworpen voor gebruik
in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en
mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgeschakeld als het con-
tact UIT wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wordt automatisch
uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de lichtschakelaar
eenmaal in de stand en daarna terug in de stand
of .
■ Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het contact UIT of in stand ACC
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingescha-
keld. De werking van de sensor kan in negatieve zin
beïnvloed worden als er iets over de sensor
heen geplaatst wordt of als er iets op de ruit
wordt aangebracht waardoor de sensor wordt
afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signale-
ren, waardoor het automatische koplampsys-
teem mogelijk onjuist functioneert.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 33 2 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 334 of 810

3334-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Automatische verticale koplampverstellin g (auto's zonder draaiknop koplamp-
verstelling)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de
koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie 12V-accu
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minuten auto-
matisch uit om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
● Wanneer het contact AAN wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight System Malfun ction Visit Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het mu lti-informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →blz. 772)
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem niet is ingeschakeld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 33 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 342 of 810

341
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Ruitenwissers en -sproeiers
Door de hendel te bedienen werken de ruitenwissers en -sproeiers als
volgt:
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruitenwis-
sers
Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwis-
sers automatisch wanneer de sensor
signaleert dat het regent. De wissnel-
heid wordt automatisch afgestemd op
de hoeveelheid neerslag en de rijsnel-
heid.
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt worden inge-
steld door de schakelaarring te draaien.Verhoogt de gevoeligheid van de
ruitenwisser met regensensor
Verlaagt de gevoeligheid van de
ruitenwisser met regensensor
Bedienen van de ruitenwisserhendel
6
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 34 1 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 343 of 810

3424-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
Door aan de hendel te trekken treden
de ruitenwissers en -sproeiers in wer-
king.
De ruitenwissers maken automatisch
een aantal wisbewegingen nadat de
sproeier in werking treedt.
Auto's met koplampsproeiers: Als de
koplampen aan zijn en u de hendel
naar u toe getrokken houdt, werken de
koplampsproeiers één keer. Daarna
werken de koplampsproeiers elke
vijfde keer dat u de hendel naar u toe
trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking
Ook voor de andere standen zal, net als voor de stand AUTO, de tijd tot de enkele slag
om de laatste druppels te verwijderen na het gebruik van de ruitensproeier veranderen
afhankelijk van de rijsnelheid.
■ Regensensor
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het contact AAN
is, maken de ruitenwissers één wisbeweging om aan te geven dat de stand AUTO is
ingeschakeld.
● Als de temperatuur van de regensensor 90 °C of hoger is, of -15 °C of lager is, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen vloeistof uit de ruitensproeiers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en controleer als
dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sen-
sor. Deze werkt mogelijk niet goed als zon-
licht van de opkomende of ondergaande zon
af en toe op de voorruit valt of als er insecten
o.i.d. op de voorruit zitten.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 34 2 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 344 of 810

3434-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Waarschuwing met betrekking tot het gebr uik van de ruitenwissers in de stand
AUTO
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als de sensor wordt
aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat bijvoorbeeld uw vingers niet bekneld raken als
de ruitenwissers in werking treden.
OPMERKING
■ Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
■ Als er geen ruitensp roeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken houdt, kan de sproeier-
pomp beschadigd raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken met een
naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd raken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 34 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 353 of 810

3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Twee soorten sensoren, die zich achter de grille en de voorruit bevinden, sig-
naleren informatie die nodig is voor de werking van de ondersteunende sys-
temen.Radarsensor
Camera voor
Sensoren
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de radarsensor en de afdekking van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of
de voor- of achterzijde van afdekking van
de radarsensor als ze vuil zijn of als er
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ontstaan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 35 2 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 354 of 810

3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
WAARSCHUWING
●Bevestig geen accessoires, (doorzichtige) stickers of andere zaken op de radar-
sensor, de afdekking van de radarsensor of het omliggende gebied.
● Stel de radarsensor en de omgeving van de sensor niet bloot aan krachtige schok-
ken.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de radar-
sensor, de grille of de voorbumper is blootgesteld aan krachtige schokken.
● Haal de radarsensor niet uit elkaar.
● Wijzig of spuit de radarsensor of de kap van de radarsensor niet.
● In de volgende gevallen moet de radar sensor opnieuw worden gekalibreerd. Neem
voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de radarsensor of de grille is verwijderd en geplaatst of vervangen
• Als de voorbumper is vervangen
■ Storingen in de camera voor voorkomen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten waterdruppels e.d. nog steeds met de ruitenwissers voor worden verwijderd van het gedeelte
van de voorruit vóór de camera voor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de binnen-
zijde van de voorruit waar de camera voor is geplaatst vuil is.
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts en links van het midden van de camera voor)
●Bevestig geen voorwerpen, zoals (doorzich-
tige) stickers e.d. op de buitenzijde van de
voorruit vóór de camera voor (het grijze
gebied in de afbeelding).
A: Vanaf de bovenzijde van de voorruit tot
ongeveer 1 cm onder de onderzijde van
de camera voor
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 35 3 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 366 of 810

365
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)∗
∗: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en
een camera voor om objecten ( →blz. 366) vóór de auto te signaleren.
Wanneer het systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding
met een object groot is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiële rem-
druk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te voorko-
men. Wanneer het systeem oordeelt dat de kans op een frontale
aanrijding met een object zeer groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te voorkomen of om de
impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het waar-
schuwingstijdstip kan worden gewijzigd. ( →blz. 371)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 36 5 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 372 of 810

3714-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
In-/uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld
via (→blz. 778) van het multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingeschak
eld telkens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Als het systeem wordt uitgescha-
keld, gaat het waarschuwings-
lampje PCS branden en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
● Als de banden zeer versleten zijn
● Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
● Als er sneeuwkettingen zijn aangebracht
● Wanneer er een compact reservewiel is gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
● Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, enz.) die de radarsensor of de camera voor
kan hinderen op de auto is geplaatst
Wijzigen van instellingen van het Pre-Crash Safety-systeem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 37 1 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM