TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Kezelési útmutató (in Hungarian)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 31 of 754

30
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
1-1.Voor een veilig gebruik
Gebruik alleen vloermatten die speciaal 
zijn ontworpen voor auto's van het-
zelfde model en modeljaar als uw auto. 
Bevestig ze op de juiste wijze op de 
vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in de 
ringen in de vloermat.
2 Draai het bovenste hendeltje van de 
klemhaken (clips) om de vloermat-
ten te bevestigen.
Breng de merktekens   altijd in lijn ( ). De vorm van de klemhaken (clips) wijkt 
mogelijk af van wat is aangegeven in de 
afbeelding.
Voordat u gaat rijden
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht alvorens weg 
te rijden om veilig rijden te kunnen 
garanderen.
Vloermat
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de 
bestuurder gaan schuiven, wat de bedie-
ning van de pedalen tijdens het rijden kan 
hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotse-
ling toenemen of kan mogelijk niet geremd 
worden. Dit kan leiden tot een ongeval 
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■Wanneer u de vloermat van de 
bestuurder plaatst
●Gebruik geen vloermatten die zijn ont-
worpen voor auto's van een ander 
model en/of modeljaar, zelfs niet als het 
gaat om originele Toyota-vloermatten.
●Gebruik alleen vloermatten die zijn ont-
worpen voor de bestuurderszijde.
●Zet de vloermat altijd stevig vast met 
behulp van de meegeleverde klemha-
ken (clips).
●Leg nooit twee of meer vloermatten 
boven op elkaar.
●Bevestig de vloermat niet met de onder-
zijde naar boven of in de verkeerde rich-
ting.
■Voordat u gaat rijden
●Controleer of de vloermat stevig op de 
juiste plaats is bevestigd met alle mee-
geleverde klemhaken (c
lips). Voer deze 
controle altijd uit nadat de vloer van de 
auto is gereinigd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 30  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 32 of 754

31
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Pas de hoek van de rugleuning zo 
aan dat u rechtop zit en niet voor-
over hoeft te leunen om te kunnen 
sturen. (
→Blz. 284)
Pas de zitting zo aan dat u de peda-
len helemaal kunt intrappen en dat 
uw armen licht gebogen zijn bij de 
ellebogen wanneer u het stuurwiel 
vasthoudt. ( →Blz. 284)
Vergrendel de hoofdsteun met het 
midden zo dicht mogelijk bij de 
bovenkant van uw oren. 
(→Blz. 287)
Draag de veiligheidsgordel op de 
juiste wijze. ( →Blz. 33)
WAARSCHUWING
●Zet de motor uit, zet de selectiehendel 
in stand P (Multidrive CVT) of in de neu-
traalstand (handgeschakelde transmis-
sie) en trap elk pedaal volledig in om te 
controleren of het de vloermat niet 
raakt.
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u 
vooraf de stoel in de juiste positie 
zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het 
stuur
WAARSCHUWING
■Veilig rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg 
hebben.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 31  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 33 of 754

32
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
Controleer voordat u 
wegrijdt eerst of 
alle inzittenden de veiligheidsgordel 
dragen. ( →Blz. 33)
Gebruik een passend baby- of kinder-
zitje tot het kind groot genoeg is om de 
veiligheidsgordel van de auto op de 
juiste wijze te dragen. ( →Blz. 48)Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt 
kijken door de binnenspiegel en de bui-
tenspiegels goed 
af te stellen. 
(→Blz. 290, 291)
WAARSCHUWING
●Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens 
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle 
over de auto verliezen.
●Plaats geen kussen tussen de bestuur-
der of voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe lei-
den dat de zithouding niet correct is, 
waardoor het effect van de veiligheids-
gordel en de hoofdsteun in negatieve 
zin kan worden beïnvloed.
●Plaats geen voorwerpen onder de voor-
stoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kun-
nen klem komen te zitten in de stoels-
lede, waardoor de stoelen wellicht niet 
goed vergrendeld worden. Dit kan lei-
den tot een ongeval en ook kan het stel-
mechanisme beschadigd raken.
●Houd u altijd aan de wettelijke maxi-
mumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.
●Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, 
geregeld een pauze voordat u zich moe 
begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of sla-
perig voelt, moet u zichzelf niet dwingen 
om verder te rijden, maar direct een 
pauze nemen.
Juist gebruik van de 
veiligheidsgordels
Afstellen van de spiegels
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 32  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 34 of 754

33
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt 
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht om de kans op letsel bij plotseling 
remmen, plotseling uitwijken of een onge-
val te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg 
hebben.
■Dragen van een veiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op de 
juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door 
één persoon worden gebruikt. Gebruik 
een veiligheidsgordel niet voor twee 
personen tegelijk, ook niet als de 
tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op de 
achterstoel plaatsnemen en altijd op de 
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en het baby- of kinder-
zitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stellen 
de rugleuning niet verder achterover 
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen 
de rugleuning zitten.
●Draag het schouderdeel van uw gordel 
nooit onder uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag en 
goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
( → Blz. 34)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op 
dezelfde manier dragen als de andere 
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen 
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste 
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de 
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig lets el oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
( → Blz. 34)
■Als er kinderen in de auto aanwezig 
zijn
→ Blz. 66
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels 
niet beschadigd raken doordat de riem, 
de gesp of de gordelsluiting bekneld 
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 33  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 35 of 754

34
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar 
buiten dat de gordel goed tegen de 
schouder aan ligt en niet van de 
schouder af glijdt of tegen de nek 
aan ligt.
 Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
 Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop 
mogelijk in de stoel zitten met uw rug 
stevig tegen de leuning.
 Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door 
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in 
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje 
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze 
te dragen. ( →Blz. 48)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op de juiste wijze te dragen, 
volg dan de instructies met betrekking tot 
het gebruik van de veiligheidsgordel op. 
(→ Blz. 33)
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem 
regelmatig. Let op beschadigingen, 
zoals scheuren en rafels, en op losse 
onderdelen. Gebruik een beschadigde 
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo 
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende 
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet 
gedraaid is.
Neem direct contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de veiligheidsgordel niet 
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij  een ernstig ongeval, 
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf 
te plaatsen, verwijderen, wijzigen, 
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Als de veiligheidsgordels 
niet op de juiste wijze worden gebruikt, 
werken ze mogelijk niet meer naar 
behoren.
Juist gebruik van de 
veiligheidsgordels
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 34  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 36 of 754

35
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn 
voor veiligheidsgordels, neem dan contact op 
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
1 Maak de veiligheidsgordel vast door 
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden 
losgemaakt door de ontgrendelknop 
 in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als 
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij 
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook 
in werking treden als u te snel vooroverbuigt. 
Door rustig te bewegen kan de veiligheids-
gordel afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
■Nadat de middelste veiligheidsgordel 
achter gebruikt is
Berg de gordelsluiting op in de uitsparing.
1 Duw het schouderbevestigingspunt 
omlaag terwijl u de ontgrendelknop 
 indrukt.
2 Duw het schouderbevestigingspunt 
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de 
gewenste positie en laat het los als u een 
klik hoort.
Vast- en losmaken van de 
veiligheidsgordel
Afstellen van de hoogte van het 
schouderbevestigingspunt van 
de veiligheidsgordel 
(voorstoelen)
WAARSCHUWING
■Verstelbaar schouderbevestigings-
punt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het 
midden van de schouder ligt. De gordel 
mag niet tegen de nek aanliggen, maar 
ook niet van uw schouder afglijden. Als u 
hier niet voor zorgt, wordt de mate van 
bescherming bij plotseling remmen, uitwij-
ken of een ongeval minder en de kans op 
ernstig letsel groter.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 35  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 37 of 754

36
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
De gordelspanners helpen bij het op 
hun plaats houden van de inzittenden 
doordat ze de gordels snel strak tegen 
het lichaam aan trekken bij bepaalde 
soorten zware frontale aanrijdingen en 
aanrijdingen van opzij.
De gordelspanners worden niet geactiveerd 
bij lichtere frontale aanrijdingen of aanrijdin-
gen van opzij, bij aanrijdingen van achteren 
of wanneer de auto over de kop slaat.
■Vervangen van de veiligheidsgordel als 
de gordelspanner geactiveerd is 
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrij-
dingen, wordt de gordelspanner geactiveerd 
voor de eerste aanrijding, maar niet voor de 
tweede of voor volgende aanrijdingen.
Gordelspanners (voorstoelen 
en buitenste zitplaatsen achter)
WAARSCHUWING
■Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat bran-
den als een gordelspanner is geactiveerd. 
De veiligheidsgordel k an in dit geval niet 
meer worden gebruikt en moet worden 
vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 36  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 38 of 754

37
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Plaats van de airbags
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpassagier te beschermen tegen 
contact met onderdelen van het interieur
Knie-airbag
Helpt de bestuurder te beschermen
Side airbags en curtain airbagsSide airbags voor
Helpen het bovenlichaam van de v oorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers op de buitenste  zitplaatsen voor en achter te beschermen
Airbags
De airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde 
soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor 
de inzittenden. Ze werken samen met de veiligheidsg ordels om de kans op 
ernstig letsel te beperken.
SRS-airbagsysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 37  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 39 of 754

38
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
■Onderdelen SRS-airbagsysteem
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Side airbags
Curtain airbags
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Waarschuwingslampje SRS
Sensoren aanrijding opzij (voorportier)
Bestuurdersairbag
Knie-airbag bestuurder
Controlelampje AIR BAG ON en AIR BAG OFF
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU
De belangrijkste onderdelen van het airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld. Het 
airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren van de air-
bags zorgt een chemische reactie in de  ontstekingsmechanismen ervoor dat de air-
bags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden te 
helpen beperken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 38  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 40 of 754

39
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, 
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van 
de zeer hoge snelheid waarmee de air-
bags worden geactiveerd door hete gas-
sen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt 
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen 
van de airbagmodule (stuurwielnaaf, 
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van 
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan 
ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het remsysteem en de remlichten worden 
automatisch aangestuurd. (
→Blz. 502)
●De interieurverlichting gaat automatisch 
branden. ( →Blz. 582)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. ( →Blz. 654)
●De brandstoftoevoer naar de motor wordt 
gestopt. ( →Blz. 662)
●Auto's met eCall: Als een van de volgende 
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep
* naar 
het controlecentrum van eCall. De locatie 
van de auto wordt doorgegeven (zonder 
dat de toets SOS hoeft te worden inge-
drukt) en een medewerker zal proberen 
om met de inzittenden te praten om de 
ernst van de situatie vast te stellen en te 
bepalen of hulp nodig is. Als de inzittenden 
niet in staat zijn om te communiceren, 
behandelt de medewerker de oproep auto-
matisch als een noodgeval en schakelt hij 
of zij de noodzakelijke hulpdiensten in. 
( → Blz. 69)
• Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aan- rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep 
worden verzonden. ( →Blz. 70)
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als 
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale  aanrijding met een snelheid van ongeveer 
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan 
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende 
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe- gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een  ongeval waarbij de neus van de auto onder 
een vrachtwagen terechtkomt
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags en curtain airbags)
●De side airbags en curtain airbags worden 
geactiveerd als een bepaalde drempel-
waarde wordt overschreden (vergelijkbaar 
met ter plaatse van het passagierscompar-
timent aangereden worden met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h door een 
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, 
komend vanuit een richting die haaks staat 
op de positie van de auto).
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook 
geactiveerd bij een zware aanrijding van 
opzij.
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook 
geactiveerd bij een zware frontale aanrij-
ding.
■Omstandigheden waarbij de airbags 
geactiveerd kunnen worden, anders 
dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de cur-
tain airbags kunnen ook geactiveerd worden 
bij zware stoten tegen de onderkant van de 
auto. Zie de afbeelding voor een aantal voor-
beelden.
●Raken van een stoeprand of een ander 
hard voorwerp
●In of over een diepe kuil rijden
●Hard neerkomen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page 39  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM