alarm TOYOTA RAV4 HYBRID 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2019Pages: 622, PDF Size: 111.8 MB
Page 3 of 622

2INHOUDSOPGAVE
Ter informatie .......................................6
Over deze handleiding ........................ 9
Zoekmethoden ................................. 10
Overzicht .......................................... 12
1-1. Voor een veilig gebruik Voordat u gaat rijden ............... 32
Veilig rijden .............................. 33
Veiligheidsgordels ................... 35
Airbags .................................... 39
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen .... 47
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag........ 48
Rijden met kinderen in de auto .................................. 49
Baby- en kinderzitjes ............... 50
1-3. Noodoproep eCall ........................................ 67
ERA-GLONASS/EV AK ............85
1-4. Hybridesysteem Kenmerken hybridesysteem .... 89
Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem ... ..................92
1-5. Antidiefstalsysteem Startblokkering ........................ 97
Supervergrendelin g ...............120
Alarm ..................................... 1212-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en controlelampjes .............. 126
Meters en tellers (4,2 inch display) ................. 132
Meters en tellers (7 inch display) .................... 137
Multi-informatiedisplay ........... 143
Energiemonitor/ verbruiksscherm . .................153
3-1. Informatie over sleutels Sleutels .................................. 162
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren
Portieren ................................ 187
Achterklep.............................. 191
Smart entry-systeem met startknop....................... 205
3-3. Verstellen van de stoelen Voorstoelen............................ 237
Achterstoelen......................... 238
Ergonomisch geheugen......... 240
Hoofdsteunen ...... ..................243
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Stuurwiel ................................ 245
Binnenspiegel ........................ 246
Digitale binnenspiegel ........... 247
Buitenspiegels ....................... 256
1Veiligheid en beveiliging
2Voertuigstatusinformatie
en controlelampjes
3Voordat u gaat rijden
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE).book Page 2 Friday, March 22, 201
9 11:40 AM
Page 6 of 622

5INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
8
7
7-1. Belangrijke informatieAlarmknipperlichten ............... 518
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet
worden gebracht ................. 518
Als de auto vastzit in stijgend water ...................... 519
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept............ ...................521
Als u denkt dat er iets mis is..525
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt .................................... 527
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven ............. 537
Als uw auto een lekke band heeft (auto's zonder
een reservewiel) .................. 540
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met een
reservewiel) ......................... 552
Als het hybridesysteem niet kan worden gestart ....... 561
Als u uw sleutels verliest ....... 562
Als de tankdopklep niet kan worden geopend........... 563
Als de elektronische sleutel niet goed werkt ........ 563
Als de 12V-accu is ontladen .. 565
Als uw auto oververhit raakt .. 570
Als de auto vast komt te zitten.................................... 5748-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.) ..... 576
Informatie over brandstof....... 585
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen........... 587
8-3. Initialisatie Te initialiseren onderdelen ..... 600
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen) ........ 602
Alfabetische index ................ 605
7Bij problemen8Voertuigspecificaties
Index
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE).book Page 5 Friday, March 22, 201 9 11:40 AM
Page 16 of 622

15Overzicht
Richtingaanwijzerschakelaar ......................................................... Blz. 293
Lichtschakelaar ............................................................................... Blz. 300
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/dagrijverlichting ..................... ...................... Blz. 300
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht*1.................................................... Blz. 305
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers........................................ Blz. 306
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..................... .................. Blz. 309
Gebruik ....................................................................................... Blz. 306, 309
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ................................................... Blz. 471
Waarschuwingsmeldingen ................................................................. Blz. 537
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ................... Blz. 518
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ................. Blz. 464
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... .............. Blz. 245
Verstellen..................................................... ....................................... Blz. 245
Airconditioning ................................................................................ Blz. 422
Gebruik ............................................................................................... Blz. 422
Achterruitverwarming ......................................................................... Blz. 424
Audiosysteem
*1, 2
Ontgrendelschakelaar tankdopklep ............................... ............... Blz. 312
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasyst eem of de handlei-
ding voor het multimediasysteem.
E
F
G
H
I
J
K
L
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 15 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 24 of 622

23Overzicht
Richtingaanwijzerschakelaar ......................................................... Blz. 293
Lichtschakelaar ............................................................................... Blz. 300
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/dagrijverlichting ..................... ...................... Blz. 300
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht ............................................... ....... Blz. 305
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers........................................ Blz. 306
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..................... .................. Blz. 309
Gebruik ....................................................................................... Blz. 306, 309
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ................................................... Blz. 471
Waarschuwingsmeldingen ................................................................. Blz. 537
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ................... Blz. 518
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ................. Blz. 464
Bedieningshendel stuurverstelling ............................................... Blz. 245
Verstellen..................................................... ....................................... Blz. 245
Airconditioning ................................................................................ Blz. 422
Gebruik ............................................................................................... Blz. 422
Achterruitverwarming ......................................................................... Blz. 424
Audiosysteem
*1, 2
Ontgrendelschakelaar tankdopklep ............................... ............... Blz. 312
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasyst eem of de handlei-
ding voor het multimediasysteem.
E
F
G
H
I
J
K
L
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 23 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 32 of 622

1
31
1
Veiligheid en beveiliging
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ............. 32
Veilig rijden ............................ 33
Veiligheidsgordels ................. 35
Airbags .................................. 39
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen .. 47
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag ..... 48
Rijden met kinderen in de auto ................................ 49
Baby- en kinderzitjes ............. 50
1-3. Noodoproep eCall ...................................... 67
ERA-GLONASS/EVAK .......... 85
1-4. Hybridesysteem Kenmerken hybridesysteem ................... 89
Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem ................... 92
1-5. Antidiefstalsysteem Startblokkering ...................... 97
Supervergrendeling ............. 120
Alarm ................................... 121
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 31 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 42 of 622

41
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Controlelampje PASSENGER AIR BAG
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afge-
beeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-E CU. Bij het
activeren van de airbags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmecha-
nismen ervoor dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de
beweging van de inzittenden te helpen beperken.
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwon-
den, kneuzingen, e.d. oplopen als
gevolg van de zeer hoge snelheid waar-
mee de SRS-airbags worden geacti-
veerd door hete gassen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het acti-
veren van de airbags kunnen de onder-
delen van de airbagmodule
(stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ont-
stekingsmechanisme) evenals de voor-
stoelen, delen van de voor- en
achterstijlen en de daklijstbekleding nog
heet zijn. De airbag zelf kan ook heet
zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het hybridesysteem wordt uitgezet en
de brandstoftoevoer naar de motor
wordt gestopt. ( →Blz. 96)
●Alle portieren worden ontgrendeld.
(→ Blz. 188)
●Auto's met Secondary Collision Brake:
Het remsysteem en de remlichten wor-
den automatisch aangestuurd.
(→Blz. 406)
●De interieurverlichting gaat automatisch
branden. ( →Blz. 432)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. ( →Blz. 518)
●Auto's met ERA-GLONASS/EVAK: Als
een van de volgende situaties zich voor-
doet, verstuurt het systeem automa-
tisch een noodoproep
* naar het
controlecentrum van ERA-GLO-
NASS/EVAK. De locatie van de auto
wordt doorgegeven (zonder dat de toets
SOS hoeft te worden ingedrukt) en een
medewerker zal proberen om met de inzittenden te praten om de ernst van de
situatie vast te stellen en te bepalen of
hulp nodig is. Als de inzittenden niet in
staat zijn om te communiceren, behan-
delt de medewerker de oproep automa-
tisch als een noodgeval en schakelt hij
of zij de noodzakelijke hulpdiensten in.
(→
Blz. 85)
• Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aanrijding van achteren.
• De auto is betrokken bij een ongeval waarbij de auto over de kop slaat.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden. ( →Blz. 87)
■Voorwaarden voor activering van de
airbags (airbags voor)
●De airbags vóór worden pas geactiveerd
als een bepaalde drempelwaarde wordt
overschreden (vergelijkbaar met een
frontale aanrijding met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h tegen een voor-
werp dat niet kan bewegen of vervor-
men).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een
geparkeerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de
auto onder een vrachtwagen terecht-
komt
●Afhankelijk van het type aanrijding wor-
den mogelijk alleen de gordelspanners
geactiveerd.
■Voorwaarden voor activering van de
airbags (side airbags en curtain air-
bags)
●De SRS-side airbags en curtain airbags
worden geactiveerd als een bepaalde
O
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 41 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 74 of 622

73
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
2.1.
Elke verwerking van persoonsgegevens die via het
in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem zijn verzameld, moet voldoen aan de
regelgeving met betrekking tot persoonsgegevens
zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en
2002/58/EG, en moet met name zijn gebaseerd op
de noodzaak om de vitale belangen van personen
te beschermen, conform artikel 7(d) van richtlijn
95/46/EG.
O
2.2.
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt
beperkt te blijven tot het doel van het behandelen
van de eCall-noodoproep naar het Europese alarm-
nummer 112.
O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 geba-
seerde eCall-systeem kan alleen de volgende
gegevens verzamelen en verwerken: voertuigidenti-
ficatienummer, type voertuig (personenauto of lichte
bestelwagen), type brandstof/aandrijving van het
voertuig (benzine/diesel/aardgas/LPG/elektrici-
teit/waterstof), laatste drie locaties en rijrichting van
het voertuig, logbestand van de automatische acti-
vering van het systeem inclu
sief tijdstip van active-
ring
O
2.3.2.
De ontvangers van de door het in het voertuig geïn-
tegreerde op 112 gebasee rde eCall-systeem ver-
werkte gegevens zijn de relevante openbare
alarmcentrales die zijn aangewezen door de
publieke autoriteiten van het land waarin deze cen-
trales zijn gevestigd om als eerste eCall-oproepen
naar het Europese alarmnummer 112 te ontvangen
en te verwerken.
O
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 73 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 122 of 622

121
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De zijruiten en het panoramadak
(indien aanwezig) zijn gesloten
voordat het alarm wordt ingescha-
keld.
Er zijn geen waardevolle spullen of
persoonlijke zaken in de auto ach-
tergebleven.
■Instellen
Sluit de portieren, de achterklep en
de motorkap en vergrendel alle por-
tieren met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
Na 30 seconden wordt het systeem
automatisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het
controlelampje niet meer constant brandt
maar knippert.
■Uitschakelen of uitzetten
Deactiveer of schakel het alarm uit
volgens een van de onderstaande
manieren:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie (indien aanwezig) of
de afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in.
(Het alarm wordt na enkele secon-
den gedeactiveerd of uitgescha-
keld.)
Alarm*
Met licht en geluid worden
alarmsignalen gegeven wan-
neer er een inbraakpoging wordt
gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
onder de volgende omstandig-
heden geactiveerd:
Als een vergrendeld portier
wordt ontgrendeld of geopend
zonder gebruik te maken van de
instapfunctie (indien aanwezig)
of de afstandsbediening. (De
portieren zullen automatisch
opnieuw worden vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een
beweging in de auto. (Voor-
beeld: een indringer breekt een
ruit en dringt de auto binnen.)
De hellingsensor signaleert een
verandering in de hoek van de
auto ten opzichte van het weg-
dek.
Inschakelen/uitschakelen/uit
zetten van het alarmsysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 121 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 123 of 622

1221-5. Antidiefstalsysteem
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhouds-
vrij alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties
geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt
het systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Een persoon in de auto opent een por-
tier, de achterklep of de motorkap of ont-
grendelt de auto met de vergrendelknop
aan de binnenzijde.
●De 12V-accu wordt opgeladen of ver-
vangen terwijl de auto is vergrendeld.
(→ Blz. 565)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhanke-
lijk van de situatie, de portieren automa-
tisch vergrendeld om potentiële indringers
buiten de auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ont-
grendelt een in de auto achtergebleven
persoon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de
12V-accu.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het
wordt uitgeschakeld wanneer de mechani-
sche sleutel wordt gebruikt om de auto te
ontgrendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→ Blz. 588)
■Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de
auto.
De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de
auto ten opzichte van het wegdek,
die bijvoorbeeld ontstaat als de
auto weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal
te voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van
inbraak kan niet worden gegaran-
deerd.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem
goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet wor-
den gegarandeerd.
Inbraaksensor en
hellingsensor
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 122 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 124 of 622

123
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en
hellingsensor inschakelen
Als het alarm wordt ingeschakeld,
worden de inbraaksensor en de hel-
lingsensor automatisch ingesteld.
( →Blz. 121)
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voor-
dat u het alarm instelt, omdat deze
sensoren reageren op bewegingen
binnen in de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsensor weer in te
schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsen-
sor zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de helling-
sensor uitgeschakeld zijn, worden deze
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ont-
grendelen met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor
zullen automatisch weer worden inge-
schakeld wanneer het alarmsysteem
weer wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
●Een zijruit of het panoramadak (indien
aanwezig) is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk
het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de
auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwer-
pen, zoals loshangende accessoires of
kleding aan kledinghaakjes, in de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 123 Friday, March 22, 2019 11:40 AM