display TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023Pages: 584, PDF Size: 88.99 MB
Page 88 of 584

HybridesysteemindicatorMotortoerental
Bij hybrideauto's wordt het
motortoerental nauwkeurig aangestuurd,
vooral om het brandstofverbruik te
verlagen en de uitstoot van schadelijke
stoffen te beperken. Het kan voorkomen
dat het weergegeven motortoerental
varieert, terwijl de rijomstandigheden
gelijk blijven.
De hybridesysteemindicator werkt
wanneer
De hybridesysteemindicator werkt in de
volgende situaties:
• Het controlelampje READY brandt.
• De selectiehendel staat in stand D of
B.
Weergave buitentemperatuur
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd:
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
LCD-scherm
→Blz. 94
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De meters en tellers kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur
via
op het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 452)
ALaadgebied
Laat de regeneratiestatus*zien.
De geregenereerde energie wordt
gebruikt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
BHybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik
wordt gemaakt van het vermogen van
de benzinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder
verschillende omstandigheden.
CEco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
Door de staafjes tijdens het rijden in
het ECO-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
DPower-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
*Met “regenereren” wordt in deze
handleiding het omzetten van
bewegingsenergie van de auto in
elektrische energie bedoeld.
2.1 Instrumentenpaneel
86
Page 89 of 584

WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het
display. Deze vertraging kan de
bestuurder doen besluiten nogmaals
terug te schakelen, waardoor er snel en
te sterk op de motor wordt afgeremd en
er een aanrijding kan ontstaan,
mogelijk met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
• Laat de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
• Als de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter in het
rode gebied (H) staat, kan de motor
oververhit zijn. Breng in dat geval de
auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is
afgekoeld. (→Blz. 438)
Weergave kilometerteller en dagteller
De weergave wijzigen
Druk op de knop voor het wijzigen van de
weergave tot het gewenste item
weergegeven wordt.Onderwerpen die worden weergegeven
• Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met
de auto gereden is.
• Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en B
kunnen onafhankelijk van elkaar
worden gebruikt en verschillende
afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd
vervolgens de knop voor het wijzigen
van de weergave ingedrukt.
• Afstand tot de motorolie moet worden
ververst
Geeft de afstand weer die nog met de
auto kan worden gereden tot de
motorolie moet worden ververst.
Pop-updisplay (indien aanwezig)
De afstand tot de motorolie moet worden
ververst wordt weergegeven wanneer er
een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven dat de olie binnenkort moet
worden ververst.
Wijzigen van de helderheid van de
instrumentenverlichting
De helderheid van de
instrumentenverlichting kan worden
gewijzigd via
van het
multi-informatiedisplay.
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2.1 Instrumentenpaneel
87
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 90 of 584

2. Druk opofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Adjust
Meter Brightness” (stel helderheid
instrumentenpaneel in) te selecteren.
3. Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
4. Druk op
ofom de helderheid
in te stellen.
Afstellen van de klok (auto's zonder
multimediasysteem)
De minuten instellen op “00”
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofom “Clock Setting”
(klok instellen) te selecteren.
Druk op
om de klok in te stellen op
het begin van het dichtstbijzijnde uur.
bijv.
1:00 tot 1:29→1:00
1:30 tot 1:59→2:00Wijzigen van de klok
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofom “Clock Setting”
(klok instellen) te selecteren en houd
vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de instelling
te wijzigen.
De volgende functies kunnen worden
gewijzigd:
• 12-uurs/24-uurs weergave
• Uur
• Minuut
Afstellen van de klok (auto's met
multimediasysteem)
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het audiosysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1.3 Meters en tellers (12,3 inch display)
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
Display met 2 meters
2.1 Instrumentenpaneel
88
Page 91 of 584

AHybridesysteemindicator/
toerenteller
Geeft het vermogen of het
regeneratieniveau van het
hybridesysteem weer (→blz. 91)
Deze instelling kan worden gewijzigd
op het instelscherm. (→Blz. 452)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CSnelheidsmeter
DKlok (→blz. 93)
ESnelheidsmeter
FKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
GWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 92)
HMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 99)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 392)
ISchakelstandindicator (→blz. 179)
JBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
Display met 1 meter
AMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 99)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 392)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CHybridesysteemindicator/
snelheidsmeter/toerenteller
Hybridesysteemindicator: Geeft het
vermogen of het regeneratieniveauvan het hybridesysteem weer
(→
blz. 91)
Deze instelling kan worden gewijzigd
op het instelscherm. (→Blz. 452)
DKlok (→blz. 93)
EKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
FWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 92)
GSnelheidsmeter
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 92 of 584

HSchakelstandindicator (→blz. 92)
IBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
Display zonder meters
AMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 99)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 392)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CSnelheidsmeter
DKlok (→blz. 93)
EKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
FWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 92)
GSchakelstandindicator (→blz. 92)
HBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
2.1 Instrumentenpaneel
90
Page 94 of 584

https://www.denso.com/global/en/
opensource/meter/toyota/
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De meters en tellers kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur
via
op het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 452)
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het
display. Deze vertraging kan de
bestuurder doen besluiten nogmaals
terug te schakelen, waardoor er snel en
te sterk op de motor wordt afgeremd en
er een aanrijding kan ontstaan,
mogelijk met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
• Laat de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
• Als de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter in het
rode gebied (H) staat, kan de motor
oververhit zijn. Breng in dat geval de
auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is
afgekoeld. (→Blz. 438)Weergave kilometerteller en dagteller
Wijzigen van de weergave
Het onderwerp verandert iedere keer dat
op de toets ODO/TRIP wordt gedrukt. Als
de dagteller wordt weergegeven, wordt
deze gereset als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
Onderwerpen die worden weergegeven
• Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met
de auto gereden is.
• Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en B
kunnen onafhankelijk van elkaar
worden gebruikt en verschillende
afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd de
toets ODO TRIP ingedrukt.
• Afstand tot de motorolie moet worden
ververst
Geeft de afstand weer die nog met de
auto kan worden gereden tot de
motorolie moet worden ververst.
Pop-updisplay (indien aanwezig)
De afstand tot de motorolie moet worden
ververst wordt weergegeven wanneer er
een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven dat de olie binnenkort moet
worden ververst.
2.1 Instrumentenpaneel
92
Page 95 of 584

Wijzigen van de helderheid van de
instrumentenverlichting
De helderheid van de
instrumentenverlichting kan worden
gewijzigd via
van het
multi-informatiedisplay.
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Adjust
Meter Brightness” (stel helderheid
instrumentenpaneel in) te selecteren.
3. Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
4. Druk op
ofom de helderheid
in te stellen.
Afstellen van de klok
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het audiosysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1.4 Multi-informatiedisplay
(7 inch display)
Weergave en menu-iconen
Weergave
AInformatiedisplayzone
Door menu-iconen te selecteren op
het multi-informatiedisplay kunnen
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook
worden gebruikt voor het wijzigen
van de display-instellingen en andere
voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of tips
weergegeven.
BDisplayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist)
• LDA (Lane Departure Alert)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Cruise control
Menu-iconen
De menu-iconen worden weergegeven
door op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Weergave rij-
informatie
(→blz. 94)
Weergave informa-
tie ondersteunend
systeem (→blz. 96)
Aan audiosysteem
gekoppelde weer-
gave (indien aanwe-
zig) (→blz. 97)
Weergave rij-
informatie
(→blz. 97)
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 96 of 584

Weergave instellin-
gen (→blz. 97)
Weergave waar-
schuwingsmelding
(→blz. 400)
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
• Wanneer u het multi-
informatiedisplay tijdens het rijden
bedient, let dan extra goed op de
veiligheid rondom de auto.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het multi-
informatiedisplay, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
→Blz. 87
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
A/: Menu-iconen selecteren,
door het scherm scrollen en de cursor
bewegen
/: De weergegeven
informatie wijzigen, scrollen op het
scherm en de cursor bewegen
BIndrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van de aan de
persoonlijke voorkeur aanpasbare
items
CTerugkeren naar het vorige scherm
DWeergeven van verzonden/
ontvangen oproepen en
oproepgeschiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden en
ontvangen oproepen weergegeven.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer
informatie over het
handsfree-systeem.
Soort rij-informatie
Onderwerpen die worden weergegeven
• Brandstofverbruik
• Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score”
• Verhouding rijden in EV-modus
Brandstofverbruik
Gebruik de weergegeven waarden slechts
ter referentie.
AActueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik
weer.
2.1 Instrumentenpaneel
94
Page 97 of 584

BGemiddeld brandstofverbruik (sinds
resetten)
Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt om de weergave van het
gemiddelde brandstofverbruik te
resetten.
De weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik kan worden gereset in
.(→Blz. 97)
• Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
starten)
Geeft het gemiddelde
brandstofverbruik weer sinds het
starten van het hybridesysteem.
• Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
tanken)
Geeft het gemiddelde
brandstofverbruik weer sinds het
tanken.
Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score”
ABegeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal
BEco Score
• Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal
AEco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
BPower-gebied
Geeft aan dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
CHuidige bediening gaspedaal
Weergegeven als een groene balk in
het Eco-gebied.
Milieuvriendelijk accelereren kan
worden gerealiseerd door de
weergave van de bediening van het
gaspedaal binnen het gebied te
houden dat wordt aangegeven met
de blauwe balk. (→Blz. 161)
DZone ECO-acceleratie
Weergegeven als een blauwe balk die
staat voor een geschat passend
werkingsbereik voor het gaspedaal
voor de actuele rijomstandigheden,
zoals wegrijden vanuit stilstand of
rijden met constante snelheid.
Dit display wijzigt overeenkomstig de
situatie, zoals bij het wegrijden vanuit
stilstand of rijden met constante
snelheid.
• Eco Score
De volgende 3 Eco-rijmethoden
worden geëvalueerd op 5 niveaus:
soepel wegrijden vanuit stilstand,
rijden zonder plotselinge acceleratie
en soepel tot stilstand komen. Bij
stilstaande auto wordt er een
Eco-score van maximaal
100 weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
95
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 98 of 584

AScore
BEco-status wegrijden vanuit stilstand
CEco-status rijden met constante
snelheid
DEco-status tot stilstand brengen
Lezen van het staafdisplay
ANog niet geëvalueerd
BBijna leeg
CVol
– Nadat het hybridesysteem is
gestart, wordt de Eco-score niet
weergegeven zolang de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 30 km/h.
– De Eco-score wordt iedere keer
wanneer het hybridesysteem wordt
gestart, gereset.EV-verhouding/EV-rijverhouding
AEV-rijverhouding sinds starten
Weergave van het percentage dat
elektrisch is gereden sinds het
starten van het hybridesysteem.
*
BVerstreken tijd sinds starten
Weergave van de verstreken tijd sinds
het starten van het hybridesysteem.
*
*
Telkens als het hybridesysteem stopt,
wordt dit gereset.
De begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/Eco-score werkt niet als
De begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/Eco-score werkt niet in de
volgende situaties:
• De hybridesysteemindicator werkt
niet.
• Tijdens het rijden met geactiveerde
cruise control of Dynamic Radar
Cruise Control.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Informatie ondersteunend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 223)
• LDA (Lane Departure Alert)
(→blz. 227)
• Dynamic Radar Cruise Control
(→blz. 240)
• Cruise control (→blz. 248)
2.1 Instrumentenpaneel
96