TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 701 of 754

700
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uit
geschakeld via de per-
soonlijke voorkeursins tellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voork eursinstellingen:
→ Blz. 723)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( →Blz. 229)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan nieuwe
originele sleutels maken met
behulp van de andere sleutel
(auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop) of de mechani-
sche sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) en
het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer.
Bewaar het plaatj e met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Bij verlies van een elektronische
sleutel (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
Als de elektronische sl eutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven el ektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart
entr y-systeem en
startknop)
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( →Blz. 229) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dat geval kunnen
de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door
de onderstaande procedure te vol-
gen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 700 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 702 of 754

701
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Gebruik de mechanische sleutel
(→Blz. 141) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
1
Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
■Aan de sleutel gekoppelde functies
1 Sluiten van de ruiten en het panorama-
dak
*1 (draaien en vasthouden)*2
2Openen van de ruiten en het panorama-
dak*1 (draaien en vasthouden)*2
*1
: Indien aanwezig
*2: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
1 Auto's met Multidrive CVT: Zorg
ervoor dat de selectiehendel in
stand P staat en trap het rempedaal
in.
Auto's met handgeschakelde trans-
missie: Zet de selectiehendel in
stand N en trap het koppelingspe-
daal in.
2 Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen
de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen, wordt het contact in
stand ACC gezet.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portierenWAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten of het pano-
ramadak (indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruiten of
het panoramadak nadat u hebt gecontro-
leerd of er geen risico is dat een passagier
met een lichaamsdeel bekneld kan raken
tussen de ruit of het schuifdak.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruiten of
het panoramadak.
Starten van de motor
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 701 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 703 of 754

702
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
3
Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in en
controleer of op het multi-informa-
tiedisplay verschijnt.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hers teller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
motor nog steeds niet kan worden
gestart.
■Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) of N (handgeschakelde transmissie) en
druk op de startknop, zoals u normaliter doet
bij het afzetten van de motor.
■Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatregel
is, wordt geadviseerd de batterij van de elek-
tronische sleutel zo snel mogelijk te laten ver-
vangen als deze ontladen is. ( →Blz. 642)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem word t niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is inge-
schakeld. ( →Blz. 104)
■Wijzigen van de stand van het contact
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) los en druk tijdens stap 3 hierboven
op de startknop.
De motor wordt niet gestart en de stand ver-
andert iedere keer dat de knop wordt inge-
drukt. ( →Blz. 323)
Als de accu ontladen is
U kunt de volgende procedures
gebruiken om de motor te starten
als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 702 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 704 of 754

703
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten
met behulp van de onderstaande hulp-
startprocedure.
1
Auto's met een alarm ( →Blz. 104):
Controleer of u de sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het alarm
afgaan of kunnen de portieren worden ver-
grendeld, afhankelijk van de situatie. (
→ Blz. 105)
2 Open de motorkap. ( →Blz. 614)
3 Sluit de positieve startkabelklem aan op van uw auto en sluit de klem aan de
andere zijde van de positieve startk abel aan op van de tweede auto. Sluit
vervolgens de negatieve kabelklem aan op van de tweede auto en sluit de
klem aan de andere zijde van de negatieve startkabel aan op .
Pluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
4 Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets en laat de
motor gedurende ongeveer 5 minuten met het verhoogde toerental draaien om
de accu van uw auto op te laden.
Opnieuw starten van de motor
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 703 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 705 of 754

704
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
5
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Open en sluit een van de
portieren terwijl het contact UIT
staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui-
ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitges chakeld. (Auto's met
Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de
motor is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem.)
●Schakel niet-noodzakelij ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de accu volledig is
ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (→ Blz. 733)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de accu ontladen en kan de auto moge-
lijk niet meer worden gestart. (De accu laadt
automatisch op tijdens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Wanneer de accu is ontladen, is het
in sommige gevallen niet mogelijk om de
portieren te ontgrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Mogelijk start de motor niet bij de
eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal na de
tweede poging. Dit duidt niet op een sto-
ring.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: De stand van het contact wordt door
de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór
het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de
accu ontladen raakte.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Na het
losnemen en weer aansluiten van de accu-
klemmen of nadat de accu is vervangen,
schakelt het Stop & Start-systeem gedu-
rende ongeveer 5 tot 60 minuten de motor
mogelijk niet automatisch uit.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 704 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 706 of 754

705
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Vervangen van de batterij
●Gebruik een accu die voldoet aan de Euro-
pese wetgeving.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Gebruik
een originele accu die speciaal is ontwor-
pen voor gebruik met het Stop & Start-sys-
teem of een accu met gelijkwaardige
specificaties. Wanneer een niet-onder-
steunde accu wordt gebruikt, wordt de wer-
king van het Stop & Start-systeem mogelijk
beperkt om de accu te beschermen. Ook
nemen de prestaties van de accu mogelijk
af en kan de motor mogelijk niet worden
herstart. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Gebruik een accu van hetzelfde formaat
als van de accu die wordt vervangen en
met een gelijkwaardige capaciteit van 20
uur (20HR) of meer.
• Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
• Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de accu ont-
laden en kan de motor mogelijk niet meer
worden gestart.
●Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Verwijderen van de accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-). Als
de pluspool (+) bij het verwijderen in con-
tact komt met metalen onderdelen in de
buurt, kunnen er vonken ontstaan waar-
door brand kan ontstaan. Ook kunt u een
elektrische schok krij gen en ernstig letsel
oplopen.
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om te voorkomen dat het licht ont-
vlambare gas dat uit de accu kan komen,
per ongeluk tot ontbranding komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aange-
sloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met
een ander onderdeel dan de bedoelde
accupool.
●Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aan-
gesloten startkabel niet in contact komt
met andere onderdelen of metalen
oppervlakken, zoals metalen steunen
en ongelakt metaal.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de start-
kabels niet in contact komen met elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers, aan-
stekers en open vuur in de buurt van de
accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elek-
trolyt en de onderdelen van de accu bevat-
ten lood en loodhoudende
samenstellingen. Neem bij het omgaan
met de accu de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht:
●Draag bij het werken met de accu altijd
een veiligheidsbril en zorg ervoor dat de
vloeistof uit de accu niet in contact komt
met de huid, kleding of de carrosserie
van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of in
de ogen terecht is gekomen, direct weg
met water en raadpleeg een arts. Bedek
de plaats waar de accuvloeistof op
terechtgekomen is met een natte spons
of doek totdat er medische hulp kan
worden verkregen.
●Was altijd uw handen nadat u de accu-
drager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt
aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Vervangen van de batterij
●Wanneer de vuldop en indicator zich in
de buurt van de klembeugel bevinden,
kan er accuvloeistof (accuzuur) lekken.
●Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 705 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 707 of 754

706
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, schakel de airconditio-
ning uit en zet vervolgens de motor
af.
2 Als er stoom te zien is: Open, nadat
de stoom is verdwenen, voorzichtig
de motorkap.
Als er geen stoom te zien is: Open
voorzichtig de motorkap.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startka-
bels voor dat deze niet verstrikt raken in
de koelventilatoren of in de aandrijfriem
van de motor.
Als uw auto over verhit
raakt
Het volgende kan erop duiden dat
de auto oververhit raakt.
De koelvloeistoftemperatuurme-
ter ( →Blz. 113, 117) komt in het
rode gebied of u merkt dat de
motor minder vermogen levert.
(De auto accelereert bijvoorbeeld
niet als het gaspedaal wordt inge-
trapt.)
“Engine Coolant Temp High Stop
in a Safe Place See Owner’s
Manual” (Temperatuur koelvloei-
stof te hoog. Breng auto op veilige
plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motorkap
uit.
Correctieprocedures
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 706 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 708 of 754

707
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
3
Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op spo-
ren van lekkage.
Radiateurs
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote hoeveelheid
koelvloeistof onmiddell ijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
4 Het koelvloeistofniveau is correct
als het zich tussen de streepjes
FULL (vol) en LOW (laag) bevindt
wanneer het hybridesysteem koud
is.
Motor
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Intercooler
Reservoir
Streepje F
Streepje L
5 Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt
worden als u geen koelvloeistof bij de hand
hebt.
Motor
Intercooler
6 Start de motor, schakel de aircondi-
tioning in en controleer of de koel-
ventilatoren van de radiateur
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 707 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 709 of 754

708
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
draaien en of er geen koelvloeistof
lekt uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de air-
conditioning wordt ingeschakeld direct na
een koude start. Controleer of de ventilato-
ren draaien door ernaar te luisteren en te
voelen of er luchtstroom is. Schakel als u
hier niet zeker van bent de airconditioning
nog een aantal keer in en uit. (De ventilato-
ren werken mogelijk niet bij temperaturen
beneden het vriespunt.)
7
Als de ventilatoren niet draaien: Zet
de motor onmiddellijk uit en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Als de ventilatoren draaien: Laat de
auto nakijken door de dichtstbij-
zijnde erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
●Als er stoom onder de motorkap van-
daan komt, open de motorkap dan niet
voordat de stoom is verdwenen. De
motorruimte kan zeer heet zijn.
●Houd uw handen en kleding (met name
stropdassen, sjaals en dassen) uit de
buurt van de ventilatoren en aandrijfrie-
men. Als u dit niet doet, kunnen uw han-
den of kleding bekneld raken, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
●Draai de doppen van het koelvloeistof-
reservoir niet los als de motor en de
radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit
spuiten.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat de
motor voldoende is afgekoeld. Het te snel
bijvullen van koude koelvloeistof bij een
hete motor kan schade aan de motor ver-
oorzaken.
■Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen:
●Zorg dat de koelvloeistof niet verontrei-
nigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
●Gebruik geen koelvloeistofadditief.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 708 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 710 of 754

709
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1
Zet de motor uit. Activeer de par-
keerrem en zet de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie).
2 Verwijder modder, sneeuw of zand
rond de voorwielen.
3 Leg een stuk hout, stenen of ander
materiaal onder de voorwielen om
de wielen grip te geven.
4 Start de motor opnieuw.
5 Zet de selectiehendel in stand D of
R (Multidrive CVT) of in de 1e ver-
snelling of de achteruit (handge-
schakelde transmissie) en
deactiveer de parkeerrem. Trap ver-
volgens voorzichtig het gaspedaal
in.
■Wanneer u de auto moeilijk los kunt krij-
gen
Druk op de schakelaar om de TRC uit
te schakelen.
Als de auto vast komt te
zitten
Voer de volgende procedures uit
als de banden doorslippen of als
de auto vastzit in modder, sneeuw,
enz.:
Herstelprocedure
WAARSCHUWING
■Bij het vrij proberen te krijgen van
een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door
te “schommelen”, controleer dan eerst of
er in de omgeving van de auto geen
andere auto's, objecten of personen aan-
wezig zijn die geraakt zouden kunnen wor-
den als de auto plotseling in beweging
komt. De auto kan ook een plotselinge
beweging maken als de wielen weer grip
krijgen. Neem de grootst mogelijke voor-
zichtigheid in acht.
■Bedienen van de selectiehendel
(auto's met continu variabele trans-
missie)
Zet de selectiehendel niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onver-
wacht snel accelereren, waardoor een
aanrijding en ernstig letsel kunnen ont-
staan.
OPMERKING
■Om beschadiging van de transmissie
en andere componenten te voorko-
men
●Vermijd dat de voorwielen doorslippen
en dat u het gaspedaal verder dan
noodzakelijk intrapt.
●Als de auto na deze pogingen nog
steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 709 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM