traction control TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023Pages: 554, PDF Size: 107.79 MB
Page 98 of 554

De laadtijd kan toenemen
In de volgende situaties kan de laadtijd
langer zijn dan normaal:
• Bij erg hoge of erg lage temperaturen.
• De auto verbruikt veel elektriciteit,
bijvoorbeeld wanneer de koplampen
enz. zijn ingeschakeld.
• Tijdens het laden is de stroom
uitgevallen.
• Er is een onderbreking in de
stroomvoorziening.
• Er is sprake van een spanningsval bij
de externe voedingsbron.
• De lading van de 12V-accu is te laag,
bijvoorbeeld omdat er gedurende
langere tijd niet met de auto is
gereden.
• De maximale stroomsterkte tijdens
het laden is begrensd op 8 A via de
instellingen van “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen). (→Blz. 93)
• Als de “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) in
werking is.
• Als de “Traction Battery Cooler”
(koeler tractiebatterij) in werking is
geweest voor het laden. (indien
aanwezig) (→Blz. 96)
• Als de stekker warmte genereert door
een losse aansluiting, enz.
Gebruik van een gelijkstroomlader
Gelijkstroomladers kunnen niet worden
gebruikt voor deze auto.
Laadgekoppelde functies
Deze auto is uitgerust met meerdere
functies die aan het laden gekoppeld zijn.
“Traction Battery Heater”(verwarming
tractiebatterij)
Als de buitentemperatuur laag is en de
laadkabel is aangesloten op de auto,
verwarmt deze functie automatisch het
batterijpakket (tractiebatterij) totdat
deze een bepaalde temperatuur bereikt of
overschrijdt.• Als de laadkabel wordt verwijderd van
de auto of ongeveer 3 dagen op de
auto aangesloten blijft, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld.
• Als het laadschema wordt gebruikt
(→blz. 111), werkt deze functie
overeenkomstig het laadschema.
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) (indien aanwezig)
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
heet is, wordt het ter bescherming
gekoeld door de airconditioning van de
auto voordat het laden wordt
uitgevoerd.
Als de temperatuur van het
batterijpakket (tractiebatterij) hoger is
dan een bepaalde waarde en het contact
UIT wordt gezet, wordt er een
controlescherm weergegeven op het
multi-informatiedisplay dat aangeeft of
de “Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) is ingeschakeld.
Als “No” (nee) geselecteerd is, werkt het
koelsysteem voor het batterijpakket
(tractiebatterij) niet.
“Traction Battery Heater”(verwarming
tractiebatterij)
• “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) kan
ingeschakeld worden als er niet
geladen wordt.
• Als de “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) in
werking is, brandt de laadindicator.
2.2 Laden
96
Page 99 of 554

• Als de “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) in
werking is tijdens het laden, kan het
laden langer duren dan normaal.
• Als de buitentemperatuur hoog wordt
terwijl de “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) in
werking is, kan het laden voltooid zijn
vóór de ingestelde “Departure”-tijd
(vertrektijd). (→Blz. 111)
• De “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) kan in-
en uitgeschakeld worden in “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) op
het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 478)
• De “Traction Battery Heater”
(verwarming tractiebatterij) werkt
mogelijk zelfs als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is,
afhankelijk van de temperatuur van
het batterijpakket (tractiebatterij).
– De resterende hoeveelheid lading in
het batterijpakket (tractiebatterij)
neemt af als de “Traction Battery
Heater” (verwarming
tractiebatterij) is ingeschakeld. De
laadprocedure start mogelijk
opnieuw om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
– Charging Stopped Due to Pulled
Charging Connector (laden gestopt
vanwege losgetrokken laadstekker)
wordt mogelijk weergegeven als de
laadstekker tijdens het opnieuw
laden wordt verwijderd. (→Blz. 126)
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) (indien aanwezig)
• Als de temperatuur van het
batterijpakket (tractiebatterij) hoger
is dan een bepaalde waarde en het
contact UIT wordt gezet, wordt er een
controlescherm weergegeven op het
multi-informatiedisplay dat aangeeft
of de “Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) is ingeschakeld. Als na
ongeveer 5 minuten “Yes” ( ja) op dit
scherm wordt weergegeven, kan het
systeem in werking treden.• Als het laden begint, werkt de
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) alleen als de
temperatuur van het batterijpakket
(tractiebatterij) hoog is.
• De laadindicator brandt wanneer de
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) stand-by staat of in
werking is.
• De “Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) werkt maximaal
ongeveer 30 minuten. Als echter de
“Departure”-tijd (vertrektijd) is
ingesteld (→blz. 111) en er niet
voldoende tijd zit tussen het huidige
tijdstip en het tijdstip waarop het
laden voltooid is, kan de tijd dat de
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) in werking is, korter
worden.
• Als er nog maar weinig resterende
lading in het batterijpakket
(tractiebatterij) aanwezig is, werkt de
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) mogelijk niet, ook al is
de temperatuur van het batterijpakket
(tractiebatterij) hoog.
• Als de volgende handelingen worden
uitgevoerd terwijl de “Traction Battery
Cooler” (koeler tractiebatterij) in
werking is, wordt het koelen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
gestopt.
– Er wordt een portier geopend
– De motorkap wordt geopend
– Het contact wordt in een andere
stand dan UIT gezet
– Het alarmsysteem is in werking
(indien aanwezig) (→blz. 51)
– De schakelstand wordt een andere
dan stand P
– De op afstand bedienbare
airconditioning is ingeschakeld
(→blz. 359)
– “Charge now” (nu opladen) wordt
uitgevoerd (→blz. 112)
– De resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij) is
lager dan een bepaalde waarde
2.2 Laden
97
2
Plug-in hybridesysteem
Page 100 of 554

• Als het contact UIT wordt gezet, wordt
er een controlescherm weergegeven
op het multi-informatiedisplay dat
aangeeft of de “Traction Battery
Cooler” (koeler tractiebatterij) is
ingeschakeld. Dit controlescherm kan
worden in- en uitgeschakeld in de
“Meter Customize”-instellingen
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) op het
multi-informatiedisplay (→blz. 171).
Als voor het controlescherm echter
“Off” (uit) wordt geselecteerd, werkt
de “Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) niet meer.
• De “Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) gebruikt de energie
van het batterijpakket (tractiebatterij)
en de externe voedingsbron.– Als de “Traction Battery Cooler”
(koeler tractiebatterij) in werking is,
neemt de resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij)
binnen een zekere marge toe en af
en neemt hij niet toe zoals bij
normaal laden.
– De werking van de “Traction Battery
Cooler” (koeler tractiebatterij)
wordt herkend als laden door een
lader. De lader berekent hiervoor
dan ook kosten op basis van de
laadtijd.
2.2.6 Laadtips
In dit hoofdstuk worden methoden toegelicht voor het gebruiken van de laadfunctie
van deze auto en het bekijken van informatie met betrekking tot het laden.
Systematisch laden
Om de EV-modus te kunnen gebruiken adviseren we het systematisch laden van de auto.
2.2 Laden
98
Page 129 of 554

Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” (laden gestopt vanwege losge-
trokken laadstekker) wordt weergegeven
De laadstekker is verwijderd tij-
dens het laden
Als de laadstekker verwijderd wordt tijdens het laden,
wordt het laden gestopt. Sluit de laadstekker weer aan als
u het batterijpakket (tractiebatterij) volledig wilt laden. Nadat het batterijpakket (tractie-
batterij) volledig is geladen,
wordt de laadstekker verwijderd
terwijl het batterijpakket (tractie-
batterij) opnieuw wordt geladen
doordat functies die stroom ver-
bruiken
*gebruikt zijn en de reste-
rende lading afgenomen is.
*: Er wordt stroom verbruikt als de
“Traction Battery Heater” (ver-
warming tractiebatterij)
(→blz. 96), de aircogekoppelde
functie (→blz. 112) of de op af-
stand bedienbare airconditioning
(→blz. 359) wordt bediend.
Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” (laden gestopt vanwege losge-
trokken laadstekker) wordt weergegeven
De laadstekker is niet goed aan-
geslotenControleer de aansluitstatus van de laadstekker.
■Plaats de laadstekker bij het aansluiten goed.
■Controleer na het aansluiten van de laadstekker of de
laadindicator gaat branden.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als er niet
geladen kan worden hoewel de juiste procedures gevolgd
zijn.
De laadstekker is ontgrendeld
tijdens het ladenAls de laadstekker ontgrendeld wordt tijdens het laden,
wordt het laden gestopt. Sluit de laadstekker weer aan om
verder te gaan met laden.
Als “Charging Complete Limited Due to Battery Temp” (laden voltooid, beperkt door tem-
peratuur batterijpakket) wordt weergegeven
Het laden is gestopt om het bat-
terijpakket (tractiebatterij) te
beschermen omdat de tempera-
tuur gedurende een bepaalde
periode hoog was.Laat het batterijpakket (tractiebatterij) afkoelen en laad
het nogmaals als de lading nog niet het gewenste niveau
heeft bereikt.
2.2 Laden
127
2
Plug-in hybridesysteem
Page 138 of 554

• Er kan een controlescherm voor de
“Traction Battery Cooler” (koeling
tractiebatterij) worden weergegeven
als het hybridesysteem uitgeschakeld
wordt. (indien aanwezig) (→Blz. 96)
Klok afstellen
U kunt de tijd instellen via het scherm
(→blz. 165) van het
multi-informatiedisplay.
Instellen van de tijd
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
3. Druk op
om de cursor weer te
geven.
4. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de
cursorpositie te wijzigen en druk
vervolgens op
ofom de
instelling te wijzigen.
Als de 12-uursweergave wordt
geselecteerd, wordt “12H”
weergegeven en als de 24-
uursweergave wordt geselecteerd,
wordt “24H” weergegeven.
Bij het instellen van de minuten
begint de werking automatisch vanaf
00 seconden.Druk nadat de instellingen zijn
aangepast op
om terug te keren
naar het vorige scherm.
Resetten van de weergave van de
minuten
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
3. Druk op
.
De weergave van de minuten
verandert in “00”.
*
*
: bijv. 1:00 tot 1:29→1:00
1:30 tot 1:59→2:00
Tellers en display worden verlicht als
Het contact staat AAN.
3.1 Instrumentenpaneel
136
Page 142 of 554

Waarschuwingslampjes Bladzijde
*1MotorcontrolelampjeBlz. 436
*1Waarschuwingslampje SRSBlz. 437
*1Waarschuwingslampje ABSBlz. 437
*1Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachti-
ging (rood/geel)Blz. 437
*1, 2Waarschuwingslampje PCSBlz. 437
Controlelampje LTA (oranje)Blz. 437
*1Controlelampje Traction ControlBlz. 437
*1Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftempera-
tuurBlz. 438
*1, 3Controlelampje PKSB OFF (indien aanwezig)Blz. 438
Waarschuwingslampje open portier/achterklepBlz. 438
Waarschuwingslampje laag brandstofniveauBlz. 438
Controlelampje bestuurders- en voorpassagiersgor-
delBlz. 438
3.1 Instrumentenpaneel
140
Page 144 of 554

Controlelampjes Bladzijde
Controlelampje antidiefstalsysteemBlz. 50,
blz. 51
Controlelampje READYBlz. 220
SchakelstandindicatorenBlz. 224
*1, 2Controlelampje Traction ControlBlz. 345
*1, 3Controlelampje VSC OFFBlz. 346
Controlelampje cruise controlBlz. 277
Controlelampje Dynamic Radar Cruise ControlBlz. 271
Controlelampje cruise control SETBlz. 271
*1, 3Waarschuwingslampje PCSBlz. 252
*4Controlelampje LTABlz. 263
Controlelampje stuurregelingBlz. 263
Controlelampje Adaptive High Beam-systeemBlz. 232
Controlelampje BSM (indien aanwezig)Blz. 285
3.1 Instrumentenpaneel
142
Page 174 of 554

