display TOYOTA COROLLA CROSS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: COROLLA CROSS, Model: TOYOTA COROLLA CROSS 2023Pages: 562, PDF Size: 89.56 MB
Page 3 of 562

OVERZICHT MET
AFBEELDINGEN
1Veiligheid en be-
veiliging
2Voertuigstatusin-
formatie en con-
trolelampjes
3Voordat u gaat
rijden
4Rijden
5Voorzieningen in
het interieur
6Onderhoud en
verzorging
7Bij problemen
8Voertuigspecifi-
caties
Index
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Lezen van rijgerelateerde informatie(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
Gebruik van de voorzieningen in het interieur
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een
storing en noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoekenCOROLLA CROSS HYBRID
PZ49X-16576-NL
L/O 18/07/2022
Page 4 of 562

Ter informatie....................5
Over deze handleiding...............8
Zoekmethoden....................9
Overzicht......................10
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik............22
1.1.1 Voordat u gaat rijden.........22
1.1.2 Veilig rijden..............23
1.1.3 Veiligheidsgordels..........24
1.1.4 Airbags.................28
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....34
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 35
1.2.1 Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag ..................35
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 36
1.2.3 Baby- en kinderzitjes.........36
1.3 Noodoproep..................49
1.3.1 eCall
*1, 2................49
1.4 Hybridesysteem................57
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem....57
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............60
1.5 Antidiefstalsysteem.............65
1.5.1Startblokkering ............65
1.5.2 Supervergrendeling
*.........65
1.5.3 Alarm*.................66
2. Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
2.1 Instrumentenpaneel.............72
2.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............72
2.1.2Metersentellers ...........76
2.1.3 Multi-informatiedisplay.......81
2.1.4 Energiemonitor/verbruiksscherm . 88
3. Voordat u gaat rijden
3.1 Informatie over sleutels...........94
3.1.1Sleutels .................94
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen
van de portieren...............96
3.2.1Portieren ................963.2.2 Achterklep..............101
3.2.3 Smart entry-systeem met
startknop...............111
3.3Verstellenvandestoelen .........116
3.3.1Voorstoelen .............116
3.3.2 Achterstoelen............117
3.3.3 Hoofdsteunen............119
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de
buitenspiegels................121
3.4.1 Stuurwiel...............121
3.4.2 Binnenspiegel............122
3.4.3 Buitenspiegels............123
3.5 Openen en sluiten van de ruiten.....125
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 125
3.6 Favoriete instellingen...........128
3.6.1 My Settings.............128
4. Rijden
4.1 Voordat u gaat rijden............130
4.1.1Rijdenmetdeauto .........130
4.1.2 Lading en bagage..........136
4.1.3 Rijden met een aanhangwagen . . 137
4.2 Rijprocedures................142
4.2.1 Startknop...............142
4.2.2 EV-modus..............146
4.2.3 Hybridetransmissie.........148
4.2.4 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 150
4.2.5Parkeerrem ..............151
4.2.6BrakeHold ..............154
4.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers................156
4.3.1 Lichtschakelaar...........156
4.3.2 AHB (Automatic High Beam) . . . 158
4.3.3 Schakelaar mistlampen......161
4.3.4 Ruitenwissers en -sproeiers....162
4.3.5 Ruitenwisser en -sproeier achter . 165
4.4Tanken ....................166
4.4.1 Openen van de tankdop......166
4.5 Gebruik van de ondersteunende
systemen...................167
4.5.1 Software-update Toyota Safety
Sense
*................167
4.5.2 Toyota Safety Sense........169
4.5.3 PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . 175
4.5.4 LTA (Lane Tracing Assist).....184
4.5.5 LDA (Lane Departure Alert)....187
4.5.6 RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)..............192
4.5.7 Dynamic Radar Cruise Control . . 195
4.5.8 Cruise control............203
2
Page 13 of 562

HKoplampen/parkeerlichten
voor/dagrijverlichting/
richtingaanwijzers blz. 150, blz. 156
IRichtingaanwijzers blz. 150
JMistlampen voor*1blz. 161
KRemlichten/achterlichten blz. 156
LAchterlichten*1blz. 156
MMistachterlicht*2blz. 161
Achteruitrijlichten
De transmissie in stand R zetten
blz. 148
NKentekenplaatverlichting blz. 156
*1Indien aanwezig
*2Alleen bestuurderszijde
Dashboard (auto's met linkse besturing)
AStartknop blz. 142
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 142
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 366
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 406
Waarschuwingsmeldingen blz. 380
BSelectiehendel blz. 148
Wijzigen van de schakelstand blz. 149
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 367
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet
blz. 149
CTellers blz. 76
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 76, blz. 80
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 72
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 372
DMulti-informatiedisplay blz. 81
Display blz. 81
Energiemonitor blz. 88
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven blz. 380
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
11
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 18 of 562

Dashboard (auto's met rechtse besturing)
AStartknop blz. 142
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 142
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 366
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 406
Waarschuwingsmeldingen blz. 380
BSelectiehendel blz. 148
Wijzigen van de schakelstand blz. 149
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 367
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet
blz. 149
CTellers blz. 76
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 76, blz. 80
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 72
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 372
DMulti-informatiedisplay blz. 81
Display blz. 81
Energiemonitor blz. 88
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven blz. 380
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 150
Lichtschakelaar blz. 156
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 156
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht
blz. 161
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 162, blz. 165
Gebruik blz. 162, blz. 165
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 334
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 366
HOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 121
IOntgrendelingshendel motorkap
blz. 324
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
Page 66 of 562

OPMERKING
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij)
• Voorkom dat zaken als stoelbekleding,
plastic hoezen en bagage de
ventilatieopening blokkeren. Als deze
ventilatieopening wordt afgedekt,
kan het batterijpakket
(tractiebatterij) oververhit raken,
waardoor het laden/ontladen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
beperkt kan worden, waardoor er
mogelijk een storing kan ontstaan.
• Reinig de ventilatieopening
regelmatig om oververhitting van het
batterijpakket (tractiebatterij) te
voorkomen.
• Laat de ventilatieopening niet nat of
vuil worden, anders kan er
kortsluiting ontstaan en kan het
batterijpakket (tractiebatterij)
beschadigd raken.
• Op de ventilatieopening is een filter
geplaatst. Als het filter zelfs na het
schoonmaken van de
ventilatieopening nog zichtbaar vuil
is, raden wij u aan het filter te reinigen
of vervangen. Raadpleeg blz. 352 voor
meer informatie over het reinigen van
de filters.
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Het uitschakelsysteem voor
noodgevallen zorgt ervoor dat het
hoogspanningssysteem en de
brandstofpomp worden uitgeschakeld als
de botsingssensor een aanrijding meteen kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om
de kans op een elektrische schok en
brandstoflekkage tot een minimum te
beperken. Als het uitschakelsysteem voor
noodgevallen in werking is getreden,
kunt u uw auto niet meer starten. Neem
om het hybridesysteem weer te kunnen
starten contact op met uw Toyota-dealer.
Het uitschakelsysteem voor
noodgevallen zorgt ervoor dat het
hoogspanningssysteem en de
brandstofpomp worden uitgeschakeld als
de botsingssensor een aanrijding met
een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om
de kans op een elektrische schok en
brandstoflekkage tot een minimum te
beperken. Als het uitschakelsysteem voor
noodgevallen in werking is getreden,
kunt u uw auto niet meer starten. Neem
voor het herstarten van het
hybridesysteem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op. (→Blz. 380)
1 .4 Hybridesysteem
64
Page 70 of 562

De inbraaksensor
Signalering inbraaksensor
De inbraaksensor signaleert indringers of
een beweging in de auto.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.
Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld, wordt
de inbraaksensor automatisch
ingeschakeld. (→Blz. 66)
Uitschakelen van de inbraaksensor
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
uitschakelt voordat u het alarm instelt,
omdat deze sensor reageert op
bewegingen binnen in de auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor weer in te schakelen.
Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.
Uitschakelen en automatisch opnieuw
inschakelen van de inbraaksensor
• Het alarm kan zelfs worden
ingeschakeld wanneer de
inbraaksensor is uitgeschakeld.• Nadat de inbraaksensor uitgeschakeld
is, wordt deze opnieuw ingeschakeld
door de portieren te ontgrendelen
met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
• De inbraaksensor wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld wanneer het
alarmsysteem is uitgeschakeld.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• Er bevinden zich nog personen of
huisdieren in de auto.
• Er is een portierruit geopend.
In dit geval registreert de sensor
mogelijk het volgende:
– Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten, in de
auto
– Ultrasoongolven van apparaten,
zoals de inbraaksensoren van
andere auto's
– Het bewegen van mensen buiten de
auto
1 .5 Antidiefstalsysteem
68
Page 73 of 562

2.1 Instrumentenpaneel...........72
2.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes...........72
2.1.2Metersentellers ..........76
2.1.3 Multi-informatiedisplay.......81
2.1.4 Energiemonitor/verbruiksscherm . .88
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes2
71
Page 75 of 562

Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (→blz. 374)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
(→blz. 374)
Controlelampjes achterpas-
sagiersgordels (→blz. 375)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning (→blz. 375)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF*1
(indien aanwezig)
(→blz. 375)
Waarschuwingslampje PCS*1
(→blz. 376)
(oranje)Controlelampje LTA
(→blz. 376)
(oranje)Controlelampje LDA
(→blz. 376)
(oranje)Controlelampje Dynamic Ra-
dar Cruise Control
(→blz. 376)
(oranje)Controlelampje cruise con-
trol (→blz. 376)
(oranje)Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
(→blz. 377)
Controlelampje Driving
Assist-informatie*1
(→blz. 377)
Controlelampje Traction
Control*1(→blz. 377)
(knippert)Waarschuwingslampje par-
keerrem (→blz. 377)
(knippert)Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
(→blz. 378)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze doven nadat het
hybridesysteem is gestart of nadat er
enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn
als een lampje niet gaat branden of niet
uitgaat. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Dit lampje brandt op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING!
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een
veiligheidssysteem zoals het
waarschuwingslampje ABS of SRS niet
gaat branden als u het hybridesysteem
start, kan dat betekenen dat deze
systemen niet beschikbaar zijn om u te
beschermen bij een ongeval, waardoor
dodelijk of ernstig letsel zou kunnen
ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
2.1 Instrumentenpaneel
73
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 77 of 562

EV-controlelampje
(→blz. 58)
Controlelampje ECO-
rijmodus (→blz. 273)
POWER-modusindicator
(→blz. 273)
Controlelampje antidiefstal-
systeem*5(→blz. 65, blz. 66)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur*6(→blz. 76)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze doven nadat het
hybridesysteem is gestart of nadat er
enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn
als een lampje niet gaat branden of niet
uitgaat. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Dit lampje gaat branden wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
*3Dit lampje gaat branden in de
buitenspiegels.
*4Dit lampje brandt op het
multi-informatiedisplay.
*5Dit lampje brandt op het
bedieningspaneel van de airco.
*6Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat dit
controlelampje gedurende ongeveer
10 seconden knipperen en blijft daarna
branden.
2.1 Instrumentenpaneel
75
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 78 of 562

2.1.2 Meters en tellers
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
Display met 2 meters
AHybridesysteemindicator/
toerenteller
Hybridesysteemindicator: Geeft het
vermogen of het regeneratieniveau
van het hybridesysteem weer
(→blz. 78)
Deze instelling kan worden gewijzigd
op het instelscherm. (→Blz. 428)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CSnelheidsmeter
DKlok (→blz. 81)
ESnelheidsmeter
FKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
GWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 80)
HMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 81)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 380)
ISchakelstandindicator (→blz. 148)
JBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
KActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 79)
2.1 Instrumentenpaneel
76