stop start TOYOTA PROACE VERSO 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2023Pages: 360, PDF Size: 70.25 MB
Page 36 of 360

36
► Trek, om de laadruimte te ontgrendelen terwijl u de Smart Entry & Start op zak hebt, aan de handgreep van de achterklep en til deze op.
NOTIC E
Het ontgrendelen wordt aangegeven door het gedurende enkele seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen
Met de sleutel
► Steek, om de auto volledig te ontgrendelen, de sleutel in het slot van het voorportier links en draai hem richting de achterzijde van de auto.Als uw auto is uitgerust met een alarm, wordt dit niet ingeschakeld.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto volledig te vergrendelen.
Met Smart Entry & Start op
zak
Om de auto te vergrendelen, moet de
afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevinden.
► Druk op de merktekens op de handgreep (voorportier(en), handmatig bedienbare schuifdeur(en) of linker achterdeur) om de auto te vergrendelen.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
► Druk terwijl u de Smart Entry & Start op zak hebt op de merktekens op de handgreep van een van de voorportieren om de auto volledig te vergrendelen.
Met achterklep
► Druk terwijl u de Smart Entry & Start op zak hebt op de vergrendelschakelaar van de achterklep om de auto te vergrendelen.
NOTIC E
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de ruiten worden gesloten door de vergrendeltoetsen ingedrukt te houden. Als de toets wordt losgelaten, stopt de ruit in die stand.
WARNI NG
Zorg ervoor dat niets of niemand het correct sluiten van de ruiten in de weg staat.Let extra goed op kinderen bij het bedienen van ruiten.
NOTIC E
Als de auto niet is uitgerust met een alarm, wordt het vergrendelen bevestigd door de richtingaanwijzers die gedurende ongeveer twee seconden gaan branden. Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering, de buitenspiegels ingeklapt.
WARNI NG
Als u met vergrendelde portieren rijdt, kan het voor de hulpdiensten in een noodgeval moeilijker zijn om zich toegang tot het passagierscompartiment te verschaffen.Verlaat om veiligheidsredenen de auto nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de afstandsbediening mee te nemen.
Page 38 of 360

38
Back-upprocedures
Kwijtgeraakte sleutels,
afstandsbediening,
elektronische sleutel
Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige en
neem het kentekenbewijs van de auto, uw identiteitsbewijs en, indien mogelijk, het label met de sleutelcode mee.De erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan de sleutelcode en de transpondercode die nodig zijn voor het bestellen van een nieuwe sleutel achterhalen.
Ontgrendel/vergrendel de
auto met de sleutel
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:– Batterij afstandsbediening ontladen.– Storing in afstandsbediening.– Accu ontladen.– Auto in een gebied met sterke elektromagnetische interferentie.Vervang in het eerste geval de batterij van de afstandsbediening.Initialiseer in het tweede geval de afstandsbediening opnieuw.Raadpleeg de desbetreffende hoofdstukken.
► Steek de sleutel in het portierslot.► Draai de sleutel naar de voorzijde/achterzijde om de auto te ontgrendelen/vergrendelen.► Draai de sleutel binnen 5 seconden nogmaals naar de achterzijde om de supervergrendeling in te schakelen.
NOTIC E
Als de auto is uitgerust met een alarm, wordt dit niet ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.Als het alarm is ingeschakeld, klinkt de sirene als het portier wordt geopend. Zet het contact AAN om het te stoppen.
NOTIC E
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel in het portierslot nadat deze is vergrendeld met de afstandsbediening of het Smart Entry & Start-systeem, worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld.Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel in het slot nadat deze met de sleutel is vergrendeld, worden alleen de portieren (voorportieren en schuifdeur(en)) ontgrendeld. De achterdeuren en de achterklep worden niet
ontgrendeld. Zet het contact AAN om ze te ontgrendelen.
Centrale vergrendeling werkt
niet
Gebruik deze procedures in de volgende gevallen:– Storing in centrale vergrendeling.– Accu losgenomen of ontladen.
W ARNI NG
Bij een storing in de centrale vergrendeling moet de accu worden losgenomen om te garanderen dat de auto volledig wordt vergrendeld.
Portier links voor
► Steek de sleutel in het portierslot.► Draai de sleutel naar de achterzijde van de auto om te vergrendelen en naar de voorzijde van de auto om te ontgrendelen.
Voorpassagiersportier en schuifdeur
Losmaken► Trek aan de binnenportiergreep.Vergrendelen► Open het portier/de deur.► Controleer bij de zijdeur of het kinderslot niet is geactiveerd. Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk.
Page 40 of 360

40
► Plaats een nieuwe batterij en let daarbij op de polariteit. Begin door hem in de contactpunten in de hoek te steken en klik vervolgens het deksel op de module.► Initialiseer de afstandsbediening opnieuw.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het opnieuw initialiseren van de afstandsbediening.
EC O
Gooi de batterijen van de afstandsbediening niet bij het gewone afval. Ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu. Breng ze naar een speciaal inzamelpunt.
Opnieuw initialiseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of in geval van een storing moet de afstandsbediening mogelijk opnieuw geïnitialiseerd worden.
Zonder Smart Entry & Start
► Zet het contact UIT.► Draai de sleutel in stand 2 (contact AAN).► Druk de toets met het gesloten hangslot onmiddellijk gedurende een aantal seconden in.► Zet het contact UIT en verwijder de sleutel uit het contactslot.De afstandsbediening is nu weer volledig operationeel.
Met Smart Entry & Start
► Steek de mechanische sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot om de auto te openen.► Plaats de elektronische sleutel tegen de back-uplezer op de stuurkolom en houd hem daar totdat het contact AAN is.► Handgeschakelde transmissie: zet de selectiehendel in de neutraalstand en trap vervolgens het koppelingspedaal volledig in.
► Automatische transmissie of keuzeschakelaar: trap het rempedaal in terwijl stand P geselecteerd is.► Zet het contact AAN door op de knop “START/STOP” te drukken.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het probleem na het opnieuw initialiseren niet is verholpen.
Page 44 of 360

44
Algemene aanbevelingen
voor de schuifdeuren
WARNI NG
Bedien de deuren alleen als de auto stilstaat.We raden u voor uw eigen veiligheid en die van uw passagiers en voor een juiste werking van
de deuren ten zeerste aan niet met een open deur te rijden.Controleer altijd of het veilig is om de deur te bedienen en zorg er met name voor dat kinderen en dieren zich niet zonder toezicht in de buurt van de bedieningselementen van de deuren bevinden.U wordt hierop geattendeerd door een geluidssignaal, een waarschuwingslampje “open deur” en een melding op het scherm. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u deze waarschuwing wilt uitschakelen.Vergrendel de auto als u gebruikmaakt van een wasstraat.
WARNI NG
Zorg er vóór het openen of sluiten en tijdens het bewegen van de deuren voor dat er zich geen personen, dieren of objecten bevinden in de
deuropening of op een andere plaats waar de gewenste beweging gehinderd wordt, in of buiten de auto.Het niet opvolgen van dit advies kan leiden tot letsel of schade als een persoon of object bekneld raakt.Het openen van de elektrisch bedienbare deuren is niet mogelijk bij een snelheid van meer dan 3 km/h.
– Als u echter wegrijdt met geopende deuren, moet u de snelheid eerst terugbrengen tot minder dan 30 km/h voordat u ze kunt sluiten.– Iedere poging om een deur elektrisch te openen m.b.v. de handgreep aan de binnenzijde, zorgt ervoor dat de deur enkel handmatig kan worden geopend.– Deze situatie gaat vergezeld van een geluidssignaal, een waarschuwingslampje “open deur” en een melding op het scherm. De auto moet worden stilgezet om de deur te ontgrendelen en weer te kunnen bedienen.
WARNI NG
Zorg ervoor dat u het geleidergedeelte op de vloer niet blokkeert, zodat de deur correct kan schuiven.Rijd om veiligheids- en functionele redenen niet
met de auto als de schuifdeur open is.
NOTIC E
De elektrische bediening wordt uitgeschakeld in het geval van een aanrijding. Handmatig openen en sluiten blijft mogelijk.
NOTIC E
Tijdens het starten van de motor wordt de beweging van de deuren onderbroken en weer hervat wanneer de motor draait.
NOTIC E
Afhankelijk van de gemonteerde motor, zal de deur een stukje worden geopend en vervolgens stoppen wanneer de deur wordt gesloten en er een openingsverzoek wordt gedaan in de stopmodus van Stop & Start. In de Start-modus wordt de beweging van de deur hervat wanneer de motor opnieuw wordt gestart.
NOTIC E
Open de schuifdeur volledig om de vergrendeling (aan de onderkant van de deur) te activeren en de deur zo in de geopende positie te houden.
Page 51 of 360

51
Toegang
2
Uitschakelen
► Druk op de ontgrendeltoets op de afstandsbediening.of► Ontgrendel de auto met het Smart Entry & Start-systeem.Het bewakingssysteem wordt uitgeschakeld: het controlelampje in de toets dooft en de richtingaanwijzers knipperen gedurende ongeveer
2 seconden.
NOTIC E
Wanneer de auto automatisch weer wordt vergrendeld (wat gebeurt als een portier of de achterdeur/achterklep niet binnen 30 seconden na ontgrendeling wordt geopend), wordt het bewakingssysteem ook automatisch opnieuw geactiveerd.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, klinkt de sirene en knipperen de richtingaanwijzers gedurende 30 seconden.De bewakingsfuncties blijven actief totdat het alarm tien keer achter elkaar is afgegaan.Wanneer de auto wordt ontgrendeld, gaat het controlelampje in de toets snel knipperen om aan te geven dat het alarm is afgegaan tijdens
uw afwezigheid. Wanneer het contact AAN wordt gezet, stopt het knipperen direct.
Vergrendelen van de auto met
alleen omtrekbewaking
Schakel de volumetrische bewaking van het interieur uit om de voorkomen dat het alarm onbedoeld afgaat in bepaalde gevallen, zoals:– Een ruit die gedeeltelijk openstaat.– Wassen van de auto.– Verwisselen van een wiel.
– Slepen van de auto.– Vervoer op een schip of veerpont.
Uitschakelen van de volumetrische
bewaking van het interieur
► Zet het contact UIT en druk binnen 10 seconden op de alarmtoets totdat het controlelampje blijft branden.► Verlaat de auto.► Vergrendel de auto direct met de afstandsbediening of het “Smart Entry & Start”.Alleen de omtrekbewaking is geactiveerd: het rode controlelampje in de toets knippert iedere seconde.Om effect te hebben moet het uitschakelen worden uitgevoerd op het moment dat het contact UIT wordt gezet.
Opnieuw inschakelen van de
volumetrische bewaking van het
interieur
► Deactiveer de omtrekbewaking door de auto te ontgrendelen met de afstandsbediening of het “Smart Entry & Start”.Het controlelampje in de toets dooft.
► Activeer het volledige alarmsysteem door de auto te vergrendelen met de afstandsbediening of het “Smart Entry & Start”.Het rode controlelampje in de toets knippert opnieuw iedere seconde.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
► Vergrendel de auto of activeer de supervergrendeling met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.
Als de afstandsbediening niet
werkt
Uitschakelen van de bewakingsfuncties:► Ontgrendel de auto met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.► Open het portier. Het alarm gaat af.► Zet het contact AAN. Het alarm stopt en het controlelampje in de toets dooft.
Storing
Wanneer het contact AAN wordt gezet, blijft het rode controlelampje in de toets branden. Dit geeft een storing in het systeem aan.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een
Page 52 of 360

52
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Automatisch inschakelen
(Afhankelijk van het land van verkoop)Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterdeur/achterklep is gesloten automatisch geactiveerd.► Druk, om te voorkomen dat het alarm
afgaat wanneer u in de auto stapt, eerst op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of ontgrendel de auto met het Smart Entry & Start.
Elektrisch bedienbare
ruiten
1.Elektrische ruitbediening links.
2.Elektrische ruitbediening rechts.
Werking
► Druk op/trek aan de schakelaar zonder voorbij het weerstandspunt te gaan om de ruit handmatig te openen/sluiten: de ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.► Druk op/trek aan de schakelaar tot voorbij het weerstandspunt om de ruit automatisch te openen/sluiten: de ruit wordt volledig geopend/gesloten als de schakelaar wordt losgelaten (wanneer de schakelaar weer wordt ingedrukt, stopt de beweging van de ruit).
NOTIC E
De bedieningselementen van de elektrisch bedienbare ruiten blijven gedurende ongeveer 45 seconden na het UIT zetten van het contact actief als de voorportieren niet zijn geopend.Daarna worden de bedieningselementen uitgeschakeld. Zet het contact opnieuw AAN om ze weer in te schakelen.
Klembeveiliging
Indien uw auto is uitgerust met klembeveiliging, stopt de beweging van de ruit wanneer deze een obstakel tegenkomt terwijl hij omhoog beweegt en gaat hij gedeeltelijk weer omlaag.Wanneer de ruit tijdens het sluiten onbedoeld wordt geopend, druk dan op de schakelaar totdat de ruit volledig is geopend. Trek binnen 4 seconden de schakelaar omhoog totdat de ruit is gesloten.
De klembeveiliging werkt niet tijdens deze handeling.
Opnieuw initialiseren van de
ruitbediening
Na het aansluiten van de accu of in geval van een abnormale beweging van de ruit moet de klembeveiliging opnieuw worden geïnitialiseerd.De klembeveiliging wordt gedurende de volgende opeenvolgende handelingen uitgeschakeld.Voor elke ruit:► Open de ruit volledig en sluit hem vervolgens; hij beweegt elke keer dat op de schakelaar wordt gedrukt een paar centimeter omhoog. Herhaal de handeling totdat de ruit volledig gesloten is.► Blijf de schakelaar gedurende ten minste een seconde omhoog trekken nadat de ruit de gesloten positie heeft bereikt.
Page 58 of 360

58
Elektrische
lendensteunverstelling
► Druk de schakelaar in om de lendensteun naar wens in te stellen.
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage van de lendenen en werkt alleen bij draaiende motor en in de STOP-modus van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen/uitschakelen
► Druk op deze toets om de functie in of uit te schakelen.Bij het inschakelen gaat het controlelampje branden. De massagefunctie wordt gedurende een
uur ingeschakeld.Gedurende deze periode wordt de massage uitgevoerd in 6 cycli van 10 minuten (6 minuten massage gevolgd door een pauze van 4 minuten).Na een uur wordt de functie uitgeschakeld en dooft het controlelampje.
Aanpassen van intensiteit
Druk op deze toets om de intensiteit van de massage aan te passen.Er zijn twee massageniveaus beschikbaar.
Verstellen stuurwiel
► Trek, wanneer de auto stilstaat, de bedieningshendel omlaag om het stuurwiel te ontgrendelen.► Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte.► Trek de bedieningshendel omhoog om het stuurwiel te vergrendelen.
WARNI NG
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit wanneer de auto stilstaat.
Page 80 of 360

80
► Open het klepje en sluit een geschikte adapter aan om een 12V-accessoire aan te sluiten (maximaal vermogen: 120 watt).
WARNI NG
Houd rekening met het maximale vermogen om schade aan het accessoire te voorkomen.
WARNI NG
Het aansluiten van een elektrisch apparaat dat niet is goedgekeurd door TOYOTA, zoals een lader met een USB-aansluiting, kan een negatieve invloed hebben op de werking van de elektrische systemen van de auto, waardoor er storingen kunnen optreden in de vorm van een slechte radio-ontvangst of storing op de
beeldschermen.
USB-aansluiting
De aansluiting kan worden gebruikt voor het aansluiten van een draagbaar apparaat of een USB-stick.U kunt er ook audiobestanden mee afspelen via de luidsprekers van de auto.Deze bestanden kunnen worden beheerd met de toetsen op het stuurwiel of van het audiosysteem.
De USB-aansluiting kan ook worden gebruikt om een smartphone via Android Auto® of CarPlay® te verbinden, zodat u
bepaalde apps van uw smartphone via het touchscreen kunt gebruiken.Om de beste resultaten te bereiken, moet u de kabel van de fabrikant gebruiken of een kabel die door de fabrikant is goedgekeurd.Deze apps kunnen worden beheerd met de toetsen op het stuurwiel of van het audiosysteem.
NOTIC E
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting wordt het draagbare apparaat automatisch opgeladen.Tijdens het laden wordt er een melding weergegeven als het stroomverbruik van het draagbare apparaat hoger is dan de door de auto geleverde stroomsterkte.Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen.
220V-aansluiting
Afhankelijk van de uitvoering bevindt zich onder de voorstoel rechts een 220V-aansluiting (50
Hz) (maximumvermogen: 120 W); deze is dus bereikbaar vanaf de tweede zitrij.Deze aansluiting werkt bij draaiende motor en in de STOP-modus van Stop & Start.
Page 91 of 360

91
Ergonomie en comfort
3
Bevat gefluoreerde broeikasgassen R134aAfhankelijk van de uitvoering en het land van bestemming bevat het airconditioningsysteem gefluoreerde broeikasgassen R134a.Gascapaciteit 0,5 kg (+/- 0,025 kg), GWP-index 1430 (CO2-equivalent: 0,715 t).
NOTIC E
Stop & StartDe verwarmings- en airconditioningssystemen werken alleen als de motor draait.Schakel tijdelijk het Stop & Start-systeem uit om een comfortabele temperatuur in het passagierscompartiment te behouden.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Stop & Start.
NOTIC E
ECO-rijmodusDoor deze modus te selecteren neemt het verbruik van elektrische energie af, maar worden de prestaties van de verwarming en airconditioning beperkt, hoewel deze niet worden uitgeschakeld.
Verwarming
Handmatig bediende
airconditioning
De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor.
1.Temperatuur.
2.Luchtstroom.
3.Luchtverdeling.
4.Recirculatie van lucht in het interieur.
5.Airconditioning aan/uit.
Luchtopbrengst
► Draai aan knop 2 om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
NOTIC E
Wanneer de knop van de luchtopbrengstregeling in de stand minimaal staat (systeem UIT), wordt de temperatuur niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Temperatuur
► Draai knop 1 van “LO” (koel) naar “HI” (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.
Luchtverdeling
► Druk herhaaldelijk op toets 3 om de luchtstroom te verdelen naar:– de voorruit, de zijruiten en de voetenruimten, – de voetenruimten,– de middelste ventilatieroosters, de zijventilatieroosters en de voetenruimten,– de voorruit, de zijruiten, de middelste ventilatieroosters, de zijventilatieroosters en de voetenruimten,– de middelste ventilatieroosters en de zijventilatieroosters, – de voorruit en de zijruiten (ontwasemen of ontdooien).
Page 96 of 360

96
Verwarming en
airconditioning achter
Als uw auto is voorzien van een airco-unit achter in het dak, verspreidt dit systeem de gekoelde/verwarmde lucht via een distributierail en afzonderlijke uitstroomopeningen.
Luchtopbrengst
► Draai aan de knop om de luchtcirculatie te doen toenemen of afnemen.
Temperatuurinstelling
► Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.Deze regeling past tegelijkertijd de temperatuur en
de locatie van de luchttoevoer aan:– blauw: de lucht wordt voornamelijk via het dak toegevoerd,– rood: de lucht wordt voornamelijk via de uitstroomopening rechts op de derde zitrij toegevoerd.
Inschakelen/uitschakelen
Afhankelijk van de uitvoering is deze toets voorin te bedienen, vanaf het bedieningspaneel voor de automatische airconditioning met gescheiden regeling.► Druk op deze toets om de bediening van de toetsen achter in of uit te schakelen.
Extra verwarming/ventilatie
Verwarming
Dit is een aanvullend en afzonderlijk systeem dat het passagierscompartiment voorverwarmt en de ruiten sneller ontdooit.Dit controlelampje brandt als het systeem wordt geprogrammeerd of als het op afstand wordt ingeschakeld via de afstandsbediening.Het knippert zolang de verwarming werkt en gaat uit aan het einde van de verwarmingscyclus of wanneer de verwarming wordt uitgeschakeld met de afstandsbediening.
Ventilatie
Dit systeem ventileert het passagierscompartiment met buitenlucht om ervoor te zorgen dat in de zomer een aangenamere temperatuur wordt ervaren bij het instappen.
Programmeren
Gebruik bij een TOYOTA Pro Touch met
navigatiesysteem de afstandsbediening om de extra verwarming te starten/stoppen.