sensor TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019Pages: 690, PDF Size: 111.12 MB
Page 608 of 690

607
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden vol-
doende zijn afgekoeld en breng de
banden op de voorgeschreven span-
ning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie
uit. ( →Blz. 570)
■Het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijde-
lijke spanningsverlies dat op den duur
optreedt of een veranderde bandenspan-
ning die veroorzaakt wordt door tempera-
tuurveranderingen. In dat geval zal het
waarschuwingslampje na een paar minu-
ten uitgaan als de banden weer op de
juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door
het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Auto's met compact reservewiel: Het com-
pacte reservewiel is niet voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Bij
een lekke band zal het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning niet uitgaan,
ook al is het wiel met de lekke band ver-
vangen door het reservewiel. Vervang het
reservewiel door het wiel met de gerepa-
reerde band en breng de band op de juiste
spanning. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning zal na een paar minuten
uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook
het volwaardige reservewiel is voorzien
van een bandenspanningssensor en -zen-
der. Als de bandenspanning van het reser-
vewiel te laag is, zal het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaan branden. Bij een lekke band zal
het waarschuwingslampje lage banden-
spanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het
reservewiel. Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en
breng de band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning zal na een paar minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt (auto's
met bandenspan
ningswaarschu-
wingssysteem)
→ Blz. 561
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een vei-
lige plaats tot stilstand en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De auto kan tijdens het remmen
extreem onstabiel worden en het
ABS-systeem treedt mogelijk niet in
werking, waardoor een aanrijding en
ernstig letsel kunnen ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging gaat
branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt
de stuurbekrachtiging beperkt. Als het
lampje rood gaat branden, werkt de
stuurbekrachtiging niet meer en gaat
het draaien van het stuurwiel zeer
zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op
een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 607 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 620 of 690

619
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als de bandenspanning juist is
(→ Blz. 655): Ga verder met stap
27 .
26 Zet de compressor aan om de
band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5
km en voer dan stap 24 uit.
27 Hatchback: Berg de compressor
op in de bagageruimte.
Wagon: Plaats de compressor in
de originele tas en berg de repa-
ratieset op in de bagageruimte.
28 Voorkom plotseling remmen, plot-
seling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor het repareren of
vervangen van de band.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenrepara-
tievloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard wordt opgepompt
1 Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
2 Controleer of de bandenspanningsme-
ter de voorgeschreven spanning aan-
geeft. Zet de compressor weer aan als de span-
ning onder de voorgeschreven waarde ligt
en vul de band tot de juiste spanning is
bereikt.
■Het ventiel van een gerepareerde
band (auto's zonder bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Nadat de band met de bandenreparatieset
is gerepareerd, moet het ventiel bij een
definitieve reparatie worden vervangen.
■Nadat een band is gerepareerd met
de bandenreparatieset (auto's met
bandenspanning swaarschuwings-
systeem)
●Vervang de bandenspanningssensor en
-zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig bescha-
digd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan
er op de wang rondom een groef ont-
staan. In zo'n geval kan de band bij het
gebruik van een reparatieset explode-
ren.
■Bij het repareren van een lekke
band
●Parkeer de auto op een veilige plaats
en een vlakke ondergrond.
●Raak de wielen of het gedeelte rond
de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u
deze delen met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen aanraakt, kan
dit leiden tot brandwonden.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 619 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 622 of 690

621
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) of de achteruit
(handgeschakelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in.
OPMERKING
●Zet de bandenreparatieset niet op
een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatie-
set stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de
bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repa-
ratieset niet aan op andere voedings-
bronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repa-
ratieset terechtkomen, kan de set
beschadigd raken. Zorg dat de set
niet met brandstof in aanraking kan
komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspannings-
meter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Ver-
vang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de banden-
spanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervan-
gen. ( →Blz. 569)
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met
een reser vewiel)
Uw auto is voorzien van een
reservewiel. De lekke band kan
worden vervangen door het
reservewiel.
Meer informatie over banden:
→Blz. 559
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs
als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd wor-
den dat reparatie niet meer mogelijk is
en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de
auto
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 621 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 632 of 690

631
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Bij gebruik van het reservewiel
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zen-
der, waardoor een te lage bandenspan-
ning hiervan niet wordt aangegeven door
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem. Verder zal, als u het reservewiel
monteert nadat het waarschuwingslampje
voor een lage bandenspanning is gaan
branden, dit lampje blijven branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw
of ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voor-
band door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen.
■Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn
met het ventieldopje zoals aangegeven in
de afbeelding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 631 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 634 of 690

633
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reser-
vewiel
●Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling rem-
men en schakelhandelingen die een
plotselinge motorremwerking veroor-
zaken.
■Bij gebruik van het compacte
reservewiel
●Houd er rekening mee dat het reser-
vewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw
reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling rem-
men en schakelhandelingen die een
plotselinge motorremwerking veroor-
zaken.
■Bij gebruik van het compacte
reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Automatic Hi gh Beam-systeem
(indien aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem) (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
•EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwe- zig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuur- regeling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aanwezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperki ng bij gebruik
van het compact e reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ont-
worpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en
krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opge-
borgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard rem-
men letsel veroorzaakt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 633 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 635 of 690

634
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Pro-
beer nogmaals de motor te starten
en volg daarbij de juiste startpro-
cedures. ( →Blz. 264, 265)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. ( →Blz. 86)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(→Blz. 638)
De accuklemmen kunnen loszit-
ten of gecorrodeerd zijn.
(→Blz. 556)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto
gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het
compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij
het rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het
compacte reservewiel. De sneeuwket-
ting kan de carrosserie beschadigen en
het rijgedrag in negatieve zin beïnvloe-
den.
■Bij het vervangen van banden
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Ver-
vang bij het vervangen van de band de
bandenspanningssensor en -zender.
(→ Blz. 569)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan
terwijl wel de juiste startproce-
dures zijn gevolgd ( →Blz. 264,
265), kan dat de volgende oorza-
ken hebben:
De motor slaat niet aan
terwijl de startmotor wel
normaal werkt.
De startmotor draait
langzaam rond, de
interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 634 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 664 of 690

663
9
COROLLA_TMUK_EE 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*: Indien aanwezig
■
Elektrisch bedienbare achterklep* (→Blz. 182)
*: Indien aanwezig
■ Buitenspiegels ( →Blz. 236)
*: Indien aanwezig
Ontgrendeling achterklep*(Kort) ingedrukt
houden
Eén keer kort indruk- ken
——OTwee keer indrukken
(Lang) ingedrukt hou- den
Uit
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Werking elektrisch bedien-
bare achterklepAanUit—O—
Sensor regeling voetbedie-
ningAanUit—O—
Op de gewenste positie
(hoogte) instellen: Automati-
sche open- en stoppositie
achterklep
Oorspronkelijke positieOp de gewenste stand (positie) stoppen—O—
Configuratie in 5 stappen:
Automatische open- en stop-
positie achterklep
51 - 5—O—
Zoemervolume31—O—2
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch in- en uitklap-
pen van de buitenspiegels
*
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrendelen
van de portierenUit
——OGekoppeld aan bedie- ning van de startknop
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 663 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 665 of 690

664
COROLLA_TMUK_EE9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■
Elektrisch bedienbare ru iten en panoramadak* (→Blz. 239, 242)
*: Indien aanwezig
■ Automatische verlichting ( →Blz. 283)
■ AHS (Adaptive High Beam-systeem)
*1 (→Blz. 289)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechani-
sche sleutel
UitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)AanUit——O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2O—O
Follow Me Home-systeem
(Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen automatisch wor-
den uitgeschakeld)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Adaptive Hi gh Beam-sys-
teemAanUit*2——O
Afstand tussen een voorlig-
ger of tegenligger en het
variabel afgeschermde
grootlicht
Breed
Smal
——OStandaard
Rijsnelheid waarbij de hel-
derheid en de afstelling van
het verlichte deel van het
grootlicht van modus wijzigt
Ongeveer 120
km/h of hoger
Ongeveer 100 km/h of hoger
——OOngeveer 80 km/h of
hoger
Aanpassen van de intensi-
teit van het grootlicht tijdens
het rijden in bochten (het
gebied in de richting waarin
de auto draait wordt helder-
der verlicht)
AanUit——O
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 664 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 668 of 690

667
9
COROLLA_TMUK_EE 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■
BSM (Blind Spot Monitor)* (→Blz. 375)
*: Indien aanwezig
■ Toyota Parking Assist-sensor* (→Blz. 383)
*: Indien aanwezig
■ RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* (→Blz. 391)
*: Indien aanwezig
■ PKSB (Parking Support Brake)* (→Blz. 396)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
BSM (Blind Spot Monitor)AanUit—O—
Helderheid indicator in bui-
tenspiegelHelderGedimd—O—
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van nade-
rende auto (gevoeligheid)
Gemiddeld
Vroeg
—O—
Laat
Alleen wanneer een auto wordt gesigna-
leerd in de dode hoek
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PKSB-functie (Parking Sup-
port Brake)AanUit—O—
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 667 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 675 of 690

674
COROLLA_TMUK_EE
Het controlelampje van de veilig-
heidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de passagiers
hun veiligheidsgordel? ( →Blz. 602)
Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→ Blz. 277)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten waar-
schuwingszoemers. ( →Blz. 599, 608)
Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. ( →Blz. 104)
Voer een van de onderstaande han-
delingen uit om het alarm te deactive-
ren of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie (indien aanwezig) of
de afstandsbediening.
Start de motor. (Het alarm wordt na
enkele seconden gedeactiveerd of
uitgeschakeld.)
Bevindt de elektronische sleutel
zich in de auto?
Controleer de melding op het multi-infor-
matiedisplay. ( →Blz. 608)
Wanneer een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waar-
schuwingsmelding wordt weergege-
ven, raadpleeg dan Blz. 599, 608.
Auto's met een bandenreparatie-
set: Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand en repareer de
lekke band tijdelijk met de banden-
reparatieset. ( →Blz. 610)
Auto's met een reservewiel: Breng
de auto op een veilige plaats tot
stilstand en vervang de lekke band
door het reservewiel. ( →Blz. 621)
Voer de procedure uit voor als de
auto vastzit in modder, vuil of
sneeuw. ( →Blz. 645)
Tijdens het rijden klinkt een
waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geacti-
veerd en de claxon klinkt
(auto's met alarmsysteem)Bij het verlaten van de auto
klinkt een waarschuwingszoe-
mer (auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt
een waarschuwingsmelding
weergegeven
Wanneer zich een probleem
heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
De auto zit vast
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 674 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM