tow TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2021Pages: 750, PDF Size: 118.53 MB
Page 360 of 750

359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE • Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in 
contact kunnen komen met uw auto, zoals 
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een 
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke 
radiogolven of elektromagnetische velden 
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande, 
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera 
voor, waardoor het systeem niet goed 
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto  nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar  object een schommelende beweging 
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte  beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object  snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich  niet direct voor uw auto bevindt • Wanneer een signaleerbaar object zich 
vlak bij bijvoorbeel d een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat 
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich  onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals 
een groot stuk bagage, een paraplu of een 
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare  objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op  een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is  en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna  dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn 
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto  afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt  door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de  zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera 
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant  van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal  is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde  heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde  heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote  bodemvrijheid heeft
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 359  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 362 of 750

361
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op autowegen 
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt 
deze functie de bestuurder als de 
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt 
te verlaten en helpt hij om de auto 
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedie-
nen. Daarnaast biedt het systeem 
stuurassistentie om de auto in de 
rijstrook te houden als de Dyna-
mic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik is 
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte 
(gele) rijstrookmarkeringen of de 
rijbaan
* met behulp van de camera 
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera 
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van  de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem 
dat de auto automatisch bestuurt of de 
hoeveelheid aandacht die moet worden 
besteed aan het gebied vóór de auto 
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen 
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden 
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De 
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet 
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet 
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets 
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u 
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat 
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw 
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien 
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met 
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als 
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan 
voorgeschreven is gemonteerd
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 361  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 363 of 750

3624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
●Er wordt gereden op andere wegen dan 
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het 
LTA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het 
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van 
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op 
de motorkap of de grille. Monteer ook 
geen accessoires aan de voorzijde van 
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto 
zijn rijstrook zou  kunnen verlaten. Houd 
om veilig te rijden de omgeving steeds 
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om 
de rijrichting van de auto te corrigeren en 
vertrouw niet uitsluitend op de werking van 
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de 
volgregeling wordt weergegeven 
( → Blz. 366) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk 
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de 
volgregeling wordt weergegeven 
( → Blz. 366) en de voorligger slingert. 
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de 
volgregeling wordt weergegeven 
( → Blz. 366) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk 
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de 
volgregeling wordt weergegeven 
( → Blz. 366) en de voorligger zeer dicht 
op de rijstrookmarkering links/rechts 
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten 
die onterecht kunnen worden aangezien 
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 362  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 371 of 750

3704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( →Blz. 719)
*: Indien aanwezig
LDA (Lane Depar ture Alert 
met stuurregeling)*
Als wordt gereden op autowegen 
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt 
deze functie de bestuurder als de 
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt 
te verlaten en helpt hij om de auto 
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedie-
nen.
Het LDA-systeem herkent witte 
(gele) rijstrookmarkeringen of de 
rijbaan
* met behulp van de camera 
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera 
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van  de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 370  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 372 of 750

371
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Voordat u het LDA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het 
LDA-systeem. Het LDA-systeem is 
geen systeem dat de auto automatisch 
bestuurt of de hoeveelheid aandacht die 
moet worden besteed aan het gebied 
vóór de auto beperkt. De bestuurder 
dient altijd volledige verantwoordelijk-
heid te nemen voor een veilig rijgedrag 
door de omgeving steeds goed in de 
gaten te houden en het stuurwiel te 
bedienen om de rijrichting van de auto 
te corrigeren. De bestuurder moet ook 
zorgen voor voldoende pauzes als hij 
moe is, bijvoorbeeld als hij langere tijd 
heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet 
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet 
het systeem dan uit met de toets LDA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets 
LDA om het systeem uit te schakelen. Als 
u dat wel doet, kan dat leiden tot een 
ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat 
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw 
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien 
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er is/zijn een reserv ewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als 
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan 
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan 
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het 
LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het 
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van 
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op 
de motorkap of de grille. Monteer ook 
geen accessoires aan de voorzijde van 
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto 
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd 
om veilig te rijden de omgeving steeds 
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om 
de rijrichting van de auto te corrigeren en 
vertrouw niet uitsluitend op de werking van 
het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 371  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 379 of 750

3784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
●“Lane Departure Alert Unavailable” (Lane 
Departure Alert niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LDA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LDA-systeem weer in.
●“Lane Departure Alert Unavailable at Cur-
rent Speed” (Lane Departure Alert niet 
beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LDA-systeem. Rijd langzamer.
●“Lane Departure Alert Unavailable Below 
Approx. 50km/h” (Lane Departure Alert niet 
beschikbaar bij snelheid onder de 50 km/h)
Het LDA-systeem kan niet worden gebruikt 
omdat de rijsnelheid lager is dan ongeveer 
50 km/h. Rijd met een snelheid van ongeveer 
50 km/h of hoger.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( →Blz. 719)
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig 
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmodus 
is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt de auto automa-
tisch overeenkomstig de 
veranderingen in snelheid van de 
voorligger, zelfs wanneer het gas-
pedaal niet wordt ingetrapt. In de 
constante-snelheidsregelmodus 
rijdt de auto met een constante 
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
 Afstandsregelmodus ( →Blz. 381)
 Constante-snelheidsregelmodus 
(→ Blz. 385)
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 378  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 381 of 750

3804-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
●De bestuurder helpen bij het bepalen 
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik bepaalt of de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een 
bepaalde voorligger binnen een vastge-
legd bereik ligt. Het systeem kan geen 
andere beoordelingen maken. Het is 
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert 
blijft en inschat of een situatie mogelijk 
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen 
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik heeft geen functies 
om aanrijdingen met een voorligger te 
voorkomen of vermijden. Daarom dient u 
wanneer er gevaar dreigt direct de con-
trole over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle 
betrokkenen te garanderen.
WAARSCHUWING
■Situaties waarin de Dynamic Radar 
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik niet in de vol-
gende situaties. Als u dat wel doet, wordt 
de snelheid mogelijk niet goed geregeld, 
waardoor een ongeval met ernstig letsel 
kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, 
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de inge stelde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren 
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 380  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 390 of 750

389
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise 
Control*
Wanneer de afstandsregelmodus 
is ingeschakeld, accelereert en 
decelereert de auto automatisch 
overeenkomstig de veranderin-
gen in snelheid van de voorligger, 
zelfs wanneer het gaspedaal niet 
wordt ingetrapt. In de con-
stante-snelheidsregelmodus rijdt 
de auto met een  constante snel-
heid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control op autowegen en snelwe-
gen.
 Afstandsregelmodus ( →Blz. 392)
 Constante-snelheidsregelmodus 
(→Blz. 396)
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 389  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 392 of 750

391
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van de Dynamic Radar 
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control 
niet in de volgende situaties. Als u dat wel 
doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed 
geregeld, waardoor een ongeval met ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, 
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de ingeste lde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren 
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 391  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 406 of 750

405
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over 
een verkeersbord beschikbaar is via 
het navigatiesysteem, wordt het bord 
weergegeven op het multi-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het 
ondersteunende systeem wordt 
geselecteerd, kunnen er maximaal 3 
verkeersborden worden weergege-
ven. ( →Blz. 117)
 Wanneer een ander tabblad dan dat 
van het ondersteunende systeem is 
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. ( →Blz. 117)
• Verkeersbord begin/einde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan de snelheidslimiet 
gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, erf)
• Verkeersbord einde verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden*  (indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maximaal toegestane snel- heid met aanvullend bord (alleen op- en 
afritten)
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent 
bepaalde verkeersborden door 
gebruik te maken van de camera 
voor en/of het navigatiesysteem 
(als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en 
voorziet de bestuurder via het dis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de 
snelheidslimiet wordt overschre-
den of wanneer er bijvoorbeeld 
verboden acties ten opzichte van 
de herkende verkeersborden wor-
den uitgevoerd, wordt de bestuur-
der gewaarschuwd door middel 
van een waarschuwingsdisplay en 
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de 
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de 
oplettendheid van de bestuurder. Rijd 
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
Weergave op het 
multi-informa tiedisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 405  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM