tow TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022Pages: 758, PDF Size: 160.97 MB
Page 230 of 758

2284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere-
den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele-
visiezendmast, radiozender, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesignaleerd
door de radarsensor en de camera voor,
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto
nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar
object een schommelende beweging maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte
beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object
snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich
niet direct voor uw auto bevindt• Wanneer een signaleerbaar object zich
vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich
onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel-
telijk verborgen is achter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare
objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op
een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is
en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna
dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto
afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt
door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de
zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant
van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde
heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde
heeft, zoals een oprijwagen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 228 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 232 of 758

2304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op autowegen
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt
deze functie de bestuurder als de
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt
te verlaten en helpt hij om de auto
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedienen.
Daarnaast biedt het systeem
stuurassistentie om de auto in de
rijstrook te houden als de Dynamic
Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik is ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van
de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kan dat leiden tot een onge-
val met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat niet doet, kan dat leiden tot een onge-
val met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 230 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 233 of 758

231
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 231 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 241 of 758

239
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert
terwijl de waarschuwingsfunctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. (Blz. 577)
*: Indien aanwezig
LDA (Lane Depar ture Alert
met stuurregeling)*
Als wordt gereden op autowegen
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt
deze functie de bestuurder als de
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt
te verlaten en helpt hij om de auto
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedienen.
Het LDA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van
de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 239 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 242 of 758

2404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voordat u het LDA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-
systeem. Het LDA-systeem is geen sys-
teem dat de auto automatisch bestuurt
of de hoeveelheid aandacht die moet
worden besteed aan het gebied vóór de
auto beperkt. De bestuurder dient altijd
volledige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kan dat leiden tot een onge-
val met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LDA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LDA om het systeem uit te schakelen. Als
u dat niet doet, kan dat leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het LDA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 240 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 249 of 758

247
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LDA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“Lane Departure Alert Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in Lane Departure
Alert. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●“Lane Departure Alert Unavailable” (Lane
Departure Alert niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LDA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LDA-systeem weer in.
●“Lane Departure Alert Unavailable at Cur-
rent Speed” (Lane Departure Alert niet
beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LDA-systeem. Rijd langzamer.
●“Lane Departure Alert Unavailable Below
Approx. 50km/h” (Lane Departure Alert niet
beschikbaar bij snelheid onder de 50 km/h)
Het LDA-systeem kan niet worden gebruikt
omdat de rijsnelheid lager is dan ongeveer
50 km/h. Rijd met een snelheid van ongeveer
50 km/h of hoger.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. (Blz. 577)
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmodus is
ingeschakeld, accelereert, decele-
reert en stopt de auto automatisch
overeenkomstig de veranderingen
in snelheid van de voorligger, zelfs
wanneer het gaspedaal niet wordt
ingetrapt. In de constante-snel-
heidsregelmodus rijdt de auto met
een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus (Blz. 250)
Constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 254)
Systeemonderdelen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 247 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 251 of 758

249
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kan dat leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●De bestuurder helpen bij het meten van
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik dient alleen ter
ondersteuning van de bestuurder bij het
bepalen van de volgafstand tussen de
eigen auto en een bepaalde voorligger.
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos
of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen
en kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik bepaalt of de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een
bepaalde voorligger binnen een vastge-
legd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert
blijft en inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik heeft geen functies
om aanrijdingen met een voorligger te
voorkomen of vermijden. Daarom dient u
wanneer er gevaar dreigt direct de con-
trole over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle betrokke-
nen te garanderen.
■Situaties waarin de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik niet in de vol-
gende situaties. Als u dat wel doet, wordt
de snelheid mogelijk niet goed geregeld,
wat kan leiden tot een ongeval met dode-
lijk of ernstig letsel tot gevolg.
●Op wegen met voetgangers, fietsers,
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht
zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 249 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 260 of 758

2584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise
Control*
Wanneer de afstandsregelmodus
is ingeschakeld, accelereert en
decelereert de auto automatisch
overeenkomstig de veranderin-
gen in snelheid van de voorligger,
zelfs wanneer het gaspedaal niet
wordt ingetrapt. In de constante-
snelheidsregelmodus rijdt de auto
met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control op autowegen en snelwe-
gen.
Afstandsregelmodus (Blz. 260)
Constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 264)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen
op het systeem en rijd voorzichtig door
altijd goed op de omgeving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem biedt ondersteuning bij het rijden
om de bestuurder te ontlasten. Er zijn
echter grenzen aan de geboden onder-
steuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: Blz. 266
• Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt: Blz. 267
●Stel de geschikte snelheid in op basis
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is
verantwoordelijk voor het controleren
van de ingestelde snelheid.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 258 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 261 of 758

259
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Zelfs als het systeem normaal werkt,
kan de door het systeem gesignaleerde
status van de voorligger afwijken van de
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd
alert blijven, het gevaar van elke situatie
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig let-
sel als gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol uit met de cruise control-hoofdscha-
kelaar als deze niet wordt gebruikt.
■Waarschuwingen met betrekking tot
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kan dat leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●De bestuurder helpen bij het meten van
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient
alleen ter ondersteuning van de bestuur-
der bij het bepalen van de volgafstand tus-
sen de eigen auto en een bepaalde voor-
ligger. Het systeem is niet bedoeld om zor-
geloos of roekeloos rijgedrag te
rechtvaardigen en kan de bestuurder ook
niet helpen tijdens het rijden bij slecht
zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt
of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vast-
gelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert
blijft en inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control heeft
geen functies om aanrijdingen met een
voorligger te voorkomen of vermijden.
Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt
direct de controle over de auto te nemen
en juist te handelen om de veiligheid van
alle betrokkenen te garanderen.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de Dynamic Radar
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
niet in de volgende situaties. Als u dat wel
doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed
geregeld, waardoor een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers,
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht
zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 259 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 275 of 758

273
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over
een verkeersbord beschikbaar is via
het navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het multi-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. (Blz. 99)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. (Blz. 99)
• Verkeersbord begin/einde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan de snelheidslimiet
gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, erf)
• Verkeersbord einde verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden*
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maximaal toegestane snel-
heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten)
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent
bepaalde verkeersborden door
gebruik te maken van de camera
voor en/of het navigatiesysteem
(als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en
voorziet de bestuurder via het dis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de
snelheidslimiet wordt overschre-
den of wanneer er bijvoorbeeld
verboden acties ten opzichte van
de herkende verkeersborden wor-
den uitgevoerd, wordt de bestuur-
der gewaarschuwd door middel
van een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de oplet-
tendheid van de bestuurder. Rijd voorzich-
tig door altijd goed op de verkeersregels te
letten.
Weergave op het
multi-informatiedisplay
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 273 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM