tow bar TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022Pages: 758, PDF Size: 160.97 MB
Page 230 of 758

2284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere-
den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele-
visiezendmast, radiozender, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesignaleerd
door de radarsensor en de camera voor,
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto
nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar
object een schommelende beweging maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte
beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object
snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich
niet direct voor uw auto bevindt• Wanneer een signaleerbaar object zich
vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich
onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel-
telijk verborgen is achter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare
objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op
een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is
en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna
dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto
afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt
door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de
zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant
van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde
heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde
heeft, zoals een oprijwagen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 228 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 233 of 758

231
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 236) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 231 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 242 of 758

2404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voordat u het LDA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-
systeem. Het LDA-systeem is geen sys-
teem dat de auto automatisch bestuurt
of de hoeveelheid aandacht die moet
worden besteed aan het gebied vóór de
auto beperkt. De bestuurder dient altijd
volledige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kan dat leiden tot een onge-
val met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LDA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LDA om het systeem uit te schakelen. Als
u dat niet doet, kan dat leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het LDA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 240 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 462 of 758

4607-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels weg.
• Schakel de elektrisch bedienbare achter-
klep uit. (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In bepaalde automatische wasstraten kan
de werking van de wasstraat nadelig wor-
den beïnvloed door de achterspoiler. Hier-
door kan het gebeuren dat de auto niet
goed wordt gewassen of de achterspoiler
beschadigd raakt.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met Smart entry-systeem en startknop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (Blz. 138)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische
middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde-
len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
■Remblokken en -klauwen
Als de auto geparkeerd wordt met vochtige
remblokken of remschijven, kan er roest ont-
staan waardoor de remblokken of remschij-
ven vast kunnen komen te zitten. (Alvorens
de auto na een wasbeurt te parkeren is het
raadzaam langzaam te rijden en het rempe-
daal een aantal keren in te trappen om de
onderdelen te drogen.)
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 460 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM