torque TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 314 of 646

4.5.16 Rijmodusselectieschakelaar
De rijmodi kunnen worden geselecteerd
overeenkomstig de rij- en
gebruiksomstandigheden.
Selecteren van een rijmodus
Auto's met de motor voorin en
voorwielaandrijving/Dynamic Torque
Control AWD-uitvoeringen
1. ECO-rijmodus
Geschikt voor het rijden met een lager
brandstofverbruik doordat er
soepeler koppel wordt gegenereerd in
reactie op de bediening van het
gaspedaal dan in de normale modus
en beperking van de werking van het
airconditioningsysteem
(verwarmen/koelen).
Als de schakelaar wordt ingedrukt
terwijl de ECO-rijmodus niet
ingeschakeld is, schakelt het systeem
naar de ECO-rijmodus en gaat de
ECO-rijmodusindicator in het
multi-informatiedisplay branden.
2. Normale modus
Geschikt voor normaal rijden.De rijmodus gaat naar de normale
modus als de schakelaar wordt
ingedrukt in de ECO-rijmodus of
sportmodus.
3. SPORT-modus
Regelt het stuurgevoel en de motor
voor een acceleratiereactie die
geschikt is voor een sportieve rijstijl.
Geschikt voor wanneer wendbaarheid
gewenst is, bijvoorbeeld bij het rijden
in bergachtige gebieden.
Als de schakelaar wordt ingedrukt
terwijl de sportmodus niet
ingeschakeld is, schakelt het systeem
naar de sportmodus en gaat het
controlelampje voor de sportmodus in
het multi-informatiedisplay branden.
Dynamic Torque Vectoring
AWD-uitvoeringen
1. ECO-rijmodus
Geschikt voor het rijden met een lager
brandstofverbruik doordat er
soepeler koppel wordt gegenereerd in
reactie op de bediening van het
gaspedaal dan in de normale modus
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
312
Page 315 of 646

en beperking van de werking van het
airconditioningsysteem
(verwarmen/koelen).
Als de schakelaar wordt ingedrukt
terwijl de ECO-rijmodus niet
ingeschakeld is, schakelt het systeem
naar de ECO-rijmodus en gaat de
ECO-rijmodusindicator in het
multi-informatiedisplay branden.
2. Normale modus
Geschikt voor normaal rijden.
De rijmodus gaat naar de normale
modus als de schakelaar wordt
ingedrukt in de ECO-rijmodus of
sportmodus.
3. SPORT-modus
Regelt het stuurgevoel en de motor
voor een acceleratiereactie die
geschikt is voor een sportieve rijstijl.
Geschikt voor wanneer wendbaarheid
gewenst is, bijvoorbeeld bij het rijden
in bergachtige gebieden.
Als de schakelaar wordt ingedrukt
terwijl de sportmodus niet
ingeschakeld is, schakelt het systeem
naar de sportmodus en gaat het
controlelampje voor de sportmodus in
het multi-informatiedisplay branden.
Als de rijmodus wordt gewijzigd
• De achtergrondkleur van het
multi-informatiedisplay wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde
rijmodus.
• Als de snelheidsmeter is ingesteld op
analoge weergave, wijzigt ook de kleur
van het snelheidsmeterdisplay.
(Alleen auto's met 7 inch
multi-informatiedisplay)
• Schakelt naar AWD-regeling passend
bij de geselecteerde modus. (Alleen
Dynamic Torque Vectoring
AWD-uitvoeringen)
• Auto's met handgeschakelde
transmissie: De iMT werkt als de
sportmodus is geselecteerd.Werking airconditioningsysteem in
ECO-rijmodus
In de ECO-rijmodus worden de
verwarming/koeling en de
aanjagersnelheid geregeld voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik. Voer de
volgende procedures uit om de
prestaties van de airconditioning te
verbeteren.
• Wijzig de aanjagersnelheid
(→blz. 332, blz. 337)
• Annuleren ECO-rijmodus
Annuleren van een rijmodus
• De sportmodus wordt automatisch
geannuleerd en de rijmodus keert
terug naar de normale modus als het
contact UIT wordt gezet.
• De normale modus en de
ECO-rijmodus worden niet
geannuleerd zolang er geen andere
rijmodus wordt geselecteerd. (Zelfs
als het contact UIT wordt gezet,
worden de normale modus en de
ECO-rijmodus niet automatisch
geannuleerd.)
4.5.17 Multi-terrain Select
(AWD-uitvoeringen)
Multi-terrain Select is ontworpen om
AWD-, rem- en aandrijfsystemen te
regelen overeenkomstig de
wegomstandigheden. Gebruik het
systeem bij het rijden op een modderig,
zanderig of slecht wegdek.
WAARSCHUWING!
Voor gebruik van Multi-terrain Select
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen
niet in acht neemt, kan een ongeval
ontstaan.
• Controleer voor het rijden of de
controlelampjes Mud & Sand en Rock
& Dirt branden.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
313
4
Rijden
Page 316 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Multi-terrain Select is niet
ontworpen voor het vergroten van de
limieten van de auto. Controleer
altijd zorgvuldig de conditie van de
weg en de route voordat u gaat rijden
en rijd veilig.
Regeling in elke modus
Selecteer een modus die geschikt is voor
de wegconditie.
Mud & Sand-modus
Geschikt voor het rijden op wegen met
een hogere rijweerstand waar uw auto
vast kan komen te zitten, bijvoorbeeld
zanderige wegen of modderige wegen.
Rock & Dirt-modus
Geschikt voor het rijden op zeer
hobbelige wegen, zoals onverharde
bospaden.
Normale modus
Geschikt voor normaal rijden. Gebruik de
normale modus als u niet in het terrein rijdt.
Wijzigen van de modus
Dynamic Torque Control AWD-
uitvoeringen (indien aanwezig)
Door het indrukken van de schakelaar
wordt de modus als volgt gewijzigd:
1. Inschakelen van de Mud &
Sand-modus
2. Inschakelen van de normale modus
3. Inschakelen van de Rock &
Dirt-modus
Wanneer de modus wordt gewijzigd,
wijzigt het controlelampje/
waarschuwingslampje als volgt:
• Mud & Sand-modus
Het controlelampje Mud & Sand, het
controlelampje VSC OFF (→blz. 73) en
het waarschuwingslampje PCS
(→blz. 71) gaan branden.
• Rock & Dirt-modus
Het controlelampje Rock & Dirt gaat
branden.
• Normale modus
De bovenstaande controlelampjes
en/of waarschuwingslampjes doven.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
314
Page 317 of 646

Dynamic Torque Vectoring
AWD-uitvoeringen (indien aanwezig)
Door het bedienen van de knop wordt de
modus als volgt gewijzigd:
1. Inschakelen van de Mud &
Sand-modus
2. Inschakelen van de normale modus
3. Inschakelen van de Rock &
Dirt-modus
Wanneer de modus wordt gewijzigd,
wijzigt het controlelampje/
waarschuwingslampje als volgt:
• Mud & Sand-modus
Het controlelampje Mud & Sand, het
controlelampje VSC OFF (→blz. 73) en
het waarschuwingslampje PCS
(→blz. 71) gaan branden.
• Rock & Dirt-modus
Het controlelampje Rock & Dirt gaat
branden.
• Normale modus
De bovenstaande controlelampjes
en/of waarschuwingslampjes doven.Multi-terrain Select
• Multi-terrain Select is ontworpen voor
gebruik tijdens terreinrijden. Rijd bij
normaal rijden in de normale modus.
• De Mud & Sand-modus en Rock &
Dirt-modus regelen de auto zo dat
deze de maximale aandrijfkracht op de
weg kan overbrengen en de
aandrijfkracht op slecht wegdek
verbeteren. Het resultaat kan zijn dat
vergeleken met de normale modus het
brandstofverbruik toeneemt.
Als de Mud & Sand- of Rock &
Dirt-modus is geselecteerd (auto's
met handgeschakelde transmissie)
De iMT werkt.
Als de Multi-terrain Select-
remregeling in werking is
Het controlelampje Traction Control
knippert als de Multi-terrain
Select-remregeling in werking is.
AWD-regeling voor Mud & Sand- en
Rock & Dirt-modi
Als de rijsnelheid de hieronder
genoemde snelheden overschrijdt,
wordt de AWD-regeling op dezelfde
wijze uitgevoerd als in de normale
modus, zelfs als de Mud & Sand- of Rock
& Dirt-modus is geselecteerd.
• Mud & Sand-modus: De rijsnelheid is
ongeveer 40 km/h of hoger.
• Rock & Dirt-modus: De rijsnelheid is
ongeveer 25 km/h of hoger.
Als de rijsnelheid lager wordt dan
bovenstaande snelheden, keert het
systeem automatisch terug naar de
AWD-regeling, passend bij elke modus.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
315
4
Rijden
Page 318 of 646

Als “Traction Control Turned OFF”
(Traction Control uitgeschakeld) wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De Multi-terrain Select-remregeling
wordt tijdelijk uitgeschakeld door
oververhitting van de remmen.
Breng de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats tot stilstand en wacht
totdat de melding is verdwenen van het
multi-informatiedisplay.
Als het systeem automatisch
overschakelt op de normale modus
In de volgende situaties schakelt het
systeem automatisch over op de
normale modus:
• Als de rijmodus wordt gewijzigd
(→blz. 312)
• Als het contact UIT wordt gezet
Geluiden en trillingen bij rijden in de
Mud & Sand- of Rock & Dirt-modus
Elk van de volgende verschijnselen kan
zich voordoen als de Multi-terrain Select
in werking is. Geen van deze
verschijnselen duidt op een storing:
• Er kunnen trillingen gevoeld worden
in de carrosserie en de stuurinrichting
• Er kunnen geluiden hoorbaar zijn uit
de motorruimte.
Als het controlelampje Traction
Control gaat branden
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als het controlelampje voor elke
modus niet gaat branden
Als het controlelampje niet gaat
branden als een andere modus dan de
normale modus wordt geselecteerd, zit
er mogelijk een storing in het systeem.Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de Multi-terrain
Select goed werkt
Gebruik de Multi-terrain Select niet
continu gedurende langere tijd.
Afhankelijk van de rijomstandigheden
neemt de belasting op de gerelateerde
onderdelen toe en werkt het systeem
mogelijk niet goed
4.5.18 Schakelaar SNOW-modus
(AWD-uitvoeringen)
De SNOW-modus kan worden
geselecteerd om de auto af te stemmen
op de omstandigheden bij rijden op een
glad wegdek, bijvoorbeeld als het heeft
gesneeuwd.
Werking systeem
Dynamic Torque Control AWD-
uitvoeringen
Druk de schakelaar SNOW-modus in.
Als de schakelaar wordt ingedrukt,
schakelt het systeem naar de
SNOW-modus en gaat het
controlelampje SNOW-modus in het
multi-informatiedisplay branden.
Als de schakelaar nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het controlelampje
SNOW-modus uit.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
316
Page 319 of 646

Dynamic Torque Vectoring
AWD-uitvoeringen
Druk de schakelaar SNOW-modus in.
Als de schakelaar wordt ingedrukt,
schakelt het systeem naar de
SNOW-modus en gaat het
controlelampje SNOW-modus in het
multi-informatiedisplay branden.
Als de schakelaar nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het controlelampje
SNOW-modus uit.
Bij het wijzigen naar de SNOW-modus
De achtergrond van het multi-
informatiedisplay verandert.Uitschakelen van de SNOW-modus
De SNOW-modus wordt automatisch
uitgeschakeld als de Mud & Sand- of Rock
& Dirt-modus voor de Multi-terrain Select
is geselecteerd.
4.5.19 Downhill Assist Control*
*Indien aanwezig
De Downhill Assist Control helpt te hoge
snelheden op steile neerwaartse
hellingen te voorkomen. Het systeem
wordt ingeschakeld als de rijsnelheid
lager is dan 25 km/h terwijl het gaspedaal
en het rempedaal niet ingetrapt zijn.
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van Downhill Assist
Control
Vertrouw niet uitsluitend op de Downhill
Assist Control. Met deze functie worden
de fysieke grenzen van de auto niet
verlegd. Controleer altijd zorgvuldig de
conditie van de weg en rijd veilig.
Werking systeem
Druk op de schakelaar DAC.
Het controlelampje van de Downhill
Assist Control gaat branden en het
systeem treedt in werking.
Wanneer het systeem in werking is, gaat
het controlelampje Traction Control
knipperen en gaan de remlichten en het
derde remlicht branden. Tijdens de werking
van het systeem kan een geluid worden
waargenomen. Dit is normaal en duidt niet
op een storing.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
317
4
Rijden
Page 322 of 646

Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit
rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te
verminderen.
Dynamic Torque Control AWD-systeem
(AWD-uitvoeringen) (indien aanwezig)
Regelt automatisch het aandrijfsysteem
zoals voorwielaandrijving of AWD
(vierwielaandrijving) overeenkomstig
verschillende rijomstandigheden,
waaronder normaal rijden, het nemen van
bochten, op een helling, bij het wegrijden,
tijdens accelereren of op door sneeuw of
regen gladde wegen en draagt zo bij aan
een stabiele bediening en rijstabiliteit.
Dynamic Torque Vectoring AWD-systeem
(AWD-uitvoeringen) (indien aanwezig)
Regelt automatisch het aandrijfsysteem
zoals voorwielaandrijving of AWD
(vierwielaandrijving) overeenkomstig
verschillende rijomstandigheden,
waaronder normaal rijden, het nemen van
bochten, op een helling, bij het wegrijden,
tijdens accelereren of op door sneeuw of
regen gladde wegen en draagt zo bij aan
een stabiele bediening en rijstabiliteit.
Ook wordt de verdeling van het
aandrijfkoppel tijdens het nemen van
bochten nauwkeurig geregeld voor
betere rijeigenschappen en meer
stabiliteit.Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het
achteropkomende verkeer te
waarschuwen.
Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding
signaleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten
automatisch geregeld om de rijsnelheid
te verlagen en te helpen de kans op
verdere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
Als de TRC/VSC/Multi-terrain
Select/Trailer Sway Control in werking
is
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer de TRC/VSC/Multi-
terrain Select/Trailer Sway Control in
werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van de motor naar
de wielen beperken. Als u dan op
drukt, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te
‘schommelen’. Schakel de TRC uit door
snel in te drukken en weer los te laten.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
320
Page 326 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de
remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw
voorligger, met name in de volgende
gevallen:
• Als wordt gereden op wegen met
grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
• Als wordt gereden met
sneeuwkettingen
• Als wordt gereden op slechte wegen
• Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote
oneffenheden
De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en
het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder
alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het
TRC/VSC-systeem in werking is. Rijd
voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit
en de aandrijfkracht verloren kunnen
gaan.
De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
• Vertrouw niet alleen op de Active
Cornering Assist. De Active
Cornering Assist werkt mogelijk niet
effectief bij het accelereren op een
helling of bij het rijden op een glad
wegdek.
• Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk
gestopt om een goede werking van
de remmen, TRC en VSC te
garanderen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
• Vertrouw niet uitsluitend op de Hill
Start Assist Control. De Hill Start
Assist Control werkt mogelijk niet
effectief op steile hellingen en op
met ijs bedekte wegen.
• In tegenstelling tot de parkeerrem is
de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende
langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control
niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan
leiden tot een ongeval.
Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control
knippert. Rijd altijd voorzichtig.
Roekeloos rijgedrag kan leiden tot
ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig
als het controlelampje knippert.
Als TRC/VSC/Trailer Sway Control is
uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw
snelheid aan de conditie van het
wegdek aan. Schakel de TRC/VSC/
Trailer Sway Control alleen in geval van
nood uit, aangezien deze systemen
zorg dragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van
het VSC-systeem en werkt niet als het
VSC is uitgeschakeld of een storing
heeft.
Dynamic Torque Vectoring
AWD-systeem (indien aanwezig)
De bochtenprestaties van het nieuw
ontwikkelde AWD-systeem zijn
verbeterd. Vertrouw niet alleen op het
systeem en rijd voorzichtig.
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde
maat hebben, van hetzelfde merk zijn
en hetzelfde profiel en draagvermogen
hebben. Controleer verder of alle
banden de aanbevolen spanning
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
324
Page 451 of 646

WAARSCHUWING!
Gebruik van het compacte
reservewiel (indien aanwezig)
• Houd er rekening mee dat het
reservewiel speciaal ontworpen is
voor gebruik onder uw auto. Gebruik
uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
• Monteer niet gelijktijdig meer dan
één compact reservewiel onder uw
auto.
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
– ABS en Brake Assist
– VSC/Trailer Sway Control (indien
aanwezig)
–TRC
– Cruise control (indien aanwezig)
– Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
– Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig)
– PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
– EPS
– LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig)
– Bandenspanningswa-
arschuwingssysteem (indien
aanwezig)
– AHB (Automatic High Beam)
(indien aanwezig)
– BSM (indien aanwezig)
– RCTA (indien aanwezig)
– PKSB (indien aanwezig)
– Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
– Downhill Assist Control (indien
aanwezig)
– Rear View Monitor-systeem
(indien aanwezig)
– Panoramic View Monitor (indien
aanwezig)
– Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
– Navigatiesysteem (indien
aanwezig)
Niet alleen kunnen de volgende
systemen niet optimaal worden
gebruikt, maar ook kan dit een
negatief effect hebben op de
onderdelen van de aandrijflijn:
– Dynamic Torque Vectoring
AWD-systeem (indien aanwezig)
– Dynamic Torque Control
AWD-systeem (indien aanwezig)
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet
ontworpen voor gebruik bij hoge
snelheden. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het
gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze
voorwerpen bij een aanrijding of bij
hard remmen letsel veroorzaakt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
449
7
Bij problemen
Page 472 of 646

Handgeschakelde transmissie
Hoeveelheid transmissie-
olie1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Type transmissie-olieToyota handgeschakelde-transmissievloeistof type LV GL-
4 75W of gelijkwaardig
OPMERKING
Type transmissievloeistof
• Houd er rekening mee dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de
transmissievloeistof die is gebruikt of de omstandigheden, het geluid bij het stationair
draaien, het schakelgevoel en/of het brandstofverbruik kunnen afwijken. In het ergste
geval kan verkeerde transmissievloeistof of verkeerd gebruik schade aan de
transmissie veroorzaken. Toyota raadt voor optimale prestaties het gebruik van
originele TOYOTA transmissievloeistof type LV GL-4 75W aan.
• Uw auto is af fabriek gevuld met originele Toyota handgeschakelde-
transmissievloeistof type LV GL-4 75W. Gebruik alleen door Toyota goedgekeurde
originele Toyota handgeschakelde-transmissievloeistof type LV GL-4 75W of
gelijkwaardig met de hierboven aangegeven specificatie. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Koppeling
Vrije slag koppelingspedaal 3 - 15 mm (0,1 - 0,6 in.)
Soort vloeistofSAE J1703 of FMVSS Nr. 116 DOT 3
SAE J1704 of FMVSS Nr. 116 DOT 4
Tussenbak (Dynamic Torque Control AWD-uitvoeringen)
Inhoud 0,45 l (0,48 qt., 0,40 Imp.qt.)
Type en viscositeit olieOriginele Toyota differentieelolie LX 75W-85 GL-5 of
gelijkwaardig
Uw auto is af fabriek gevuld met originele Toyota-differentieelolie.
Gebruik alleen originele Toyota differentieelolie of een gelijkwaardige olie die voldoet aan
de bovenstaande specificatie. Neem voor meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Tussenbak (Dynamic Torque Vectoring AWD-uitvoeringen)
Inhoud 0,38 l (0,40 qt., 0,33 Imp.qt.)
Oliesoort Originele Toyota-differentieelolie LX
OPMERKING
Voorzorgsmaatregel type tussenbakolie
Gebruik van andere tussenbakolie dan de voorgeschreven olie kan leiden tot abnormale
geluiden en trillingen en schade aanrichten aan de tussenbak van uw auto.
8.1 Specificaties
470