isofix TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 37 of 646

• Laat kleine kinderen geen onderdelen
bedienen waarbij lichaamsdelen vast
kunnen komen te zitten of bekneld
kunnen raken, zoals de elektrisch
bedienbare ruiten, de motorkap en de
achterklep.
WAARSCHUWING!
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto
achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zouden de auto kunnen
starten of de neutraalstand kunnen
inschakelen. Er bestaat ook het risico
dat kinderen letsel oplopen wanneer ze
met de zijruiten, het schuifdak (indien
aanwezig), het panoramadak (indien
aanwezig) of andere voorzieningen in
de auto spelen. Verder kan de
temperatuur in de auto zo hoog
oplopen of zo ver dalen dat dat
kinderen fataal kan worden.
1.2.3 Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje in de
auto plaatst, zijn er
voorzorgsmaatregelen die u in acht moet
nemen, verschillende soorten baby- en
kinderzitjes en verschillende
plaatsingsmethoden, enz. Deze staan
beschreven in deze handleiding.
• Gebruik een baby- of kinderzitje
wanneer er een klein kind in de auto
meerijdt dat nog niet op de juiste
wijze gebruik kan maken van een
veiligheidsgordel. Plaats voor de
veiligheid van het kind het baby- of
kinderzitje op een achterstoel. Zorg
ervoor dat u de plaatsingsmethode
opvolgt die in de handleiding van het
baby- of kinderzitje staat.
• Wij raden het gebruik van een
origineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien deze in het
gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes vanToyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze kopen bij
een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te houden:
blz. 35
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
blz. 36
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: blz. 39
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
blz. 44
• Vastgezet met een veiligheidsgordel:
blz. 45
• Vastgezet met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt: blz. 46
• Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: blz. 47
Punten om rekening mee te houden
• Geef prioriteit aan de
waarschuwingen en neem deze in
acht. Houd u daarnaast ook aan de
wetgeving en voorschriften met
betrekking tot baby- en kinderzitjes.
• Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de
standaard gemonteerde
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
gebruiken.
• Kies een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
• Let erop dat niet alle baby- of
kinderzitjes in alle auto's kunnen
worden gemonteerd. Controleer,
voordat u een baby- of kinderzitje
koopt of gebruikt, of het zitje geschikt
is voor de stoelposities. (→Blz. 39)
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
35
1
Veiligheid en beveiliging
Page 42 of 646

*3Het weergegeven keurmerk kan per
product verschillend zijn.
Geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Uitschakelen van voorpassa-
giersairbag.
Inschakelen van voorpassa-
giersairbag en zonder aan/
uit-schakelaar airbag. Ge-
bruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel.
Geschikt voor een “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een in de rij-
richting geplaatst “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een baby- of
kinderzitje dat is vermeld in
de informatie m.b.t. aanbe-
volen baby- en kinderzitjes
(→blz. 43).
Geschikt voor i-Size- en
ISOfix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
*1Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de
passagiersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het kinderzitje
en de rugleuning, stel de rugleuning dan af
totdat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
*3Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
40
Page 44 of 646

Zitpositie
Stoelpositienum-
mer
Auto's
zonder
aan/uit-
schakelaar
airbagAan/uit-schakelaar air-
bag
Links Midden Rechts ON OFF
Zitpositie geschikt
voor zijwaarts ge-
plaatst zitje (L1/L2/
Nee)Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevesti-
ging voor tegen de
rijrichting in ge-
plaatst zitje (R1/
R2X/R2/R3/Nee)Nee Nee NeeR1, R2X,
R2, R3NeeR1, R2X,
R2, R3
Geschikte bevesti-
ging voor in de rij-
richting geplaatst
zitje (F2X/F2/F3/
Nee)Nee Nee NeeF2X, F2,
F3NeeF2X, F2,
F3
Geschikte bevesti-
ging voor zitkussen
(B2/B3/Nee)Nee Nee Nee B2, B3 Nee B2, B3
*Alle universele categorieën (groep 0, 0+, I, II en III).
Toyota raadt gebruikers aan om gebruik te maken van zitpositie
en.
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”. Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de
informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst”
van het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de
verkoper van uw kinderzitje.
Ge-
wichts-
groepGewicht kindGrootte-
klasseBevesti-
gingBeschrijving
0minder dan 10 kgER1Tegen de rijrichting in geplaatst
babyzitje
FL1Naar links gericht babyzitje (reis-
wieg)
GL2Naar rechts gericht babyzitje
(reiswieg)
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
42
Page 46 of 646

De in de tabel genoemde baby- en
kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar
buiten de EU en het Verenigd Koninkrijk.
• Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuard
Azoals aangegeven in de afbeelding.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veiligheids-
gordel
Blz. 45
Bevestiging onderste ISOfix-
bevestigingspunt
Blz. 46
Bevestiging bevestigings-
punt bovenste gordel
Blz. 47
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
44
Page 48 of 646

Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje
mogelijk gebruikmaken van een
blokkeerclip. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als
uw zitje niet over een blokkeerclip
beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of
kinderzitje (onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
• Laat kinderen niet met de
veiligheidsgordel spelen. Als de
veiligheidsgordel om de nek van het
kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan
worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
• Controleer of de gesp goed in de
gordelsluiting is vergrendeld en of de
veiligheidsgordel niet gedraaid is.
• Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
• Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de
schoudergordel over het midden van
de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het
kind lopen, maar mag ook niet van de
schouder van het kind vallen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt
Onderste ISOfix-bevestigingspunten
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
onderste bevestigingspunten aanwezig.
(Labels geven aan waar de bevesti-
gingspunten zich in de stoelen bevinden.)
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
46
Page 49 of 646

Plaatsing van onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in de
tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
de fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montageposities
of doe navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (→
Blz. 39, blz. 40)
1. Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzitje en de
rugleuning, stel de rugleuning dan af
totdat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
2. Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (→Blz. 145)
3. Controleer de posities van de speciale
stangen en plaats het zitje op de stoel.
De stangen bevinden zich in de
opening tussen de zitting en de
rugleuning.4. Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (→Blz. 46)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
•Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
• Controleer bij het gebruik van de
onderste bevestigingspunten of er
geen vreemde voorwerpen rond de
bevestigingspunten aanwezig zijn en
of de gordel niet klem zit achter het
zitje.
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel
Bevestigingspunten bovenste gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
bevestigingspunten voor de bovenste
gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van de
bovenste gordel.
ABevestigingspunten bovenste gordel
BBovenste gordel
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
47
1
Veiligheid en beveiliging
Page 643 of 646

De startmotor draait niet, de
interieurverlichting en de koplampen
gaan niet aan of de claxon maakt geen
geluid..................450
Herstelprocedure...........460
Hoorbare symptomen........418
Merkbare symptomen........418
Noodstartfunctie (auto's met Smart
entry-systeem en startknop). . . .451
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te nemen
met de dealer.............414
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........432
Opnieuw starten
vandemotor..........418 , 454
Plaatsen van het reservewiel. . . .445
Plaats van bandenreparatieset, krik en
gereedschap..............432
Plaats van reservewiel, krik en
gereedschap..............441
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............416
Reparatiemethode in
noodgevallen.............434
Slepen in een noodgeval......416
Slepen met een lepelwagen.....414
Starten van de motor........452
Uitnemen van de
gereedschapstas...........442
Uitschakelsysteem
brandstofpomp............418
Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren................452
Vervangen van een wiel met een lekke
band..................443
Vervoeren op een autoambulance .415
Verwijderen van de
bandenreparatieset.........434
Verwijderen van de krik.......442
Verwijderen van het reservewiel . .443
Voordat u de band repareert. . . .430
Voor het opkrikken van de auto (auto's
met krik en gereedschap)......441
Zichtbare symptomen........418
Tanken
Openen van de tankdop . . .220 , 221
Sluiten van de tankdop.......221
Voor het tanken............220Ter informatie.................5
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag*......33
Airbags voor voorpassagier
uitschakelen...............34
Baby- en kinderzitjes.........35
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt .46
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel............45
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje................36
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie...........39
Inhoudsopgave.............35
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel............47
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje................44
Punten om rekening mee te
houden..................35
Rijden met kinderen in de auto....34
Systeemonderdelen..........33
Verstellen van de stoelen
Achterstoelen.............141
Afstellen in verticale richting. . . .145
Ergonomisch geheugen*......143
Hoofdsteunen.............145
Opslaan/oproepen van een
rijpositie................143
Plaatsen van de hoofdsteunen . . .146
Procedure voor
het verstellen..........140 , 141
Registreren/oproepen/uitschakelen
van een rijpositie in een elektronische
sleutel (geheugenoproepfunctie) .144
Rugleuningen achter
neerklappen..............141
Verwijderen van de hoofdsteunen .146
Voorstoelen..............140
Verstellen van het stuurwiel en de
spiegels
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel.............147
Afstellen van de spiegel.......150
Als u bepaalde verschijnselen
opmerkt................154
Antiverblindingsstand........148
Trefwoordenlijst
641
9
Trefwoordenlijst