TOYOTA COROLLA CROSS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: COROLLA CROSS, Model: TOYOTA COROLLA CROSS 2023Pages: 562, PDF Size: 89.56 MB
Page 91 of 562

De energiemonitor kan worden
weergegeven in de displayzone voor
inhoud (links/rechts) van het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 83)
Scherm audiosysteem
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Energiestroom”.
Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig de
energiestroom. Wanneer er geen
energiestroom is, worden er geen pijlen
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen of blauw: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt geregenereerd of
opgeladen.
Geel of oranje: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gebruikt.
Rood: Als de benzinemotor wordt
gebruikt.
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is afhankelijk
van de omstandigheden.
Multi-informatiedisplay
ABenzinemotor
BBatterijpakket (tractiebatterij)
CBandenmaat voor
DBanden achter*
*
Bij auto's met de motor voorin en
voorwielaandrijving worden de pijlen
naar
Dniet weergegeven.Scherm audiosysteem
ABenzinemotor
BElektromotor voor (tractiemotor)
CBatterijpakket (tractiebatterij)
DElektromotor achter (tractiemotor)*1
EBanden achter*2
FBandenmaat voor
*1Alleen AWD-uitvoeringen
*2Bij auto's met de motor voorin en
voorwielaandrijving worden de pijlen
naar
Eniet weergegeven.
Kleur van het batterijpakket
(tractiebatterij) op het scherm van het
audiosysteem
Deze kleur is blauw wanneer het batterij-
pakket (tractiebatterij) wordt opgeladen en
geel wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gebruikt.
Waarschuwing ladingstoestand
batterijpakket (tractiebatterij)
• De zoemer klinkt met tussenpozen als
het batterijpakket (tractiebatterij)
ongeladen blijft als de selectiehendel
in stand N staat of als de resterende
lading onder een vastgesteld niveau
daalt. Als de ladingstoestand nog
verder daalt, klinkt de zoemer continu.
•
Volg de aanwijzingen die worden
weergegeven op het scherm om het
probleem te verhelpen als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay en er een zoemer
klinkt.
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 92 of 562

Status batterijpakket (tractiebatterij)
Multi-informatiedisplay
ALaag
BVol
Deze afbeeldingen zijn slechts
voorbeelden en kunnen licht afwijken van
de werkelijke situaties.
Scherm audiosysteem
ALaag
BHoog
Verbruik
Ritinformatie
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Trip info” (ritinformatie).
Als een ander scherm dan “Current”
(huidig) wordt weergegeven,
selecteer dan “Current” (huidig).De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
AResetten van de verbruiksgegevens
BHet brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
CActueel brandstofverbruik
DGemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem.
EVerstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem.
FActieradius
Het gemiddelde brandstofverbruik
gedurende de laatste 15 minuten wordt
door middel van kleuren verdeeld in
vorige gemiddelden en gemiddelden
sinds de laatste keer dat het contact AAN
is gezet. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale waarde.
Geschiedenis
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Trip info” (ritinformatie).
Als een ander scherm dan “History”
(geschiedenis) wordt weergegeven,
selecteer dan “History”
(geschiedenis).
2.1 Instrumentenpaneel
90
Page 93 of 562

AHet beste gemeten
brandstofverbruik
BRecent brandstofverbruik
CVorige gemeten brandstofverbruik
DDe gegevens uit de geschiedenis
resetten
EHet recente brandstofverbruik
bijwerken
De geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige gemiddelden
en het gemiddelde brandstofverbruik
sinds de gegevens de laatste keer zijn
bijgewerkt. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
De gegevens uit de geschiedenis
bijwerken
Werk het recente brandstofverbruik bij
door “Update” (updaten) te selecteren
om het actuele brandstofverbruik
opnieuw te meten.
De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Clear data” (gegevens
wissen) te selecteren.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan
die nog met de in de tank aanwezige
brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis
van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die
nog kan worden gereden, afwijken van de
weergegeven afstand.
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 94 of 562

2.1 Instrumentenpaneel
92
Page 95 of 562

3.1 Informatie over sleutels.........94
3.1.1Sleutels...............94
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren.................96
3.2.1Portieren..............96
3.2.2 Achterklep.............101
3.2.3 Smart entry-systeem met
startknop.............111
3.3 Verstellen van de stoelen........116
3.3.1 Voorstoelen............116
3.3.2 Achterstoelen...........117
3.3.3 Hoofdsteunen...........119
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de
buitenspiegels..............121
3.4.1 Stuurwiel.............121
3.4.2 Binnenspiegel...........122
3.4.3 Buitenspiegels...........123
3.5 Openen en sluiten van de ruiten.....125
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten....125
3.6 Favoriete instellingen..........128
3.6.1MySettings............128
Voordat u gaat rijden3
93
Page 96 of 562

3.1 Informatie over sleutels
3.1.1 Sleutels
De sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels
geleverd.
AElektronische sleutels
• Bedienen van het Smart
entry-systeem met startknop
(→blz. 111)
• Gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie
(→blz. 95)
BMechanische sleutels
CPlaatje met sleutelnummer
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een
vliegtuig niet op de toetsen van de
elektronische sleutel drukt. Zorg ervoor
dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt
kunnen worden als u de elektronische
sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt
opgeborgen. Bij het indrukken van de
toetsen kan de elektronische sleutel
radiogolven uitzenden die de bediening
van het vliegtuig kunnen beïnvloeden.
Leegraken batterij elektronische sleutel
• De standaard levensduur van de
batterij is1-2jaar.
• Als de batterij bijna leeg is, klinkt een
waarschuwingssignaal in de auto en
wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld.• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om te
voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel leegraakt
wanneer deze gedurende langere tijd
niet wordt gebruikt. (→Blz. 113)
• Omdat de elektronische sleutel altijd
radiogolven ontvangt, raakt de
batterij ook ontladen wanneer de
elektronische sleutel niet wordt
gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de
elektronische sleutel mogelijk
ontladen is. Vervang de batterij indien
nodig. (→Blz. 354)
– Het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening
werkt niet.
– Het detectiegebied wordt kleiner.
– Het ledcontrolelampje in de sleutel
gaat niet branden.
• Houd, om de levensduur van de
batterij niet nodeloos te bekorten, de
elektronische sleutel op een afstand
van minimaal 1 m van de volgende
elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
– Televisietoestellen
– Computers
– Mobiele telefoons, draadloze
telefoons en batterijladers
– Oplaadapparatuur voor draadloze
en mobiele telefoons
– Tafellampen
– Inductiekookplaten
• Als de elektronische sleutel zich
langer dan noodzakelijk is in de buurt
van de auto bevindt, kan, zelfs als het
Smart entry-systeem met startknop
niet bediend wordt, de sleutelbatterij
sneller dan normaal ontladen raken.
Batterij vervangen
→Blz. 354
De werking van de elektronische
sleutel wordt onderbroken wanneer
De werking van de elektronische sleutel
wordt mogelijk onderbroken als de
elektronische sleutel gedurende een
3.1 Informatie over sleutels
94
Page 97 of 562

bepaalde tijd niet wordt bewogen, bijv.
als hij een tijdje op dezelfde plaats blijft
liggen. Hierdoor loopt de batterij minder
snel leeg. De werking wordt automatisch
hersteld als de elektronische sleutel
wordt bewogen, bijvoorbeeld door hem
op te pakken.
Als “A new key has been registered
Contact your dealer for details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met uw dealer) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende ongeveer
10 dagen nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de melding
wordt weergegeven, maar u geen nieuwe
elektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de
sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
• Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
• Stel de sleutels niet langdurig bloot
aan hoge temperaturen.
• Voorkom dat de sleutels nat worden
en reinig ze niet in een ultrasoon
reinigingsbad of iets dergelijks.
• Bevestig geen metaalhoudende of
magnetische voorwerpen aan de
sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
• Haal de sleutels niet uit elkaar.
• Bevestig geen stickers en dergelijke
op de sleutel.
•
Houd de sleutels uit de buurt van
OPMERKING(Vervolg)
apparaten die magnetische velden
opwekken, bijvoorbeeld televisietoe-
stellen, audiosystemen en
inductiekookplaten.
• Houd de sleutels uit de buurt van
medische apparatuur, zoals
laagfrequente therapeutische
uitrusting en therapeutische
apparaten met microgolven, en zorg
ervoor dat u de sleutels niet bij u
draagt als u medische hulp ontvangt.
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van
ingeschakelde elektrische apparaten.
Radiogolven die worden uitgezonden door
elektrische apparaten die zich minder dan
10 cm van de elektronische sleutel
vandaan bevinden, kunnen de correcte
werking van de sleutel hinderen.
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
→Blz. 407
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
→Blz. 407
Afstandsbediening
De sleutels zijn voorzien van de volgende
afstandsbediening:
AVergrendelen van de portieren
(→blz. 97)
BSluiten van de ruiten*1(→blz. 97)
3.1 Informatie over sleutels
95
3
Voordat u gaat rijden
Page 98 of 562

COntgrendelen van de portieren
(→blz. 97)
DOpenen van de ruiten*1(→blz. 97)
EOpenen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep*2(→blz. 104)
*1Deze instelling moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Indien aanwezig
Gebruik van de mechanische sleutel
Schuif het ontgrendelknopje opzij om de
mechanische sleutel uit de elektronische
sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel. Zorg
dat u de mechanische sleutel en de
elektronische sleutel bij u hebt. Als de
batterij van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet goed werkt,
bent u op de mechanische sleutel
aangewezen. (→Blz. 407)
Als u uw mechanische sleutels verliest
→Blz. 407Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
3.2 Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
3.2.1 Portieren
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Smart entry-systeem met startknop
(indien aanwezig)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1. Pak de voorportiergreep vast om alle
portieren te ontgrendelen
*.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de
achterzijde van de portiergreep
aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het
vergrendelen niet worden ontgrendeld.
*De instellingen voor het
ontgrendelen van de portieren
kunnen worden gewijzigd. (→Blz. 97,
blz. 428)
2. Raak de vergrendelsensor (de
uitholling aan de zijkant van de
voorportiergreep) aan om alle
portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
3.1 Informatie over sleutels
96
Page 99 of 562

Afstandsbediening
1. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Houd deze toets ingedrukt om de
ruiten te sluiten
*.
2. Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de
ruiten te openen
*.
*Deze instelling moet aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke
portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
1. Zet het contact UIT.
2. Houd de toets
of(indien
aanwezig) ingedrukt en houd
tegelijkertijd de toets
gedurende
ongeveer 5 seconden ingedrukt als
het controlelampje in de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de
instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de
toetsen los, wacht u ten minste 5 seconden
en herhaalt u vervolgens stap
2.)
Multi-
informatiedisplay/
piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse
besturing)
(auto's met rechtse
besturing)
Exterieur: 3 keer
een piepsignaalAls u de portier-
greep van het be-
stuurdersportier
vasthoudt, wordt
alleen het bestuur-
dersportier ont-
grendeld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt, worden
alle portieren ont-
grendeld.
Exterieur: Twee
piepsignalenAls u een voorpor-
tiergreep vast-
houdt, worden alle
portieren
ontgrendeld.
Voor auto's met een alarm: om te
voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt
geactiveerd, moet u de portieren
ontgrendelen met de afstandsbediening en
een portier eenmaal openen en sluiten als
de instellingen zijn gewijzigd. (Als er binnen
30 seconden nadat op
is gedrukt geen
portier wordt geopend, worden de
portieren weer vergrendeld en wordt
automatisch het alarm ingeschakeld.) Zet
het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
geactiveerd wordt. (→
Blz. 66)
Systeem voor
crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking
treedt, is afhankelijk van de kracht van de
schok of het type ongeval.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
97
3
Voordat u gaat rijden
Page 100 of 562

Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om
aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld/ontgrendeld met behulp van
de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (Vergrendeld:
eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de ruiten bediend worden.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch
wordt vergrendeld.
Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor op
het oppervlak van de voorportiergreep
(auto's met instapfunctie)
Wanneer de portieren niet kunnen worden
vergrendeld als u de vergrendelsensor op
het oppervlak van de portiergreep met uw
vinger aanraakt, raak dan de
vergrendelsensor aan met uw handpalm.
Als u handschoenen draagt, doe deze dan
uit.
Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te
vergrendelen met de instapfunctie
(indien aanwezig) of de
afstandsbediening wanneer een portier
niet geheel gesloten is, klinkt er
gedurende 5 seconden een zoemer. Sluithet portier volledig om de zoemer uit te
schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
Alarm (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden
vergrendeld, wordt het alarmsysteem
ingeschakeld. (→Blz. 66)
Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
beïnvloeden
→Blz. 113
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen en
ontgrendelen. (→Blz. 407)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
(→Blz. 354)
Als de 12V-accu is ontladen
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld en ontgrendeld met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. Vergrendel of
ontgrendel de portieren met de
mechanische sleutel. (→Blz. 407)
Herinneringsfunctie achterstoel
Om u eraan te herinneren bagage e.d. op
de achterstoelen niet te vergeten, klinkt
er wanneer het contact UIT is gezet en
aan een van de volgende voorwaarden is
voldaan, een zoemer en wordt gedurende
ongeveer 6 seconden een melding
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
• Het hybridesysteem wordt binnen
ongeveer 10 minuten na het openen
en sluiten van een achterportier
gestart.
• Een achterportier is geopend en weer
gesloten nadat het hybridesysteem is
gestart.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
98