sensor TOYOTA PROACE VERSO 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2021Pages: 360, PDF Size: 69.02 MB
Page 3 of 360

3
Inhoud
Handgeschakelde transmissie met 6 versnellingen 174Schakeladviesindicator 175Automatische transmissie 176Keuzeschakelaar (elektrisch) 180Rijmodi (elektrisch) 181Stop & Start 182Bandenspanningswaarschuwingssysteem 184Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene adviezen 186Head-up display 188Opslaan van snelheden 190Snelheidslimietherkenning en advies 190Snelheidsbegrenzer 193Cruise control - specifieke adviezen 195Cruise control 196Adaptive Cruise Control 199Active Safety Brake met Collision Risk Alert en Intelligent Emergency Braking Assistance 202Lane Departure Warning-systeem 206Vermoeidheidsherkenningssysteem 207Blind Spot Monitoring-systeem 208Parkeersensoren 210VisioPark Light 212Top Rear Vision 213
7Praktische informatieCompatibiliteit van brandstoffen 216Tanken 216Tankbeveiliging (diesel) 218Laadsysteem (elektrisch) 219Laden van de tractiebatterij (elektrisch) 227Spaarmodus 231Sneeuwkettingen 232
Trekhaak 233Dakdragers/imperiaal 234Motorkap 235Motorruimte 237Controleren van de niveaus 237Snelle controles 240AdBlue® (dieselmotoren) 243In de vrijloop zetten 246Onderhoudstips 247
8In geval van pechGevarendriehoek 250Als de brandstof opraakt (diesel) 250Gereedschapskoffer 251Bandenreparatieset 252Reservewiel 257Vervangen van een lamp 261Vervangen van een zekering 26712V-accu/accu 270Slepen/trekken 274
9Technische gegevensMotorspecificaties en aanhangwagengewichten 277Dieselmotoren 278Elektromotor 282Afmetingen 284Identificatie van uw auto 287
10Bluetooth®-audiosysteemEerste stappen 288Stuurkolomschakelaars 289Menu's 290Radio 290DAB-radio (Digital Audio Broadcasting) 292
Media 293Telefoon 296Veelgestelde vragen 299
11TOYOTA Pro TouchEerste stappen 302Stuurkolomschakelaars 303Menu's 304Applicaties 306Radio 306DAB-radio (Digital Audio Broadcasting) 308Media 309Telefoon 310Instellingen 314Veelgestelde vragen 316
12 TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteemEerste stappen 318Stuurkolomschakelaars 319Menu's 320Spraakcommando's 321Navigatie 326Onlinenavigatie 328Applicaties 331Radio 334DAB-radio (Digital Audio Broadcasting) 336Media 337Telefoon 338Instellingen 341Veelgestelde vragen 344
■Alfabetische index
Page 5 of 360

5
Overzicht
4.Bediening cruise control/snelheidsbegrenzer/Adaptive Cruise Control
5.Rolknop voor het selecteren van de weergavemodus van het instrumentenpaneel
6.SpraakbedieningInstellen volume
7.Bediening instellingen audiosysteem
Centrale bedieningsbalk
1.Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit
2.Elektrisch bedienbare schuifdeur links
3.Elektrisch kinderslot
4.Elektrisch bedienbare schuifdeur rechts
5.Selectiemogelijkheid cabine/laadruimte
6.Alarmknipperlichten
7.DSC/ASR-systeem
8.Bandenspanningswaarschuwingssysteem
9.Stop & Start (diesel)
Bedieningsbalk opzij
1.Toyota Traction Select
2.Head-up display
3.Parkeersensoren
4.Extra verwarming/ventilatie (diesel)
5.Alarm
6.Hoogteverstelling koplampen
7.Lane Departure Warning-systeem
8.Blind Spot Monitoring-systeem
9.Automatic High Beam-systeem
Elektromotor
1.Laadstekkers
2.Tractiebatterij
3.Accu
4.Oplader in de auto
5.Elektromotor
6.Laadkabel
Dankzij de laadstekkers 1 kan er op 3 verschillende manieren worden opgeladen:– Opladen in modus 2 via het elektriciteitsnet thuis m.b.v. een contactdoos en bijpassende laadkabel 6.– Versneld opladen in modus 3 m.b.v. een eenheid voor snelladen (Wallbox).– Supersnel laden in modus 4 m.b.v. een openbare snellader.Voor de 400V-tractiebatterij 2 wordt gebruikgemaakt van lithium-iontechnologie. De batterij slaat de energie op en levert de energie
Page 49 of 360

49
Toegang
2
WARNI NG
Zorg er, voordat u de voetbeweging maakt, voor dat u stevig en goed staat, zodat u uw evenwicht niet verliest (regen, sneeuw, ijs, modder, enz.).Let op dat u de uitlaatpijp niet aanraakt wanneer u de voetbeweging maakt, anders loopt u risico op brandwonden.
► Plaats uw voet onder de hoek van de achterbumper en beweeg vervolgens uw voet
met een normale snelheid opzij.De sensor signaleert het naderen en verdwijnen van de voet en activeert het openen of sluiten van de zijdeur.
NOTIC E
Zorg voor een vloeiende beweging en herhaal de beweging niet meteen weer of meerdere keren achtereen.Indien de deur niet wordt geopend, wacht dan ongeveer 2 seconden alvorens het opnieuw te proberen.Houd uw voet niet in de lucht.
NOTIC E
De richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele seconden, in combinatie met een geluidssignaal, om aan te geven dat de deur wordt geopend of gesloten.De richting waarin de deur beweegt wordt omgekeerd als er tijdens de beweging een voetbeweging plaatsvindt.Indien van toepassing worden de elektrisch bedienbare buitenspiegels ingeklapt/uitgeklapt wanneer de auto wordt vergrendeld/ontgrendeld.
Automatische vergrendeling
De auto vergrendelt zichzelf nadat een schuifdeur handsfree is gesloten.
NOTIC E
Als uw auto niet is uitgerust met een alarm, wordt het vergrendelen aangegeven door de richtingaanwijzers die gedurende ongeveer twee seconden gaan branden.Tegelijkertijd worden, afhankelijk van uw uitvoering, de buitenspiegels ingeklapt.
Inschakelen/uitschakelen
Met audiosysteem of touchscreen
Standaard wordt handsfree toegang ingeschakeld.De functie “handsfree toegang tot achterklep” of het automatisch vergrendelen van de auto wanneer de schuifdeur wordt gesloten kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Storing
Een geluidssignaal dat driemaal wordt herhaald
terwijl deze functie wordt gebruikt, geeft aan dat er een storing in het systeem aanwezig is.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 63 of 360

63
Ergonomie en comfort
3
NOTIC E
In-/uitklappen bij vergrendelen/ontgrendelen van de auto kan worden uitgeschakeld. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Indien nodig kunnen de spiegels handmatig worden in- en uitgeklapt.
Verwarmde buitenspiegels
► Druk op deze toets.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het ontwasemen en ontdooien van de achterruit.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediend model
Dag-/nachtstand
► Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.► Duw het hendeltje naar voren om de spiegel terug te zetten in de dagstand.Instellen► Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Automatische elektrochromatische
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht meet die vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel valt, gaat de binnenspiegel geleidelijk en automatisch over van de dag- in de nachtstand.
NOTIC E
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Page 94 of 360

94
WARNI NG
Controleer, voordat u de tafel of een afzonderlijke stoel naar voren of achteren beweegt, of de rugleuning van de stoel rechtop staat en de tafel is ingeklapt.
WARNI NG
Steek bij het opklappen van de tafelbladen nooit uw hand in het schuifgebied, anders kunnen uw vingers bekneld raken. Gebruik de daarvoor bestemde handgreep.
Verwarming en ventilatie
Advies
NOTIC E
Gebruik van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Let er voor een gelijkmatige verdeling
van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij blijven.► Dek de zonlichtsensor op het dashboard niet af; deze wordt gebruikt voor het regelen van de automatische airconditioning.► Zet de airconditioning ten minste één of twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden.► Als het systeem geen koude lucht aanvoert, schakel het dan uit en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhangwagen op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
WARNI NG
Vermijd te lang rijden met een uitgeschakelde aanjager en het te lang gebruiken van de luchtrecirculatie. Zo voorkomt u dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Als de binnentemperatuur zeer hoog is wanneer de auto lang in de zon heeft gestaan, is het raadzaam het passagierscompartiment korte tijd te ventileren.Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het passagierscompartiment goed ververst wordt.
NOTIC E
Condensvorming door de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt Dit is een normaal verschijnsel.
Page 109 of 360

109
Verlichting en zichtbaarheid
4
Richtingaanwijzers
► Links of rechts: beweeg de lichtschakelaar omlaag of omhoog, tot voorbij het weerstandspunt.
NOTIC E
Wanneer de richtingaanwijzers na meer dan 20 seconden nog niet zijn uitgeschakeld, neemt het volume van het geluidssignaal toe wanneer de snelheid hoger is dan 80 km/h.
Drie keer knipperen
► Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag, zonder deze door de weerstand te drukken. De desbetreffende richtingaanwijzers zullen drie keer knipperen.
Dagrijverlichting/positielicht
Indien van toepassing gaat deze verlichting automatisch branden wanneer de motor wordt gestart terwijl de lichtschakelaar in de stand “0” of “AUTO” staat.
Automatisch inschakelen
van de verlichting
Wanneer de zonlichtsensor signaleert dat er weinig omgevingslicht is, worden de kentekenplaatverlichting, het positielicht en het dimlicht automatisch ingeschakeld, zonder dat de bestuurder iets hoeft te doen. De verlichting kan ook gaan branden als er regen wordt gesignaleerd. Tegelijkertijd treden dan de automatische ruitenwissers met regensensor in werking.Zodra er weer voldoende licht is of nadat de ruitenwissers zijn uitgeschakeld, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld.
Storing
Bij een storing in de regen-/zonlichtsensor gaat de verlichting branden en gaat dit waarschuwingslampje branden in het instrumentenpaneel. Daarnaast klinkt er een geluidssignaal en/of wordt er een melding weergegeven.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Dek de regen-/zonlichtsensor, die zich aan de bovenzijde van de voorruit, in het midden achter de binnenspiegel bevindt, niet af. De bijbehorende functies worden anders niet meer geregeld.
NOTIC E
Bij mist of sneeuw signaleert de regen-/zonlichtsensor mogelijk ten onrechte voldoende licht. Hierdoor wordt de verlichting niet automatisch ingeschakeld.
Page 110 of 360

11 0
NOTIC E
De binnenzijde van de voorruit raakt mogelijk beslagen, waardoor de regen-/zonlichtsensor niet goed werkt.Ontwasem de voorruit bij vochtig en koud weer regelmatig.
Follow Me Home-verlichting
en instapverlichting
Follow Me Home-verlichting
Handbediend
In-/uitschakelen► Geef met het contact UIT een “lichtsignaal” met de lichtschakelaar om de functie in of uit te schakelen.De handbediende follow me home-verlichting gaat na een bepaalde tijd automatisch uit.
Automatisch
Als de functie “automatische verlichting” is ingeschakeld (lichtschakelaar in de stand
“AUTO”) en er weinig licht is, gaat het dimlicht automatisch branden wanneer het contact UIT wordt gezet.
Met audiosysteem of touchscreen
Het in- en uitschakelen en de duur van de Follow Me Home-verlichting kunnen worden ingesteld via het configuratiemenu van de auto.
Instapverlichting buitenzijde
De instapverlichting is bedoeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken. De instapverlichting is actief als de lichtschakelaar in de stand "AUTO" staat en de lichtsensor weinig omgevingslicht detecteert.
Inschakelen
Druk op deze toets op de afstandsbediening of een van de voorportiergrepen met het “Smart Entry & Start”-systeem.
Het dimlicht en het positielicht gaan branden: uw auto wordt ontgrendeld.
Uitschakelen
De instapverlichting aan de buitenzijde gaat na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het AAN zetten van het contact of het vergrendelen van de auto.
Programmeren
Met audiosysteem of touchscreen
Het in- of uitschakelen van de functie en de tijdsduur van de instapverlichting zijn in te stellen via het configuratiemenu van de auto.
Bochtverlichting
Dit systeem maakt gebruik van de lichtbundel van een mistlamp voor om de binnenzijde van een bocht te verlichten, wanneer het grootlicht of dimlicht is ingeschakeld en de rijsnelheid lager is dan 40 km/h (stadsverkeer, bochtige weg, kruispunten, inparkeren).
Zonder/met bochtverlichting
In-/uitschakelen
Het systeem start:– als de desbetreffende richtingaanwijzer is ingeschakeld.of– als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid.Het wordt inactief in de volgende gevallen:
Page 115 of 360

11 5
Verlichting en zichtbaarheid
4
Automatische ruitenwissers
voor
In de AUTO-modus werken de ruitenwissers automatisch en passen ze zich aan de intensiteit van de regen aan.De regendetectiefunctie gebruikt een regen-/zonlichtsensor aan de bovenzijde van de voorruit, in het midden, achter de binnenspiegel.
Inschakelen
► Druk de bedieningsschakelaar kort omlaag.De ruitenwissers maken één slag om het inschakelen te bevestigen.Dit waarschuwingslampje gaat branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding.
Uitschakelen
► Duw de bedieningsschakelaar nog een keer kort omlaag of zet de bedieningsschakelaar in een andere stand (Int, 1 of 2).Dit waarschuwingslampje dooft op het instrumentenpaneel en er wordt een melding weergegeven.
NOTIC E
Als het contact gedurende meer dan een minuut UIT is geweest, moeten de automatische ruitenwissers opnieuw worden ingeschakeld door de bedieningsschakelaar omlaag te duwen.
Storing
Als zich een storing voordoet in de automatische werking van de ruitenwissers, werken deze in de intervalstand.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Dek de regen-/zonlichtsensor niet af.Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat.Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Achterruitenwisser
Uit.
Intervalwerking.
Sproeien-wissen (gedurende enige tijd)
Achteruitversnelling
Als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, gaat de achterruitenwisser automatisch werken als de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen
Met audiosysteem of touchscreen
De instellingen van het systeem kunnen worden gewijzigd via het configuratiemenu van de auto.
NOTIC E
Deze functie is standaard ingeschakeld.
Page 133 of 360

133
Veiligheid
5
uitgevoerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Airbags voorHoud het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het middelste deel van het stuurwiel rusten.Passagiers mogen hun voeten niet op het dashboard laten rusten.Rook niet in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.Bevestig geen voorwerpen op of aan het stuurwiel of dashboard. Deze kunnen bij het
afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
WARNI NG
Side airbagsBreng uitsluitend goedgekeurde stoelhoezen aan die compatibel zijn met deze airbags. Neem voor informatie over het assortiment stoelhoezen voor uw auto contact op met een Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (bijv. kleding): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.De portierpanelen van de voorportieren bevatten de zijdelingse botsingssensoren.Schade aan het portier of het niet correct uitvoeren van werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) aan de voorportieren of de binnenbekleding van de voorportieren kan ertoe leiden dat deze sensoren niet meer
goed werken. In dat geval werken de side airbags mogelijk niet!Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
PROACE VERSO
WARNI NG
Curtain airbagsBevestig nooit iets op of aan de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de curtain airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.Verwijder de handgrepen aan het dak niet; deze maken deel uit van de bevestiging van de curtain airbags.
Page 164 of 360

164
NOTIC E
Als de buitentemperatuur hoog is, is het raadzaam bij stilstaande auto de motor 1 tot 2 minuten stationair te laten draaien om de koeling te vergemakkelijken.
Controle voor vertrek
Kogeldruk
► Verdeel het gewicht in de aanhangwagen gelijkmatig, plaats zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as (op het punt van samenkomst bij uw auto) en probeer de maximaal toegestane kogeldruk zo dicht mogelijk te benaderen zonder deze te overschrijden.
Banden
► Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhangwagen en breng deze indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
► Controleer de verlichting van de aanhangwagen en de hoogteverstelling van de koplampen van uw auto.
NOTIC E
Als een originele TOYOTA-trekhaak wordt gebruikt, worden de parkeersensoren achter automatisch uitgeschakeld zodat u geen hinder hebt van het geluidssignaal.
Tijdens het rijden
Koeling
Het trekken van een aanhangwagen op een helling zorgt ervoor dat de koelvloeistoftemperatuur stijgt. Het maximale aanhangwagengewicht is afhankelijk van het hellingspercentage en de buitentemperatuur. Het koelvermogen van de ventilator neemt niet toe met het motortoerental.► Verlaag de rijsnelheid en het motortoerental om het opwarmen te verminderen.Houd altijd de koelvloeistoftemperatuur in de gaten.Als dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met het waarschuwingslampje STOP, stop dan zo snel mogelijk en zet de motor uit.
Remmen
Met een aangekoppelde aanhangwagen heeft de auto een langere remweg. Vermijd langdurig gebruik van de remmen om te voorkomen dat ze
oververhit raken.
Zijwind
Houd er rekening mee dat de auto tijdens het trekken van een aanhangwagen gevoeliger is voor wind.
Inbraakbeveiliging
Elektronische
startblokkering
In de afstandsbediening is een chip met een specifieke code aangebracht. Om te kunnen starten moet bij het aanzetten van het contact deze code worden herkend door de startblokkering.Enkele seconden na het uitzetten van het contact vergrendelt dit systeem het motormanagementsysteem om te voorkomen dat de motor na een eventuele inbraak in de auto kan worden gestart.Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit lampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.De auto kan niet worden gestart; neem zo spoedig mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.