Item Instellingen Resultaat van instelling
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument
Panel Light”
(verlichting in-
strumentenpa-
neel)
*2
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay van
het geselecteerde item op het
multi-informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Climate set-
tings” (instellin-
gen klimaatre-
geling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control
Operation Dis-
play” (weergave
werking cruise
control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings”
(instellingen
HUD)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode
Select” (rijmo-
dusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Traction Bat-
tery Cooler”
(koeler tractie-
batterij)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het scherm
wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
“
” (Russisch)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt ge-
bruikt voor het registreren van
de elektriciteits- en brandstof-
verbruiksgegevens en de laad-
schemafunctie.
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Eco-Diary
(Daily)” (eco-
logboek (dage-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Daily)” (eco-logboek (dage-
lijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Eco-Diary
(Monthly)”
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek (maan-
delijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Electricity Con-
sumption Reset” (re-
setten van elektrici-
teitsverbruik)“Yes” ( ja)
Wist de gegevens van het totale
gemiddelde elektriciteitsver-
bruik. (→Blz. 149, blz. 163)
“No” (nee)
3.1 Instrumentenpaneel
172
Page 347 of 554

ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het
rempedaal is ingetrapt als het systeem
oordeelt dat er sprake is van een noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder
controle te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-,
VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres op
een glad wegdek door de
stuurcommando's aan te passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de
aandrijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit
rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de
benodigde kracht voor het ronddraaien van
het stuurwiel te verminderen.
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het
achteropkomende verkeer te
waarschuwen.Als het TRC/VSC/ABS-systeem in
werking is
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer het TRC/VSC/ABS-
systeem in werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het
hybridesysteem naar de wielen beperken.
Alsuop
drukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te
‘schommelen’.
Schakel de TRC uit door
snel in te
drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op
om het systeem
weer in te schakelen.
Auto's zonder Panoramic View Monitor
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
345
5
Rijden
Page 348 of 554

Auto's met Panoramic View Monitor
Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd
meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC
uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned Off” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals opom de systemen
weer in te schakelen.
*: Pre-Crash Brake Assist en het
Pre-Crash Brake-systeem worden ook
uitgeschakeld. Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en de melding wordt op
het multi-informatiedisplay
weergegeven. (→437)
Wanneer de melding dat de TRC is
uitgeschakeld wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de
melding niet verdwijnt neem dan contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden
wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist
Control:
• Er is een andere schakelstand dan P of
N geselecteerd (bij het vooruit/
achteruit bergop wegrijden)• De auto staat stil
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
• De parkeerrem is niet geactiveerd
Automatisch uitschakelen van Hill
Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de
volgende situaties uitgeschakeld:
• Selecteer schakelstand P of N
• Het gaspedaal wordt ingetrapt
• De parkeerrem wordt geactiveerd
• Er zijn niet meer dan 2 seconden
verstreken nadat het rempedaal is
losgelaten.
Bijgeluiden en trillingen die worden
veroorzaakt door ABS, Brake Assist,
VSC, TRC en Hill Start Assist Control
• Het is mogelijk dat u tijdens het
starten van het hybridesysteem of bij
het wegrijden een geluid in de
motorruimte hoort wanneer het
rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een
storing in een van deze systemen.
• De volgende verschijnselen kunnen
zich voordoen als bovenstaande
systemen in werking zijn. Geen van
deze verschijnselen duidt op een
storing.
– Er kunnen trillingen gevoeld
worden in de carrosserie en de
stuurinrichting.
– Nadat de auto tot stilstand is
gekomen, kan het geluid van een
elektromotor hoorbaar zijn.
Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk
werkingsgeluiden van de ECB te horen.
Dit duidt echter niet op een storing.
• Werkingsgeluiden vanuit de
motorruimte die zich voordoen
wanneer het rempedaal wordt
bediend.
5.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
346