tow TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019Pages: 690, PDF Size: 111.12 MB
Page 320 of 690

319
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→
Blz. 441), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat
branden en “VSC Turned OFF Pre-Colli-
sion Brake System Unavailable” (VSC
uitgeschakeld, Pre-Crash Brake-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing
Assist)*
Als wordt gereden op autowe-
gen en snelwegen met witte
(gele) rijstrookmarkeringen,
waarschuwt deze functie de
bestuurder als d e auto de rij-
strook of rijbaan
* dreigt te verla-
ten en helpt hij om de auto op de
rijstrook of rijbaan
* te houden
door het stuurwiel te bedienen.
Daarnaast biedt het systeem
stuurassistentie om de auto in
de rijstrook te houden als de
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de
camera voor. Het detecteert ook
voorliggers met behulp van de
camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een
stoeprand
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 319 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 321 of 690

320
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het
LTA-systeem. Het LTA-systeem is
geen systeem dat de auto automatisch
bestuurt of de hoeveelheid aandacht
die moet worden besteed aan het
gebied vóór de auto beperkt. De
bestuurder dient altijd volledige verant-
woordelijkheid te nemen voor een vei-
lig rijgedrag door de omgeving steeds
goed in de gaten te houden en het
stuurwiel te bedienen om de rijrichting
van de auto te corrigeren. De bestuur-
der moet ook zorgen voor voldoende
pauzes als hij moe is, bijvoorbeeld als
hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en
niet goed oplet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als
u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer,
sneeuwval, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door
wegwerkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwket-
tingen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of
als de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen
dan autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LTA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de kop-
lampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wiel-
ophanging, enz. aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten wor-
den vervangen, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voor-
zijde van de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Omstandigheden waaronder de
functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de
functies mogelijk niet goed, waardoor
de auto zijn rijstrook zou kunnen verla-
ten. Houd om veilig te rijden de omge-
ving steeds goed in de gaten, bedien
het stuurwiel om de rijrichting van de
auto te corrigeren en vertrouw niet uit-
sluitend op de werking van het systeem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 320 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 330 of 690

329
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
LDA (Lane Depar ture
Alert met
stuurregeling)
*
Als wordt gereden op autowe-
gen en snelwegen met witte
(gele) rijstrookmarkeringen,
waarschuwt deze functie de
bestuurder als de auto de rij-
strook of rijbaan
* dreigt te verla-
ten en helpt hij om de auto op de
rijstrook of rijbaan
* te houden
door het stuurwiel te bedienen.
Het LDA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de
camera voor. Het detecteert ook
voorliggers met behulp van de
camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een
stoeprand
WAARSCHUWING
■Voordat u het LDA-systeem
gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het
LDA-systeem. Het LDA-systeem is
geen systeem dat d e auto automa-
tisch bestuurt of de hoeveelheid aan-
dacht die moet worden besteed aan
het gebied vóór de auto beperkt. De
bestuurder dient altijd volledige ver-
antwoordelijkheid te nemen voor een
veilig rijgedrag door de omgeving
steeds goed in de gaten te houden en
het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft
gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en
niet goed oplet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Als u het LDA -systeem niet gebruikt,
zet het systeem dan uit met de toets
LDA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de
toets LDA om het systeem uit te scha-
kelen. Als u dat wel doet, kan dat leiden
tot een ongeval, met ernstig letsel tot
gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer,
sneeuwval, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwket-
tingen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of
als de bandenspanning te laag is.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 329 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 331 of 690

330
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen
dan autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de kop-
lampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wiel-
ophanging, enz. aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten wor-
den vervangen, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voor-
zijde van de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Omstandigheden waaronder de
functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de
functies mogelijk niet goed, waardoor
de auto zijn rijstrook zou kunnen verla-
ten. Houd om veilig te rijden de omge-
ving steeds goed in de gaten, bedien
het stuurwiel om de rijrichting van de
auto te corrigeren en vertrouw niet uit-
sluitend op de werking van het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe
bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objec-
ten die onterecht kunnen worden
aangezien voor witte (gele) lijnen
(vangrails, stoepranden, reflecte-
rende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst,
wegen samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die
parallel lopen aan de witte (gele) lij-
nen of deze bedekken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 330 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 338 of 690

337
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■
Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes ■
Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accelereert,
decelereert en stopt de auto
automatisch overeenkomstig de
veranderingen in snelheid van
de voorligger, zelfs wanneer het
gaspedaal niet wordt ingetrapt.
In de constante-snelheidsregel-
modus rijdt de auto met een con-
stante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik op autowegen en
snelwegen.
Afstandsregelmodus
(→Blz. 340)
Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 344)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuur-
der verantwoordelijk. Vertrouw niet
alleen op het systeem en rijd voor-
zichtig door altijd goed op de omge-
ving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik biedt
ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlasten. Er zijn echter
grenzen aan de geboden ondersteu-
ning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: →Blz. 346
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt: →Blz. 347
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 337 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 340 of 690

339
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo
slecht zijn dat ze een juiste signale-
ring door de sensoren onmogelijk
zouden kunnen maken (mist, sneeuw,
zandstorm, zware regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de
voorzijde van de radar of de camera
voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij
herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 339 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 349 of 690

348
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes ■
Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Dynamic Radar Cruise
Control*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accelereert
en decelereert de auto automa-
tisch overeenkomstig de veran-
deringen in snelheid van de
voorligger, zelfs wanneer het
gaspedaal niet wordt ingetrapt.
In de constante-snelheidsregel-
modus rijdt de auto met een con-
stante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control op autowegen en
snelwegen.
Afstandsregelmodus
(→Blz. 351)
Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 354)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de bestuur-
der verantwoordelijk. Vertrouw niet
alleen op het systeem en rijd voor-
zichtig door altijd goed op de omge-
ving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Con-
trol-systeem biedt ondersteuning bij
het rijden om de bestuurder te ontlas-
ten. Er zijn echter grenzen aan de
geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: →Blz. 357
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt: →Blz. 358
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 348 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 351 of 690

350
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo
slecht zijn dat ze een juiste signale-
ring door de sensoren onmogelijk
zouden kunnen maken (mist, sneeuw,
zandstorm, zware regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de
voorzijde van de radar of de camera
voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij
herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 350 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 365 of 690

364
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
Wanneer de camera voor een ver-
keersbord herkent en/of er informatie
over een verkeersbord beschikbaar is
via het navigatiesysteem, wordt het
bord weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maxi-
maal 3 verkeersborden worden
weergegeven. ( →Blz. 123)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, wordt alleen een her-
kend verkeersbord met de snel-
heidslimiet, een verkeersbord voor
verboden in te rijden
* (indien een
melding nodig is), een verkeersbord
“autosnelweg”, een verkeersbord
“autoweg” of een verkeersbord “erf”
weergegeven. (
→Blz. 123)
Er wordt geen verkeersbord voor een
inhaalverbod of met de snelheidslimiet
met een aanvullend teken weergegeven.
Als er echter andere verkeersborden dan
die met de maximaal toegestane snelheid
worden herkend, worden deze trapsge-
wijs weergegeven onder het verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid.
*: Auto's met navigatiesysteem
De volgende soorten verkeersbor-
den, inclusief elektronische verkeers-
borden en knipperende
verkeersborden, worden herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntro-
duceerde verkeersborden worden moge-
lijk niet herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie
*
Weergave op het
multi-informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
Begin autosnelweg
Einde autosnelweg
Begin autoweg
Einde autoweg
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 364 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 541 of 690

540
COROLLA_TMUK_EE7-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar
beneden af met veel water en ver-
wijder zo vuil en stof van de car-
rosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel gron-
dig af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen,
moet de auto opnieuw in de was
worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de car-
rosserie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels weg.
• Schakel de elektrisch bedienbare ach- terklep uit. (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van
de auto. Klap de spiegels weer uit voordat
u gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kun-
nen krassen veroorzaken, waardoor de
lak van uw auto wordt beschadigd.
●In bepaalde automatische wasstraten
kan de werking van de wasstraat nade-
lig worden beïnvloed door de achters-
poiler. Hierdoor kan het gebeuren dat de
auto niet goed wordt gewassen of de
achterspoiler beschadigd raakt.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdu-
rig op spuiten, omdat er anders water in
het interieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met Smart entry- systeem en start-
knop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten
minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te scha-
kelen. (→ Blz. 195)
■Lichtmetalen velgen (indien aanwe-
zig)
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om de lak tegen beschadi-
ging te beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkali- sche middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmid- delen als de velgen, bijvoorbeeld na het
rijden of stilstaan bij warm weer, nog
warm zijn
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materi-
alen op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 540 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM