reset TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 79 of 646

•Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit
er mogelijk een storing in het systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
• Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
• Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje
gedurende
10 seconden knipperen en blijft
daarna branden.
LCD-scherm
→Blz. 89
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
display trager reageren en worden
wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het display.
Deze vertraging kan de bestuurder doen
besluiten nogmaals terug te schakelen,
waardoor er snel en te sterk op de motor
wordt afgeremd en er een aanrijding kan
ontstaan, mogelijk met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
• Laat de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
• Als de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter in het
rode gebied (H) staat, kan de motor
oververhit zijn. Breng in dat geval de
auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is
afgekoeld. (→Blz. 458)
Gebruik van de toets ODO TRIP
Wanneer u op de toets ODO/TRIP drukt,
wordt geschakeld tussen de
onderwerpen op het display van de
kilometerteller, dagteller A, dagteller B en
de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel.
• Als de dagteller wordt weergegeven,
wordt deze gereset als de toets
ingedrukt wordt gehouden.
• Wanneer het display van de regeling
van de verlichting van het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven, kunt u de helderheid
van de verlichting van het
instrumentenpaneel afstellen door de
toets ingedrukt te houden.
2.1 Instrumentenpaneel
77
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 80 of 646

Afstellen helderheid
instrumentenpaneel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk
worden aangepast wanneer de
achterlichten branden en wanneer de
achterlichten uit zijn. Wanneer de
omgeving echter licht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de
verlichting van het instrumentenpaneel
niet aangepast wanneer de achterlichten
worden ingeschakeld.
Afstellen van de klok
De klok kan worden ingesteld via het
multi-informatiedisplay of het
navigatie-/multimediasysteem.
Auto's zonder navigatiesysteem
Door het scherm “Clock :00” (klok :00)
weer te geven via het scherm
op het
multi-informatiedisplay, kunt u de
volgende instellingen met betrekking tot
de klok wijzigen.
• Resetten van de weergave van de
minuten
• Wijzigen van de klok tussen 12-uurs-
en 24-uursweergave.
• Instellen van de tijd
Resetten van de weergave van de
minuten
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer “Clock :00” (klok :00).Door op
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel op het
scherm “Clock :00” (klok :00) te drukken,
kunt u de “Minutes” (minuten) instellen
op 00.
• Minuten van 0 tot 29 worden naar
beneden afgerond.
(Bijvoorbeeld, van 1:00 tot 1:29 wordt
weergegeven als 1:00)
• Minuten van 30 tot 59 worden naar
boven afgerond.
(Bijvoorbeeld, van 1:30 tot 1:59 wordt
weergegeven als 2:00)
Instellen van de tijd
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer “Clock :00” (klok :00).
3. Houd op het scherm “Clock :00” (klok
:00)
van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel ingedrukt.
4. Selecteer “12H/24H” (12 uur/24 uur),
“Time” (tijd) of “Minutes” (minuten)
door
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te bedienen.
5. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de weergave
op het display te wijzigen.
Druk als het instellen is voltooid op
om terug te keren naar het vorige
scherm.
Auto's met navigatiesysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1 Instrumentenpaneel
78
Page 84 of 646

– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
• Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje
gedurende
10 seconden knipperen en blijft
daarna branden.
LCD-scherm
→Blz. 89
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld de
weergave van het instrumentenpaneel)
kunnen worden gewijzigd op het scherm
van het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 94)
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
display trager reageren en worden
wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het display.
Deze vertraging kan de bestuurder doen
besluiten nogmaals terug te schakelen,
waardoor er snel en te sterk op de motor
WAARSCHUWING!(Vervolg)
wordt afgeremd en er een aanrijding kan
ontstaan, mogelijk met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
• Laat de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
•
Als de naald van de koelvloei-
stoftemperatuurmeter in het rode
gebied (H) staat, kan de motor
oververhit zijn. Breng in dat geval de
auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is afgekoeld.
(→
Blz. 458)
Gebruik van de toets ODO TRIP
Wanneer u op de toets ODO/TRIP drukt,
wordt geschakeld tussen de
onderwerpen op het display van de
kilometerteller, dagteller A, dagteller B en
de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel.
• Als de dagteller wordt weergegeven,
wordt deze gereset als de toets
ingedrukt wordt gehouden.
•
Wanneer het display van de regeling van
de verlichting van het instrument-
enpaneel wordt weergegeven, kunt u de
helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel afstellen door de
toets ingedrukt te houden.
2.1 Instrumentenpaneel
82
Page 85 of 646

Afstellen helderheid
instrumentenpaneel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk
worden aangepast wanneer de
achterlichten branden en wanneer de
achterlichten uit zijn. Wanneer de
omgeving echter licht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de
verlichting van het instrumentenpaneel
niet aangepast wanneer de
achterlichten worden ingeschakeld.
Afstellen van de klok
De klok kan worden ingesteld via het
multi-informatiedisplay of het
navigatie-/multimediasysteem.
Alleen auto's zonder navigatiesysteem of
multimediasysteem
Door het scherm “Clock :00” (klok :00)
weer te geven via het scherm
op het
multi-informatiedisplay, kunt u de
volgende instellingen met betrekking tot
de klok wijzigen.
• Resetten van de weergave van de
minuten
• Wijzigen van de klok tussen 12-uurs-
en 24-uursweergave.
• Instellen van de tijd
Resetten van de weergave van de
minuten
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer “Clock :00” (klok :00).
Door op
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel op het
scherm “Clock :00” (klok :00) te drukken,
kunt u de “Minutes” (minuten) instellen
op 00.• Minuten van 0 tot 29 worden naar
beneden afgerond.
(Bijvoorbeeld, van 1:00 tot 1:29 wordt
weergegeven als 1:00)
• Minuten van 30 tot 59 worden naar
boven afgerond.
(Bijvoorbeeld, van 1:30 tot 1:59 wordt
weergegeven als 2:00)
Instellen van de tijd
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer “Clock :00” (klok :00).
3. Houd op het scherm “Clock :00” (klok
:00)
van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel ingedrukt.
4. Selecteer “12H/24H” (12 uur/24 uur),
“Time” (tijd) of “Minutes” (minuten)
door
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te bedienen.
5. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de weergave
op het display te wijzigen.
Druk als het instellen is voltooid op
om terug te keren naar het vorige
scherm.
Alleen auto's met navigatiesysteem of
multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1 Instrumentenpaneel
83
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 90 of 646

Weergave kilometerteller en dagteller
Onderwerpen die worden weergegeven
• Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met
de auto gereden is.
• Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste keer
op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen
onafhankelijk van elkaar worden
gebruikt en verschillende afstanden
weergeven.
Wijzigen van de weergave
Het onderwerp verandert iedere keer dat
op de toets ODO/TRIP wordt gedrukt. Als
de dagteller wordt weergegeven, wordt
deze gereset als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
2.1.5 Multi-informatiedisplay
(4,2 inch of 7 inch display)
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met betrekking
tot het brandstofverbruik en
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie weer te geven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de
display-instellingen en andere
instellingen.
Informatie op display
De onderstaande informatie wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.Auto's met 4,2 inch display
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft herkende verkeersborden weer
terwijl het RSA-systeem (indien
aanwezig) in werking is. (→Blz. 248)
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 237)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 252)
• Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) (→blz. 263)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 272)
• Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 275)
BMenu-iconen (→blz. 90)
CInformatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
88
Page 92 of 646

Wijzigen van de weergave
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
AScrol door het scherm*/wijzig het
scherm*/beweeg de cursor
BIndrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van de aan de
persoonlijke voorkeur aanpasbaar
items
CTerugkeren naar het vorige scherm
DWeergeven van verzonden/
ontvangen oproepen en
oproepgeschiedenis (indien
aanwezig)
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden en
ontvangen oproepen weergegeven.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer
informatie over het handsfree-
systeem.
*Op schermen waar doorheen kan
worden gescrold en waarvan de weergave
kan worden veranderd, wordt een
scrollbar of een rond icoon met het aantal
geregistreerde schermen weergegeven.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
Probeer uit veiligheidsoverwegingen
tijdens het rijden de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel zo min
mogelijk te bedienen en blijf tijdens het
rijden niet continu naar het
multi-informatiedisplay kijken. Breng
de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel. Als u dat niet
doet, kunt u een stuurfout maken,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
Menu-iconen
Informatie met betrekking tot elk icoon
kan worden weergegeven door met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel het icoon te
selecteren. Afhankelijk van de situatie
wordt bepaalde informatie mogelijk
automatisch weergegeven.
Icoon Weergave
Weergave rij-informatie
(→blz. 91)
Weergave informatie
ondersteunend systeem
(→blz. 92)
Aan audiosysteem ge-
koppelde weergave (in-
dien aanwezig)
(→blz. 93)
Weergave rij-informatie
(→blz. 93)
Weergave instellingen
(→blz. 94)
Weergave waarschu-
wingsmelding
(→blz. 97)
2.1 Instrumentenpaneel
90
Page 93 of 646

Weergave rij-informatie
Hiermee kunt u de verbruiksgegevens op
verschillende manieren weergeven.
Weergave snelheidsmeter/actieradius
(4,2 inch display)
AWeergave snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
BActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 92)
Brandstofverbruik
De volgende informatie wordt
weergegeven.
AActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 92)
BActueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik
weer.
CGemiddeld brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde brand-
stofverbruik weer sinds de functie isgereset of het gemiddelde
brandstofverbruik sinds starten of
tanken.
*1,2,3
Het gemiddelde brandstofverbruik
dat wordt geselecteerd via “Fuel
Economy” (brandstofverbruik) op het
scherm
wordt weergegeven.
(→Blz. 94)
*1Gebruik het weergegeven
brandstofverbruik slechts ter referentie.
*2Het gemiddelde brandstofverbruik
sinds het resetten van de functie kan
worden gereset door
ingedrukt te
houden.
*3Het gemiddelde brandstofverbruik
sinds starten wordt telkens wanneer de
motor wordt uitgeschakeld gereset.
ECO-indicator (indien aanwezig)/
actieradius
Informatie op display
AECO-indicator
BActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 92)
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 95 of 646

Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven.
• Routebegeleiding
• Kompasdisplay
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het display.
Weergave voertuiginformatie
Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info Items” (items rij-info) (gemiddelde
rijsnelheid, afstand en totale tijd) kunnen
verticaal worden weergegeven. De weer-
gegeven informatie wijzigt overeenkom-
stig de instelling van “Drive Info Type”
(rij-info type) (sinds het starten van het
systeem of tussen resets). (→Blz. 94)
Gebruik de weergegeven informatie
slechts ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
• “Trip” (rit)
– “Average Speed” (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het starten van de
motor weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft de
gereden afstand sinds het starten
van de motor weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft de
verstreken tijd sinds het starten van
de motor weer
*
*
Deze items worden telkens wanneer
de motor wordt uitgeschakeld
gereset.
• “Total” (totaal)
– “Average Speed” (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft de
afgelegde afstand sinds het
resetten van het display weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft de
verstreken tijd sinds het resetten
van het display weer
*
*
Geef om te resetten het gewenste item
weer en houdingedrukt.
Weergave AWD-systeem (AWD-
uitvoeringen)
AWeergave richting voorwielen
Geeft de mate van bediening van het
stuurwiel en de bedieningsrichting
van het stuurwiel weer via wijzigin-
gen aan de voorwielen op het display.
BWeergave koppelverdeling
Geeft de status van de aandrijving
van elk wiel weer in 6 stappen van
0 tot 5.
CWeergave G-krachten*
Geeft de G-krachten op de auto en de
richting ervan weer via wijzigingen
aan de positie van de bal op het
display.
DKoers maximale G-kracht*
Dit item is gekoppeld aan de
weergave van de G-krachten; de
koers van de vorige beweging van de
bal wordt weergegeven.
Houd
ingedrukt om de registratie
te resetten.
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 99 of 646

– Display van binnenkomende
oproepen van het handsfree-
systeem (indien aanwezig)
– Bediening audio (indien aanwezig)
– Bediening volume (indien aanwezig)
– Spraakbediening (indien aanwezig)
– Duur Stop & Start-systeem (indien
aanwezig)
– Status Stop & Start-systeem (indien
aanwezig)
• “MID OFF” (MID uit)
Er wordt een leeg scherm
weergegeven
• “Default Settings” (standaardinst.)
Hiermee kunnen de instellingen van
de weergave van het
instrumentenpaneel worden gereset.
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
• In de volgende situaties wordt de
bediening van het instellingendisplay
tijdelijk uitgeschakeld.
– Wanneer er een
waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay verschijnt.
– Wanneer de auto begint te rijden
• Instellingen voor functies waarmee de
auto niet is uitgerust, worden niet
weergegeven.
• Als een functie is uitgeschakeld,
kunnen de instellingen voor de
desbetreffende functie niet worden
geselecteerd.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Aangezien de motor tijdens het
instellen van het display moet draaien,
dient de auto te worden geparkeerd op
een plaats met voldoende ventilatie. In
een afgesloten ruimte, zoals een
garage, kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
WAARSCHUWING!(Vervolg)
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat de motor draait tijdens
het instellen van het display om te
voorkomen dat de accu leeg raakt.
Weergave waarschuwingsmelding
Hiermee kunnen
waarschuwingsmeldingen en te nemen
maatregelen worden weergegeven als
een storing wordt gesignaleerd.
(→Blz. 427)
Comfortvoorzieningen
(suggestiefunctie)
Hiermee worden suggesties voor de
bestuurder weergegeven in de
onderstaande situaties. U kunt een
reactie op de weergegeven suggestie
selecteren met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Suggestie om de koplampen uit te
schakelen
Als de koplampen nog enige tijd blijven
ingeschakeld nadat het contact UIT is
gezet, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie.
Wanneer de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat: De melding met de vraag of u
de koplampen wilt uitschakelen wordt
weergegeven. Selecteer “Yes” ( ja) om de
koplampen uit te schakelen.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend nadat het contact UIT is gezet,
wordt deze melding van de
suggestiefunctie niet weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 101 of 646

LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
• Wanneer u het multi-
informatiedisplay tijdens het rijden
bedient, let dan extra goed op de
veiligheid rondom de auto.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het multi-
informatiedisplay, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
→Blz. 87
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel
A/: Van scherm veranderen en
verplaatsen van de cursor
/: De weergegeven informatie
wijzigen en omhoog/omlaag door het
scherm scrollen
BIndrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van de aan de
persoonlijke voorkeur aanpasbare
items, weergeven van de cursor
CTerugkeren naar het vorige scherm
DWeergeven van verzonden/
ontvangen oproepen en
oproepgeschiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden en
ontvangen oproepen weergegeven.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer informatie
over het handsfree-systeem.
Wijzigen van de weergave
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
Wijzigen van de instelling van het type
instrumentenpaneel
Het type instrumentenpaneel kan worden
gewijzigd met
.(→Blz. 102)
Wijzigen van het scherm
Selecteer items uit de combinatie van de
3 schermen om ze weer te geven op de
3 informatiedisplayzones. Druk op
ofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om door het scherm
te scrollen.
2.1 Instrumentenpaneel
99
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes