TOYOTA HIGHLANDER HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: HIGHLANDER HYBRID, Model: TOYOTA HIGHLANDER HYBRID 2021Pages: 570, PDF Size: 98.33 MB
Page 281 of 570

2804-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
Wanneer u rechts/links afslaat, er
vóór u een voetganger wordt gesig-
naleerd en het systeem inschat dat
deze uw pad zal kruisen (fietsers
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen
een aanrijding en vermindert ook niet
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit
systeem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel
tot gevolg.
●Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Hierdoor
bereikt het systeem m ogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: →Blz. 285
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk niet juist werkt:
→Blz. 286
●Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objec ten die voor het
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden
tot een ongeval.
■Pre-Crash Brake-functie●Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhank elijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 280 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 282 of 570

281
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
WAARSCHUWING
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Emergency Steering Assist (regio A)●De werking van de Emergency Steering
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem vaststelt dat is voorkomen dat
de rijstrook is verlaten.
●In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist mogelijk niet of
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt
dat de bestuurder handelend optreedt.
• Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of
de richtingaanwijzers chakelaar wordt
bediend. In dit geval stelt het systeem
mogelijk vast dat de bestuurder een uit-
wijkmanoeuvre uitvoert en werkt de
Emergency Steering Assist mogelijk
niet.
• Terwijl de Emergency St eering Assist in
werking is, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgescha-
keld wanneer het gaspedaal diep wordt
ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel
wordt gegeven of het rempedaal wordt
ingetrapt en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert.
• Wanneer de Emergency Steering Assist in werking is en het stuurwiel stevig
wordt vastgehouden of de andere kant
op wordt gedraaid dan die waarin het
systeem koppel genereert, wordt de
functie mogelijk uitgeschakeld.
■Wanneer moet het Pre-Crash
Safety-systeem worden uitgescha-
keld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl het hybridesysteem aan staat en de
wielen vrij kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen op
de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is
geplaatst
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 281 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 283 of 570

2824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
■In-/uitschakelen van het
Pre-Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
(→Blz. 112) van het multi-informa-
tiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingescha-
keld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
■Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via
(→Blz. 112) van het multi-informatiedis-
play.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).
Regio A: Als de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing wordt gewij-
zigd, wordt dienovereenkomstig ook de
timing van de Emergency Steering
Assist gewijzigd. Wanneer laat is gese-
lecteerd, werkt de Emergency Steering
Assist niet in een noodgeval.
1 Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
Wijzigen van instellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 282 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 284 of 570

283
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
■Werkingsvoorwaarden voor elke Pre-Crash Safety-functie
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een
frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
• Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
• Als de selectiehendel in stand R staat
Hieronder staan de snelheden vermeld waarbij el ke functie werkt en de omstandigheden waar-
onder de werking wordt geannuleerd.
●Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie in werking is en het stuurwiel stevig of plotseling
wordt verdraaid, wordt de f unctie mogelijk uitgeschakeld.
●Pre-Crash Brake Assist
●Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terw ijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
voorliggers en stilstaande
voertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Regio A: TegenliggersOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 20 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
Voorliggers en stilstaande
voertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
Voorliggers en stilstaande
voertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Regio A: TegenliggersOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 20 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 283 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 285 of 570

2844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
●Emergency Steering Assist (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers knipperen, werkt de Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Emergency Steering Assist in wer-
king is, wordt dit sy steem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
• Het rempedaal is ingetrapt.
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash-waarschuwing) (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kr uispunt (Pre-Crash Brake-functie) (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
■Objectdetectiefunctie
Het systeem signaleert obstakels op basis
van hun formaat, vorm, beweging, enz.
Afhankelijk van de helderheid van het omge-
vingslicht en de beweging, het postuur en de
hoek van het gesignaleerde object wordt een
object mogelijk niet gesignaleerd, waardoor
het systeem niet goed werkt. ( →Blz. 286)
De afbeelding geeft aan welke objecten
gesignaleerd kunnen worden.
Regio A
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voorliggers, stilstaande voer-
tuigen, fietsers en voetgan-
gers
Ongeveer 40 - 80 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheid tegenligger
Snelheidsverschil tus-
sen uw auto en het object
TegenliggersOngeveer 10 - 25
km/hOngeveer 30 - 55
km/hOngeveer 40 - 80
km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25
km/h—Ongeveer 10 - 25
km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheid tegenligger
Snelheidsverschil tus-
sen uw auto en het object
TegenliggersOngeveer 15 - 25
km/hOngeveer 30 - 45
km/hOngeveer 45 - 70
km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25
km/h—Ongeveer 10 - 25
km/h
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 284 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 286 of 570

285
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
Regio B
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
●In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, oordeelt het systeem mogelijk dat
een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is en treedt het in werking.
• Wanneer een signaleerbaar object wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook om een signaleerbaar object in te halen
• Wanneer het signaleerbare object dat wordt genaderd zich op een naastliggende
rijstrook of langs de weg bevindt, bijvoor-
beeld bij het veranderen van koers of bij
het rijden op een bochtige weg
• Wanneer u een signaleerbaar object snel nadert
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren
• Als er een signaleerbaar object of ander object langs de weg staat aan het begin
van een bocht • Als er (geverfde) patronen vóór uw auto
aanwezig zijn die ten onrechte aangezien
kunnen worden voor een signaleerbaar
object
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
• Bij het passeren van een signaleerbaar object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomend verkeer om rechtsaf of
linksaf te slaan
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voordat
het zich in de rijrichting van uw auto
bevindt
• Als de voorzijde van uw auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 285 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 287 of 570

2864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE • Bij het naderen van een slagboom van een
elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat
• Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale, met radar uitgeruste auto's of
andere locatie waar mogelijk sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aan-
wezig zijn
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger het pad van uw auto al heeft
verlaten
• Regio A: Wanneer u vlak voor een tegen- ligger of overstekende voetganger
rechts/links afslaat
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger stopt voordat deze het pad van
uw auto kruist
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger voor uw auto
rechts/links afslaat • Regio A: Wanneer u in de richting van
tegenliggend verkeer stuurt
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogel ijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeel d een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 286 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 288 of 570

287
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE • Wanneer de radiogolven van de radar in
een andere auto uw auto beïnvloeden
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of ev en licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets of fiets is (regio B)
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot- mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan • Regio A: Als de voorligger een kinderfiets,
een fiets met bepakking, een fiets met
iemand achterop of een fiets met een bij-
zondere vorm (fiets met een kinderzitje,
tandem, enz.) is
• Regio A: Als een voetganger of de rij- hoogte van een fietser korter is dan onge-
veer 1 m of langer is dan ongeveer 2 m
• Regio A: Als een voetganger of fietser breed vallende kleding (regenjas, lange
rok, enz.) draagt, waardoor zijn of haar sil-
houet onduidelijk wordt
• Regio A: Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Regio A: Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt
• Regio A: Als een voetgangers een wandel- wagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig
voortduwt
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist,
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een signaleerbaar object
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn
omgeving
• Wanneer er wordt gereden op een plek waar de helderheid van het omgevingslicht
plotseling verandert, zoals bij het in- of uit-
rijden van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem is gestart en de auto een poosje heeft stilgestaan
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar seconden na het rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Wanneer de voorzijde van de auto is ver- hoogd of verlaagd
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 287 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 289 of 570

2884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE • Wanneer de radarsensor of de camera
voor niet goed is uitgelijnd
• Regio A: Wanneer u op een rijstrook rijdt en rechts/links afslaat terwijl er ten minste
1 rijstrook verderop tegenliggers rijden
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan tegenliggers een eind bij u van-
daan zijn
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een voetganger uw auto van ach-
teren of opzij nadert
●Regio A: In aanvulling op het boven-
staande werkt de Emergency Steering
Assist in sommige situaties, zoals de
onderstaande, mogelijk niet.
• Regio A: Wanneer de witte (gele) rijstrook- markeringen niet goed zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer deze vaag zijn of
splitsen/samenkomen of wanneer er een
schaduw over valt
• Regio A: Wanneer de rijstrook breder of smaller is dan gebruikelijk
• Regio A: Wanneer er een licht en donker patroon op het wegdek aanwezig is, bij-
voorbeeld als gevolg van wegwerkzaam-
heden
• Regio A: Wanneer het doel te dichtbij is
• Regio A: Wanneer er onvoldoende ruimte is waar de auto veilig en onbelemmerd in
kan rijden
• Regio A: Wanneer er tegenliggers zijn
• Regio A: Wanneer de VSC-functie in wer- king is
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
wordt er mogelijk onvoldoende remkracht
of stuurkracht (regio A) gegenereerd,
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
• Bij diepe spoorvorming in het wegdek
• Als op een helling wordt gereden
• Bij het rijden over wegen met hellingen links of rechts
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→ Blz. 360), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 288 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 290 of 570

289
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
LTA (Lane Tracing Assist)
Als wordt gereden op een weg met
duidelijke witte (gele) rijstrook-
markeringen, waarschuwt het
LTA-systeem de bestuurder wan-
neer de auto de huidige rijstrook
of koers dreigt te verlaten
*. Het
systeem kan ook het stuurwiel
enigszins bedienen om te helpen
voorkomen dat de rijstrook of
koers wordt verlaten
*. Wanneer de
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
(→Blz. 298) is ingeschakeld,
bedient dit systeem het stuurwiel
ook om de auto goed op de rij-
strook te houden.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 289 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM