air condition TOYOTA COROLLA 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: COROLLA, Model: TOYOTA COROLLA 2021Pages: 610, PDF Size: 100.87 MB
Page 3 of 610
COROLLA HV_TMMT_EE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid en
beveiligingZorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden
(Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen, elektrisch
bedienbare ruiten)
Rijden
Handelingen en adviezen die v oor het rijden moeten worden
opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: starten van het hybridesysteem, tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem
(Belangrijkste onderdelen: radio, CD-speler)
Voorzieningen in
het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning,
opbergmogelijkheden)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen 12V-accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-12P19-NL
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 1 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 6 of 610
4INHOUDSOPGAVE
COROLLA HV_TMMT_EE
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ........ 401
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ..................... 406
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat .............. 406
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (“Bluetooth”-
menu) .................................... 407
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (menu TEL) ...... 409
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler ..................................... 414
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ....................................... 416
Een telefoongesprek ontvangen .............................. 417
Voeren van een telefoongesprek ..................... 417
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................ 419
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Automatische airconditioning ... 432
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .................... 438
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting.... 4406-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 442
Voorzieningen bagageruimte ... 445
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ........................ 447
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 456
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 459
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 462
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud ......... 464
Motorkap .................................. 466
Plaatsen van een garagekrik.... 467
Motorruimte .............................. 468
Banden ..................................... 475
Bandenspanning ...................... 489
Velgen ...................................... 490
Interieurfilter ............................. 492
Schoonmaken van de ventilatieopening en het filter
van het batterijpakket
(tractiebatterij) ........................ 493
Batterij elektronische sleutel .... 497
Controleren en vervangen van zekeringen ...................... 499
Lampen .................................... 501
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 4 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 16 of 610
14Overzicht
COROLLA HV_TMMT_EE Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 526
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 226
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 232
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl
ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 232
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht ............................................................. Blz. 237
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 238
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 238
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 473
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 508
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 466
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 191
Airconditioning ........................................................................................ Blz. 432
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 432
Achterruitverwarming ................................................................................ Blz. 434
Audiosysteem
*1, 2.................................................................................... Blz. 378
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het navi- gatie- en multimediasysteem.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Pa ge 14 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 23 of 610
21Overzicht
COROLLA HV_TMMT_EEWanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 526
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 226
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 232
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl
ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 232
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht ............................................................. Blz. 237
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 238
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 238
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 473
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 508
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 466
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 191
Airconditioning ........................................................................................ Blz. 432
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 432
Achterruitverwarming ................................................................................ Blz. 434
Audiosysteem
*1, 2.................................................................................... Blz. 378
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het navi- gatie- en multimediasysteem.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Pa ge 21 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 217 of 610
215
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aans
nijden van boch-
ten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Snijd bochten daarom
ruimer aan dan u zou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanhangwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in stand D staan.
(Blz. 223)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. (
Blz. 563)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( Blz. 212)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schak el terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 215 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 257 of 610
255
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Als een waarschuwingsmelding wordt weerge
geven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk sprake van een sto-
ring in het betreffende systeem.
●Voer in de volgende situaties de in de tabe l aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd
dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en
werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Als in de volgende situaties de situatie is gewij zigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of al s er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem (Blz. 433).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnes cherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 255 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 317 of 610
315
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
●Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati
e van de airconditioning
veel geluid produceert.
●De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
doordat zoemers van andere systemen
klinken.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Detectiebereik van de sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Ongeveer 115 cm (auto's met zij-
sensoren voor en zijsensoren ach-
ter)
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Houd er rekening mee dat de sen-
soren geen objecten kunnen signaleren die
zich extreem dicht bij de auto bevinden.
Meer informatie m.b.t. de signalering van
obstakels aan de zijkanten. ( Blz. 314)
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld de vorm
van het object.
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 315 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 367 of 610
365
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Multi-informatiedisplay
Rijmodusselectieschakelaar
Beweeg de rijmodusselectieschakelaar naar
voren of achteren om de gewenste rijmodus
te selecteren op het multi-informatiedisplay.
1
Normale modus
Biedt een optimale balans tussen brandstof-
verbruik, laag geluidsniveau en dynamische
prestaties. Geschikt voor normaal rijden.
2Sportmodus
Regelt het hybridesysteem voor een snelle
en krachtige acceleratie. In deze modus
wordt ook het stuurgevoel gewijzigd, waar-
door deze modus geschikt is voor wanneer
wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus geselecteerd
wordt, gaat de sportmodusindicator bran-
den.
3
ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde afstel-
ling van de smoorklep en door het regelen
van de werking van de airconditioning (ver-
warmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus geselecteerd
wordt, gaat de ECO-rijmodusindicator bran-
den.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
De ECO-rijmodus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het airconditi-
oningsysteem om brandstof te besparen.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-modus van de airconditi-
oning uit ( Blz. 432)
●Wijzig de aanjagersnelheid ( Blz. 433)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de sport-
modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de sportmodus, wijzigt de rijmo-
dus in de normale modus.
Rijmodusselectie-
schakelaar
De rijmodi kunnen worden gese-
lecteerd overeenkomstig de rijom-
standigheden.
Selecteren van een rijmodus
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 365 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 374 of 610
3724-6. Rijtips
COROLLA HV_TMMT_EE
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. ( Blz. 365)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( Blz. 114)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen
positief effect op het brandstofverbruik.
In stand N werkt de benzinemotor,
maar kan er geen elektriciteit worden
opgewekt. Ook bij gebruik van de air-
conditioning, enz. wordt het vermogen
van het batterijpakket (tractiebatterij)
verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan wor-
den opgeladen door tijdens het rij-
den het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u in een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto zachtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit helpt het benzinever-
bruik te beperken.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Bedienen van de
selectiehendel
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal
Bij het remmen
Files
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 372 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 375 of 610
373
4
4-6. Rijtips
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Rijd met een constante snelheid. Neem
als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap
rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden geregene-
reerd tijdens het decelereren.
Maak alleen gebruik van de airconditio-
ning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge tempera-
turen de recirculatiemodus. Dit beperkt
de belasting van de airconditioning en
vermindert ook het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt
pas automatisch uitgeschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn
en verbruikt dus brandstof. Het brand-
stofverbruik kan worden verminderd
door overmatig gebruik van de verwar-
ming te vermijden.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofver-
bruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving ver-
oorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
hoger verbruik vero
orzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het sei-
zoen. Zware bagage leidt tot een hoger
brandstofverbruik. Neem geen onno-
dige bagage mee. Ook een groot impe-
riaal leidt tot een hoger
brandstofverbruik.
Opwarmen van de motor is niet nodig,
omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitge-
schakeld. Als vaak korte afstanden
worden gereden, warmt de motor her-
haaldelijk op en ook dat kan leiden tot
een hoger brandstofverbruik.
Rijden op de snelweg
Airconditioning
Controle van bandenspanning
Bagage
Opwarmen voor het rijden
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book
Page 373 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM