ESP TOYOTA GR YARIS 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2021Pages: 458, PDF Size: 77.95 MB
Page 117 of 458

116
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
■Rugleuningen achter neerklappen
1 Schuif de voorstoelen naar voren.
(Blz. 114)
2 Steek de gespen in de gesphouders
om te voorkomen dat de gordels in
de weg zitten.
3 Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand. ( Blz. 118)
4 Trek de ontgrendelingshendel van
de rugleuning naar u toe en klap de
rugleuning neer.
De delen van de rugleuning kunnen afzon-
derlijk worden neergeklapt.
■De rugleuningen achter terugzet-
ten in de oorspronkelijke positie
1 Klap de rugleuning achter omhoog
tot deze vergrendelt.
2 Haal de veiligheidsgordels uit de
gordelgeleiders en plaats de veilig-
heidsgordels in hun oorspronkelijke
positie.
Achterstoelen
De rugleuningen van de achter-
stoelen kunnen worden neerge-
klapt.
De rugleuningen achter
neerklappen en weer
terugzetten in de
oorspronkelijke positie
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Bij het neerklappen van de rugleu-
ningen van de achterstoelen
●Klap de rugleuningen niet neer tijdens
het rijden.
●Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond, activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand N.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 116 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 146 of 458

145
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Zet, om de verlichting weer in te schakelen,
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna terug in stand of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Bij het ontgrendelen van de portieren
(verlichting Welcome Light-systeem)
Wanneer de portieren worden ontgrendeld
met de instapfunctie of de afstandsbediening,
gaan de parkeerlichten voor automatisch
branden.
Wanneer de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat en de omgeving donker is, treedt
deze functie in werking.
■Energiebesparende functie
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand of staat terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit. Wan-
neer het contact AAN wordt gezet, wordt de
energiebesparende functie uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
1 Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
Inschakelen van het grootlicht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 145 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 202 of 458

201
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM OFF
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt uitgeschakeld.
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble See Owner’s Manual” (Blind Spot
Monitor niet beschikbaar, zie handlei-
ding) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond
de sensoren in de achterbumper. ( Blz. 201)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet het
systeem weer normaal gaan werken. Ook
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
■Verklaringen bij de Blind Spot Monitor
Blz. 421
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linker- en
rechterzijde van de achterbumper. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat
de Blind Spot Monitor goed werkt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 201 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 218 of 458

217
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerd voer-
tuig, die mogelijk elektrische golven rich-
ting de achterzijde van de auto reflecteren,
kort is
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
●In geval van bewegende objecten (vlag-
gen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek,
enz.)
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
●Roosters en goten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 217 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 249 of 458

248
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
6-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels weg.
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In bepaalde automatische wasstraten kan
de werking van de wasstraat nadelig wor-
den beïnvloed door de achterspoiler. Hier-
door kan het gebeuren dat de auto niet
goed wordt gewassen of de achterspoiler
beschadigd raakt.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 110)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Waterafstotende laag zijruiten voor
(indien aanwezig)
●De volgende voorzorgsmaatregelen kun-
nen de effectiviteit van de waterafstotende
laag vergroten:
• Verwijder regelmatig vuil e.d. van de zijrui- ten voor.
• Zorg ervoor dat vuil en stof zich niet gedu- rende langere periodes op de ruiten kun-
nen verzamelen. Reinig de ruiten zo snel
mogelijk met een zachte, vochtige doek.
• Gebruik voor het reinigen van de ruiten geen was of ruitenreinigers met schuur-
middelen.
• Gebruik geen metaalhoudende voorwer- pen om condens te verwijderen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 248 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 276 of 458

275
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Als het sproeierreservoir op 1/2 staat,
vul dan ruitensproeiervloeistof bij. De accu bevindt zich in het midden van
de bagageruimte.
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het
licht ontvlambare en explosieve waterstof.
Houd u daarom voor het opladen aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
●Als de accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen
is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de accu
●Nadat de accu losgenomen is geweest, is
het wellicht niet meteen mogelijk om de
portieren met het Smart entry-systeem met
startknop te ontgrendelen. Gebruik in dat
geval de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel om de portieren te vergrende-
len of ontgrendelen.
●Start de motor met het contact in stand
ACC. De auto kan mogelijk niet worden
gestart als het contact UIT staat. De motor
werkt vanaf de tweede poging echter nor-
maal.
●De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Als de accu weer wordt
aangesloten, keert het contact terug naar
de stand die was geselecteerd voordat de
accu werd losgenomen. Schakel het con-
tact UIT voordat u de accu losneemt. Wees
extra voorzichtig als niet bekend is wat de
stand van het contact was voordat de accu
werd losgenomen.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
Accu
Plaats
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 275 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 283 of 458

282
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats, zet de motor uit, wacht
gedurende ten minste ongeveer 15
minuten en voer de procedure uit.
2 Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 356)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
4Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
5 Druk op / om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
6 Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
7 Druk op / om “Setting Pres-
sure” (druk instellen) te selecteren.
Houd vervolgens ingedrukt tot
het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning 3 keer knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. “--” wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band ter-
wijl de initialisatie wordt uitgevoerd.
8Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwings-
systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 282 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 284 of 458

283
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
initialisatie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 15 minuten als de initialisa-
tie na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto met
het contact AAN. (Blz. 285)
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het op
spanning brengen van de banden.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. (Normaal gesproken moet er gedu-
rende ongeveer 10 tot 30 minuten met de
auto worden gereden om de initialisatie te
voltooien.) Rijd nog een poosje door als de
initialisatie na ongeveer 30 minuten nog
niet is voltooid.
• Het voltooien van de initialisatie duurt mogelijk langer als er met de auto over een
onverharde weg wordt gereden.
• Als er tijdens de initialisatie achteruit wordt gereden, worden de tijdens de initialisatie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de initiali-
satie is voltooid.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt gereden of in een andere situatie waarbij andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ten minste 15 minuten als de initialisa-
tie na ongeveer 1 uur rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
●In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de initialisatie
niet kan worden voltooid na het uitvoeren
van de bovenstaande procedure.
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 283 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 286 of 458

285
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●De banden zijn na het voltooien van de
registratie warm. Laat daarom de banden
afkoelen voordat u de initialisatie uitvoert.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Bedien het multi-informatiedisplay nog-
maals en selecteer “Identifying Each
Wheel & Position” (elk wiel en elke positie
vaststellen) om de identificatiecoderegis-
tratie na het starten te annuleren.
( Blz. 283)
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
●In de onderstaande situaties duurt de iden-
tificatiecoderegistrati e mogelijk langer dan
gebruikelijk of is registratie niet mogelijk.
(Normaal gesproken moet er gedurende
ongeveer 10 tot 30 minuten met de auto
worden gereden om de identificatiecodere-
gistratie te voltooien.)
Rijd nog een poosje door als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 30 minuten
rijden nog niet is voltooid.
• Het voltooien van de registratie duurt mogelijk langer dan gebruikelijk als er met
de auto over een onverharde weg wordt
gereden.
• Als er tijdens de regi stratie achteruit wordt
gereden, worden de tijdens de registratie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de registra-
tie is voltooid.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
• Als er zich in of vlakbij de auto een velg met een gemonteerde bandenspannings- sensor en -zender bevindt, is de registratie
van de identificatiecodes voor de gemon-
teerde velgen wellicht niet mogelijk.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 1 uur rijden
niet is voltooid en voer vervolgens de identifi-
catiecoderegistratieprocedure nogmaals uit.
●In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de
registratie niet goed voltooid en werkt het
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de identificatie-
coderegistratie niet kan worden voltooid na
het uitvoeren van de bovenstaande proce-
dure.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarsch uwingssysteem
waarmee door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige identificatie-
codes kunnen worden geregistreerd
voor een tweede wielenset, bijvoor-
beeld een set winterbanden.
Na registratie van de tweede wielenset
kan een van deze twee sets worden
geselecteerd voor gebruik met het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem.
Wielenset selecteren
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 285 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 333 of 458

332
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
13Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
De bandenreparatievloeistof wordt
ingespoten en de druk loopt op tot
300 kPa (3,0 kg/cm
2 of bar, 44 psi)
of 400 kPa (4,0 kg/cm
2 of bar, 58
psi) en neemt vervolgens weer af.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 tot 5 minuten nadat de
schakelaar in stand ON is gezet de
werkelijke bandenspanning aan.
Zet de compressor uit en controleer
de bandenspanning. Zorg dat de
band niet te hard wordt opgepompt
en vul de band met lucht tot de voor-
geschreven bandenspanning is
bereikt.
De band kan gedurende ongeveer
5 tot 20 minuten worden opgepompt
(afhankelijk van de buitentempera-
tuur). Als de bandenspanning na 25
minuten nog steeds lager is dan voorgeschreven, is de band te veel
beschadigd om nog gerepareerd te
worden. Schakel de compressor uit
en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Laat wat lucht ontsnappen wanneer
de bandenspanning de voorgeschre-
ven waarde overschrijdt.
(Blz. 334, 356)
14 Haal, terwijl de compressor is uitge-
schakeld, de voedingsstekker uit de
accessoireaansluiting en neem
daarna de slang los van het ventiel.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van
de slang wat bandenreparatievloeistof.
15Plaats het ventieldopje op het ven-
tiel van het gerepareerde wiel.
16 Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenrepa-
ratievloeistof en kan de auto vuil worden.
17Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, tijdelijk op
in de bagageruimte.
18 Rijd, om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig over de band te ver-
delen, meteen ongeveer 5 km met
een snelheid van maximaal
80 km/h.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 332 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM